III Nieuws voor li en Advertentieblad rovincie Utrecht FEUILLETON. BUITENLAND. No. 48. Woensdag 17 Juni 1903. Twee-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BINNENLAND. Tante Feeleifie op sliipieien. ourant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephoouno. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/a Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Het vijftienjarig regecringsjubileiim van den Duitschen keizer. Zonder de minste uiterlijke feest viering zal keizer Wilhelm II dezer dagen zijn vijfiiemarig regeeringsjubi- leum herdenken. Een oogenblik bij dit feit stil Ie staan lijkt ons niet onbelangrijk. Te meer interessant, omdat de tegen woordige Duitsclie keizer ontegenzeg gelijk tot die persoonlijkheden behoort die geen gelegenheid laton voorbij gaan om telkens door woord of daad van zich te geluigen. Slag op slag ontwaart men de persoonlijke inmen ging van dezen ongetwijfeld hoogst intelligenten vorst van onzen tijd. Wil men met vluchtigen blik de 15 jaren van zijne regeering overzien, dan behoeft men niet eens bij hoofd punten stil te staan alsCaprivi, Ho- henlohe, von Bülow. Deze figuieu worden genoegzaam in de schaduw gedrongen door den persoon van den keizer zelf, die, zijn eigen kanselier willende zijn, daarmee het bezit toorit van groot zelfvertrouwen, gepaard aan groote waardeering voor eigen capa citeiten. Alles en iedereen wordt door hem gedomineerd. Een Beierse!) redacteur heeft hem eens de meest gehate man in Duitsch- landcc genoemd. Of de schrijver voor deze uiting met »majestatsbeleidigung« is gestraft is me ontgaan wel weet ik dat deze private meening in geenen deele overeenkomt met de algemeene opvatting van het volk. Als mensch is de keizer den meesten Duitschers sympathiek, liet frissche, fianke, vrije van zijn wezen, het krachtige, gedis tingeerde in zijn optreden, de open hartige en onvermoeide belangstelling die hij voor allerlei vragen en kwes ties toont, werken verzoenend en verblijdend tegenover zijn daden en toespraken, die dikwijlspuhliekeopinies en gevoelens verbitteren. Voor de jonge generatie is hij in menig opzicht de welkomme spreker en doortastende figuur 'geweest, zoo in zijn belangstelling voor de ont wikkeling der techniek, in de reform van het schoolwezen, in zijn ijveren voor de versterking der Duitsclie vloot en in zijn pogen om Duitschlands machtstelling in het wereldverkeer te bepalen. Toen Wilhelm II, nu vijftien jaai geleden, de regeering aanvaardde, was het tijdstip voor hem lang niet gunstig. Wilhelm I had langdurig geregeerd, de raderen van het Staats- karos moesten noodig geolied worden; keizer Frederik, waarop men zijn ge heele hoop had gevestigd, stierf een vroegtijdige dood; Bismarck had in de binnenlandsche politiek veel haat en nijd gezaaid, had zich omgeven van vijanden; de toenmalige Prins Wilhelm zelf gold als de hoop der reactionairen en der oorlogspartij. Beide heeft Wilhelm II teleurgesteld Zijn grootste politieke verdienste is en blijft dat hij voor Rijk en Volk gedurende de vijftien jaren zijner re geering den vrede heeft weten te be waren Bismarck's heengaan was voor den jongen heerscher een politieke noodzakelijkheid. Maar de vorm waarin dit gebeurde, de latere on- eenigheid tusschen hem en den groot sten Duitschen staatsman, die bet- Rijk machtig had gemaakt en groot onder de grooten, deze feiten werpen een onuitwischbare schaduw op dos keizers figuur. Buitengewoon zelfstandig, zelfbewust en weetgierig van aard, mengde hij zich in alle