NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
BARON MONTEZ
No. 102.
Woensdag 23 December 1903.
Twee-en-dertigste jaarg-ant.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
BureauLangestraat 77. Tclephooiui». 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 71/, Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
PLAATSELIJKE BERICHTEN.
Wettelijke regeling van het
Arbeids-contract.
(Vervolg.)
Zooals reeds in ons vorig nummer
aan het einde van het verslag der
rede van mr. Sybrandie werd mede
gedeeld, hadden de lieeren Loopuit
van Amsterdam en Zijlstra van hier
zich voor liet debat doen inschrijven
Ten einde op een behoorlijke tijd
liet was inmiddels reeds ruim 10
uur geworden de vergadering te
kunnen sluiten, bepaalde de voorzit
ter, dat de debaters over 30 minuien
konden beschikken, aan lienzelve de
tijdsverdeeling overlatend.
De heor Loopuit ving aan met mede
te deelen dat hij aan het eigenlijk
debat eenige algemeene beschouwin
gen vvenschte te doen voorafgaan.
Met veel genoegen had de debater
gehoord, dat de heer Sybrandy de
sociaal-democratie eene partij van
den vooruitgang heeft genoemd, te
meer daar mr. S. enkele dagen ge
leden zich had uitgeput om in eene
rede, op een andere plaats gehouden,
aan te tonnen, dat de soc.-democratie
is een partij van achteruitgang. Zelfs
niet alleen de Hollandschen soc.-dem.
maar zelfs de Duitsclie, die bij de
laatste verkiezingen pi. m. 2 millioen
stemmen won. Dit bracht debater
tot de conclusie, dat de heer Sybrandy
niet hardleersch is, en dat mr. S. en
hij, zoo zij elkander nog vaak ont
moetten, op den langen duur, ten
opzichte van zeer veel zaken, wel in
't zelfde schuitje zullen komen.
Nog iets anders is er wat debater
heeft verheugd, en wel het feit, dat
mr. S. in zijn met veel geduld, met
veel taaiheid en met weinig weten
schap uitgesproken rede, zoo dikwijls
heeft gesdroken over de arbeiders
klasse. zoodat ook van die zijde het
begrip: klasse wordt erkend.
Maar met die klasse is het in mr.
S's. oog, rozengeur en maneschijn en
bestaat de klassenstrijd slechts in den
kop der sociaal democraten.
Debater heeft dan ook gedurende
de rede vaak naar het podium opge
zien, en ziclizelve afgevraagd: is dat
nu dezelfde mr. S. die hij op andere
vergaderingen had ontmoet? Vandaar
dat het vermoeden hij hem opkwam,
dat er twee mrs. Sybrandy waren,
waarvan die van dezen avond al een
heel revolutionairen sociaal-democraat
is, die spreekt van «klassen" van
»'t slavenleven der aibeiders," van
«verkeer onder kapitalisten," enz.
(applaus.)
Voor dat debater zal overgaan tot
het eigenlijk debat, moet hij mr. S.
wel verzoeken, in diens repliek zich
bij het onderwei p te houden, omdat
anders in de vergadering een zekeie
onrust gaat heeischen en welke te wij
ten is aan een eigenaardigheid van
sommige sprekers van anti-revolutio-
naiie zijde, die op het laatst komen
aanzetten met al lei lei dingen die er
met de haren worden bijgesleept.
Debater zal niet ingaan op 't juri
disch gedeelte van de rede, die door
spekt werd met termen ontleend aan
Uomeinscli Recht, enz., warit spreker
is geen jurist. Gelukkig niet. Zulks
zou niet geschikt zijn \oor deze ver
gadering, die 't tocii niet zou snappen
Die spitsvondige advokaterij hoort
meer thuis in de Tweede kamer.
In 't algemeen zegt debater, waait
uit 's lieeren mr. S's rede, een dub
bele geest, die eetierzijds getuigd van
liefde voor den arbeider, anderszijds
angst voor de ai beiders-beweging.
