NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provircie Utrecht.
ïe ungevalbiet ia wetkmg.
FEUILLETON.
No. 11
Zaterdag 7 Februari 1903.
Twee-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
VERZOEND.
6)
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk
Afzondert ij ke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Laiigestraat 77. Tclcplioonno. CO.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/a Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Waai tegen men zich tegenwoordig
verzekeren kan Vraag liever waar
tegen niet? want het wemelt van
agenten die op sierlijke deurplaten
den volke verkondigen, dat men bij hen
op billijke voorwaarden zich vezekeren
kan tegen brand, dood, hagelslag,
invaliditeit, ongelukken, besmettelijke
ziekten en werkeloosheid, kor tom tegen
alle mogelijke rampen waai aan de
menschen in meeidere of mindeie
mate zijn blootgesteld. Merkwaardig is
die groote ontwikkeling van het ver
zekeringswezen in de laatste jaren. Is
het misschien een modegril, «Iie weldra
voor een andere zal plaats maken, of
zal die ontwikkeling nog toenemen
omdat de vei zekering in een maat
schappelijke behoelie voorziet Zonder
twijiel het laatste. Immers voor zeer
velen is verzekering een levenskwestie,
de ecnige waarborg voor liet behoud
van iinancieele onafhankelijkheid.
De verzekering tegen ongelukken
vooral heeft zich sterk ontwikkelden
binnen korten tijd. Pas twintig jaren
geleden begon een Nedei landsche
Maatschappij met deze soort ver
zekering, en thans reeds bestaat een
wet waarvan liet eerste artikel luidt
»De werklieden in de na te noemen
bedrijven zijn volgens de bepalingen
dezer wet verzekeid tegen geldige
gevolgen van ongevallen, hun in ver
band niet de uitoefening van het be
drijf overkomen". Is dat niet vlug
voor de Hollandsche langzaamheid
Die bekwame spoed is te loven, want
leest gij niet dagelijks in de courant
van allerlei ongevallen den werkman in
en vaak door zijn bedrijfoveikomen
Wat een menigte slachtoffers van den
arbeid en den strijd om liet bestaan,
die aan gebrek en ellende ten prooi
zijn, tenzij de liefdadigheid zich hun
lot aantrekt? Hierin moestverandeiing
komen. Maar hoe? Zeil kan de werk
man de premie niet betalen, dikwijls
komt er niet van, en meestal kan hij
van zijn klein inkomen daartoe niets
afzonderen. Neen de wetgever heelt
gemeend dat de fuiancioele schade
van bedrijfsongevallen moet komen
ten laste van hen voor wier rekening
het bedrijf wordt uitgeoefend en daar
om worden de kosten uit bedrijfs
ongevallen over de gezamenlijke werk
gevers verdeeld. Het spreekt vanzelf
dat de werkgevers de kosten op de
klanten zullen verhalen zoodat ten
slotte het geheele publiek de lasten
draagt; echter niet bij alle bedrijven
is dat overbrengen mogelijk.
De ongevallenwet is lang niet een
voudig of gemakkelijk te begrijpen
in al hare bepalingen, zelfs niet voor
rechtsgeleerden. Geen wonder dat
gesproken wordt van het doolhof der
ongevallenwet. Menig weikgever wordt
lot wanhoop gebracht door den vloed
van formulieren, staten en lijsten en
paperassen met schoone proeven van
ambtenaarsstijl. Het zou aanbeveling
\erdien bij elk formulier een uitlegging
te voegen.
Hel gaat niet aan hier in een kort
bestek een schels te geven van den
inhoud der wet en hare toepassing.
Wie echter een eenvoudige vei klai mg
svenscht te hebben, die schalie zich
aan het boekje van Mr. Slotenmaker,
dat door Het Nut is uitgegeten en
maar vijf centen kost. In een vijftig
bladzijden wordt daar klaar en duidelijk
verteld wat men van de zaak noodig
heeft te weten, en niet droog en ter-
velend, neen men leest dat boekje met
pleizier. Ten stei kste iaden wij werk
gevers en werklieden aan zicli zoo'n
b'ekje aan te schallen.
De werkgevers hebben vóór 1
Februari moeten besluiten, of zijhun
risico aan de Rijksbank dan wel aan
een maatschappij wilden overdragen.
Om het zelve te dragen daarvan kan
slechts bij zeer weinigen spiake zijn.
Zij die zich bij de Rijksbank liebben
aangesloten kunnen ten alle lijde weer
naar eene Maatschappij overgaan.
