NIEUWS Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. Jv Officiëele Publicatie. BUITEN LAND. fto. 85. Zaterdag 24 October 1903. Twee-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Bij flit mier behoort een Bijvoegsel. VAN WEEK TOT WEEK. BINNENLAND. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephoomio. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/j Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte NATIONALE MILITIE. De Burgemeester en Wethouders van Amersfooort, Gezien het besluit van den Com missaris der Koningin in de provin cie Utrecht, van den 18 September 1903, No. 1 N. M. en S. (Provinciaal blad No. 1:26). Gelet op de art. 26, 50 en 51 der Militiewet 1601 en op art. 24 van het Koninklijk Besluit dd. 2 Decem ber 1901 (Stbl. no. 230). Doen te weten, dat de loting der vóór den len September van dit jaar voor de militie ingeschreven en be- hoorende lot de lichting van 1904, in bet gebouw Amicitia, aan het Plantsoen, tusschen de Utrechtsche- en Arnbemschepoorten alhier gelegen, zal geschieden op Dinsdag 3 Novetn ber 1903, aantevangen des namiddags te Twee Uren voor de ingeschrevenen wier geslachtsnaam begint met de letter A. tot en met Een op Woensdag 4 November 1903, des namiddags te 10'/» uur, voor de in geschrevenen wier geslachtsnaam be gint met de letter F. tot en met Z En voorts, dat op Donderdag den 7 November aanstaande, telkens van 's voormiddags 10 tot 2 uur des na middags door of van wege de lote lingen (gesteund door twee getuigen) bij den Burgemeester ten Raadhuize aanvraag kan geschieden voor de ge tuigschriften, vermeld in de lo en 2e zinsnede van art. 51 der wet, luidende als volgt: »Om vrijstelling wegens eigen mili tairen dienst of dien van broeders te verkrijgen, moet men 'overleggen een paspoort of ander bewijs van ontslag, of een bewijs van werkelijken dienst". «Ter bekoming van vrijstelling wegens broederdienst moet men boven dien overleggen een getuigschrift van den Burgemeester, waaruit het getal zonen tot het gezin behoorende blijkt". En art. 42 eerste lid van aangehaald Koninklijk besluit: «Het bewijsstuk, vermeld in de eerste zinsnede van art. 51 der wet, kan, zoo liet niet reeds ingevolge art. 39, 3e lid van dit besluit onder den Burgemeester berust, ten minste tien dagen vóór den dag waarop de zit ting van den Militieraad wordt ge opend, worden ingeleverd bij den Burgemeester der gemeente, in welke de loting, die vrijstelling verlangt wegens eigen militairen dienst of wegens broederdienst, voor de militie is ingeschreven". Eindelijk, dat het opgeven der reden van vrijstelling, het inleveren van de benoodigde bewijsstukken en het doen opmaken van het bij de wet gevorderde getuigschrift niet voldoende is om zich de vrijstelling te verzekeren, waarop de lotelingen meenen aanspraak te kunnen maken, maar dat hun belang medebrengt om bovendien de vrijstelling te vragen in de zitting van den Militieraad of op den tijd daarvoor overeenkomstig art. 46 van bovengenoemd Koninklijk Besluit bepaald. Amersfoort, den. 22 October 1903. Burgemeester en Wethouders voornoemd: De Burgemeester, WUYTIERS. De Secretaris, B. W. Th. SANDBERG. Gehuwde vrouwen als arbeidsters. Haar roeping ligt in het gezin. Het gezin fundament der maatschappij. Bij de wijziging der gemeentewet had in ons parlement een feministische schermutseling plaats. Het ging om de vraag, of ook vrouwen benoembaar zijn voor de ambten van burgemeester, secretaris en ontvanger, altijd volgens de bestaande wet. De meerderheid was van meening dat de wet haar uitsloot en daarom werden voor de duidelijkheid de woorden «mannelijk Nederlander" ingevoegd. Het kan dus voor niemand meer onzeker zijn, of genoemde ambten zijn verboden ter rein voor de vrouw Het ging niet om de principieele vraag, en over de geschiktheid der vrouw voorgenoemde betrekkingen. Wel gaf de minister als zijne meening te kennen, dat een principieele beslissing niet lang kon uitblijven, doch dan dienen eerst ver schillende vragen ernstig overwogen te worden, bijv.: moet de gehuwde vrouw ook benoembaar zijn, en moet de betrekking vervallen als de vrouw huwt Eu ook de sociale vraag moet onder het oog gezien worden, de achter uitzetting van vele mannen door het in ambten optreden van de vrouw, en de vermindering der huwelijken als gevolg daarvan. Het is zoo, een beslissing kan niet uitblijven, want het is nu eenmaal een feit, dat steeds moer de vrouw naar buiten optreedt, en de ervaring zegt ons, dat zij in bekwaamheid voor