NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
EXTRA PREMIE
0.1 Koningin Wilhelmina
lering Hendrik i. Mecklenburg.
FEUILLETON.
No. 90.
Zaterdag 10 November 1900.
Negen-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
voor onze Abonnés
60 CENTS
HELIOGRAVURE
Een MM oordeel over
net Mreffii tot den oorlog.
BUITENLAND.
Nieuwe DttizeM-en-ééii-Naclit-Malen.
DE ZELF-MOORD-CLUB.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
stellen wij tegen betaling van slechts
verkrijgbaar eene fraaie
met de PORTRETTEN van
EN
Men haaste zich deze fraaie plaat
te doen afhalen daar de voorraad
gering is en zij dus spoedig uitver
kocht zal zijn.
De Uitgever.
Ondergeteekende zoenscht te ontvangen
een heliogravure met de portretten van
H. M. de Koningin en H. D. verloofde,
waarvoor hierbij 60 cents.
WoonplaatsHandteekening
De Morning Leadereen der weinige
Engelsche bladen, die durven te wijzen
op de onrechtvaardigheid van en de
wreedheid waarmee de oorlog in
Z.-Afrika door Engeland gevoerd
wordt, had ook onlangs weder een
artikel waarin zij de Engelsche regee
ring de les las. Naar aanleiding daar
van schreef de heer Findel, een Duit-
scher, te Leipzig woonachtig, een
brief aan dat blad, die als een uiting
van de publieke opinie in Duitschland
ten opzichte van Engeland van belang
is Engeland krijgt daarin zoo het
een en ander te hooren waarmee het
't voorloopig doen kan.
Wij ontleenen er het volgende aan.
»Toen u het artikel van 27 October
schreef, waarin gij u over de Engelsche
wijze van coilogvoeren tegen de Boeren
zoo vrijmoedig uitliet, kondt ge nau
welijks vermoeden, welk een diepen
indruk gij daarmee in het buitenland
maken zoudt. Duizenden zullen met
mij herademen in het bewustzijn, dat
het gevoel voor gerechtigheid en
menschelijkheid bij liet Engelsche volk
toch nog niet geheel is uitgebluscht,
dat er nog mannen zijn die aanspraak
kunnen maken op den naam van
gentleman en dat in Engeland hetwelk
vroeger het vaste bolwerk van de
vrijheid van gedachte was, het woord
van vrije mannen nog een macht is.
De schrijver dezer regelen, die de
literatuur van uw land bewondert en
die in Engeland vrienden heeft, her
innert zich nog gaarne den tijd zijner
jeugd toen hij met sympathie opzag
naar het land, dat ver verheven was
boven de politieregeering en de onder
drukking van elke vrije uiting en
boven alle daarmee samenhangende
kwaden, waaronder Duitschland vroe
ger vol schaamte zuchtte. Maar wat
is er nu onder een ministerie, dat
met verkoop van wapenen en der
gelijke zijn zakken vult, uit Engeland
geworden
Gelooft gij, om van uw aan den
spot der geheele wereld overgeleverd
leger maar te zwijgen, gelooft gij in
ernst, dat uw vloot, nu nog uw trots
en uw toeverlaat, als zij eenmaal op
de proef gesteld zal worden, die proef
zal doorstaan En houdt gij den prijs
voor de onderdrukking van een klein
maar wakker volk, dien uw natie er
voor betaalt nl. den haat en de ver
ontwaardiging der geheele beschaafde
wereld, behalve nog de enorme oor
logskosten geëvenredigd aan de winst?
Vreest gij niet, dat de wrekende
Nemesis der wereldgeschiedenis uw
zoo fier en eens zoo edel volk voor
de gruweldaden van het laatste jaar
zal straffen? Uw volk dat aan de
koloniale troepen, die voor het moeder
land hun leven gewaagd hebben daar
voor niet eens de door hen bedongen
soldij uitbetaalt en welks diep gezon
ken pers schaamteloos den alom
geëerden, ouden en ongelukkigen pre
sident Kruger hoont en met modder
werptuw volk dat do verwoesters
der republieken, deze moderne Attila's
als helden prijst ofschoon niet hun
genie, maar hun tiendubbele overmacht
hun de overwinning bezorgde?
Zeker, de dag zal komen waarop
de heilige Ilios zal vallen en te laat
zal het Engelsche volk inzien, dat het
geen grooter vijanden had, dan mannen
als Rhodes en Chamberlain, dan Ro
berts en Kitchener en hun verblinden
aanhang, die bij den moord op Cordua
zijn verheerlijkend halleluja aanheft.
