NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
BARON MONTEZ
Zaterdag 14 November 1903
Twee-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG El* ZATERDAG.
TWEEDE KAMER.
No. 91.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau Longest raat 77. Telephoonn». 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/j Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
De Kamer is weer bijeen en blijft
bijeen tot Kerstmis of langer,
't Begin was nogal saai. Alle partijen
brengen hulde aan den Minister van
Financiën voor 't ingediende wetsont
werp betredende de herziening van
de belastbare opbi engst tier gebouwde
eigendommen. Van de wet van 1897
was trouwens vooral in de provincie
Groningen gebleken, dat zij tot de
grofste onbillijkheden aanleiding gaf.
Welnu bij zoo'n algernesne hulde
betuiging is 't debat gewoonlijk niet
pikant en tie belangstelling der Kamer
leden gering.
Allerlei amendementen werden bij
de algemeene beschouwingen aange
kondigd, maar 't bleef bij de aankon
diging, want èn de Minister èn de
heer Roël wezen er op, dat juist de
wet van 1897 door de aanneming van
een amendement der commissie van
rapporteurs tot 't algemeen erkende
resultaat had aanleiding gegeven
De heer Bos betoogde, dat hoewel
deze verbetering noodig was. zeker
toch nog een delinitieve herziening
moet plaats hebben in dezen zin, dat
één schatting zal plaats hebben zoo
wel voor gebouwde als ongebouwde
eigendommen.
Wie ook de indiening van een
amendement vreesden, de sociaal
democraten niet en hunnerzijds werd
op art. 1 een wijziging voorgesteld,
die den indruk moest maken van
groot belang te zijn voor de kleine
boeren enz. De heer Ter Laan ver
dedigde dit amendement, maar werd
van alle kanten bestookt. De heer
Bos o. a. toonde duidelijk aan, dat
't ingediende amendement tot gevolg
zou hebben, dat voor sommige kleine
bedrijven een dubbeltje, een kwartje
misschien per jaar minder belasting
zou worden geheven, wat dus zeker
niet van groot belang is. Wel sprong
de beer Schaper zijn partijgenoot te
hulp, maar diens verdediging was
meer een betoog voor intrekking dan
voor handhaving van 'tamendement
Was de Minister nu maar iets toe
schietelijker geweest in zijn verkla
ringen, dan hadden de voorstellers
't amendement ingetrokken. De Mi
nister hield zich echter zeer gereser
veerd, de beeren konden dus fatsoens
halve niet tot intrekking overgaan en
't eind was verwerping van 't amen
dement met alle stemmen tegen, be
halve die der voorstemmers.
De wet zelf werd zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Toen kwam aan de orde 't wets
ontwerp, waarbij gelden worden toe
gestaan voor den bouw van vijf
tuchtscholen, nieuwe inrichtingen, die
gevraagd worden door de reeds in
1900 aangenomen kinderwetten De
Minister van Justitie had bij dit wets
ontwerp een zeer uitvoerige en dui
delijke memorie van toelichting ge
geven, waarbij 't systeem uiteengezet
werd, dat bij de opvoeding in deze
inrichtingen zal gevolgd worden.
Van alle zijden werd ook bier de
Minister buide daarvoor gebracht als
mede voor zijn even helder antwoord
op 't vooiloopig verslag.
Eén punt vond echter veel bestrij
ding. Iii de eerste klasse van die
scholen zullen de jongelui opgenomen
worden, die 't minst gezondigd heb
ben en wel voor in 't algemeen een
maand tijds. Welnu, op hen zal nu
juist de eenzame opsluiting worden
toegepast, weliswaar niet in gewone
cellen, maar in kamertjes mot een
stukje grond er achter, doch in elk
geval de bewuste veroordeelden zul
len eenzaam opgesloten worden. Daar
tegen verzetten zich leden van ver
schillende richting. De heeren Bijle-
veld, Ketelaar, Hugenholtz, Verhey,
zij allen betoogden, dat zulk een straf
van eenzame opsluiting nadeelig zou
zijn voor 't kind, onpaedagogisch en
aanleiding gevend tot geslachtelijke
zonden.
De Minister en de heer De Visser
verdedigden 't onderwerp, maar kon
den hun tegenstanders niet overtuigen
zoodat de lieer Hugenholtz ten slotte
een motie indiende, waarbij de een
zame opsluiting werd veroordeeld en
alleen als uilzondering werd toege
staan.
Docli nu zag men 't eigenaardig
verschijnsel, dat de lieer Bijleveld,
die in dezelfde richting als die der
motie gc-proken had, zich daartegen
keerde, gevolgd natuurlijk door alle
heele, halve en kwart partij- en coa
litiegenooten.
Zoo werd de stemming bijna zuiver
links tegen rechts en werd de motie
verworpen.
Nog had de heer Ketelaar gewezen
op de wenschelijkheid om ook vrouwe
lijke krachten bij 't personeel op te
nemen en evenals in vele weeshuizen
een »vader en moeder" aan te stellen.
Ook daarvan wilde de Minister en
de heer De Visser, die lid van den
centralen raad van toezicht op deze
gestichten is, niets weten Tegen
woordig waren nu eenmaal in derge
lijke gestichten de mannen ongehuwd
en dat moest zoo blijven.