Liefde voor den arbeider: uit wat
mr. S. ten beste gaf, blijkt voldoende
dat mr. S. van liefde voor den arbeider
blakend is. Het is meer voorgekomen
dat zekeie heeren zoo in lichte laaie
stonden uit pure arbeidersliefde (appl.)
Zoo heel juist wist mr. S. bier en
daar in het arbeidersleven de vinger
op de wonde plekken te leggen, die
door de kritiek der sociaal-democratie
aan het licht zijn gebracht.
Natuurlijk hebben anderen dat ook
gedaan en debater zou zich gaarne
de eer aanmatigen, dat zijne partij
de eenige is geweest, maar de S. D.
A. P. is de voornaamste kritiseerende
factor. Juist de soc. dem. kritiek
doet overal, ten alle tijde haar licht
schijnen over alle voorkomende zaken.
Ook de heer Sybrandy van dezen
avond is de vinger komen leggen op
tal van wonde plekken ook hij heeft
gesproken van den sclirikkelijken ach
terstand.
Tot debaters derde genoegen heeft
mr. S. gesproken van de arbeiders
klasse tegenover de patroons-klasse.
Daar praatte mr. S. erg sociaal
democratisch.
Noodwendig werd nu mr. S. dus ge
dreven op het standpunt van den
klassenstrijd.
De patroons-klasse, die sterke,
machtige, uit zicii bijna altijd vijandig
tegenover de arbeidersklasse. Mr S.
kan dus hier voelen en tasten, dat
niet de soc. dem. den klassenstrijd
in hun hoofd halen maar dat zij
inderdaad is ontstaan uit de maat
schappelijke verhoudingen. De klas
senstrijd is geboren uit de econo
mische ontwikkelingsgang der maat
schappij.
Mr. Sybrandy heeft liet noodig
geoordeeld zijn ietwat taaie rede op
te frisschen met eenige politieke in
termezzo's. Zoo zei hij, dat thans
elke partij wettelijke regeling van
liet arbeidscontract wenscht, behalve
de meest conservatieve. Een conser
vatieve partij kent debater niet, ten
minste niet in dien zin van een ge
organiseerd optredende party. Wel
zijn er consenatieven, waartoe de
groep Lobman behoort, die eigenlijk
het roer in handen heeft.
(De voorzitter verzoekt den debater
bij het onderwerp te blijven, wat een
hevig protest der vergadering uitlokt
Dit ministerie komt nu met ver
schillende wellen aandragen. En al
gaat liet niet tegen St. Nicolaas, van
't ministerie Kuyper zijn wij toch
allerlei verrassingen te wachten.
Pertinont ontkend debater, dat dit
ministerie meer uitricht dan het mi
nisterie Borgesius. Men blijft nu
maar wetten op wetten stapelen om
bij de volgende verkiezingen ze te
doen dienen als lokaas voor de kie
zers.
De opvatting die mr. S. van het
begrip «loonarheiders" heelt, past niet
meer voor het tegenwoordige prole
tariaat, dat de fabrieken bevolkt. De
verhouding lusschen patroon en ar
beider is niet meer zóó als mr. S
ze schetst. De arbeider, die werkt
ontvangt loon, maar bovendien stoit
hij winst in de zak van den patroon.
Het is dus hier niet ruiling van eigen
dom. in dien zin dat de eigendom
van den arbeider wordt geruild (te
gen gelijkwaardige) eigendom (de
arbeidskracht (van den arbeider en
van hetgeen, waarmede geruild wordt,
krijgt de arbeider een déél, bet loon
en de patroon de winst.
De zeer juridische beschouwing van
Mr. S. past niet voor den tegenwoor-
digen economisch-sterk ontwikkelden
staat.
Ook sociaal democraten kunnen in
een arbeidscontract wei eenig voordeel
zien, maar het groote verschil tusschen
mr. S's en debater's opvatting is dit,
dat mr. S. liet arbeidscontract als
hoofdzaak, de organisatie als bijzaak,
debater daarentegen, het arbeidscon
tract als een geringe aanvulling van
het werk der organisatie beschouwt,
Het essentieele is de vakorganisatie,
die bij mr. S. achteraan komt.
