NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provineie Utrecht. FEUILLETON. UIT MIJN DIENSTTIJD. No. 80. Woensdag 7 October 1903. Twee-eii-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BINNENLAND. BUITENLAND. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Laugestraat 77. Telcphooiino. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Uit Schwcriu. Van Zondag schreef men aan de N. R. Ct.: Volgens oude gewoonte houdt de Groothertog in het najaar hof in zijn schoone tweede residentieLudwigslust. Hij bewoont er het omvangrijke kasteel, dat een kunstlievend voorvader in edele renaissance-stijl heeft laten bouwen en dat tot de uitnemendste bouwwerken van die soort in Duilseh- land behoort. Een groot, mooi park met kanalen en springende fonteinen omringt de vorstelijke woonplaats, ver strekken zich de bosschen uit, waarin de Vorst met zijn gasten en omgeving op herten jaagt. Ook gisteren was het een jachtdag, waartoe ook Prins Hen drik en Prins Joachim van Pruisen, zoon van den regent van Brunswijk, waren overgekomen. Na de aankomst van deNederlandsche Koningin met Groothertogin Marie was er een jachtmaal in de grootb zaal van het kasteel, een pronkvolle ruirnle met versieringen in goud. De Groot hertog leidde de Koningin naar tafel. II. M. droeg een avondtoilet van teer groen, Prins Hendrik gaf zijn arm aan Hertogin Paul Friedrich. Vanochtend woonden de vorstelijke personen den dienst in de kerk bij, die op een groot grasperk tegenover het kasteel ligt. De vorstelijke per sonen gingen te voet naar de kerk. Later, om twee uur, begaven zij zich naar de najaarswedrennen op de Lud- wigluster gemeenteweide. Deze ren baan, die van alle noodige inrichtingen is voorzien, is van Berlijn en vooral van Hamburg uit goed te bereiken. In weerwil van het dreigende, sombere weer ontbrak 'tdan ook niet aan toe schouwers van verre en van dichtbij De Groothertog en zijne gasten kwamen om kwart over tweeën in een lange reeks rijtuigen. Zelf mende hij een vierspan naast hem zat de oude Prins van Putbus. Ook Prins Adolf Friedrich met Prins Joachim kwam met een vierspan, evenzoo Prins Hendrik met Hertogin Paul Friedrich Prins Reuss met zijn fa milie zat in een mailcoach en de stoet werd gesloten door Koningin Wilhelmina en Groothertogin Marie, die in een open, a la daumont ge reden rijtuig, met een geleide te paard aankwamen en levendig wer den toegejucht. Nadat het bestuur de vorstelijke personen had ontvan gen, begaven dezen zich naar de versierde voistenloge. De dames kregen prachtige ruikers. De Ko ningin, Groothertogin Marie en Her togin Paul namen voor in de loge plaats. Vele vreemde bezoekers richt ten hunne blikken op de voor hen nieuwe bekoorlijke figuur van Ko ningin Wilhelmina. Zij droeg een parelgrijs kleed, met donkergrijs band gegarneerd en een smallen kraag met lichtgroen borduursel, een ronden hoed van dezelfde kleur met een donkergiijze en witte veer. Do heeren van het gezelschap ver toefden tijdens de wedrennen meest op de hooge, dicht bij de renbaan gelegen scheidsrechters-tribune, waar heen ook de sportminnende Prinses Reuss ging. In de pauze deden de Koningin en de Prins een ommegang. Zij lie ten zich daarbij verschillende heeren en dames voorstellen en wisselden enkele woorden. De wedrennen liepen glad van stapel en zonder bizondere ongelukken. Tweemaal viel een ruiter doch 't liep goed af. Bizonder belangwekkend was de Obotriten-jachtren, waarin ge kampt werd om den eereprijs van den Groothertog, de boeren-wedren, waaraan enkel landlieden met zelf gefokte paarden deelnamen en de hindernis-ren, om een kostbaar stuk- zilver, uitgeloofd door Prins Hendrik. Om half zes waren de wedrennen gedaan. Dadelijk daarop vertrokken de Vorstelijke personen, nu de Ko ningin en de Groothertogin het eerst, daarna de Groothertog, Prins Hen drik enz. 