Nieuwe Imersfuortsclie Cauraot
TWEEDE BLAD
ZATERDAG 6 FEBRUARI 1901
Plaatselijk Nieuws.
DER
van
„Socialisme en Stofvergoding."
Maandagavond werd in ..De Arend"
onder leiding van den lieer P. Goossen
eene openbare vergadeiing gebonden,
uitgeschreven door de anti-revolution-
naire Propaganda-club «Groen van
Prinsterer waarin dn heer N. Ooster-
baan, arrondissements-schoolopziener
te Doesburg eene lezing hiold over
«Socialisme en Stofvergoding."
De zaal was vrij goed bezet. Er
werd hinderlijk gerookt, waardoormen
bijkans werd gedwongen aan de alge-
meene rookerij mede te doen.
De heer Goossen opende kwart na
acht de vergadering met gebed en
heette daarna de aanwezigen welkom.
Hij zeide het genoegen te hebben den
heer Oosterbaan als inleider te kunnen
voorstellen, doch oordeelde het over
bodig dat met veel woorden te doen,
daar de heer Oosterbaan geenszins
een onbekende is.
De heer
Oosterbaan
vangt aan met te zeggen, dat hij wil
houden een lezing, geen politieke
rede, gem causerie en tot onderwerp
heeft gekozen «Socialisme en Stof
vergoding".
Er is ongetwijfeld, aldus spr., geen
vraagstuk van den nieuweren tijd dat
zoozeer de algemeene belangstelling
van heel de beschaafde wereld heeft
gaande gemaakt, dan dat van het Socia
lisme.
Zonder andere invloeden geheel te
negeeren, komt het spr. voor, dat
twee oorzaken op den voorgrond tie-
den, die daarvoor de verklaring geven.
In de eerste plaats de modernisee
ring van den godsdienst en het zede
lijk leven in alle landen, welke is
opgetreden tijdens de heerschappij
van het liberalisme en in de tweede
plaats de moderne arbeidersbeweging,
als gevolg van de bijeenhooping van
duizende arbeiders in de centra van
handel en industrie, welke arbeiders
een greep doen naar de kiuk der
staatsmachine.
Voor spr. tot zijn eigenlijk onder
werp nadert, wil hij eerst twee vragen
beantwoord zien. en wel: wat hebben
wij onder Socialisme, wat onder Stof
vergoding te verstaan. Reeds uit het
antwoord op die beide vragen zal
kunnen blijken of die beide begrippen
zoo maar los naast elkander staan,
of dat er tusschen hen een onlos
makelijk verband bestaat.
Socialisme staat in verband met
het Latijnsche socius, hetgeen een
voudig makkers beteekent. Er zit
dus in, het idee «kameraadschap"
dezelfde idee, die het «maatschappe
lijk" is in «maatschappij".
Als zoodanig staat het socialisme
tegenover het individualisme, dat uit
roept «Ben ik mijn broeders hoeder,"
terwijl het eerste leeraart: «Hebt uw
naasten lief, gelijk uzolven."
Het socialisme is dan ook de leer
van het «allen voor één, en één voor
allen," het liberalisme heeft tot hoogste
wijsheid de wedstrijdleuze «ieder voor
zich."
In dit verband staat het christendom
aan de zijde van het socialisme. Het
was in dit verband dat zoowel Prof
Ghesing als Dr. Kuyper het goed recht
van het socialisme hebben bepleit.
Maar daarbij werd op den voorgrond
gesteld, dat socialisme niet hetzelfde
is als sociaal-democratie.
Op het sociaal congres werd dan
ook nadrukkelijk gezegd, dat waar de
christelijken het gebied der sociale
actie gingen betreden, dit niets had
uitstaan met sociaal-democratie.
Doch laten wij voor alles zien wat
socialisme is.