Mr. S. heefl den arbeider een slaaf
genoemd, en daarmede zijn de soc.-
dem. het eens, al is het uitgangspunt
een ander. Maar mr. S. wil die loon
slavernij doen voortbestaan, en doen
vastleggen in de wet, zoodat naast de
economische keten den arbeider nog
een wettelijke keten wordt aangelegd,
en daaidoor komt de arbeider in nog
slechter conditiën.
Mr. S. heeft gewezen op België
Duitsehland, Oostenrijk, Zwitserland,
doch zijn wetenschap is geput uit
handboeken en geschriften, debater
kent de toestanden uit ervaring.
Zijn leermeesteres was de practijk.
Debater heeft jarenlang in België
gewerkt, en daar heeft hij geleerd hoe
ontzettend moeilijk 't is, de arbeiders
te organiseeren, juist door die wette
lijke arbeidscontracten.
(De voorzitter merkt op dat de tijd
verstreken is, de heer Loopuit doet
een beroep op de vergadering. De
tweede debater, de heer Zijlstra staat
een kwartier van zijn tijd af.)
De heer Loopuit vervolgt:
Als mijn ervaring mij leert, dat
wanneer een werkstaking wordt ge
proclameerd, ongeacht of zij recht
vaardig is of niet, de bestuurders der
organisatie in de kast kunnen worden
geduwd, juist door het contract, dan
zeg ik, weg met allecontracten (applaus)
en liever wat minder geregeld.
Debater komt dan tot'de conclusie,
aanvullend, maar ook niet meer dan
aanvullend kunnen contracten eenig
nut hebben.
Alles komt ten slotte neer op organi
satie. Engeland bijvoorbeeld heeft geen
arbeidscontract, alleen een leerling
contract, en toch marcheert de indu
strie daar beter dan ergens anders
ter wereld, dank zij de uitstekende
organisatie.
De eenige remedie om tot hetere
economische verhoudingen te geraken
dit erkennen alle sociaal-politici
van eenige beteekenis is een goede
vakorganisatie, die geleid wordt door
krachtige persoonlijk lieden, en welke
men den tijd moet laten om zich vrije
lijk te ontwikkelen.
Ook de üuitsche reglementen be
wijzen dat dergelijke contracten niet
veel helpen.
De scheidsgerechten onzerspoorweg-
maalschappijen onlangs ingesteld zul
len evenmin iels uitweiken, daar zij
zoo gemakkelijk kunnen ontdoken wor
den Immers geeft men iemand eervol
ontslag maar dus toch ontslag
dan kan hij toch geen beroep doen
op het scheidsgerecht.
Debater acht arbitrale scheidsge-
DOOR
ARCHIBALD CLAVERING GUNTER.
17
De brug, over dit gedeelte van den spoor
weg gelegd, vanwaar de redevoeringen waren
gehouden, was versierd met de vlaggen van
Frankrijk en Columbia.
In de fijnste rijtuigen der stad, ofschoon
niet van den laatsten smaak, was graaf Fer
dinand de Lesseps met zijn gevolg van inge
nieurs, politici en gelukzoekers door de straten
gereden, welke voor de eerste maal in de ge
schiedenis van Panama en ook in de toe
komstige geschiedenis schoon waren. Zij waren
op bevel van den gemeenteraad geveegd, opdat
de stank de fijne neusgaten van den grooten
Franschman niet onaangenaam zou aandoen.
De huizen langs den weg, die van het station
naar het oude Gargona voerden en naar het
Grand Hotel, waren voor deze gelegenheid ge
wit, om de kiemen van gele koorts en Cholera
Asiatica te verdrijven, die de onhebbelijke ge
woonte hadden om te blijven zitten op de
daken van palmbladeren en in de verschimmelde
balken.
Dit was geschied op voorstel van Don Fer
nando Gomez Montez, destijds een der voor
naamste dignitarissen der stad, bankier en van
zijn confrères, met de opmerking: Caramba!