's Avonds om 8 uur was er in het Schauspiel-haus een feestmaal. Maandagmiddag zijn Koningin Wil helmina en Prins Hendrik van Lud wiglust naar Rabensteinfeld terug gekeerd. Prins Hendrik mende zelf de paarden voor het rijtuig. Nieuw Villapark te Baar». Men schrijft aan 't Handelsblad: Indertijd werd na de opening van den Oosterspoorweg door een Bouw maatschappij van nu wijlen Prins Hendrik, een groot terein aangekocht waarop achtereenvolgens de villa's van het Amalia-, het Prins Hendrik en het Wilhelminapark verrezen. Door de snelle uitbreiding der bevol king was dit laatste' reeds betrekkelijk spoedig grootendeels bebouwd, zoo dat bij de toenemende vraag naar woningen een nieuw terein noodig werd. Daarom heeft in het voorjaar de Bouwmaatschappij «Nieuw Baarn", gevestigd te Amsterdam, van H. M de Koningin-Moeder een groot stuk boschgrond aangekocht, gelegen tus- schen den Amsterdamschen straat weg, de Domlaan en het ravijn van den spoorweg, waar men thans be gonnen is met het aanleggen van wegen, ten einde ook hier villa's te zetten. Dit nieuwe gedeelte zal den naam dragen van «Eramapark" Ook in het Faas-Eliaspark het voor malige landgoed Schoonoord is men reeds bezig met het bouwen der eerste villa's. Vanwege den Nationalen Bond van Handels- en Kantoorbedienden in Nederland, worden jaarlijks tweemaal examens afgenomen ter verkrijging van diploma's van bekwaamheid voor de practijk in boekhouden en han- delsrekenen, handelscorrespondentie in Nederlandsch, Fransch Duitsch en Engelsch en stenografie. Het najaarsexamen zal dit jaar ge houden worden te Amsterdam op 21 en 22 October aanst. Prospectus en inlichtingen geeft de heer G. L. Niermeijer, Spuistraat 4, Amsterdam, secretaris van den Bond. Poging tot ontwapeuing van het Ncderlandsche Leger. In den vroegen morgen van 1 Juni was de 21 jarige sigarenmaker Roelof E., te Amsterdam aangeschoten en zat een heilsoldaat na van het vrouwe lijk geslacht. Door de menschlievende vertoogen, die do achtei volgde tot hem richtte, kwam hij echter geheel tot inkeer en de voordeelen van den wereldvrede werden klaar in zijn beneveld brein; hij nam het plan op aan de ont wapening mede te werken. De hulpschool aan de Zwaamstraat bij de Swammerdamstraat was tijde lijk tot kazerne ingericht en daar sluimerden zoovele dappere soldaten in hunne kribben op de slaapzaal en droomden van veldslagen, kanon gebulder en het groote recht te mogen sneuvelen voor het Vaderland. De sigarenmaker trad de kazerne binnen en zijn ontwapeningsplannen uitvoerende, nam hij een geweer van den staat der Nederlanden van een kapstok en stak het met den loop naar beneden in zijn broekspijp ter wijl hij den kolf onder zijn vest trachtte te verbergen. Twee soldaten ontwaakten en zagen den sigarenmaker in de zaal; zij keer den zich om op hun kribben en droom den verder van bommen en granaten, bajonetten, kogels en meer dergelijke lekkernijen die zij hoopten eens te zul len bezitten in hun maag of eenig ander lichaamsdeel voor behoud van 't Vaderland. De sigarenmaker stond nog steeds zijn vest dicht te knoopen toen een sergeant van de wacht hem zag en mee in de wacht voerde, terwijl hij het geweer weer aan den kapstok hing. Het O. M., waargenomen door mr Wentholt, eischte tegen den voor stander der ontwapening één maand gevangenisstraf. Do heer J. H. de Waal Malefijt, lid van de Tweede Kamer, burge meester van Westbroek en Achttien- hove, hoeft aangenomen de benoe ming tot lid van Gedeputeerde Staten van Utrecht, en in verband daarmee ontslag gevraagd uit het ambt van bur gemeester. De heer M. Kraan, opzichter van den weg AmersfoortBarneveld der 11. IJ. S. M., is, in verband met de ontsporing van den D-trein in den ochtend van 13 September bij het station Barneveld, ontslagen uit den dienst dier maatschappij De wisseltong niet volkomen ver trouwend, had hij er met den ploeg baas over gesproken om haar eens zeer degelijk na to gaan en, als zij niet volkomen betrouwbaar bleek, te doen vervangen door een geheel nieuwe. Terwijl hij een dag met ver lof was, verving de ploegbaas de tong door een andere, met hot gevolg, dat een gedeelte van den trein in het rechte spoor bleef en het overige derailleerde. De ploegbaas is terug gesteld. Handelsbl. De Standard verneemt uit Durban, dat in de Boerenbijeenkomst op Zater dag te Vrijheid gehouden generaal Botha mededeelde, dat het in Europa bijeengebrachte geld 130,000 Pond Sterling bedraagt. Het fonds wordt beheerd door een commissie in Trans vaal, die het verdeelt over de Kaap kolonie, de Oranje-kolonie en Trans vaal. Dit laatste ontving 40 tot 50 Pond voor de weduwen; 30,000Pond werd bestemd voor onderwijs-dool- einden. Hot bedrag dat aan Botha en De la Rey was overhandigd was afzonderlijk gehouden, als reservefonds van 15,000 Pond Sterling. Botha drong er bij zijn toehoorders op aan de onafhankelijkheid, die thans alleen in hun taal bestaat, te be houden. door D. v. d. R. 6) Links van mij lag een milicien van boeren afkomst, te zien aan zijn met eelt begroeide handen en te hooren aan zijn taal, die echt Geldersch mocht genoemd worden erg dom in zijn doen en laten was 't toch een aardige jongen te noemen. Dat waren mijn rechter en linker slaapje dus veel te spreken had ik niet, schuins tegenover mij had een tamboer zijn nachtleger. Dat was een echte praatjesmaker; nog geen 17 jaren oud als jongeling in dienst gekomen, had hij veel liefhebberij, ofschoon ook kinderen eigen, met den kleinen trom om te gaan. Zoo hard en mooi hij daar op kon slaan als de Compagnie uitrukte, zoo hard en leelijk kon hij schreeuwen en zich brutaal voordoen als hij op de compagnie den toon aangaf; 't was een jongen weggeloopen van het ganzenbord zeide de sergeant-majoor altijd. Mijn bed zou een soldaat opmaken had deze mij beloofd, omdat 't voor de eerste maal was. 