De oordeelen daarover zijn nog al
verward. Zij die in het socialisme niet
anders dan omverwerping zien, hebben
er een even scheeve voorstelling van
als zij die «alle socialen in een haring
ton" willen duwen, en als Rotschild,
die aan één der 40 millioen Franschen
eén franc gaf, omdat hij dan hem had
gegeven, hetgeen hem volgens het
socialisme toekwam.
Spr. citeert vervolgens uitspraken
van Moritz en Kmgsley, Huet, Quack,
Treub en anderen.
Al wil men lotsverbetering, of anders
gezegd, een breederen plaats aan den
levensdisch, dan is men daarom nog
geen socialist. Ware het doel van het
socialisme de arbeiders louter vooruitte
brengen, dan waien de profeten, Jezus
Christus, de apostelen, Groen van
Prinsterer en dr. Kuyper óók socia
listen. (Gelach
Wil men de sociaal-democratie
kennen, dan moet men in de eerste
plaats hun protocollen en manifesten
naslaan
Daarom raadpleegt spr hetcommu
nistisch manifest van Marx en Engels
(1847) en hield een korte beschouwing
over de hoofdstroomingen der sociaal-
democratie.
Er zijn drie voorname verdeelingen,
het actieonair, het conservatief en het
utopistisch socialisme.
In het begin van het vorig jaar
verscheen van onzen landgenoot mr.
S. J. Visser, een katholiek rechts
geleerde, een artikel in het Sociaal
Weekblad, over «Christendom en
Socialisme", waarin hij poogde aan te
toonen, dat het christendom en de
sociaal-democratie niet noodzakelijk
met elkander in strijd zijn. Hij defi
nieerde de sociaal-democratie als de
gemeenschappelijke overtuiging van
hen, die de arbeidsorganisatie van
Staatswege het hoogst stellen, terwijl
mevrouw Roland Holst, een der be
kwaamste woordvoerders der Sociaal
democratie in den «Bode", het orgaan
van den Bond van Nederlatidsche On
derwijzers schreef: «Socialisme is
meer dan een economisch systeem
het is de levensbeschouwing van het
proletariaat."
Met deze laatste uitspraak kan spr.
zich meer vereenigen en het is een
grondfout van mr. Visser, dat hij
voorbijzag, dat socialisme is een le
vensbeschouwing en alléén afging op
de politieke programma's. Hij deed als
iemand die een hotel noodig heeft
en alleen op de adiche afgaat, zon
der bij vertrouwbare personen te
informeeren.
Bovendien kon men alleen uit de
programma's de partijen kennen, dan
was het liberalisme jaren lang een
onkenbare paitij geweest.
Wij moeten nagaan wat de uitingen
zijn, en niet vragen naar woord
beleekenis, maar naar spraakgebruik.
en dan is de Nederlandsche sociaal
democraat. iemand die de beweging
volgt, onder leiding van Troelsira in
de S. D. A. P welke in Augustus
1894 te Zwolle werd opgericht door
ile 12 apostelen, (waaronder Vliegen,
Polak, v. d. Goes, Helsdingen e. a
uit vrees dat men door de richting
te behouden, die door Domela Nieu-
wenhuis in 1891 werd ingeslagen, het
contact met de Internationale S D
zou verliezen
Vervolgens zet spreker uiteen wat
de Internationale S. D. wil, en citeert
daartoe uitspraken van Ferri, Marx.
Bernstein, Bebel, Cornelis Huygens,
Singer, Engels, Feuerbach e. a en
betoogde dat de Marxistische theorie
in natuurwetenschappelijk opzicht
steunt op Darwin's evolutie theorien.
Omtrent den merkwaardige Karl
Marx deelde spr. een korte biografie
mede.
Hoe moeilijk het ook is uit den
socialistische litteratuur goed te putten
wat eigenlijk de sociaal-democratie
wil immers er is nog al meening-
verschil; een streng dogmaticus als
Gorter heeft nog al eens meningver-
schil met een plooibaar man als Troel
stra, wat o a. aan den dag kwam bij
de behandeling der agrarische quesiie
in het schoolvraagsluk blijkt toch
genoeg, dat het eigenlijk niet anders
is dan de practische toepassing op
economisch gebied van de Darwinis
tische theoiie.
