NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. Oud en Nieuw. FEUILLETON. BARON MONTEZ No. 1, Zaterdag 2 Januari 1904. Drie-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG Elf ZATERDAG. Bij flit nummer behoort een Bijvoegsel. VAN WEEK TOT WEEK. BUITENLAND. Amers Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het gelieele Rijk Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken iutezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Rureaii: Langestraat 77. Telephoonno. 69. AD VERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7l/j Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Wanneer een boek dat ons boeide uitgelezen is wordt bet weggelegd meestal met een zeker gevoel van on voldaanheid.- Immers over dit of dat onderwerp hadden wij gaarne meer willen weten, van dezen of genen per soon hadden wij zoo gaarne meer nog vernomen. Met onverdeelde aan dacht hebben wij het verhaal gevolgd, onze verwachting was hoog gespannen, en zie daar Icwam zoo plotseling het einde. Wij zijn dankbaar maar niet voldaan, wij hebben genoten en zijn niet geheel bevredigd. Is dat niet een beeld van het jaar dat wij weer hebben doorleefd, hel zij gij het jaarboek opslaat van wereld, stad of land, of van uw persoonlijk leven en wat daarmee verband houdt, ja vooral van dit laatste? Laat het jaar niet eenzelfden indruk achter? Boeiend was het zeker wel, te meer daar wij zelf in dit boek een rol vervulden met zoovelen die ons lief en waard zijn. Van dezen verdween menigeen van het tooneel, van wien wij meer genot ons beloofden; feiten van gewiclu gingen sriel en voorgoed voorbij als platen van een bioscoop Wij zijn dankbaar voor wat het jaai ons gaf, maar een gevoel van onvol daanheid blijft. Evenals na de lezing van het boek keeren wij in gedachten naar het begin terug, peinzen voort naar het einde, nu en dan stilstaande bij zaak of persoon die meer dan gewone be langstelling trok. Zoo'n jaar, een schat van uren. voorbij het is wel iets om even bij stil te staan. Oudejaarsdag is altijd een ernstige dag, ieder komt onder den indruk van het komen en gaan. De laatste avond noodt tot rusten, vraag! dat wij voor een wijle de bezige han den in den schoot leggen, ons terug trekken uit het woelige leven en ons overlaten aan den weemoed van tal looze herinneringen. Noem het toegeven hieraan niet zwak en wekelijk. Het is waar, wat tegenwoordig en toekomende is moet een eerste plaats innemen in ons hart, een Ilink ploeger ziet niet om. Het is zoo, het heden heefl op onze kracht, de toekomst op onze zorg aanspraak (Iet is zelfs goed, veel dat achter ons ligt le vergeten. Maar wee ons, als er van de herinnering geen kracht uit gaat en leering voor de taak die ons wacht. De herinnering aan wat ge schied, beleefd, gedaan is, kan ons wijzer maken. Ernstig stemt de gedachte aan de vluchtigheid en de veranderlijkheid van al wat is; smartelijk stemt de herdenking van leed en verlies. Doch deze troost is daarbijde herinnering spieekt van zooveel liefde en de liefde vergaat niet; onze beste en zuiverste idealen blijven ongerept: wat als innige waarheid in ons leeft kan niet sterven en de liefde vergaat nimmermeer. De herinnering is engel en demon tegelijk Zij toovert hare beelden ons voor in heerlijken lichtglans, én zij wekt het verlangen naar het onher roepelijk verlorene. De twaalf klokslagen van midder nacht dreunden menigeen luid en scherp in het oor als even zooveel snijdende verwijten, zonder genade herhaald: te laat! te laat! Wellicht brachten schaamte en vrees en rouw den wensch voort; mocht ik nog eens beginnen, dit jaar en. kon het zijn al de jaren mijns levensDan zou het anders zijn, ja beter Zou het inderdaad zoo wezen? Zou de liefdelooze liefderijk zijn ge worden, de ongelukkige dan gelukkig zij ti Als gij het waarachtig gelooft, waarom dan niet gebroken met het verledenc, wat verhindert een nieuw leven nog te beginnen? Is het oude jaar een gelezen boek gelijk, een nieuw jaar kan vergeleken worden hij een boek, waarvan de bladzijden nog onbeschreven zijn. Daar mee doen de menschen zooais de kin deren die met een nieuw schrijfboek beginnen. Met zorg en nauwgezetheid wordt de eerste bladzijde behandeld, die moet er net uitzien. Het voor nemen is er wel, om alle volgende bladzijden aan de eerste gelijk te maken, doch plan en uitvoeiing zijn twee en vaak wordt spoedig, soms al op do tweede bladzij, het schoone voornemen vergeten. Geen wonder dat wij opzien tegen een nieuw jaar", er kan zooveel in gebeuren, wie weet wat het ons brengt aan goed