Idereen gaat natuurlijk daar waar hij
hel goedkoopst en gemakkelijkst uit
is. Nu eens zal het Rijk en dan weer
een maatschappij goedkooper zijn.
Men weet dat oorspronkelijk de
bedoeling was, alles te verzekeren bij
de Rijksbank, en dat de wet is aan
genomen nadat de particuliere cou-
curentie was toegestaan. De wet is
er daardoor niet beter en eenvoudiger
op geworden, en het zou ons niets
verwonderen, wanneer rnittertijd op
de eerste bedoeling werd terug
gekomen. In Duitschland is het even
zoo gegaan Nu heeft de Rijksbank
gekregen de ongunstige resico's die
Maatschappijen niet wilden overnemen
en vele bednjven die te laag zijn aan
geslagen. De Rijksbank zal vermoedelijk
met verlies werken en aldra sommige
premieën moeten verhoogen. Met
zekerheid kan evenwel niemand zeggen
hoe rle zaken zullen marcheeren, veel
hangt nog in de lucht, ervaring is er
nog niet, de statistiek der ongevallen
is nog zeer onvolledig. Maar wie in
het doolhof der ongevallenwet heeft
rondgedoold komt allicht tot het be
sluit dat de ongevallenwet eigenlijk
is verknoeid door de mededinging van
de maatschappijen toe te laten.
Men had een van beiden moeten
kiezen, of alles bij het rijk of alles
bij particuliere maatschappijen \ei-
zekerd.
Van <1 io beiden zouden wij aan
liet laatste de voorkeur geven. Ver
schillende Maatschappijen waren reeds
op dit terrein weikzaam, de uit-
keeringen waien wel niet zoo hoo;
en beliepen bij dood en invaliditeit
een duizend gulden, doch riu is de
uikeering nog al rooyaal, zeker vijf
maal zoo groot, en van daar de zooveel
hoogere piemie. Had een wel alle
weikgevers verplicht op de oude wijze
hun personeel te vei zekeren en de
maatschappijen gesteld onder toezicht
van de staat, hoe veel eenvoudiger
zou de zaak zijn. Voor te hooge
premieën zou geen gevaar zijn, want
de concurentie maakt ze zoo laag als
doenlijk is. Evenwel, du Rijksbank is
er en wij hebben af te wachten line
de wet zal werken. Dit is zeker, de
ongevallenwet is een wet van groote
ingrijpende sociale beteekenis. Zij geeft
aan werklieden zekerheid, dat zij in
het bedrijf door een ongeval ongelukkig
geworden, een behoorlijke schadeloos
stelling zullen ontvangen, eri doodelijk
verminkt, hun gezin niet onverzorgd
zullen achterlaten. De lijd van voor
bereiding is te kort geweest, korter
dan voor een behoorlijke regeling
wenschelijk was, maar ter wille van
de werklieden is het vei klaarbaar, dat
men geen dag langer heeft gewacht
met de invoering dan strikt noodig was.
De bedrijfskosten der werkgevers
zijn door deze wet vei meerderd, maar
ongetwijfeld zullen ook zij de onge
vallenwet zegenen, wanneer door deze
wet de goede verstandhouding tusschen
werkgevers en weiklieden bevorderd
en liet besef verlevendigd wordt dat
hier niet twee vijandige partijen tegen
over elkaar staan, maar twee groepen,
die elkaar behoeven, voor elkaar be
zorgd zijn en wier belangen samengaan.
PI.A VI KKMJIÏE HEKICHTEK.
Ter Woensdagmiddag onder prae-
sidium van den burgemeester gehouden
raadszitting waren de heeren Plomp en
Jorissen met kennisgeving afwezig.
De notulen der vorige vergadering, door
den secretaris gelezen, worden onveran
derd goedgekeurd en vastgesteld.
Ingekomen waren: van Gedeputeerde
Staten de goedkeuring der gemeente-
begrooting over 1903; van het raadsbe
sluit tot vaststelling der jaarwedde van
de onderwijzeres mejuffr. van Goor, uit
treksel uit het Kon. Besl van 19 Januari
1903 tot goedkeuring der verordening op
de straatbelasting en de heffing van straat
geld; eene missieve van den Minister van
Binnenl. Zaken houdende mededeeling dat
geen goedkeuring kan worden verleend
aan het raadsbesluit tot het houden eener
vrije veemarkt op Woensdag de voor
zitter voegt daaraan toe dat de markt op
Dinsdag dus gehandhaafd blijft; eene
missieve van den Minister van Binnenl.