En waar bleven toch bij het uit
breken van den onrechtvaardigen
oorlog, bij de barbaarsche handelwijze
der hoeven verbrandende en vrouwen
verbannende overwinnaars en bij het
vei krachten van het volkenrecht, de
Engelsche vrijmetselaars
Indien volgens haar vei heven ten-
denz de vrijmetselarij, de draagster
van de beschaving en van alle edele
beginselen, de beschermster der ver
drukten, de zedelijke regulator en-het
geweten der volken moet zijn, dan
mag men met recht vragen, zegt de
schrijver, waar bleven de vrijmetse
laars? Is de zin voor gerechtigheid,
voor vrijheid en humaniteit bij hen
uitgebluscht. dat zij voor de dringende
toeroepen van hun Nederiandsche
broeders doof zijn gebleven, dat zij
hun geweten in slaap lieten wiegen
en geen krachtig woord spraken om
de ramp te voorkomen ol tot verzoe
ning te geraken
Geen woord van verontwaardiging
wegens de leugenachtige berichten
over de krijgsverrichtingen, die het
Engelsche volk verlagen en schande
over hen brengen? Geen woord van
afkeuring over de schandelijke behan
deling van hun eigen soldaten en
landskinderen, die men als honden
transporteerde, aan honger prijs gaf
en in de hospitalen ellendig liet om
komen Nagelen zij door hun gedrag,
dat hen tot medeschuldigen van het
lijden aan beide zijden maakt, het
huichelachtige christendom, 't welk in
éen adem bidt en tevens de grootste
wreedheden billijkt, aan den schand
paal? Erkennen zij daardoor niet te
omhelzen een relegie van zedelijke
ontaarding?
Waarlijk, als zuiver goud onder
scheidt zich de eenvoudige vroomheid
der Boeren van het verroeste blik
der christelijke beschaving van En
geland, dat ter wille van zijn goud
dorst den vloek van een onderworpen
volk en van de geheele beschaafde
wereld op zich heeft geladen.
Maar de straf zal niet uitblijven
Gods molens malen langzaam maar
zeker.
Ten slotte nog slechts een woord
aan u, mijnheer de redacteur, voor
uw vrijmoedig artikel. Maar uw volk
verkeert in zulk een roes en is zoo
verdorven, dat het zijn ware vrienden
en zijn meest verbitterde vijanden
niet meer van elkander weet te on
derscheiden. Moge het tot beter in
zicht komen voor het te laat is."
Heden komt er slecht nieuws voor
de Boeren uit Z -Afrika. Een Renter-
telegram uit Bothaville meldt nl. dat
zij een ernstige nederlaag bij die
plaats hebben geleden. In een gevecht
daar met de Engelschen zouden zij
23 dooden en 30 gewonden hebben
gekregen, terwijl 100 burgers werden
gevangen genomen en 7 kanonnen
door de Engelschen werden buit ge
maakt. Indien dit bericht officieel
bevestigd wordt, is het voorwaar een
zeer ernstige zaak. Wachten wij
ecliter de bevestiging van lord Ro
berts af.
Een ander telegram uit Pretoria
meldt, dat generaal De Wet in het
been is gewond gedurende het ge
vecht bij Rensburgdrift. Wij zouden
het ten zeerste betreuren, indien ook
dit bericht waarheid bleek te bevat
ten, doch wij behoeven er niet meer
waarde aan te hechten dan aan de
tijdingen omtrent het sneuvelen van
de la Rey en Theron destijds, die
later springlevend bleken te zijn. De
mogelijkheid om gewond te worden
bestaat voor De Wet natuurlijk even
goed als voor ieder ander doch be
vestiging is met het oog op vroegere
analoge leugenberichlen ook voor dit
geval zeer gewenscht.
Een derde, niet van belang ontbloot,
officieel bericht, zegt, dat particuliere
telegrammen voor Transvaal en Vrij
staat niet kunnen worden aangeno
men. De conclusie ligt voor de hand,
dat bet dus met het telegrafisch ver
keer droevig is gesteld, een gevolg
van het vernielen der telegraafleidin-
gen door de Boeren.
Wanneer lord Roberts nu naar
Natal gaat of naar Kaapstad is nog
niet bekend. Twee feiten wijzen er
echter op, dat hij daarmee nu wel
niet zoo heel lang meer zal wachten.
In de eerste plaats het feit, dat zijn
dochter, die aan typhus lijdt aan de
betere hand is en in de tweede plaats
de mededeeling dat geen berichten
mogen worden bekend gemaakt om
trent de bewegingen van den opper
bevelhebber.
Kitchener zal, zooals mon weet,
hem eerlang als zoodanig vervangen.
Wij spraken eenige dagen geleden
de verwachting uit, dat dan de schan
delijke maatregelen tegen de Roeren
zoo mogelijk nog gruwzamer zouden
worden. Het Engelsche blad de Mor
ning Leader is van dezelfde opinie
en spreekt als haar meening uit, dat
dit voor Engeland nadeelige gevolgen
zal hebben. Het blad schrijft:
«Kitchener is dan uitgekozen voor
het opper-bevelhebberschap in Zuid-
Afrika, en Lord Salisbury heeft dus
een maatregel doorgezet, die hoogst
waarschijnlijk in zeker opzicht ver
schrikkelijke gevolgen zal hebben. Wij
mogen namelijk niet vergeten dat
ROBERT LOUIS STEVENSON.
De Geschiedenis van den Dokter en
de Saratoga-Koffer.