Zij neemt het standpunt in aan
gewezen door de meerwaarde theorie
de leer van den klassenstiijd en het
historisch materialisme
Wat is eigenlijk dat historisch ma
terialisme?
Het is een leer steunend op de
evolutie theorie van Darwin, waarbij
wordt aangenomen, dat de mensch is
gevormd uit een reeks van werkingen
gedurende eeuwen en eeuwen en is
ontwikkeld uit de cel, of breeder ge
zegd, dat alle organisme zijn ontwik
keld uit de eenvoudige cel, enz.
Spr. weerlegde het gevleugeld woord.
«Der mensch ist, was er ist."
Wat is nu stofvergoding?
Als wij zeggen gij zijt stofvergoders
dan bedoelen wij daarmede niet dat
gij van uw buik uwen God maakt of
dat gij het leven als een groote plei-
zierreis beschouwd, maar dat gijniet
erkent het bestaan, de noodzakelijk
heid van het idieele. Wij loochenen
principieel het stand punt, datde mensch
in het paleis anders denkt, dan de
mensch' in de hut, die geen stof in
't lichaam heeft. Wij loochenen dat er
geen stof tot moraal kan zijn, als er
geen stof in het lichaam is.
De volken worden naar de materia
listische opvatting verdeeld, in die
uit het arrastische of het antieke, uit
het feodale tijdperk, uit het tijdvak
der manufactuur en uit dat der Elec-
triciteit en den stoom. Ook Troelstra
probeerde een economische bodem te
schuiven onder alle partijen en in
September 1900 verkondigde hij in
de Kamer dat de liberale partij was,
die van den handel, de R. K. die van
de Nijverheid, de conservatieve die
van het grootgrondbezit, en de anti-
revolutionnaire die van het reveil. (De
godsdienstige stroonung die opgroeide
in het begin der vorige eeuw.)
Doch wij beschouwen het geheel
anders. Wij zeggen«Uit God, door
God, en tot God zijn alle dingen."
De historisch-materalist zegt, dat
alle dingen uit de stof zijn.
Immers schreef Cornelie Huygens:
«In 't wezen der zaak is er alzoo geen
onderscheid tusschen inensch en dier.
Het onderscheid tusschen verstand
en instinct is wel quantitatief, doch
niet qualitatief." Dus is, zegt spr.
een boer slechts daarin te onder
scheiden van zijn varken, dal hij wat
meer verstand heeft.
Mr. Troelstra schreef in «Het Volk"
van gisteren: «Kat en vos, zwijn en
aap treden eveneens in den mensch
op, niet in figuurlijken zin."
Er is in de S. D. geen plaats voor
God. Bebel schreef«de mensch
schiep God naar zijn beeld", wij zeg
gen«God schiep den mensch naar
Zijn beeld.
Wij hebben dus ondei* stofvergo
ding te verstaan het tot afgod maken
der stof, haar te beschouwen als oor
sprong aller dingen.
De S. D. zijn niet do goede Chris
tenen wat weleensbeweeid werd
uit den tijd der eerste Christenen,
want die zeiden «al het mijne is het
uwe" doch de S. D. zeggen «al het
uwe is het mijne."
Na de pauze zegt de heer Ooster
baan de theorie, van de klassestrijd
en do meerwaarde, en de Verelendungs-
theorie wel onbesproken te kunnen la
ten, doch hij zal zich bezighouden met
de vraag: «Is het historisch materia
lisme lijnrecht in strijd met de Christe
lijke ideën. Marx contra Christus is
een ongehoorde tegenover-elkaar-stel-
lmg. Ook Troelstra heeft gezegd
«Het historisch materialisme is anti
theologisch en is ook anti-idiologisch,
omdat het uitgaat noch van geopen
baarde, noch van natuurlijke verhou-
didgen." Wel poogt hij te bewijzen,
dat het niet is atheïstisch, doch zijn
God is de God van Bebel, niet den
God, die wij Christenen uit den Bijbel
kennen.
