NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor da Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
UIT MIJN DIENSTTIJD.
Bij dit nimmer Behoort een Bijvoegsel.
HU IT EIS'LAM).
,\o. 81
Zaterdag 10 October 1903
Twee-en-derti^ste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BINNENLAND.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk
Afzonderlij ke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 71. Telephooiino. 09.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/» Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Chamberlain aan het werk.
Chamberlain heeft, op verzoek van
de uitgevers der «Daily Tel." een
voorwoord tot den tweeden afdruk
van een reeks artikelen over de nieuwe
staathuishoudkundige voorstellen ge
schreven, die eerst in genoemd blad
verschenen en thans in boekvorm
verschijnen zuilen.
In deze inleiding klaagt de gewezen
minister van koloniën zeer sterk daar
over, dat zijne tegenstanders zijne
verklaringen en voornamelijk zijne
eiscben op een wijze verminkten, die
moeielijk in parlementaire uitdruk
kingen nader aan te duiden viel. Men
rukt enkele zinnen nit hun verband
en schrijft hem allerlei motieven en
voornemens toe, waaraan bij in werke
lijkheid nooit gedacht heeft. Dan
gaat hij eene reeks van tegenwer
pingen na. die men tegen zijn voor
stellen gewoon is aan te voeren. Zoo
zegt men, dat wanneer men de
koloniën rechten van voorkeur zou
toestaan, men onvoorwaardelijk levens
middelen belasten moet, omdat de
koloniën hoofdzakelijk slechts levens
middelen invoeren. Men ziet daarbij
over het hoofddat reeds thans
voedingsmiddelen belast zijn. Voorts
is het niet juist, dat de prijs der
voedingsmiddelen stijgen zou, wanneer
daarvan een recht geheven wordt, of
dat de consumenr dat recht alleen
te dragen zou hebbenhet is ge
bleken, dat dit in andere landen met
beschermende iechten evenmin het
geval is. De prijs zou zich integen
deel in de toekomst alleen door
vraag en aanbod regelendaarbij
bestaat niet hot gevaar, dat men
den prijs verhoogt, maar dat de toe
voer later eenmaal zou kunnen ver
mindoren en daardoor de prijs zou
stijgen; de juiste politiek zou alzoo
zijn in de koloniën nieuwe distric
ten te ontwikkelen, die in staat zijn,
goedkoope levensmiddelen te leveren
Voorts is de bewering, dat er een
hooger recht van die waren geheven
zal worden, volkomen uit de lucht
gegrepen. Onder omstandigheden zou
het over 't geheel niet noodzakelijk
zijn, nieuwe belastingen van voedings
middelen te lieden integendeel, men
had eenvoudig de bestaande op andere
soorten van voedingsmiddelen te ver
schuiven, waardoor alzoo de kosten
van liet levensonderhoud ook niet het
minst verhoogd zouden worden. Ten
slotte resumeert Chamberlain zijn
plannen nog in deze zinnen: De
rechten, die van voedingsmiddelen
geheven moeten worden, waren slechts
gering en waarschijnlijk zouden zij
geheel, doch zeker althans voor een
deel, door den buitenlander betaald
worden. De geheele geschiedenis van
een duurder worden van het levens
onderhoud was een fabeltje en niets
anders. Van den andeien kant zou
een tariefpolitiek een groot aantal
voordeden bieden. Vooreerst een
toenemen van den handel met de
koloniën, dan de mogelijkheid bij
onderhandelingen mei andere mogend
heden een zekeren druk op deze te
kunnen uitoefenen. Deze verandering,
voornamelijk de uitgebreide handei
met de koloniën, zou de vraag naar Brit-
schen atbeid belangrijk doen toenemen.
Zoodra evenwel de vraag naar Brit-
sclien arbeid stijgt, zouden ook de
loonen beter worden. Ten slotte
echter zou men daarmede een be
langrijken stap op den weg van de
vereeniging van het rijk gedaan hebben.
