NIEUWE
Nieuws- en. Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
No. 35
Zaterdag 2 Mei 1903
Twee-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Bij flit nummer behoort een Bijvoegsel.
VAN WEEK TOT WEEK."""
FEUILLETON.
Zijn laatste Toevlucht.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
BureauLangestraut 77. Telephnoiu.o. 69.
AD VERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/* Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
De Ilaagsche keien en de Amers-
foortsche Kei. Vorstelijke ge
schenken en hoe een ridderorde
verdiend werd. Een lintje voor
Carnegie.
Eindelijk zijn de sluizen des hemels
gesloten en kunnen wij ons weer
koesteren in de heerlijke zonnestralen
onder den invloed van licht en warmte
spoedt de natuur zich thans om haar
schade in te halen en al haar voor
jaarspracht ten toon te spreiden. Wat
zullen we genieten nadat we zoo lang
de komst der Lente hebben verbeid
met haast smachtend verlangen I Ja
wie heeft niet met groot verlangen
naar beter weèr uitgezien? lie Kei
commissie natuurlijk ook. uant haar
tijd is beperkt, en de opgraving zou
met al die nattigheid in het water
vallen. Wij hebben droogte noodig
om onze Kei op te graven, onzen
zeggen wij met trots, want welke kei
kan zich in grootte en historische
waarde meten met den onzen Wat
voor den een slecht is, dat is dikwijls
juist goed voor een ander.
Dat ondervond het Ilaagsche ge
meentebestuur. Dat heeft ook begraven
keien, maar doodgewone straatkeien,
welke in den loop der jaren door de
lieve straatjeugd in de grachten ge
plompt werden en daar in de bedding
der residentiesloten voor altijd hun
graf schenen gevonden te hebben. De
overvloed van water bracht ze op bet
droge. Door de overstrooming in de
buurt van Schiedam liepen de grachten
van Den Haag droog, en men kwam
op het lumineuze idee de keien te
laten oprapen. Zoo'n keitje beeft een
waarde van zeven centen, dus bet kan
een heel bedrag worden van al die
keien met elkaar, waarmee een heele
straat gelukkig gemaakt kan worden.
Niettemin het zijn eri blijven gewone
keien, die alleen nog maar den familie
naam met onzen Kei gemeen hebben
Dat blijkt hieruit wel, dat die kleintjes
opgeraapt werden om geld uit te win
nen, terwijl men er geld voor over
heeft om den grooten Kei voor den
dag te balen. De Koningin-Moeder
heeft er honderd gulden voor over,
ook anderen schonken belangrijke
bijdragen, dus onze commissie vindt
gewaardeerden steun. De werkzaam
heden zijn dan ook aangevangen, de
juiste plaats is gezocht, waar de Kei
zicli onder de Varkenmarkt bevindt.
Evenals de dokter na u behamerd te
hebben den omtrek van uw hart of
van eenig ander vei borgen orgaan
afteekent op uw huid, zoo kan de
oppervlakte van den Kei thans worden
aangegeven Met verlangen zien wij
de verdere operatie tegemoet. In elk
geval zullen wij nu weldra aanschouwen
liet geschenk dat' in den ijstijd een
van de ijsbergen ons heeft meegebracht.
Om zijn grootte mag liet zeker een
vorstelijk geschenk genoemd worden
Vorstelijk" noemen wij een geschenk
wanneer liet een groote waarde ver
tegen woordigt of iets zeer zeldzaams
is, waarmee wij dus willen zeggen,
dat alleen vorsten elkaar zulke pre
senten plegen te geven of te geven
bij machte zijn.
Als wij echter zien welke cadeautjes
tegenwoordig soms onder vorsten ge
wisseld worden, dan krijgt vorstelijk
een heel andere beteekenis. De Duit-
sclie prinsen kregen van den Turkschen
sultan een paar pistolen; de keizer
van Rusland gaf aan Servië een millioen
of wat patronen die hij niet meer
gebruiken kon. Mooier was het ge
schenk dat de Czaar aan den grijzen
koning van Denemarken op zijn ver
jaardag zond: een bloeiende kersen
boom en een magnolia, de prachtige
magnolia die wij nu in bloei zien, vol
met groote bloemen zonder bladeren
nog, die komen na de bloemen.