Zaken waarbij goedgekeurd wordt het
raadsbesluit tot vaststelling derjaarwedden
van leeraren aan Gymnasium en H. B.
School (alle aangenomen voor kennis
geving); de rekening der Kamer van
Koophandel en Fabrieken over 1902 (te
behandelen bij de gemeenterekening); een
rekest van de heeren van 't Hof en
Achterbergh om een boom te mogen
rooien aan het Beukenlaantje (in handen
van B. en W. om advies); eene dankbe
tuiging van de Commissie voor Kinder
voeding voor de afstand van een locaal
en de verbooging harer subsidie (aangen.
v. kennisgev.)een verzoek der vereeniging
„Amersfoortsche Badinrichting" om haar
het terrein der voormalige gasfabriek, aan
de Kamppoort in erfpacht af te staan;
een verzoek der heeren Heldring c.s. om
de historische Kei onder de Varkensmarkt
te mogen opgraven en te plaatsen op den
Hof (in handen van B. en W. om advies);
een adres der plaatselijke afdeeling van
de Maatschappij tot Bevordering der
Toonkunst om subsidie voor het in Juni
alhier te houden muziekfeest dier Maat
schappij (aan B. en W. om advies); een
rekest der werklieden bij de gemeente
reiniging om loonsverhooging (aan B. en
W. om advies)! eene dankbetuiging van
de heeren P. van den Hóoff gemeente-op
zichter en S. Posthuma inspecteur van
politie, voor de hun toegekende belooning
ter waarneming van het ambt van Direc
teur van den Reinigingsdienst (aangen.
voor kennisgeving); een adres van L. van
Achterbergh van den navolgenden inhoud
Geeft met gepasten eerbied te kennen
Lubbertus van Achterbergh, koopman in
brandstoffen te Amersfoort,
dat door hem van den Directeur der
Gemeente gasfabriek te Amersfoort vijf a
zes duizend Hectoliter cokes is gekocht
den 25sten April 1902, te ontvangen in
1902—1903, en wel 10 cent per Hecto
liter beneden den prijs, vastgesteld door
de Gas-commissie
Dat op deze voorwaarden een duizend
acht honderd Hectoliter door adressant
is geaccepteerd, tegen contante betaling;
Dat de cokes te Amsterdam en meer
dere plaatsen per H. L. door rnjj 10 cent
goedkooper zou zijn gekocht, wanneer
door mij de overeenkomst met den Direc
teur der Gemeentegasfabriek niet was
aangegaan.
Dat 15 October namens den Directeur
der Gasfabriek een kantoorbediende mjj
kwam aanzeggen, dat vanaf dien datum
geen cokes met de bedongen reductie
meer werd afgeleverd en de Directeur mfj
dus voor 't geval stelde geen cokes te
kunnen verkoopen of de te kort komende
cokes voor den winter 1902—1903 aan te
koopen bij groothandelaren, die, omdat
Naar het Duitsch van
FREIHERR YON SCHLICHT.
Op die manier zagen de beide vrienden zich
op zekeren dag tot de treurige noodzakelijk
heid gebracht, ten einde aan hunne aangegane
verplichtingen te kunnen voldoen, hunne vaste
goederen te verkoopen, zoodat zij voor zich en
de hunnen slechts een zeer klein kapitaal uit
den brand redden, waarvan de renten nauwelijks
voldoende waren, om in hunne dringendste
behoeften te voorzien. Zijn vader trok naar
eene nabijzijnde stad, terwijl Elisabeths ouders
hun woning naar Oost-Pruizen overbrachten,
wdür haar vader door familie-relatiën zijner
vrouw een, betrekking hoopte te krijgen.
Natuurlijk bleef dit voorval ook niet zonder
gevolgen voor hunne kinderen. Elisabeth moest
de dure kostschool verlaten en in de ouderlijke
woning terugkeeren, terwijl Frits, die gehoopt
had bij een garde-kavallerie regiment geplaatst
te worden, nu gedwongen was, zich bij een
linie-infanterieregiment te laten inschrijven.