20)
Hij dacht na over zijne eerzuchtige plannen
voor de toekomsthij zou nu niet de held en
spreker van zijn geboorteplaats Bonger Maine
worden; hij zou nu niet, zooals hij zoo vurig
gehoopt had, van de eene eer tot de andere
stijgen; hij kon nn wel alle hoop terzijde
stellen nog eens tot President der Yereenigde
Staten gekozen te worden, en een standbeeld
na te laten, in zoo slecht-mogelijken kunst
vorm, dat het Capitool te Washington zon
versieren. Hier zat hij nu, geketend aan een
dooden Engelschman, in tweeën gevouwen in
een Saratoga-kofterhij moest hem kwijt zien
te raken of zich voor altijd .Trappen van de
annalen der nationale glorie!
Ik durf de taal niet weer te geven die de
jonge man gebruikte tegen den dokter, den
vermoorde, Madame Zephyrine, den laarzen-
jongen, de bedienden van den Prins en in één
woord, tegen alle die op eenigerlei wijze van
invloed waren geweest op zijne tegenwoordige
ellende. Hij sloop om ongeveer zeven uur 's avonds
naar beneden om te etendoch de geele koffie
kamer dégóuteerde hem, de oogen der andere
gasten schenen steeds met suspicie naar hem
te kijken, en zijne gedachten waren boven bij
de Saratoga-koffer. Toen de kellner hem de
kaas kwam presenteeren, waren zijne zenuwen
reeds zóó geschokt dat hij half uit zijn stoel
opvloog en de rest van een pint »ale» over
het tafellaken gooide.
De man bood aan hem de rookzaal te wijzen
en hoewel hij liever dadelijk naar zijne gevaar
lijke schat teruggekeerd zou zijn, had hij niet
den moed te weigeren, en werd beneden naar
de sombere, door gas verlichte kelder gebracht
die de Divan van het Craven-Hotel vormde en
misschien nög vormt. Twee naargeestige lui
waren aan 't biljarten, bijgestaan door een
beslist teringachtige marqueur, en op dat oogen-
blik dacht Silas dat zij de eenige personen in
het vertrek waren. Doch het volgende oogen-
blik viel zijn blik op een persoon die rookte
in de verste hoek van het vertrek, met neer
geslagen oogen en een zeer fatsoenlijk en zedig
voorkomen. Hij wist dadelijk dat hij dat ge
zicht meer gezien had, en niettegenstaande
de totale verwisseling van kleeren, herkende
hij den man dien hij in Box-Court bij de lan
taarnpaal had zien zitten, en die geholpen had
de koffer uit het rijtuig en er weer in te dragen.
De Nieuw-Englander draaide zich om en sloeg
op de vlucht, en stond niet stil voor hij de
deur zijner kamer gesloten en gegrendeld had.
Daar waakte hij den geheelen nacht bij de
noodlottige kist vol dood vleesch, ten prooi
aan de vreeselijkste schrikbeelden. De veron
derstelling vhn den laarzenknecht dat zijne
koffer vol goud was, boezemde hem allerlei
nieuwe soorten van vrees in als hij slechts een
oog dicht deed; en de tegenwoordigheid in
de rookzaal van den straatschuimer nit Box-
Court, met opzet vermomd, overtuigde hem
dat hij zich opnieuw in het centrum van een
obscuur complot bevond.
Het had reeds eenigen tijd geleden twaalf
uur geslagen, toen Silas, gedreven door angst
volle suspricies, zijn slaapkamerdeur opende en
op de corridor keek. Deze werd flauw verlicht
door een enkel gaspitje; en op eenigen afstand
bemerkte hij een man, op den grond slapend
gekleed als een bediende van het hotel. Silas
sloop op zijn teenen naar den man toe. Hij
lag half op zijn rug, half op zijne zijde, en zijn
rechtervoorarm bedekte zijn gelaat. Plotseling
terwijl de Amerikaan zich nog over hem boog,
nam de slaper den arm voor het gezicht weg
en opende de oogen en Silas bevond zich nog
maals in tegenwoordigheid van den man uit
Box-Court.
«Goeden-avond, mijnheer», zeide de man, op
opgeruimden toon.
Doch Silas was te zeer ontroerd om ant
woord te kunnen geven en ging in stilte naar
zijn slaapkamer terug.
Tegen den morgen, viel hij, uitgeput door
angst, in slaap op zijn stoel met het hoofd op
zijn koffer. Niettegenstaande zulk een moeilijke
houding en zulk een afgrijselijk hoofdkussen
was zijn slaap lang en diep en hij ontwaakte,
laat, door een hard kloppen op zijne deur.
Hij haastte zich open te doen en vond den
laarzenjoagen buiten staan.
»U is die heer die gisteren in Box-Court
zijt? vroeg hij.
Silas antwoordde bevestigend met bevende
stem.
»Dan is dit briefje voor u,zeide de knecht,
hem een verzegelde enveloppe gevend.
Silas scheurde hem open en vond slechts
deze woorden: »Om twaalf uur.»
Wordt vervolgd.!