Wanneer al die verwijfde Fransche "Yellow
Jack" el vomito negro ontmoeten, voor zij de
werkzaamheden zijn begonnen, vaarwel dan
ons kanaal, dat ons rijk moet maken."
Zoo kwamen dan de Franschen aan, onder
het hoefgetrappel der paarden, en het ge
schreeuw der creolen, negers en het voornaamste
deel der bevolking; zij reden tusschen twee
bataillons inlandsche troepen door, die langs
den weg stonden geschaard, haveloos, barre
voets en even slecht gewapend als in de dagen
van '49; want deze man en die natie zouden
weelde en handel en bedrijvigheid brengen
in een stad, die doodsch was sedert de da
gen, toen de vroegere reizigers naar Californië
trokken; Panama zou nu steeds grooter. rijker,
bevolkter en belangrijker worden dan ooit de
oude stad was geweest, wier toren eenzaam
op vijf mijlen afstand in het Zuiden lagde
stad, door Morgan's boekaniers twee honderd
jaar geleden verwoest; Panama zou de
rijkste stad op de aarde onder baars gelijken
worden.
Onder de élite, die was samengekomen om
den grooten Franschman te ontvangen, stond
ook Fernando Gomez Montez, op het oogenblik
toen hij den eersten grooten coup van zijn
leven had gewaagd, den moord op den terug
keerenden Californiër. van dien tijd af had hij
het gestolen stofgoud in handelsondernemingen
gestoken en zich een fortuin opgebonwd, dat
zeer aanzienlijk kon heeten voor een stad van
Columbia, ofschoon het dat niet was voor
Parijs of New-York. Tot deze ontdekking was
hij gekomen door zijn reizen, want hij was in
Amerika geweest. Zijn geest, meer omvattend,
slechter en gewetenloozer dan ooit was door
de ondervinding fijner en omzichtiger geworden.
Met twintig jaar was hij een groote schelm;
met vier en veertig is hij een groot man,
doch tevens grooter sshelm. Bij de brutaliteit
van den bandiet had hij de finesse van den
diplomaat gevoegd.
Den vorigen dag had hij zijn redevoering ge
houden aan het station en des avonds aan het
banket; de grand Francais had hem omhelsd,
hem met diplomatieken tact gevleid en hem
den plaatselijken held van het kanaal genoemd
want hij had er zich erg druk voor gemaakt,
om van de regeering van Columbia te verkrij
gen, dat de concessie voor tien millioen francs
zou worden verkocht aan Fransche aandeel
houders.
Dezen dag was hij op de Tobaguilla door
de baai gevaren naar La Roca van de Rio
Grandeaan boord van het schip bevond zich
ook mademoisselle Fernanda de Lesseps, die
de werkzaamheden aan het kanaal zou inwijden
door met een kleinen schop de eerste zode
weg te spitten van al de aarde, die den At-
lantischen van den Grooten Oceaan scheidt.
Doch toen het laat werd, omdat de duisternis
in dit land spoedig invalt, kwam men overeen,
dat het binnenvaren van de stoomboot in de
rivier zou gelden als de opening der werk
zaamheden van het kanaal en de schop aarde
achterwege zou blijven.
Yan den tocht teruggekeerd, was Fernando
Montez een van de weinigen, die geuoodigd
waren aan het souper, dat vóór het bal werd
gegeven in de kleinere zalen van het Grand
Hotel. Verscheiden attaché's van De Lesseps
zaten aan tafel een Paralta, een Diaz, en
een of twee andere voorname vertegenwoor
digers van het schiereiland. Het is een souper
voor heeren en ofschoon de groote Fransch
man zelf niet tegenwoordig is, zijn allen toch
vol geestdrift over het kanaal, dat aaD ieder
een kans zal geven om een for tui n te stelen.
Onder de aanwezigen is een Angel-Saks, een
man van ongeveer acht en twintig jaar, met
een aangenaam, zacht gelaat, licht haar, een
knevel en een baardje volgens Fransche mode.
Zijn kleeding toont meer den Parijschen dan
den Amerikaanschen smaak.
(Wordt rerrotgd.)