NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUIE LETON.
BARON MONTEZ
!\o. 89.
Zaterdag 7 November 1903.
Twee-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Bij flit nummer Behoort een Bijvoegsel.
VAN WEEK TOT WEMT
BINNENLAND.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
BureauLansestraat 77. Telephoonno. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Treurig kermisbesluit. Drank
bestrijding. Weer samenwerking.
Verbetering in aantocht.
Het schijnt dat onze kermis niet meer
kan eindigen zonder een moordtooneel;
geeft zij telkenjare tafreelen te aan
schouwen waarin het mes een rol
speelt, de beide laatste jaren kostte
zij een menschenleten. En dat er
nog niet meer ernstige dingen voor
vielen is te danken aan het tactvol
optreden der politie die voorwaar in
zulke dagen een zware taak heeft.
Een pret makende menigte waarvan
een deel door het dolle heen is, een
ander deel zijn zinnen niet bij elkaar
heeft en telkens geneigd is gekke
streken uit te halen, in toom te hou-
pen en te leiden, liet is niet gemak
kelijk en dan moet er op sommigen
meer bijzonder gelet worden onnlal
lagere hartstochten als ze ontketend
zijn allicht tot misdaden voeren als
de gelegenheid schoon is. Echter kan
de beste politie en het meest nauw
lettend toezicht niet tooi komen fei
ten als er in de vorige week hebben
plaats gehad.
Het is te begrijpen, dat onder den
indruk dier feiten geroepen is: weg
met de kei mis! Maar ook buiten
de kermis komen doodslagen voor.
Wel is in de meeste gevallen waar,
dat onmatig drankgebruik de oorzaak
is, ga maar het lijstje na van de
moorden die in den laatsten tijd veel
vuldig vooral in Brabant zijn gebeurd.
De misdaad van Zaterdagavond
schijnt niet begaan onder den in
vloed van sterkendrank, d. w. z. niet
in dronkenschap. Maar wanneer is
iemand dronken? Als hij laveert
langs den weg, zijn stuur kwijt is
en de lange Mie voor een tanden-
peuter aanziet? Och, dronken men-
schen doen zooveel kwaad niet, een
weinig te veel zoodat het verstand
beneveld en de wil verzwakt wordt,
eenvoudig dus het misbruik van drank
baait de misdaad.
Zullen wij nu zeggen": weg met
den drank Neen, maar op ten
sliijde tegen het misbruik fen voor
de matigheidOf er dan in Amers
foort niets aan drankbestrijding ge
daan wordt? O ja, er wordt wel
wat gedaan, maar niet genoeg Daar
werken afschaffers, volksboriders en
geheelonthouders, ieder op zijne wijze
en kiachtens zijn eigen beginsel.
Voor een groot deel bestaat dat wer
ken in het vergaderen van gelijkge
zinden, en die bijeenkomsten althans
van de volksbonders zijn maar zuinig
bezocht. Hoe nuttig die bijeenkom
sten ook zijn mogen, daar komen
enkel bekeerden die hoogstens nog
de opwekking tot volharden behoeven,
maar diegenen om wien 't toch eigen
lijk te doen is worden niet bereikt.
Richt koffiehuizen op en drankvrije
uitspanm.ngsplaatsen en zoo meer,
allemaal heel best maar daar komen
niet de lieden die gij hebben wilt.
Gij moet komen lol hen, huisbezoek
moet gedaan worden, persoonlijke
invloed moet aangewend worden.
Vele bestrijders doen mij denken
aan tuinlieden die voor welig gioeien
van hoornen het meest van hun snoei-
kunst verwachten in plaats dat zij
met verbetering van den grond aan
vangen.