den man niet onderdoet en dikwijls door de omstandigheden gedwongen is naar een betrekking te dingen. Niettemin schijnt het ons goed toe, met voorzichtigheid op dit terrein voort te gaan, want er is een Streven, om alle verschil van sekse op te heffen, om de plaats der vrouw in het gezin vernederend te vinden, een streven dat moet uitloopen op de oplossing van bet buisgezin. Met alle uitingen van het feminisme kan goen vrede hebben wien de tegen woordige vorm van het huisgezin na aan 't hart ligt. En veeleer zal hij zich beijveren om den toestand in de huisgezinnen te verbeteren, en al het mogelijke doen om het gezin bijeen te houden en den band van liet huise lijk leven te versterken. Het blijft waar wat gezegd is: het lot van den staat hangt af van den toestand van het huisgezin. Het maat schappelijk leven vloeit uit de huis gezinnen voort, derhalve is het van belang dat de bron gezond is. Eu nu moge het ook voor een vrouw begeer lijk zijn te schitteren met haar gaven op publiek terrein, de klacht dat zij beroofd zou zijn van allen invloed op het openbare leven is ongegrond, is opwaar. Het tegendeel is waar. «De wetgeving," zegt Smiles, «is niets dan het teruggekaatste beeld der buis- gezinnen. Van de onbeduidendste za den, in het huiselijk leven in de zielen der. kinderen uitgestrooid, vertoonen zich later in hun openbaar leven de vruchten. De openbare meening is voor een goed deel de vei tegen woor- digster der indrukken, die men in zijne jeugd te midden van het huis gezin heeft ontvangen. De volken worden aangevuld uil de kinderkamer en daarom kunnen zij, die kinderen opleiden, grooter macht uitoefenen dan zij, die de teugels van liet bewind in handen hebben." Binnen de muren van het huis groeien de mannen en vrouwen op, die straks de maatschappij zullen vormen, worden de mannen gevormd die het roer van staat in handen zullen nemen. Het komt niet enkel aan op ken nis maar ook en vooral op karakter, en zoolang dit het geval is en het huisgezin de voornaamste vormschool is voor allen van de hoogste lot den geringste, voor den vorst en voor den werkman, moet het huisgezin in stand en tiet huiselijk leven hoogge houden worden. En wie heeft nu den meesten in vloed in huis, en dus op het geheele openbare leven Ja, de man is het hoofd, maar de vrouw, de moeder is dan het hart er van, en dat zegt veel. Niet alle vrouwen brengt het leven tot deze hare roeping, en reeds daarom zou het onbillijk zijn haar arbeidsveld al te zeer te beperken. Zij staan in vele opzichten aan den man gelijk. De gehuwde vrouw ech ter stelle men in de gelegenheid haar belangrijke roeping te vervollen en zij die toonen deze roeping niet te be seften ontneme men de gelegenheid tot ontrouw. Zeer groot is het aantal vrouwen, die haar eigen brood verdienen. In Duitscbland zijn er vijf en een half millioen werkzaam in fabrieken, en in Engeland voorzien vier millioen in eigen onderhoud, waarvan een half millioen aan de posterijen. Voor Amerika zijn de cijfers nog hooger. In ons land zijn in de nijverheid werkzaam meer dan vijftigduizend vrouwen, d. i. 117» van het aantal arbeiders. Van deze vrouwen zijn bijna 11 °/o gehuwd. In de textiel nijverheid zijn op de 34.773 arbeiders 40 pet. vrouwen en daaronder 1180 gehuwden. In de industrie van kleeding en reiniging werken ruim 23 duizend vrouwen dat is meer dan de helft van het totaal getal arbeiders, en van deze vrouwen is het tiende deel gehuwd. In deze industrieën zijn dus ruim negen duizend gehuwde vrouwen* werkzaam. Hoeveel gehuwden, op ander terrein werkzaam voor haar onderhoud, dit aantal vermeerderen weet ik niet, maar die negen duizend is dunkt mij een getal groot genoeg om tot na denken te stemmen. Men kan beweren, dat de vrouwen arbeid dient afgeschaft te worden, omdat de vrouw goedkooper werk geeft en dus de concurrente is van den man omdat de vrouw zwakker van gestel is dan de man. Ecliter wordt de juistheid van dergelijke motieven door de feministen betwist. Wij kun nen hot in liet midden laten. Wat de gehuwde vrouw betreft is er een mo tief, geldend meer dan alle andere, dat voor haar den arbeid doet af- keuren, n.l. omdat zij onttrokken wordt aan liet huisgezin. Negen duizend moeders als arbei ders werkzaam, dat wil zeggen negen duizend gezinnen zonder behoorlijk toezicht, in negen duizend gezinnen kinderen verwaarloosd. En denk dan verder wat van die kinderen dikwijls terecht komt. Als liet huisgezin is liet fundament van Staat en maatschappij dan is de toestand