Prinses Louise van Saksen.
Er is besloten dat prinses Louisa
Antoinette bij hare kinderen zal terug-
keeren. Men zoekt den modus vive'ndi
te bepalen waardoor de moeder zal
worden tevreden gesteld en aan de
wenschen van het volk zal worden
tegemoet gekomen, terwijl men reke
ning zal houden met den toestand,
ontstaan door de scheiding van de
prinses en den erfprins.
Te Apeldoorn hebben de ver
schillende vereenigingen voor drank
bestrijding besloten, eene krachtige
beweging te beginnen voor het bij de
Tweede Kamer ingediende wetsont
werp tot Drankwet-herziening.
Besloten is alle plaatselijke vereeni
gingen op te wekken tot deelneming
aan die beweging, ter verkrijging van
een afdoende en degelijke regeling
van dit belangrijk onderdeel dei-
wetgeving.
Binnenkort zal daartoe o.a een
openbare vergadering worden belegd,
waarin verschillende sprekers het
wetsontwerp zullen behandelen.
Naar wij vernemen heeft de heer
Kraan, opzichter bij de Holl. IJz.
Spoorweg Mij. zich niet bij zijn ont
slag neergelegd, zoodat een scheids
gerecht in deze quaestie uitspraak
zal hebben te doen. De gedegradeerde
ploegbaas Loman, die over drie jaar
recht op vol pensioen gehad zou heb
ben heeft zijn ontslag genomen.
Bij onderzoek moet gebleken zijn
dat in den nieuw gelegden wissel wel
de vereischte bout geplaatst is, waar
aan eveneens de gebruikelijke moer
eschroefd was, maar door welken boul
men vergeten had bovendien nog een
splitspen te steken.
Door het overrijden der treinen nu
moet do moer losgedraaid zijn, waar
door de bout den wissel niet meer
vasthield. Van Donderdag af was de
nieuwe wissel in gebruik en voldeed
blijkbaar goed, totdat 's Zondagmor
gens de D-trein met liet bekende
noodlottige gevolg juist op deze plaats
derailleerde.
Opgepast t
Te Hilversum komt het in de
laatste dagen herhaaldelijk voor, dat
valsche guldens, kwartjes en dubbel
tjes bij winkeliers in betaling worden
gegeven. Deze muntstukken worden
in den vorm van broches langs de
straat gevent Na ontdaan te zijn van
speld en haak. hebben zij eenigc
gelijkenis niet echte.
PLAATSELIJKE BERICHTEN
In de Woensdagavond gehou
den vergadering van «Handel en
Nijverheid" werd door den voorzitter,
den heer S. J. van Duinen allereerst
lapport uitgebracht over het Natio
naal congres voor den handeldrijven
den middenstand, de vorige maand
te Rotterdam gehouden. Op de hem
eigen prettige wijze zette spr. ruim
een uur achtereen de hoofdmomenten
uiteen van het congres, herinnerend
aan de toespraak van den Minister
van Binnelandsche Zaken en diens
waarschuwend woord «Wacht niet
te zeer op en verwacht niet te veel
van wettelijke maatregelen, doch
steek zelf de handen uit den mouw"
en aan hetgeen de loco-Burgemeester
van Rotterdam zeide over déloyale
concurrentie. Ook de vroeger reeds
door ons vermelde rapportenden
conclusiën werden door spr. nagegaan
waarbij vooral werd stilgestaan bij
hetgeen dr. Bos zeide omtrent het
nut van handelsonderwijs, het eenig
geneesmiddel voor den ontegenzeglijk
zieken handeldrijvenden middenstand,
en waarin deze aantoonde hoe drin
gend noodig is een betere voorberei
ding voor de steeds zwaarder taak
die moet worden vervuld en de
eiscben die telkens hooger worden.