Tegen zulke doorslaande argumen
ten kan niemand zich verzetten en
bij de tuchtscholen zullen dus geen
gehuwden in de school benoemd
worden. Als een ondei wijzer, die
-oor zijn taak in de tuchtschool zeer
geschikt is, trouwen wil, en dat plan
wil ten uitvoer leggen, moet hij zijn
ontslag nemen uit den werkkring,
die hem lief geworden is. De wet
wil dat zoo, hij heeft zich te onder
werpen, en de tuchtscholen hebben
er 't nadeel van. De wet werd zon
der hoofdelijke stemming aangeno
men.
De toestand op de landengte van
Panama.
Volgens mensehen, die het weten
kunnen, moet de onafliankelijkheids-
verklaring van de Columbiaansche
provincie Panama voornamelijk liet
gevolg zijn van de antipathie,
die van oudsher bestaat tusschen de
bevolking dier provincie en die van
het overig deel van Columbia. Ter
wijl de landengte bevolkt werd door
Amerikanen en vreemde kooplieden
en een van de meeste cosmopoliete
deelen der aarde werd. heeft het
overige deel van Columbia, dat uit
sluitend bewoond wordt door Spaan
sche Creolen, Mestiezen en Indianen,
bijna geheel het karakter bewaard,
dat het reeds bezat op liet oogenblik
van de losmaking van Nieuw Grenada
van het Spaansche moederland. Het
land, dat zeer moeielijk toegankelijk
is tengevolge van de bergmassa's der
Andes, bezit weinig verkeerswegen
en het binnenland is lastig bereikbaar
door een langzame en moeielijk reis
van honderden mijlen per boot langs
de grootste rivier, de Magdaiena.
De handeldrijvende bevolking van
Panama, die meer en meer onder
den invloed gekomen is van de Ameri
kanen, die er sedert een vijftigtal
jaren een spoorweg aangelegd en
geëxploiteerd hebben tusschen Panama
en Colon, dus tusschen de kust van
den Atlanischen en die van den Stil
len Oceaan, heeft voortdurend aan
gedrongen op den aanleg van bandels-
verkeerswegen en is dus altijd gun
stig gestemd geweest voor de voltooiing
van het Panamakanaal.
De Columbiaansche regeering ech
ter, heeft zich tegen die voltooiing
verzet, sedert de kanaaionderneming
uit de handen eener particuliere
maatschappij is overgegaan in die van
de machtige Amerikaansche Unie en
daarin is de oorzaak voor het huidige
conflict te zoeken.
Het Panamakanaal zal er nu zeker
komen: de Amerikaansche regeering
heeft de onafhankelijkheid der nieuwe
Republica del Istmo officieel erkend
het daardoor de Columbiaansche
regeering vrijwel onmogelijk gemaakt
te trachten, Panama terug te winnen.
En nu zullen onmiddelijk de onder
handelingen over liet Panamakanaal
met de regeering der nieuwe republiek
worden voortgezet.
Van de zijde der Europeesche mo
gendheden schijnen geen hinderpalen
in den weg gelegd te zullen worden.
Het heet, dat de Amerikaansche
staatssecretaris van buitenlandsche
Zaken Hay met do gezanten van
Frankrijk en Engeland te Washington
van gedachten gewisseld heeft over
de vraag, of men de republiek zou
erkennen. De Fransehe gezant ant
woordde bevestigend met verwijzing
naar het feit, dat Columbia de eigen
domsrechten van do Panamakanaal
maatschappij in den laatsten tijd heefl
trachten aan te vechten, wat van
Panama niet te vreezen zal zijn.
Uit Londen, Parijs en Berlijn wordt
gemeld, dat de regeeringen van Frank
rijk, Engeland en Duitschland de
Panamaquaestie geheel beschouwen
a's een zaak, waarmede zij niets te
maken hebben. De Vereenigde Staten
moeien alleen trachten een oplossing
te brengen. Een standpunl, waarmee
de Unie het natuurlijk volmaakt
eens is.
Het is aan vertegenwoordigers der
uit Finland verbannen personeu gelukt,
den Czar te Darmstadt een schrijven
te overhandigen, waarin een schets
van den werkelijken toestand in
Finland wordt gegeven.
In het stuk woidt uiteengezet, hoe
de Grondwet geschonden en de lands
taal verdrongen werd van de plaats,
welke haar toekomt. Al wat vanuit
Petersburg bevolen is, moet bij liet
Finsclie volk de overtuiging hebben
gevestigd luidt het voorts dat
zijne door Keizer Alexander I als
onherroepelijk bekrachtigde constitu-
tionneeie rechten, welke door Alexan
der II en door Alexander III niet
slechts bekrachtigd, maar nog verder
uitgebreid zijn, thans worden ver
nietigd en door een zuiver-autocra-
tiscli bewind worden vervangen.
Aan het slot van liet stuk wordt
DOOR
ARCHIBALD CLAVERING GUNTER,
6
Hij had een voorspoedige reis gehad, tot de
koorts de vrouw overviel die hij zoo innig lief
had. Daarom had hij haar naar Panama ge
bracht om uit te rusten desnoods om daar
te sterven.