Doch als rechtgeaarde zoon beklaagde hij het
verlies van het geld niet om zichzelven, met
weemoed dacht hij er aan, hoe zijne ouders het
harde lot zouden dragen. Maar de hoofdvraag,
welke hem vervulde, was Elisabethhare brieven
aan hem getuigden van zulk een wanhoop, dat
hij ernstig voor haar begon te vreezen, en als
eene roode draad liep door hare brieven altijd
de angstkreet: Frits, verlaat me niet; wat
moet er van me worden, als mijne ouders ge
storven zijn en jij me dan ook verlaten hebt
Hij antwoordde haar steeds zoo teeder mogelijk
en gaf haar troost, waaraan hij zelf niet in
staat was te gelooven. Hoe kon hij, de onbe
middelde, haar immers tot een steun zijn, hij,
die een positie wilde innemen, waarbij alle ver
dienen was uitgesloten, welke voor de eene helft
met geld, voor de andere helft met de eer
beloond werd? Hij wilde trachten, als officier
van den eersten dag af, zijn plicht in alle op
zichten volkomen te vervullen, wellicht gelukte
het hem dan met ijzeren vlijt een goede carrière
te maken, aan hem zou het niet liggen, als
hij zijn doel niet bereikte, een heerlijke be
looning lachte hem toe, en de gedachte aan
de geliefde zou hem alle moeilijkheden helpen
overwinnen.
Weder waren er jaren verloopen. De groote
afstand, waarop de woningen der ouders van
elkander lagen, had een wederzien tot hiertoe
onmogelijk gemaakt. Frits stond bij een niet
te kostbaar garnizoen in Zuid-Duitschland,
maar hij moest desniettemin al zijn financieel
genie aanwenden, om met de geringe toelage,
welke welwillende verwanten hem uit genade
en barmhartigheid schonken, te bestaanwaar
zou hij de middelen voor een reis met verlof
vandaan halen? Doch de scheiding was niet
in staat geweest, Elisabeths beeld uit zijn hart
te rukken; de brieven, welke zij hem met
regelmatige tusschenruimten zond, waren zijn
troost en zijne vreugde in zijn aan arbeid en
aan ontberingen vaD allerlei aard zoo rijk leven,
en hij beschouwde ze als een schat, waarvan
hij zich tot geen prijs ter wereld zou hebben
gescheiden. Op een landgoed van een bloed
verwant hadden Elisabeths ouders een onder
komen gevonden, ddar wilden zij blijven, tot
het den vader gelukt was, een klein pachtgoed
of iets dergelijks over te nemen. Maar het eene
jaar na het andere verliep, 's vaders zielskracht
was uitgedoofd, hij kon tot geen onderneming
meer besluiten en zóó weerhield de vrees ook
nog het overschot van zijn vermogen te ver
liezen en zijn kind derhalve bij zijn dood geheel
onbemiddeld achter te laten, hem telkens op
het laatste oogenblik toe te tasten. Elisabeth
leed ontzettend onder deze omstandigheden,
haar vroolijke lach, welken hij anders uit hare
brieven meende te vernemen, was verstomd en
in bange zorg voor hare ouders verliepen hare
dagen.
Plotseling begon uit hare brieven weder lust
en vreugde in het leven te spreken. Een rijke
oom had haar bij zich genoodigd en haar
weldra zoo lief gekregen, dat zij bij hem bleef
om, daar hij weduwnaar was de huishouding
voor hem waar te nemen. Hier leerde zij den
Heer von Malton kennen en weldra maakte
deze den eenigen inhoud vau haar schrijven
uit. Hij was Majoor bij een in de nabijheid in
garnizoen liggend infanterieregiment en als
hartstochtelijk jager herhaaldelijk de gast op
het landgoed, welks uitgestrekte jacht hem
volop gelegenheid tot bevrediging van zijn
hartstocht schonk. Terwijl Frits anders vol
ongeduld den dag verbeidde, welke hem een
brief van Elisabeth bracht, overviel hem thans
steeds een voor hem zei ven onverklaarbare
angst, als hij haar schrift herkende, en aarzelde
hij de enveloppe te openen. De jaloezie had
zich van hem meester gemaakt, hij voelde het
en las uit elk woord, dat haar hart voor den
Majoor klopte, niettegenstaande zij hem voor
en na hare eeuwig trouwe liefde verzekerde.
Zóó had hij tijd, om zich op dat, wat hij voor
uit zag aankomen, voor te bereiden, maar
desniettegenstaande trof het hem als een donder
slag, toen zij hem op zekeren dag hare ver
loving met den Heer von Malton berichtte:
•iFrits, mijn lieve Frits, ik smeek je, wees niet
boos op me. (Wordt vervolgd).