Ten slotte herinnerde spr. dat trots
de scherpe afkeuring, óók door de
bekende motie van liet Congres, de
verbruiks-coöperatie der H. IJ. S. M.
tóch op 1 October in werking is ge
lreden. De Directie heeft daardoor
den middenstanders de handschoen
toegeworpen wie zal die opnemen
vroeg spr.
Namens de vergadering werd hem
hierna dankbetuigd voor het leerrijk
verslag.
Omtrent den Handelscursus deelde
hot Bestuur mede, dat het Hoofd
van hel Herhalings-onderwijs zijn
taak zeer consciëntieus opvat en de
daaraan verbonden handelsklasse on
der goedkeuring van B en W. heeft
verdeeld in 3 afdeelingen. van welke
twee goed zijn bezetin de derde
(jongel eden van 17 tot 22 jaar) zijn
nog enkele plaatsen. Voor hen die
alléén het onderricht in boekhouden
wenschen te volgen, is bovendien een
afdeeling ingericht waarin op Dinsdag,
Donderdag en Vrijdagavond les wordt
gegeven uitsluitend in dat leervak.
Met het Bestuur van het plaatselijk
Departement van de Maatschappij tot
Nut van 't Algemeen werd geconfereerd
om te komen tot het oprichten van
een volledige Handelscursus, zooals
deze ook elders bestaan.
De Cursus in Kortschrift, stelsel
Groote zal hoogstwaarschijnlijk reeds
in de volgende maand aanvangen. De
heer E. C. J. Kuyper heeft zich be
langloos beschikbaar gesteld om het
onderricht in dit even mooie als prac-
tisclie stelsel te geven, dat in ieder
geval groote tijdsbesparing geeft en
den bediende onder dictee van den
patroon brieven doet schrijven gelijk
deze ze bedoelt en dus niet gelijk de
bediende die opvat.
Ingekomen waren: van het Gemeen
tebestuur een afdruk \an de Kennis
geving nopens het Herhalings-onder
wijs beantwoord rnet een schrijven
van dankbetuiging aan B. en W.een
uitnoodiging van de Nederlandsche
afdeeling der Wereld-tentoonstelling
in 1904 te Saint Louis, houdende
verzoek om deelneming voor noti
ficatie; een jaarlijst van wanbetalers
te Haarlem en .een maandlijst van die
te Zaandam ter lezing voor de leden.
Omtrent de combinatie der rijschool
van de cavallerie met die der artillerie,
en liet behoud dier inrichting alhier
deelde de voorzitter- nog mede, dat
ofschoon officieel nog niets daaromtrent
door D. v. <1. R.
7)
In de maand Juli 1897 gaf ik mij op voor
het examen voor sergeant en zoo gebeurde
't dat ik in Augustus sergeant-titulair werd,
en de korporaals chambrée met manschappen
vaarwel zeide en plaats nam op de onderofficiers
kamer van de le compagnie van het 2e Bataljon.
Ik kreeg een flinke raad van kapitein, luitenant
en sergt.-majoor, maar sloeg deze allen in den
wind, daar ik toen vermeende hun raad niet
noodig te hebben. Ln 't laatst van Augustus
gebeurde 't dat de order afkwam, het regiment
op manoeuvers moest. Op zekeren dag rukten
wij uit voorafgegaan door de stafmuziek en
marcheerden naar Wijk-bij-Duurstede. Vandaar
uit zouden de verschillende vestingslagen plaats
hebben. Wij troffen verbazend slecht weder,
de regen viel bij stroomen neder. Na ver
schillende dagen te hebben gemanoeuvreerd
kwamen we begin September onder een
zware donderbui in Amersfoort terug. In
December kreeg ik idéé in den Indiscben
dienst en vroeg overplaatsing aan bij bet korps
Koloniale Reserve, betgeen mij door Z. E.
den M. v. O. in Januari werd toegestaan. Den
22ste Januari 1898 ging ik met den trein van
8 uur naar Nijmegen en meldde mij bij den
kommandant aan. Ofschoon vorengaande een
begin is van mijn lijdenstijd die ik u nu zal
gaan vertellen, zoo zult u wel begrijpen dat
ik om langdradigheid te vermijden, wel iets of
wat er bij moet phantaseeren, doch de hoofd
zaken zijn ijskoude waarbeden.