Het historisch materialisme be
schouwd zelfs den godsdienst als te
zijn ontstaan uit de onvolkomenheden
van den mensch.
Dr. Pannekoek schreef April 1903
in het «Volk": «De strijd dien zoo
genaamde vrijdenkers tegen gods
dienst voeren, achten wij nutteloos,
omdat alle godsdienst steunt op de
onvolkomenheid der maatschappelijke
inrichting en zal verdwijnen bij de
volkomenheid der maatschappij.
Gerhard zegt legen de aanhangers
van een geopenbaarden godsdienst'
«Sluit u bij ons aan en gij zult bij
ons dingen vernemen, die voor elke
geopenbaarden godsdienst erger zijn
dan rattenkruid
Op den partijdag te Erfurlinl901
gehouden, waar het bekende Erfurter
program werd samengesteld, werd de
godsdienst tot privaatzaak gemaakt.
Blijkt uit dit alles niet genoeg dat
de sociaal-democraten geen eerbied
kunnen hebben voor de godsdienst.
Ondanks het vei zoek van den heer
Schaper om Jan Rap niet langer te
doen medewerken aan het Zondagsblad
voor het «Volk", werden er karre-
vrachten spot, haat en venijn uitge
stort op de geloovigen.
Mr. Troelstra, een soort Kuyper in
zijn partij, al mist hij diens diepe,
veelomvattende kennis, voelt dit wel
en hij gaf daar blijk van in zijn «Théorie
en Beweging".
Met tal van citaten van bekende
socialisten-leiders betoogd spr. verder
de onvereenigbaarheid, en zegt ten
slotte:
Juist daarom is de S. D. zoo ge
vaarlijk, omdat zij in haar stofver
goding beslag legt op den geheelen
mensch, diens verhouding tot God,
tot den Staat, tot de geheele hem
omiingende wereld. Steeds houdt zij
het hoofd gericht op het tijdelijke,
nimmer slaat zij den blik naar boven.
Zij verheft de materie tot baren God.
De glescher van het materialisme
is niet te keeren, doch zij zal ver
smelten onder het stralend Licht van
Gods Woord, dat wordt getuigd door
den Christen, die het belijdt en beleefd
en die niet de stof de almachtige
waant, doch zegt: «Ik geloof in God
Almachtig, den Schepper van hemel
en van aarde." (Toejuichingen
Van 10.10 tot 10.15 wordt gepau
zeerd, in welke tijd men zich kon
opgeven voor debat.
De voorzitter deelde mede, dat voor
het debat een uur werd beschikbaar
gesteld.
Voor het debat meldden zich aan
de heeren Wink, anarchist en Her
mans (Rotterdam) soc.-democraat.
De heer
Wink
vangt aan met te zeggen, dat hij naar
aanleiding van het onderwerp op het
strooibiljet vermeld is gekomen om,
zoo noodig, te debatteeren. Hij kan
echter kort zijn, daar het onderwerp
feitelijk is veranderd.
Waar werd aangekondigd een rede
over «Socialisme en Stofvergoding"
hebben wij te hooren gekregen een
rede over «Sociaal-Democratie en
Stofvergoding" en dan heeft zulks
natuurlijk tengevolge, dat debater, die
anarchist is, een groot deel der argu
menten, welke door den heer Ooster
baan zijn gebezigd langs zich heen
kan doen gaan. De heer Oostorbaan
is uitgegaan van mr. S- J Visser's
definitie, doch deze is een zuiver eco
nomische, eene, die in het socialisme
slechts ziet een methode van inrichting
der maatschappij, door middel van
socialiseering der productie- en com-
sumptiemiddelen.