en kwaad. Daarom wenschen wij elkaar geluk, veel heil en zegen In dat wenschen is veel ijdelheid, lippentaal zonder gloed of zin. De Parijsche «Temps" wijdde een hoofd artikel aan de «ijdele plichtplegingen" met Nieuwjaar, welke, zegt het blad. bij de kortheid des levens ten eenen- male onzinnig zijn geworden, nu men nauwelijks den tijd kan vinden voor al het noodige, dat men te doen heeft. Zoo wordt gestreefd naar vereen voudiging in deze en menigeen ver zoekt van kaartjes verschoond te mogen blijven. Nu, vereenvoudiging zal ieder toejuichen, want er is een schromelijke overdrijving in kaartjes en visites die voor alle partijen lastig en vervelend is Maar anders, wat genoemd blad als reden tot afschaffing aanvoert, de kortheid des levens en de meer gevorderde arbeid, dat is juist een reden te meer om de jaarwisseling als rustpunt te beschouwen, noodiger nog dan voorheen. Van overdrijving ontdaan blijve de goede gewoonte om onze beste vrienden telkens bij het bereiken van den mijlpaal na een tocht van twaalf maanden een »goede reis" toe te roepen, en onze beste wenschen mee te geven. Welke wenschen Een rijke Ameri kaan liet een zijner slaven bij zich komen en sprak Caesar, gij moogt di ie wenschen noemen en als 't kan zal ik ze vervullen. «Massa, ik zou gaarne altijd bij u blijven, altijd ge noeg tabak hebben en een pak zoo als gij hebt." «Caesar, kies toch wat beters!" «Nu dan, Massa, geef mij een beetje meer tabak," was het autwoord. Nog een beetje meer van wat toch niet veel waarde heeft, liefst een beetje meer geld. Zoo zijn de menschen in hun wenschen, niet be paald dwaas, maar ze worden er niet gelukkiger mee. Wenschen wij elkaar voor het nieuwe jaar: lust en moed, trouw en vasten wil, en toewijding aan den dagelijkschen arbeid. Rusland en Japan. De Japansche regeering heeft haar gezant te Petersburg het antwoord doen toekomen op de Russische voor stellen. Dit antwoord zou gesteld zijn. naar uit Tokio bericht wordt, in vriendschappelijke bewoordingen, die den weg tot nieuwe gedachten wisse lingen openlaten. En uit Kobe wordt gemeld, dat Japan aan Rusland 14 dagen tijd zou heb ben gegeven ter beantwoording' van de nota. De toestand in Korea schijnt in- tussclien steeds slechter te worden. Uit Tokio werd van Zaterdag geseind «Slechte berichten zijn ontvangen uit de Koreaanscha havens, waar vol komen anarchie zou heerschen In de oorlogshavens worden uitgebreide voorbereidingen getroffen om troepen le zenden naar Foesan, Masamphoen Tsemoelpo ten eide de orde te her stellen. De maatregelen zouden zijn genomen met toestemming van Rus land". Met toestemming van Rusland. Dit klinkt wel wat al te mooi om waar te zijn. De Japansche oud-minister van buitenlandsehe zaken Kato heeft het woord gevoerd aan een feestmaal waar menschen uit allerlei klingen aanzaten. Hij zeide het te betreuren, dat het volk niet door de regeering op de hoogte gebracht werd van den toe stand, maar als de keizer den oorlog verklaarde, dan zou de natie hem als één man steunen. Graaf Okoema, de gewezen minister-president, zeide dat Japan ook zijn eigen voortbestaan op het oog had, waar het de onschen- hied van China's grondgebied verde digde. De zaak Dreyfus. De revisie-commissie sprak zich na het rapport van Mercier metalgemeene stemmen uit ten gunste van de ont vankelijkheid van het verzoek om herzienig. Zaterdagmiddag is het dos sier der zaak aan het Hof van Cassatie overgelegd. De ordonnans-officier, kapitein Targe, was belast met het onderzoek van de dossiers. Chambareau, president van de Straf kamer van het Hof van Cassatie heeft nog geen raadsheer-rapporteur aange wezen. Dit znu heden gescheiden. Dit rapport zal een geruimen tijd eischen. Na konnisname er van wordt de dag bepaald, waarop men het pleidooi van Moinard, Dreyfus'advocaat en de conclusies van den procuieur-generaal zal aanhooren. Volgens inlichtingen, welke de «Presse" uit den mond van eer. raads heer aan het Hof zou hebben, zijn slechts twee dingen voor Dreyfus mogelijk. Indien de Kamer van Straf zaken besluit tot een enquête door het Mof Cassatie te houden en de revisie dus niet dadelijk opdraagt aan een krijgsraad, dan kan, zegt de geïnter viewde raadsheer, bet Hof slechts een van beide doen Met zijn drie Kamers vereenigd kan liet de revisie verwerpen of hel kan ze opdragen aan een krijgs raad. Zelf de revisie ter hand nemen kan fiet niet. En de krijgsraad kan ARCHIBALD CLAVERING GUNTER. 