Tast het kwaad in zijn wortel aan,
en die wortel is niet de drank zelf
maar de genotzucht. Een mensch,
zoo wordt geretleneerd, heeft behoefte
aan ontspanning, verstrooiing en op
wekking; hij mag wel iets hebben om
zijn genotzucht te bevrodigen, de
boog kan niet altijd gespannen zijn
En met die gedachte bezield wordt
rusteloos gejaagd naar genot, en dat
genot wordt beschouwd als het doel
van alle werken en inspanning. Dit
valsche begrip is de kwaal van onze
maatschappij, en hel drankgebruik,
de drinkgewoonte, is een van de ver
schijnselen dezer kwaal.
Aan dit wanbegrip moet de heer
schappij ontnomen en de genotzucht
zelve moet bestreden worden. En
dan predike men de waarheid om
trent de werking van den alcohol,
omtrent zijn twijfelachtige waarde als
voedingsmiddel en als middel om de
lichaamskracht te verhnogen, en dat
niet alleen in lezingen en dikke boe
ken. maar vooral in volksblaadjes en
in eenvoudige samensprekingen.
Een groote oorzaak waardoor niet
meer bereikt wordt is, dat niet een
drachtig met vereende krachten tegen
den gemeenschappelijke!] vijand wordt
opgetrokken. De strijders staan naast,
dikwijls tegen over elkaar. En even
als de heidenen, of laat ik zeggen de
niet-christen, met zeker wantrouwen
het werk der zendelingen aanzien,
als zij bemerken dat die christenen
elkaar bestrijden omdat de een met
den ander van overtuiging durft ver
schillen, terwijl zij toch het gebod
der liefde als het hoogste prediken
zoo vei kleinen twisten onder de drank
bestrijders het gewenschte succes.
Liefde en wijsheid vermanen tot
verdraagzaamheid.
Hoe zoudt gij het vinden, als in
den oorlog twee bondgenooten op
trekkend tegen den vijand den tijd
verbeuzelen met getwist wie de beste
kanonnen en geweren bezit? Alleen
de vijand zou zich daarover kunnen
verhengen.
Gunnen wij onzen gemeenschappe-
lijken vijand, liet Alcoholisme, deze
vreugde niet.
Er is plaats voor verscheidenheid
van zienswijze, maar de groote strijd
is niet tusschen matigen en onthou
ders, maar tusschen lauwen en werk-
zamrn, tusschen hen die genot als
't hoogste beschouwen en goed vinden
dat eenieder zooveel er van neemt
als zijn kas en lichaam toelaten, en
hen die matigheid en zelfbeperking
in genot houden voor een zedelijken
eisch.
Het is een bekentenis van zwak
heid der vereenigingen tot drankbe
strijding, van alle, dus geen heeft
reden tot zelfverheffing, dat zij de
hulp der staatsmacht inroepen om
door wettelijke bepalingen de drank
misbruiken te helpen bestrijden. Die
hulp is hoe dan ook noodig, en is
in een ontwerp van wijziging der
drankwet beloofd. In dat ontwerp,
dat de wet van 1881 beter tot haar
recht doet komen en ook verder in
grijpt, komt ook deze bepaling voor:
«Bij belangrijke maatschappelijke of
nationale gebeurtenissen, op feest en
andere vreugdedagen kan het gemeen
tebestuur zelfs, hetzij den gehee-
lcn dag, hetzij voor bepaalde uren
staking van den verkoop bevelen."
Het wordt algemeen wenschelijk
geacht dit ontwerp spoedig in be
handeling Ie nemen, er is dus alle
kans dat bovenstaande bepaling bij
een volgende kermis kan toegepast
worden. Alle drankgelegenheden
's avonds althans gesloten, kermis
vieren nuchteren en onbeneveld, dal
is tenminste een drinkgewoonte van
het eerste water weggenomen en een
waarborg dat de kermisviering meer
binnen de perken der behoorlijkheid
blijft Laat ons hopen, dat de vol
gende kermis zoo wezen zal.