kwesties, wilde hij zich van alles op de hoogte houden, en stelde hij zich op één lijn met kunstkenners en geleerden. Zoowel wat tooneel en beeldende kunsten betreft als op het gebied van Marine en Leger, in bin nen- en buitenlandsche politiek, in school vragen, verkeersont werpen, overal meende de keizer door eigeri bijdragen en autoritaire uitspraken, de zaak te kunnen beoordeelen. Bij veelzijdige en omvangrijke be zigheden wist de monarch toch nog tijd te vinden voor zijn tallooze reizen- voor 't arrangeeren van pompeuse feesten, parades alarmslaan in de ver- schillendste kazernes, sport, jacht en hofbezoeken. De politiek van den nieuwen koers omschrijft men het beste door het oude woord «zigzag". Met alle kracht en nadruk' gebruike lijk bij de allerhoogste kennisgevingen, werden groote plannen zooals van het middellandkanaal dor wereld verkondigd, om dan spoorloos in ver getelheid te verdwijnen. Men heeft keizer Wilhelm ook wel met Frederik den groote verge leken. Deze vergelijking dunkt mij is even weinig gerechtvaardigd als eene andere welke men wel eens waagde, n.l. met Frederik Wilhelm IV. De groote vrije, fijne geest van Sans-Sousci zou een lex-Heinze ge duld hebben, zou nooit een brief zoo als die aan Admiraai Bollmann, over Babel en Bibel, geschreven hebben De grooten tijden van het Pruisen- dom. van den grooten Keurvorst, van den ouden Frits, de aera van Freiherr von Stein, vóór de Bevrijdingsoorlogen, waren tijden van geestelijke en poli tieke ontwikkeling en vooruitgang, van geestesvrijheid. De jaren van politieleen achteruit gang onder Frederik Wilhelm II en IV gingen tevens gepaard met tijden van geestelijk verval. Tol nu Iaat het zich aanzien als zou de regeering- stijd van Wilhelm II onder de groote jaren van de geschiedenis gesteld kunnen worden. Zoo wordt de buitenlandsche poli tiek lang niet algemeen gelukkig ge acht De eerbied, dien Bismarck zich allerwege voor het Rijk had weten te verscballen, is niet meer dezelfde ge bleven. Teveel brillante toespraken zeggen sommigen en te weinig std afwachten en krachtdadig ingrij pen, hebben in het buitenland wan trouwen opgewekt. Groote woorden zonder groote daden zijn in de bui-' tenlandsche politiek nog minder ge liefd dan in het binnnenlandsche leven. Baar is onder do regeeiing van Von Bülow een soort van complimenten politiek op den voorgrond getreden, die evenmin tevreden steld, noch groote resultaten heeft gehad. Een wereldmacht van de militaire beteeke nis van Duitschland zal altijd een gewichtige factor in de politiek blijven Maar niemand zal beweren, dat Duit schland tegenover Engeland en Noord- Amerika, nog dezeilde plaats inneemt als eertijds, toen Bismarck nog aan het roer was. Dat ontstemmingen en teleurstel lingen in geen enkel regeeringsver loop zullen ontbreken, is even zoo natuurlijk als dat in een jaar- tijd het verschijnsel van regen, stormen zonne dagen beurtelings elkaar afwisselen of vermeden kan worden. Keizer Wil helm is geen philister, hij is vrij van voorooi deelen en toont in verschillen de opzichten hart en verstand op de rechte plaats te hebben maar de verlichte tijden dezer eeuw bewa ren hem bij vooitduring tegen zelf overschatting of zelfgenoegzaamheid. Kroon en Rijk zouden niet anders dan kunnen verliezen bij eene vermin dering van kracht of van rustigen ernst in 's Keizers zoo sympathieke en in meriig opzicht belangwekkende, nobele figuur. Tel. De revolutie in Servië. In een te Belgrado gehouden con ferentie van senatoren en afgevaar digden werd