Vindingrijk in cadeaux is vooral de
Duitsche keizer, er zit geest in zijn
presenten. Natuurlijk moet hij net als
de anderen in vele gevallen zich be
palen tot diverse ridderorden, die ook
als fooitjes dienstdoen Op een eigen
aardige manier heeft een Deensch
schrijver zoo'n fooitje verdiend onlangs
bij 's keizers bezoek aan Kopenhagen.
Hij zat in het gebouw der jachtclub
kalm zijn krant te lezen toen er opeens
eenige rijtuigen stilhielden. Het was
de keizer. Hij bezichtigde de geheele
club en werd door alle vertrekken
rondgeleid. Toen hij ongeveer alles in
oogenschouw had genomen, ontdekte
hij een deur en ging er op af. Voor
die deur stond onze schrijver. Wat
zou hij doen, weggaan kon niet meer
Hij boog en zei: »dat zijn de toiletten
voor heeren, Majesteit." De keizer
glimlachte en vroeg: »Is dat Deensch
werk?" Hij scheen er bizonder belang
in te stellen, hij wenkte niet de hand
om op zij te gaan en Zijne Majesteit
verdween achter de deur. Twee minu
ten later reed hij weg, en de Deen
ontving kort daarop de kroonorde
vierde klasse. Nu een lintje wordt wel
eens om een minder gewichtigen dienst
verleend en verworven.
Wie een Hollandsch lintje verdient
dat is Carnegie, de Amerikaansche
rnillionair, die bij zijn strooien met
millioenen ook eens ons land bedacht
heeft. Anderhalf millioen rijksdaalders
liet is inderdaad een vorstelijke gift.
Daarvoor kan een sclioone vredestem
pel verrijzen en een volledige biblio
theek van de werken aller vredestich
ters worden bijeengebracht. Een zoo
groote gift voor zulk een uitnemend
doel is zeker vorstelijk in de beste
beteekenis.
Die Carnegie moest eens weten dat
wij geld noodig hebben voor onzen
Kei! wie weet zou hij niet
UI,4.4'! SKI.IJKK IIKR1CHTFA'.
Ds. J. L F. de Meijere Job. Czn.,
Evang. Lutliersch predikant te Bode
graven, zal 17 Mei zijn intiede doen
bij de Luthersche gemeente alhier.
In de Luthersche keik hoopt
aanstaanden Zondagochtend vóór to
gaan ds. W. J. Meiners, Ned. Her
vormd predikant alhier.
In de Rernonstrantsche kerk Zondag I het Ie regiment huzaren te Zutphen
half tien godsdienstoefening voor heeft nonactiviteit aangevraagd.
De rjtmeester C. Sandt van Noo-
ten van het le regiment huzaren komt
alhier in garnizoen.
De le luitenant der huzaren
R. O. van Manen wordt op 1 Juni a s.
gedetacheerd bij de rij- en hoefsmid-
school.
De le luitenant.!. A. van Gellicum,
van het depót-escadron le reg. huza
ren, wordt op 1 Juni a s. overgeplaatst
bij het 3e reg. huzaren te 's Graven-
hage.
De le luitenant der veld artillerie
R. D. Storm Buijsing komt I Mei a.s.
alhier in garnizoen.
Ter vervanging van den paarden
arts le kl. M. E. baron Bentinck, die
15 Mei van het le reg. veld-art. te
Amersfoort wordt overgeplaatst naar
het le reg. huzaren te Deventer, wordt
paardenarts 2 kl. L. J. van Rhijn van
het 3e reg. veld-art. to Bergen-op-Zoont
overgeplaatst naar het le reg. te
Amersfoort.
De le luitenant B. W. baron
van Dedem, van het le reg. huzaren,
wordt 1 Juni e k. gedetacheerd bij de
Rij- en Hoefsmidschool alhier.
De gepensioneerde, de tot lioo-
geren rang bevorderde en naar elders
overgeplaatste officieren van het 5e
regiment infanterie, namens Woensdag
officieel afscheid van de kameraden
van het korps.