Dat de nieuwe drankwet er komen
zal, daaraan is geen twijfel, en gewis
zal zij een warm verdediger hebben
in den minister Kuiper, van wien
deze woorden zijn
»Wat een samenleving, die niet
alcoholisch vergiftigd is, wint in le-
venstoon, wint in den geest der ge
sprekken, in wilsenergie en in door
tastende bezonnenheid, zag ik in
Amerika met eigen oogen, hoe
het alcoholisch gif den polsslag van
het volksleven verslapten traag maakt,
voelde ik teistond bij mijn terugkeer.
En of dan toch dat nnchteie leven
over zee niet al te taai-taai werd?
Glad omgekeerd. Wat hier nog aan
het roefje in de nachtschuit doet
denken, tintelt ginds als met elec-
trischen vonk."
De Balije van Utrecht.
Bij de behandeling van de begroo
ting van Justitie in de afdeelingen is
door Jhr. V. de Stuers een nota over
gelegd over de bekende quaestie van
de Balije van Utrecht. Hij herinnert
allereerst, hoe de Duitsche orde, die
in 1190 werd gesticht, een geestelijke
orde was en de commandeurs de
goedeten niet tot eigen nut mochten
gebruiken, maar de behoeften der
onderhoorige broeders er uit moesten
voorzien, de klanken verzorgen en
de uitoefening van den goddienst on
derhouden. Hoe kleinodiën, zilver
werk en wat zij uit hun spaarpen
ningen hadden aangekocht, vervielen,
bij hun dood, aan de orde.
Na de Hervorming der 16e eeuw
ontaardde de orde
«Van een geestelijke tot hulpbetoon
aan zieken en armen en tot bevor
dering van den godsdienst, werd het
nu een gelegenheid, om, zonder eenige
der vroegere verplichtingen na te
komen, zonder eenige conlra-praesta-
tie de opbrengst van de goederen
der Balije te genieten, en de edellieden
haastten zich om de winstgevende
posten van de orde te bezetten."
Graaf Ernst Casimir van Nassau
liet zijn 8-jarig zoontje tot coadjutor
agreëeren en toen er bezwaar bleek,
omdat hij Luthersch was, toekende
hij een akte, waarin hij beloofde zijn
zoontje door een predikant eii onder
wijzer van den Hervormden godsdienst,
volgens aanwijzing dèr Staten te zullen
opvoeden.
Op negenjarigen leeftijd werd deze
toen landcommandeur en werd als
zoodanig opgevolgd door zijn broers,
die zoo aldus gedurende 44 jaren
de groote inkomsten van het landcom
mandeurschap opstaken.
In 1640 werd de bepaling geschrapt,
dat zij, die in het huwelijk traden,
de commanderie of de landcoinman-
derie moesten verlaten. Men huwde
door
ARCHIBALD CLAVERING GUNTER,
4
Montez springt op uit zijn droom. Een vroo-
lijke stem treft zijn ooreen blanke, aristo
cratische hand wordt hem vriendelijk groetend
toegestoken. Deze hand behoort aan Alice
Ripley, die, met de uitdrukking van vreugde,
hoop en geluk op het schoone Amerikaansche
gelaat, tot hem zegt; «Senor Montez, beste
vriend, gij zijt voor ons naar de Pareleilanden
geweest nog al een dienst meer, waarvoor
wij u moeten bedanken I"
«Is u nu geheel hersteld?" stamelt hij een
weinig verlegen, ofschoon zijn oogen onbe
schaamd genoeg zijn om smachtend te rusten
op de schoone vrouw, zooals zij daar voor hem
staat, in een wit mousselinen kleed, dat haar
bevallige vormen omhult, een zijden lint in het
gouden haar, waardoor aan haar schoon Sak
sisch gelaat, met de lachende, gelukkige oogen,
eenige kleur word gegeven.
a Ja vrijwel I" lacht zij. «Zoo wel, dat de
eetlust terugkeert. Ik wacht ongeduldig op
het ontbijt dat, volgens Anita, reeds klaar
staat in het tamarinde-boschje."