besloten lieden met al gemeene stemmen aan te nemen dat de Grondwet van 1883 weder van kracht zou worden verklaard, en Peter Karageorgewitsch als candidaat voor het Koningschap aan te bevelen. Prins Peter Karageorgewitsch is in de vereenigde zitting van den Senaat en de Skoeptschinr met algemeene stemmen tot Koning verkozen. H.M. de Koningin heeft een gunstig antwoord gezonden aan den Ned. Photografenbond, welks bestuur zich tot II. M. gewend heeft met het verzoek, een huldeblijk van dien Bond te aanvaarden op haren aanstaanden geboortedag, bestaande in een album, bevattende uit elk der groote gemeen ten van het Rijk oen stadsgezicht met den hoofdtoren tot midden, elke pho tographic vervaardigd door den photo- graaf, in die gemeente woonachtig. liet departement van Buiten landsche zaken heeft van onzen consul- generaal in Servië daags na den moord op het Koningspaar mededee- ling ontvangen van het gebeurde. Jhr. mr. de Marees van Swinderen, onze minister-president bij het Ser vische hof is uit Bucharest, waar hij tevens geaccrediteerd is, thans naar Belgrado vertrokken. De tentoonstelling te Groningen. De fakkeloptocht is wegens ongun stig weder niet doorgegaan. Aan het diner, waarbij 120 perso nen aanzaten, werd het woord ge voerd door den voorzitter van het hoofd-comité, den heer J. F. Scholten. Spr. stelde o. m. vcor het volgende telegram aan H. M. de Koningin te Soestdijk te verzenden: 119 genoodigde feeslgenooten aan den maaltijd vereenigd ter gelegen heid van de opening der tentoonstel ling door Uwer Majesteits Minister van W. H. en Nveroorloven zich Uwe Majesteit eerbiedige hulde te brengen. De voorzitter van liet hoofd bestuur J. E. Scholten". Vervolgens voerden nog het woord de Minister, mr. G. M. Doornbos, penningmeester, de burgemeester van Groningen en namens de journalisten de heer Brouwer van Leeuwarden en ten slotte de commandant van het garnizoen, de heer v. Ditmar. Er was veel publiek op de ten toonstelling. Vertelling van HANS HOFFMAN. 1 Tante Frederikje en Burgemeester Buncke waren al sinds vele jaren geslagen vijanden, dat wist de geheele stad. Allereerst, zij waren buren, dat was de eerste en misschien wel de gewichtigste oorzaak. De beide tuinen waren slechts van elkaar gescheiden door een haag, die laag genoeg was dat kippen, met onder nemingsgeest bezield daaroverheen vliegen kon den; men begrijpt, een onuitputtelijke bron van verdriet voor beide partijen. Ten tweede echter, en dat gaf aan tante Frederikje de zedelijke kracht voor haar hardnekkige vijandschap, had de burgemeester, lange jaren geleden, haar man, toen deze nog leefde, eens in het openbaar, door misbruik van zijn ambtelijke macht, groot onrecht aangedaan, en dat stond voor haar gelijk met de grootste misdaad. Iedere beleediging haar zelf aangedaan, kon zij vergeven en vergeten, een beleediging aan haar man was heiligschennis. Dus nog ten derde hield zij haren vijandelijken buurman in het algemeen voor een nietswaardige; een van diegenen, die hun onderhoorigen trappen, maar voor hun meerderen kruipen. Of haar oordeel wellicht wat te hard was, moeten we onbeantwoord laten, omdat er geen onpartij dige brommen zijn voor onze geshiedenis. Toch, geheel ongegrond kon het niet zijn, wan dan had Tante Frederikje in dit alleen staande* geval haar natuur hebben moeten omkeeren, daar zij in alles de gave der recht vaardigheid bezat in volle mate. Het staat vrij wel vast, dat de eerste aan val van h e m is uitgegaan, want z ij viel niet zoo heel gauw aan; maar was