Gedurende mijn diensttijd bij bet Indische
leger heb ik met rare zeldzame individuën
kennis gemaakt; doch laat ik mijn verbaal
vervolgen
's Morgens moest ik nog eens voor de keuring
en werd ik door den dokter, een lange schrale
man met een lange puntbaard en knevel, een
gouden lorgnet op de neus, goedgekeurd
waarbij bij mij nog zeide «je bent niet erg
sterk, je hebt bloedarmoede". Ik werd's Maan
dags bij den Commandant ontboden. Deze, een
man van middelbaren leeftijd reeds met geheel
grijze baren en op zijn borst voorzien van de
gesp met medaille van Atjeh en nog een paar
andere orden, sprak mij aan met de vraag of
ik soms een losbandig leven lijdde? Daar
ik den man niet goed begreep vroeg ik hem
nog eens wat bij eindelijk bedoelde! Waarop
hij mij geen antwoord meer gaf. Of hij
dus ook gevoelt beeft dat bij te veel vroeg.
Ik werd bij de Eerste Compagnie geplaatst en
deed daar uitstekend mijn best zoodat Deel I
voor mij voorloopig niet meer verscheen. Nog
dikwijls denk ik om dien tijd temeer daar 't een
tijd is geweest waarin ik zooveel heb onder
vonden. Edoch men telt er van allerlei slacb
onder die kolonialen onder de mannen van
wie Nederland alles durft te verwachten durft
te eiscben. Dat zijn de mannen waarvan Neder
land bloed en vleescb durft, vergen. Dat zijn
de mannen van wien Nederland verwacht dat
zij de vaderlandscbe vlag boog zullen houden.
Ik heb jongens in Nijmegen gekend die in 'tbezit
waren van een laag karakter, dat waren uitzon
deringen, ik heb jongens gekend met een flink
en degelijke karakte, dat waren er velen. Ik
heb flinke degelijk officieren gekend, ik heb
ook andere gekend, die in ons oog zoo heel
anders waren dan men mocht verwachten.
Ruim anderhalf jaar was ik verplichtte blijven
in Nijmegen, totdat op zekeren dag de order
afkwam, dat ik met nog vele anderen naar
Insulinde moest vertrekken met het schip
«Burgermeester den Tex." Den avond voor
ons vertrek was gewijd aan pret makenveel
genot heb ik echter niet gehad, daar ik dieper
door dacht dan menig ander die onder bet
gebruik van veel spiritualiën zijn laatste avond
doorbracht met dansen en luisteren naar de
onzinnige coupletjes van een dame uit bet
een of ander Café, cbantant of kroeg in Rot
terdam of Amsterdam. Als zoo'n dametje maar
mooi uitgedorsebt ten tooneele verscheen wa
ren ze al tevreden. Haar stem kwam er min
der op aan. Een Indisch soldaat is een lief
hebber van bloote damesbeentjes enz. «Wein
Weib und Gesang" zijn ook zijn idealen.
Als dan den volgenden morgen de hoorn
blazer van de wacht om vier uren de reveille
blaast, kan men nog eens gezichten zien
trekken.
II.
liet vertrek.
Nauwelijks was het signaal reveille uit den
hoorn van den oudgedienden tamboer of hoorn
blazer, of een elk stond op en zocht zijn koffer
oftewel kleediDgstuk op om bij de hand te
zijn als 't signaal «appel" zich zou doen hoo-
ren. 't Is nog donker buiten, de lichten op
de chambrée verlichten deze pbantastiscb. Op
sommigen valt het licht neder ben vaal en
bleek afteekerend, op anderen beeft 't weder
andere uitwerking.
(Wordt vervolgd).