20 En ofschoon het hem met zekeren tegenzin wordt medegedeeld, verneemt hij toch, dat de vader van mr. Larchmont te zijner tijd kleer maker te New-York is geweest en het geld, dat hij met jassen en broeken had verdiend, omzettende in roerend eigendom, spoedig een der magnaten van Manhatten was geworden, ofschoon zijn oudste zoon zich steeds schaamde dat te erkennen niettegenstaande het aardige vermogen dat hij zijn twee zoons had nage laten. «Och!" merkt Montez na deze bekentenis op, nniemand kan in de Vereenigde Staten zijn burgerlijke voorouders verloochenen; het is het land van handel en geld." En verach telijk spreekt hij over den handelsman, gelijk een roover steeds zal spreken over een koopman. Hij heeft spoedig bemerkt, dat de man, die tegenover hem zit, zich eenigszins schaamt over zijn handeldrijvende Amerikaansche voor ouders en in zijn gesprek den naam aanhaalt van ieder persoon van rang of hoogen stand, dien hij in de Oude Wereld kent. Hij heeft even spoedig begrepen, dat de man, die zich schaamt over zijn handeldrijvend vaderland en zijn kleermakersfamilie, het best te vangen zal zijn, wanneer hij zich, wat geboorte betreft, boven hem kan plaatsen. Als terloops laat hij zich ontvallen: «Of schoon gij, Noord-Amerikanen geen aristocratie hebt, hechten wij, Zuid-Amerikanen, nog veel waarde aan de onze. De Hidalgo's van Spanje vergeten nooit, dat zij grandes zijn. Dat zijn ook de herinneringen, die ik van mijn voor ouders behouden hebt!" Een droppel bloed van den een of anderen Spaanschen Conqui- stadore schiet hem in het oog, en eenigszins uit de hoogte ziet hij op zijn Pransch- Ame- rikaanschen kennis neer. Kort daarna ver laten zij langzaam het vertrek, waar het kleine souper heeft plaats gehad, en begeven zich naar de balzaal. Als zij door de helder ver lichte gang gaan, komt een bekoorlijk figuurtje op hen toe trippelen. Het is een allerliefst meisje, dat als een nimpf gekleed is in gaas en wit mousseline, met bloemen versierd. Zij is vergezeld door een Fransche bonne, die tevergeefs tracht haar gezag te doen gelden op de kleine, die haar voogd toeroept, «mr. Larchmont Frank voogdzie eens wat de graaf mij beeft gegeven." Zij laat een van die fraaie decoraties zien, welke de beminnelijke graaf heeft doen uit- deelen onder de dames van Panama een medaillon van email, met goud afgezet en voorzien van het wapen van Columbia en een inscriptie in het Spaansch, verkondigende de inwijding van Del Canal Interoceanic door graaf Ferdinand de Lesseps. Deze keurige onderscheidingsteekenen waren met volle handen rondgestrooid aan al wat Panama jeugdigs en schoons had; zij vormden slechts druppeltjes in de groote uitgaven, welke eens zouden worden gedaan, doch beloofden reeds op welke wijze met handenvol het goud zou worden uitgestrooid onder beschermers, ondernemers en geëmployeerden in het kort over ieder, die bij deze reusachtige ouderne ming betrokken was behalve over de aan deelhouders. Het kind is opgetogen over haar geschenk, dat zij, op de teenen staande, haar voogd laat zien. Zij strekt haar blanke armpjes uit; haar wit kleed laat de lieve vormen onderscheiden en zoo schijnt zij in haar bevallige houding in de oogen van Montez een heerlijk ideaal. Want zij heeft het blonde haar en de blauwe oogen, waarop de donkere volkeren zoo verzot zijn; en haar gestalte, gehuld in de lichte kleeding van dit warme klimaat, belooft zich in de naaste toekomst heerlijk te zullen ont wikkelen. «Dit is mijn kleine pupil," zegt Larchmont, terwijl bij het sieraad, dat zij hem toereikt, beschouwt. «Miss Jessie Severn, veroorloof mij, u Senor Montez voor te stellen." «Baron Montez." »0!" is de min of meer verbaasde uitroep van den Amerikaan. «Ja, wij, de familie Montez, zijn oude Casti- lianen en, gelijk all Hidalgo's, houden wij ons stipt aan onze namen en titels. Gij zult mij deze kleine opmerking niet euvel duiden," zegt Fernando, en hij glimlacht tevreden over zijn eigen vindingrijkheid "Baron Fernando Montez." Het kleine meisje valt hem hier in de rede, en zegt: «Hoe merkwaardig; Mademoiselle Fernanda de Lesseps zou vandaag het kanaal openen en u heet Fernando Fernando Mon tez dat is een mooie naam I Ik noem de kleine Fernando Tototé; moet ik u nu noe men Tototo?" Dan bekijkt zij de kleine gestalte van den edelman en ziet zij verbaasd naar zijn plat gekamd haar, dat aan de slapen reeds eenigszins begint te grijzen; zijn merkt zijn bewegelijken mond onder zij gewasten knevel, en zijn wit hemd, dat een decoratie draagt de eene of andere oude Spaansche orde, die hij in een Peruaansche kerk heeft opgeraapt. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 1