De heer Oosteibaan heeft dit later
in zooverre gecorrigeerd, dat hij er
terecht op wees, dat het socialisme
meer is dan dat; dat het is een
wereldbeschouwing, waarvan de aan
hangers, wat het economische betreft
zich als einddoel stellen eene maat
schappij met gemeenschappelijke pro
ductie- en consumptiewijze.
De heer Oosterbaan heeft zijn aan
vallen hoofdzakelijk gericht tegen het
historisch materialisme, doch iemand,
als hij bekend met de socialistische
literatuur, kan weten, dat er heel wat
socialisten zijn die niet zoo onverdeeld
instemmen met het historisch mate
rialisme
Met het al of niet aannemen van
het historisch materialisme staat, noch
valt het socialisme in den ruimen zin
des woords, doch wordt alleen Marx
getroffen.
De heer Oosterbaan heeft betoogd
dat Chiistendom en Socialisme niet
samen kunnen gaandaartegenover
wil debater wijzen op de vele perso
nen, die krachtens hnn Christelijk be
ginsel en toe kwamen, om te werken
voor, te verlangen naar een socialis
tische maatschappij, dus uit ideël
oogpunt, (de Lamenais St. Simon).
Daarnaast zijn er anderen, dia langs
zuiver philosophischen weg tot een
zelfde conclusie gekomen zijn. (Pic-
quard.)
Socialisme en Sociaal-Democratie
zijn twee begrijpen die elkaar niet
volkomen dekken.
Het historisch-materialisme kan
aangevallen worden, zonder dat daar
door wordt bewezen dat het socialisme
verwerpelijk is, of dat de burgerlijke
inrichting der maatschappij goed is.
Op den basis van het historisch-
materialisme staat slechts een gedeelte
der aanhangers van het socialisme
(applaus)
Als tweede debatter voert de heer
Hermans
uit Rotterdam het woord, die (10.25)
aanvangst met er op te wijzen, hoe
het hóuden van een spreekbeurt als
deze, met het onderwerp als zoo pas
behandeld, in dezen lijd een eigenaar
dig feit is. Spr. is lid derS. D. A. P.
en gaat voor die partij vaak uit
debatteeren Reeds jaren lang heeft
hij met anti-revolutionnairen sprekers
het zwaard gekruist, en is dus iemand
die de heeren wel een beetje kent.
Hij voelt dus wel wat de reden is,
dat op het oogenblik lezingen wor
den aangekondigd over een onderwerp
als Socialisme en Sfofvergoding.
Voor Dr. Kuiper zijn «oude plunje"
aan den kapstok had gehangen, was
zijn partij ook in de oppositie (met
de katholieke was het evenzoo, maar
die laat spr buiten beschouwing,
omdat deze weinig van zich laten
hooren). Toen had men beide te
strijden tegen het destijds nog mach
tige liberalisme.
De toon, die toen tegenover de
sociaal-democraten werd aangeslagen
was zeer welwillend, en men beaamde
het ook wel, dat socialisme en chris
tendom niet noodzakelijk onvereenig-
baar waren.
Nu wij een christelijk ministerie
hebben, en de sociaal-democraten als
in de oppositie zijnde, tegenover alle
anti-revolutionnairen staan, nu zijn
christendom en socialisme onvereenig-
baar. Dat zulks nu betoogd wordt,
dat thans eene vergadering als deze
gehouden wordt, daaruit spreekt
schuldbesef, en als zoodanig is deze
vergadering een propaganda voor de-
batters partij.
De voorzitter verzocht spr. zich bij
het onderwerp te houden.
De heer Hormans zegt: «Maar mijn
heer de voorzitter ik mag toch wel
eerst eenige algemeenen gedachten
over de lezing uiten." Hij vervolgt,
hoe dat schuldbesef is ontstaan uit de
overtuiging, dat men niet heeft ge
geven, wat in de stembuscampagne
werd beloofd. Een «berg" van weten
schap, een extra best anti-revolutionair,
schreef in den «Standaard" van 4
September 1895 ganschelijk anders.