't Was ongeveer 12 uur toen ik thuis kwam en ik na mij ontkleed te hebben mij ter ruste wilde begeven, toen ik in eens door mijn krib zakte en op den harden grond terecht kwameen luid gelach met een houdt je smoel van den vloek-korporaal waren hierop de eenige geluiden afgewisseld door het snorken van een paar soldaten. Ik had mijn bed ofschoon niet spoedig toch vlug in elkaar en besloot toen voor ik weer ging slapen eerst mijne oogen eens goed den kost te geven. Iemand die 'tniet gezien heeft wat ik nu ga schrijven wil 't zeker niet gelooven, wat liggen de soldaten ongegeneerd te slapen zoo dacht ik bij mezelve. Daar zag ik er een liggen met de armen om het hoofd geslagen, de mouwen hoog opgestroopt, daar een met de voeten onder de dekens uit, daar weer een van wien lichaamsdeelen te zien waren, die niet nader kunnen worden aangeduid. Dit alles vormt reeds een geheel om van te spuwen, voeg daarbij nog de reuk van zweetvoeten, uit wasemingen van 't lichaam, en anderen luchtjes van riekende zaken, dan zal een ieder wel be grijpen dat op zoo'n kamer geen gezonde atmos- pheer behoeft gezocht te worden. In zoo'n kamer heb ik twee van mijn dienstjaren door gebracht. Men raakt er aan gewoon en merkt op 't laatst niet meer dat de atmospheer zoo ver beneden peil staat. Ik sliep nog al spoedig in, mij goed onder de dekens stoppend en alles goed verbergend, totdat 't signaal reveille mij uit mijn niet ver kwikkende slaap deed ontwaken. Dat waren de eerste dagen van mijn diensttijd. Zooals ik reeds heb gezegd was ik in 6 weken tijd af gericht en kon ik voor korporaal gaan stu- deeren hetgeen mij erg gemakkelijk afging zoo dat ik na verloop van drie maanden op een zekeren mooien winterdag naar huis ging voor zien van een paar groote kemelsgaren streepen op de benedenmouwen met een goed voor die gelegenheid opgepoetste sabel. Nog nim mer gevoelde ik mij zoo hoog als op dien dag. Tot op dien dag was ik ook steeds gelukkig geweest, maar toen kreeg ik al vlug de eerste aflevering van het Deel I van het strafhoek in mijn bezit, 't Was bij gelegenheid dat ik met een exercitie iets verkeerd deed, hetgeen mij twee dagen arrest in het kwartier bezorgde. Dat waren mijn eerste doch helaas niet de laatste. Spoedig volgden de afleveringen elkan der op. Ik trad en dit moet ik zelf bekennen tegen over mijne minderen streng op, maar heb ook steeds rechtvaardigheid er naast ge plaatst. Dit had 't gevolg, dat ik door dezen die zulks wel bemerkten gerespecteerd werd. Op een goeden dag meldde ik mij eens ziek en werd ik opgenomen in de ziekenzaal waaruit ik vier dagen later weder ontslagen werd. Bij mijne terugkomst moest ik op 't rapport en wist ik niet waarvoor. Dit werd mij door den kapitein duidelijk gemaakt, spoediger nog dan ik 't zelf had gedachtmij werd verweten, dat ik voor mijne opname in het hospitaal een eetketel met eten onder de krib had laten staan en mijn geweer vuil op 't rek stond. Of ik al zeide, kapitein daar weet ik niets van, dat kan ik niet gedaan hebben 8 dagen kamer arrest was 't antwoord. Zoo kwam de zomer in 't land er gebeurde 't eens dat ik naar het schijfschietterrein ging om de schijven over te brengen voor 't schijfschieten. Nadat ik zoo 'n paar uren in de brandende zon had staan aan te wijzen werd ik afgelost, en bij de companie terug komende stond daar de waschvrouw met een emmer waterik vroeg ook om een glas water en juist toen ik het aan den mond wilde brengen liet een boeren lummel met soldatenkleeren aan, zijn vizier- korrel op mijn neus vallen die toen voor een oogenblik een purperkleur aannam. Ik werd zoo woedend dat ik den man een duw gaf, en thuis komende kreeg ik vier dagen politiekamer omrede ik een milicien getrapt en gestompt had, onder verzachtende onstandigheden. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1903 | | pagina 1