De le luitenant der artillerie
S. G. N. Nauta Pieter en R D. Storm
Buijsing, tot dusverre gedetacheerd bij
de Rijschool te Bergen op Zoom, zijn
ingedeeld bij de He Afdeeling van het
le regiment veld-artillerie, alhier in
garnizoen.
De le luitenants A S deJongh,
E M. Carpentier Alting en K. W.
Rauh, leerlingen van de Hoogere
Krijgsschool zijn gedetacheerd bij de
He Aid. le regiment veld-artillerie
alhier.
le
jongelieden ran 0 tot 14 jaar; te elf
uur gewone dienst
Het programma van «Jubal" voor
de uitvoering op S Mei en het volks
concert op 10 Mei bevat Polonaise
van Wieniavvski en Larghetto van Ries
voor viool en piano, Trio van Mozart
voor piano, viool en violoncel, Preis
Quartett van Muller voor klarinet,
viool, alt en violoncel, en de orkest
weiken: La Flandre, auverture van
Bouillon, lm Eisterthale, idylle van
Rauer, Les Rameaux, romance van
Faure, Andante cantabile van Mozart
Sérénade de manda'lines van Desormes.
Jubal-Marsch van H. A. Maas. Finale
a. d. Op. Dornröschen vanAlbertien
Barcarole, wals vari Waldteufel.
De plaatselijke afdeeling der
»V. P. N." vergadert hedenavond 8
uur in «De Arend" tot regeling van
den verkoop der eieren in de onder-
afdeeling. De lieer J. Kooiman zal
tevens een voordracht houden over
Konijnenteelt.
Ieder belangstellende heeft toegang.
Tegen Donderdagavond 7 Mei
zijn de leden der plaatselijke afdeeling
van de «Volksbond" vereeniging tegen
drankmisbruik ter vergadering opge
roepen, tot bet nemen van een besluit
omtrent liet al dan niet voortbestaan
der afdeeling.
Zoover zal het hopen wij toch niet
komen daar er voor de Volksbond in
onze gemeente, die helaas wat drank
gebruik betreft bovenaan staat, veel
te doen is. Dat de afdeelingsleden die
gewoonlijk schitteren door afwezigheid,
ditmaal dan ook eens niet thuis blijven.
De luit.-kolonel 11. F. D. Braanis,
van liet 3e regiment huzaren, is bestemd
om belast te worden met het bevel
over de te vereenigen rij- en hoefsmid-
scliool der cavaleiie en de bereden
artillerie
De nieuwbenoemde majnor M.
1 Kuyk bij het detachement van
Oorspronkelijke Novelle
DOOR
P. TESSELHOFF JK.
Cato zat met hare handen losjes saanige-
vouwen in den schoot en zag haar echtvriend
aan met de onderzoekende blik van een lief
hebbende vrouw van wie de fijne gevoelsnaven
trillen, het zij van vreugd of van droefheid,
naarmate de man die zij met geheel haar
hart is toegedaan, lijdt, of vreugd ondervind;
al is hij zich nauwelijks bewust van eenige aau-
doening. Zoo was het ook met Cato van dei-
Linden. In die vijfjaren was zij veel in haar
voordeel veranderd, zoowel in manieren als
uiterlijk.
Behoefde zij vroeger wat welgemanierdheid
betreft, voor eene in deftige kringen opgevoedde
dame, niet onder te doen, de gemakkelijkheid
om zich in de beschaafde kringen des lands
te bewegen, ontbrak haar toch en dit had zij
nu geleerd en weer met die volharding, aan de
vrouw die moet, de man die zij lief heeft er
aangenaam mede te zijn. En nu bewoog zij
zich met groote onbevangenheid in de hoogste
kringen, want het alles vermogende geld, was
den slentel die hen daar toegang verschafte.
Wat de lichamelijke verandering betrof,
was deze wel zoodanig, dat de meeste mannen,
haar, hoewel geen schoonheid, dan toch in
ieder geval eene knappe dame moesten vinden.