Toen heette het: Het socialisme telt
overtuigde aanhangers ook onder de
vrome christenen, enz. doch nu worden
de socialisten weer zoolang in de para-
pluiebak gezet. (Gelach.)
Zelfs heet het nu mannen broeders
als je bij de rooien komt, ben je er
erger aan toe, dan wanneer je ratten
kruid slikt.
De heer Gerhard heeft ontkend de
geïncrimineeronde woorden gebruikt
te hebben, maar al was dat zoo, dan
merkt spr. op, dat, als het christelijk
geloof door rattenkruid is te verder
ven, dan is het geen gave Gods, doch
een product der omstandigheden en
dat geloof is dan heel wat minder dan
het onwankelbaar geloof der D. S.
(Applaus.)
De heer Oosterbaan heeft gezegd
«Wie als een woekerplant leeft in de
maatschappij of als een roofvogel, heeft
niets begrepen van het groote gebod
van Christus."
Doch spr. weet ook dal er heel
wat kapitalisten zijn die dat gebod
niet snappen.
Debatter verheugde zich over het
meeniiigsverschil in zijn partij, ware
dit niet zoo, dan was het een doode
partij. Bij de eeds quaestie staan
ook Lohman en Kuyper tegenover
elkaar, en toch zijn zij beiden gewon
nen uit één wortel des geloofs.
De S. D. durven met hun meenings-
verschil voor den dag te komen, de
anti-rev. niet. Hun deputaten-ver-
gaderingen zijn niet openbaar.
De inleider heeft getracht de Dar-
win-theorie af te maken met een mop
uit een humoristisch blad, spr. zou
ook moppen kunnen tappen, en zeg
gen, dat er ook in deze vergadering
nog apen zijn. doch bepaald zich er
toe te zeggen, dat de inleider erg
hardleersch is. Vroeger heeft hij hem
al gezegd, dat de S. D. niet strijdt
tegen personen maar tegen stelsels.
Ook weet men wel beter, dan dat de
S. D. een partij zou zijn, die 't maar
om een maagvulling te doen was.
De tiengeboden werpen de geheele
materialistische theorie om, doch die
zoogenaamde grondwaarheden zijn
veranderd met de tijden.
«Gij zult niet stelen" en nóg steelt
elke werkgever van zijn werknemer,
al is zich het meerendeel hunner
er niet van bewust, dat zij diefstal
plegen, 't Zit zóó vast in de zeden
en gewoonten, dat men niet beter
weet, dan dat het zoo behoort.
«Gij zult niet begeeren wat uws
naasten is" en als men zijn belasting
niet betaalt, worden os en ezel een
voudig weggehaald.
«Gij zult niet begeeren uws naasten
huisvrouw" en in elk beschaafd land
heeft men een wet op de echtschei
ding.
«Eert uw vader en uw moeder"
on men spreekt sinds lang van het
recht der kinderen.
De inleider heeft gezegd, dat de
S. D. leeraren «Al het uwe is het
mijne;" maar hoe komt men dan
aan dat «mijne?" Wij S. D. zeggen:
wat gij bij elkaar hebt gegaard, hebt
gij door exploiteeren ontstolen aan
anderen en de gemeenschap. Dat
overigens de huidige Christenen niet
alleen het oog naar boven gericht
houden, zal spr. straks bewijzen.
De inleider en zijn geestverwanten
houden de christelijke arbeiders bui
ten den kring der S. D. dat getuigd
van geen vastheid van beginsel.
De inleider heeft gezegd Dr. Kuiper
is een berg, waarbij Troelstra een
molshoop is, maar debater zegt, wij
hebben goddank geen paus in onze
partij noodig, die dulden wij er niet
(applaus).
Wij zeggen niet op alles ja en