van die negen duizend ge zinnen voor de maatschappij geen onverschillige zaak. Het streven moet zijn de moeders terug te geven aan hare kinderen, te laten op haar terrein, in de werkkring die baar past het besturen van hare huishouding, opdat hare schoonste hoedanigheden niet worden verstompt, opdat zij blijve de levensgezellin van den man en de verpleegster barer kin deren. Als een boom geen goede vruchten voortbrengt baat het weinig of men de takken snoeit, bij den wortel zal men dienen te beginnenwil een huis stevig zijn dan zorge men eerst voor een degelijk fundament. Met stutten en andere voorzieningen kan veel bereikt worden, maar het meest met versterking van liet fundament. De opvoeding en verbetering van ver waarloosde kinderen en jeugdige misdadigers baart heel veel zorg en de beste zorgen worden niet met ge noegzaam succes bekroond. Beter dan getracht, waar mogelijk de verwaar- loozing te voorkomen. Houden wij in eere het heiligdom van den huiselijken haard en weren wij af al wat dit heiligdom zou kun nen schenden. dooden" en verklaarde voornemens te zijn zich buiten alle politiek te houden en slreng getrouw te blijven aan de vredes-overeenkomst van Ver- eeniging. Hij herinnerde de Transvalers aan hunne edele Hugenootsche voorvade ren, die in ballingschap gingen naar Afrika ter wille van hunnen godsdienst en spoorde hen aan de roemrijke overleveringen van het Afrikaander volk steeds te gedenken, maar zich tevens strikt te houden aan dat wat hun plicht is. Volgens een bericht uit Rome is Mgr. Merry del Val thans tot Pauselijk Staatssecretaris benoemd. Rampolla's opvolger is een Span jaard van afkomst. Zijn vader was Spaansch gezant bij het Vaticaan, maar zijne moeder eene Engelsche en hij is in Engeland geboren en op gevoed, terwijl hij in de Engelsche kolonie Canada apostolisch delegaat is geweest. Op het oogenblik is hij bissctiop- tiluiair van Nicea, maar zijne ver- heiling tot Kardinaal zal zich na zijne benoeming tot Pauselijk Staatssecre taris nu wel niet lang meer doen wachten. Men zegt, dat het reeds in het Consistorie van 9 November zal geschieden. Voor zijne liooge betreking is Merry del Val nog betrekkelijk jong37 jaren. Uit Brussel komt bericht, dat de onderhandelingen tusschen Jacques Lebaudy en Generaal Maritz en Jack Ilinton zijn afgebroken Generaal Maritz en zijn vrienden hebben, niettegenstaande zij liet plan van Lebaudy goedkeurden en bereik baar achtten om op de kust der Sa hara een soort van kolonie te slich ten, toch er van afgezien zich verder met de zaak in te laten, omdat Le baudy aan zijn Arfikaansche bezitting het karakter van een Staat wil geven en zelf aanspraak maken op den titel van «Keizer van de Sahara". Jack Hinton is nu naai' de Ver. Staten vertrokken en Generaal Maritz zal binnenkort naar Zuid-Afnka terug- keeren. Generaal De Wet heeft te Heidel berg, in Transvaal, bij liet ter aarde bestellen van acht van liet slagveld opgegraven gesneuvelde Boerenstrij ders, een toespraak gehouden, waarin hij hulde bracht aan die «ousterlelijke De Koningin-Moeder vertrok te ruim 4 uur, Donderdagmiddag naar Utrecht, vanwaar II. Al. met den trein van 5.10 de reis naar Duitscb land aanvaardde. Maandag 26 vertrekt H. M. van Friedriclishafen naarOber- mais bij Méran, om daar ongeveer drie weken te blijven. Donderdagnacht is te Barneveld een boerderijtje, bewoond door B. Kleijer en toebehoorende aan H. Lief- tink, geheel afgebrand. De vlammen grepen zoo snel om zich heen, dat de bewoners nauwelijks tijd hadden ge heel ontkleed het perceel te verlaten. Het huis was verzekerd, doch de inboedel niet. Volgens een correspondentie in de Midd. Cl. wordt bij de nieuwe armenwet, waarvan het ontwerp, deze week naar den Raad van State wordt verzonden, de armenzorg beschouwd als eën onderdeel der sociale wetge ving. Het beginsel, waarvan zij uit gaat, is dal er samenwerking moet zijn tusschen de verschillende bestaande organen van armenzorg, die zal wor den verkregen door de schepping van een Armenraad, waarin de diaconieën verschillende Protestantsclie en Israe- lietisclie kerkgenootschappen en het Roomsch-kath. armenbestuur, zoo goed als de particuliere armenzorg (type «Liefdadigheid naar vermogen") vertegenwoordigd zijn naast liet arm bestuur van de gemeenschap. De centralisatie in de armenzorg, aldus verkregen, zal een der grootste fouten in de tegenwoordige armenver zorging opheffen: het bostaande in

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1903 | | pagina 1