U is zeer veranderd u is schooner
geworden."
«Neen", lacht zij, «gelnkkiger. Ik gevoel
mij nog beter, nu mijn echtgenoot bij mij is.
Binnen tien dagen zal ik mijn dochter omhel
zen. Ben ik geen gelukkige vrouw Maar het
ontbijt? En avant, George, en voorwaarts
Montez I" en Alice Ripley huppelt door de
veranda naar het ontbijt, dat gereed staat in
de nabijheid van groene palmen en roode
bloemen een schilderijtje, dat Senor Montez'
blik zachter maakt en een gevoel van mede
lijden bij hem moet hebben opgewekt voor
de lieve, kleine Amerikaansche, die hij den
volgenden nacht aan haar echtgenoot en haar
vrienden, aan huis en kind wilde ontrukken.
Doch in het bloed, dat door zijn aderen
vloeide, was geen droppel van medelijden.
In zijn lichaam zijn daarentegen droppels
bloed, die getuigen van bandelooze hartstocht
en teugellooze begeerteen wanneer hij staart
in de blauwe oogen der vrouw, op haar blanke
huid, haar bevallig, bewegelijk figuurtje, dan
worden zijn oogen somber, terwijl hij mompelt:
«Een zeldzame bloem valt er voor Fernando
Gomez Montez van Panama te plukken Ha!
Dat is een gelukkige dag voor den slechtsten
knaap van het sehier-eiland."
HOOFDSTUK II.
Een ontbijt op Toboga.
Dan werpt deze kleine leerling van Satan
een vluchtingen blik op zijn verleden en denkt
hij aan vroeger dagen.
Hij is thans twintig jaar, doch men groeit
snel onder de heete zon van den Equator. Hij
herinnert zich het kleine stadje Cruses, in de
bergen waar de goede priesters hem zijn
Paternosters leerden, die hij alle dagen in zijn
klasse opdreunde, en ziin Latijn vermengde
met een geschreeuw, dat te voorschijn werd
geroepen door de slagen van een riem van een
gedroogde koehuid, bestuurd door de handen
van den sterken en werkzamen assistent der
padres.
Dit mengsel van boetedoening en gebed
behaagde den jongen Montez slechts weinig.
Zijn moeder, die in een palmhut woonde nabij
de watervallen van de Chagres, waschte voor
de paderszijn vader was de Hemel weet
wie en waar. Er scheen geen middel om weg
te komen. Men had een koorknaap van hem
gemaakt en de muitzieke kleine Fernando vloekte
terwijl hij zong, en zag geen ander vooruit
zicht dan een leven van bidden en boetdoenin-
gen, kaarsen achter een versierd beeld der
Maagd of de godsdienstige processiëD, welke
dagelijks door de straatjes der kleine stad
trokken. Doch juist op dat oogenblik ontwaakte
Cruses en leefde het weer op, hetzelfde Cruses,
dat voor de wereld begraven was tusschen de
heuvelen der Cordillera's sedert den tijd dat
er een doodsche sluimer lag over het schier
eiland, toen de weg naar Chili en Peru om
Kaap Hoorn werd genomen in plaats van via Pa
nama, en toen het getingel van de bellen der
muilezels niet meer werd gehoord op de berg
paden tusschen Panama en Porta Bella.
De eerste stroom goudzoekers ging in'49 over
het schiereiland naar Californië.
De jonge Montez ontvluchtte de kerk en
het bidden en de boetedoeninghij bekommerde
zich niet meer over vasten of gehoorzaamheid,
om zich te werpen in de opgewondenheid, die
op het schiereiland heerschte.
Toen hij dertien jaar was, verkocht hij aan
dorstige Gringo's water voor tien cent per
glas. Een jaar daarna dreef hij in de straten
van Chagres een kleinen handel in onrijpe ba
nanen, orjanjeappels en annanassen.
(Wordt vervolgd).