Zijn koffers waren doorgegaan naar het
Oosten, behalve één, die hun oniniddelijke
benoodigheden bevatte, en nog een andere
deze verloor hij nimmer uit het oog de
zware waarvoor drie personen noodig waren
om hem te dragen. Zoo was hij dan met zijn
vrouw te Panama, toen hij Montez ontmoette,
die, daar hij veel in zijn manieren en optreden
van een gentleman had, door George Ripley
spoedig als zijn vriend werd beschouwd.
Montez had den raad gegeven, de slechte
lucht van het vasteland te verruillen voor de
frissche koelte, die uit de Golf over het eiland
Toboga streekdoor deze zephyrs had George's
vrouw haar gezondheid herkregen en had de
wanhoop het hart verlaten van den sterken
man, die haar beminde.
Gedurende deze dagen had Ripley in een
van zijn gesprekken met Montez zijn plan te
kennen gegeven, om een klein gedeelte van
het goud, dat hij meenam, om te zetten in
paarlen die zeer goedkoop waren te Panama,
vergeleken bij New-York. Deze schat wilde
hij zelf bewaren, want de kosten van het over
brengen van specie door Well's Fargo waren
zeer hoog, en George Ripley achtte zich zelf
sterk genoeg om zijn eigen geld te bewaren,
hij, die alle bandieten van de Mokelumne Hill-
mijn had weerstaan en dat bijzondere zelfver
trouwen bezat, dat alle Californiërs van die
dagen met de lucht der Sierra's schenen inge
ademd te hebben. Daarom had Ripley Wells,
Fargo en Co.'s diensten versmaad en had hij
op dien zonnigen dag op Toboga alles van
waarde bij zich wat hij bezat behalve zijn
dochter. Hierover nadenkende, prevelt Fer
nando: «Dappere Americano dwaze Ameri
cano
Juist hier word hij uit zijn gepeins opgeschrikt
door de stem van den dapperen Americano en een
forschen slag van de hand van den dwazen
Americano op zijn schouder. De stem zegt:
«Kom dan, Fernando Montez! Wij hebben
honger. De geur van het ontbijt is heerlijk
doch mijn vrouw staat er op dat wij op
onzen gast wachten." En Fernando Gomez
Montez ziet een tooneel, zooals zijn oogen nog
nooit gezien hebben de blonde schoonheid
der gematigde luchstreek, een streng contrast
vormende met de bekoorlijkheden van den
Equator, omgeven door een tropisch ontbijt al
fresco.
Als de koffie gedronken is, worden de vruch
ten gebracht en daarna wordt het gesprek losser.
«Waarom hebt u Anita gevraagd, mij te
gaan zeggen, dat ik u van uw ontbijt afhield
Het is zoo uitstekend", lacht de man, die tot
alle natiën behoort.
Anita scheen zich niet erg over u te be
kommeren", antwoordde de Amerikaansche dame.
«Misschien dacht zij, dat haar ontbijt niet zoo
goed was als het werkelijk is."
«Ei, was Anita pruilerig?" vraagt Fernando,
terwijl er een spottende trek op zijn gelaat
komt. «Anita heeft een Indiaansch tempera
ment en Indiaansche luimen." Hij ziet het
meisje verachtelijk aan, en zij werpt hem
blikken toe, welke verwijtend moesten zijn,
wanneer zij niet wraakzuchtig waren.
«Een beetje knorrig, Anita?" spot Montez
weer.
Zijn spot zou het meisje tot dolle woede
hebben gedreven, wanneer de Amerikaansche
dame niet plotseling had gezegd: «Zoek, bid
ik u, geen twist met haar. Gij weet niet hoe
vriqjj^jlijk zij geweest is gedurende uw af
wezigheid en mijne ziekteDan wendt zij
zich tot haar echtgenoot en vervolgt«Wij
moeten Anita's diensten niet vergeten, wan
neer wij haar verlaten."
«Neen," roept de joviale Californiër. «Anita
zal de grootste parel hebben, die Montez van
de eilanden heeft meegebracht."
Een glimlach vliegt over het levendige ge
laat van Indiaansche meisje.
Fernando glimlacht eveneens. Wat van Ani
ta is, is van hem.
«En wat zullen wij u aanbidden mijnheer
Montez?" vraagt de Amerikaansche beleefd.
»U, wiens gastvrijheid mij mijn gezondheid
terug heelt gegeven
«Een geschenk voor mij Mia madre, u is
al te vriendelijk."
«Zeker, zeg wat u wenscht en het zal u
gegeven worden," valt de Californiër in.
«O, wanneer u wenscht, dat ik zeg wat ik
met het grootste genoegen het mijne zou zien
het is uw uw fraaie revolver. Er bestaat
geen tweede op het gansche schierland geen,
die zoo just schiet, dat heb ik gezien," ant
woordt Fernando, terwijl hij met begeerige
blikken ziet naar het noodlottig wapen van
den Amerikaan.
CIVordt vrrvnlgd).