zij eenmaal aangevallen, dan verdedigde zij zich tot op het laatste en zij verdroeg geen overweldiging, allerminst van de hooge overheid; tegenover deze beschouwde zij zich als een deel van het volk, dat recht eischt. De Burgervader echter had de minder goede neiging om de politie macht, die in zijn persoon haar toppunt be reikte, voor zijn persoonlijke veeten ter hulp te roepen Dat kwam haar wel wat duur te staan, tengevolge van de talrijke gerechtelijke bestraffingen, want zij werd niet zelden in het ongelijk gesteld, maar hem kostte het drie dubbel zooveel aan kracht zijner zenuwen en aan achtbaarheid, want op zijn winst had zij altijd de lachers op haar zijde. Hiervan slechts een voorbeeld. Eens had zij zich een jong geitje aangeschaft, dat over dag in den tuin aan een touw weide. In den be ginne blaatte het klagenst om haar moeder; ook met een klein belletje, dat aan haar hals hing, liet het voortdurend een zacht, helder geklingel hooren. Dat stoorde huurman Bumcke en zij kreeg een waarschuwing van de politie wegens openbare rustverstooring. Bij dezelfde gelegenheid werden ook dreigende aanmerkingen gemaakt op het ergelijk geblaf van haar hond. Tante Frederikje liet daarop de volgende anonce in de weekblaadjes opnemen: Gezocht word door een vredelievende buur van den burgemeester een waakzame hond, die niet blaft. Gezocht word ook een geoefende dierentemmer, die een geit het blaaten afleerd. Te koop aangeboden een circa 2 c.M. groote klok, welks dreunen des daags nachtelijke huis verstoring veroorzaakt. Bumckeoord. 1 Mei 1857. Deze oproeping verwekte glimlachende verrukking bij de gansche burgerij, maar tevens ernstige verontwaardiging bij een ijverig staats ambtenaar die de stelster aanklaagde wegens een bespotting van de politiemacht. Zij moest betalen, doch de burgemeester moest zich laten uitlachen en Bumckeoord bleef voor altijd een bijnaam van de goede stad. De staatsambte naar verwierf zich den roem van een mensch te zijn, die voor humor hoegenaamd geen ge voel had, en de verdediger, die zijn, op stuk vau politie zeer nauwgezette, tegenstander me- nigen «mop" naar het hoofd wierp, werd alge meen als de werkelijke overwinnaar aangezien. Bovendien nam tante Frederikje nog een extra, echt gruwelijke wraak. Zij liet een klein leger heideschaapjes komen, waarvan het bekend is, dat zij bijzonder dikwijls en krachtig hun stem metjes laten hooren. Zij hond die 's nachts aan den haag tusschen de tuinen en liet de diertjes hun erbarmelijk geblaat volbrengen. Dat had straf ten gevolge wegens nachtrustverstoring, maar haar buurman had toch geen oog dicht kunnen doen, terwijl ze zelf zulke sterke ze nuwen had dat zij, niettegenstaande haar slecht politie geweten de verkwikkende slaap genoot. Bij een andere gelegenheid kwam zij er zon der kleer scheuren af. Zij had een nieuwen Schoener «Galgebrok" gedoopt en aan den boeg een beeld laten aanbrengen, dat heel duidelijk een echt verloopen landlooper voor stelde merkwaardiger wijze vertoonde dat beeld bijzondere trekken, die sterk aan mijnheer den burgenmeester herinnerden. Natuurlijk kwam er een aanklacht, maar ditmaal liep zij vrij van verogrdeeling door de verklaring van een kunst- kennend vakman, dat de gelijkheid niet duide lijk genoeg was, om met onwrikbare zekerheid te kunnen vaststellen, dat in de overeenkomst beleedigende bedoeling lag. Echter met Bumcke bleef de «galgebrok" verbonden als het beeld zelf met het schip. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1903 | | pagina 1