De hoekigheid van haar gelaat had plaats ge
maakt voor eene zachte ronding, zoodat zij
zelf jonger toonde dan eertijds en haar lichaam
was daarnaar geëvenredigd.
Ook hare kleeding was eleganter en klaar
blijkelijk met zorg gekozen. Eu dat alles weder
om hem aangenaam te zijn.
Was het dus wonder dat deze vrouw zich
reeds angstig maakte, op het vermoeden dat er
iets was dat hem ontstemde. Op Paul van der
Linden had de tijd van zorg en angsten kaar
sporen nagelaten. Hoewel forscher en manne
lijker geworden, droeg toch zijn gelaat wel
eenige kenteekenis van den strijd en vertoonde
zijn donker hoofdhaar hier en daar een zilveren
draad.
Toch evenwel kon Paul nog als een der
knapste mannen van zijn tijd worden aangemerkt.
«Hebt ge morgen veel te doen Paul?" zoo ver
brak zijne vrouw de stilte. Yan der Linden
gaf niet direct antwoord, maar ging voort een
brief te lezen, dien de knecht zooeven had bin
nen gebracht. Eerst toen Cato haar vraag her
haalde, zag hij op en vroeg: "waarom «Laat
ons samen mama een bezoek brengen, we heb
ben haar in zoo lang niet gezien," antwoordde zij.
"Morgen," sprak hij nadenkend, «neen mor
gen kan ik slecht en overmorgen is er ook
weinig kans op."
"Nu, dan hoor ik zeker wel wanneer het
u schikt," hernam Cato, "of, laat eens zien, het
is nu Donderdag, zoudt ge Maandag kunnen?"
"Helaas ook niet," gaf Paul op eenigszins
vergoeilijkenden spijtigen toon ten antwoord.
«Wees zoo goed Cato help mij nog maar eens
onthouden. In ieder geval zal ik er in de
andere week, wel een dag zien uit te winnen."
Paul stond op, Cato volgde zijn voorbeeld.
Hij moest naar eene vergadering, zij wilde zich
dien tijd ten nutte maken om een nieuw stuk
op de piano in te studeeren, want Paul hield
veel van pianomuziek en Cato speelde verruk
kelijk schoon.
Als zij hunne avond hadden, zoo noemde
Cato de avonden, die zij met hem alleen ge
zellig thuis mocht doorbrengen, dan deed zij
haar best, dan ontlokte zij de schoonste toonen
aan de kostbare vleugel, die in de groote salon
stond en verastte zij hem telkenmale met de
gevoelvolle voordracht van een nieuw stuk.
Paul zat dan in de kleine nevensalon op een
sopha te luisteren, naar die zangerige toonen
die zijne eigen gemoedsstemming veelmalen zoo
duidelijk weergaven.
"Tot straks", zeide Cato, toen Paul reeds
de deurknop in de hand had, "ik drink thee
op mijn kamer, wees zoo goed en kom mij daar
opzoeken."
Hij knikte haar vriendelijk toe en wilde
vertrekken, maar juist trad een dienstbode in den
gang en melde de komst van Mevrouw du Tour.
"Steek het licht in de salon aan en laat
Mevrouw binneD," sprak Cato. Op dit oogen-
blik echter vroeg een zeer welluidende klank
volle vrouwenstem"kom ik wellicht ongele
gen, lieve Mevrouw" en achter het dienst
meisje verscheen eene rijzige dame, wier ge
laat achter eene voile verborgen was. "Ach
doe toch zooveel moeite niet voor mij" ging
de dame voort, "ik heb u maar even iets te
vragen en toen op een beleefde zwijgende uit-
noodiging van Cato, trad zij het vertrek binnen,
dat de echtgenooten even van te voren verla
ten wilden en stak haar met een vriendelijke
élegance de hand toe terwijl zij op gulle toon
zeide: "Hoe gaat het." Paul was reeds terug
getreden, nu eerst werd de dame hem gewaar,
zij gaf hem met een "Ah Mijnheer van der
Linden" mede de hand, toen eerst sloeg zij
de voile terug; het gelaat dat deze vrouw te
voorschijn bracht, was in éen woord, schoon.
Wordt vervolgd).