B IJ V O E G S E L
NIEUWE AMERSFOORTSCHE COURANT
van WOENSDAG 30 MAART 1904.
behoorende bij de
Vervolg van eerste blad
verdeeld vinden. Als er dagen lang
wat "te doen is kunnen alle catego-
riën tot hun recht komen. We heb
ben een boerendag, den dollen Vrijdag
en andere dagen voor burgers, be
perking zou tengevolge hebben dat
op eenzelfde dag meerdere categoi iën
wilden kermis vieren, waardoor het
gevaar voor botsingen verhoogd wordt
Spr. zal dus stemmen tegen alles,
uitgenomen de vervroeging der slui
ting op Zaterdagavond
Wethouder Visser merktten opzichte
der voorstellen van het Dag. Bestuur
op dat de dislocatie geschiedt over
eenkomstig den wensch van den com
missaris van politie.
De dislocatie is echter niet van zoo
groot gewicht Reeds jaren is men
dien weg ingeslagen. Ook thans vindt
men de kei mis verspreidt over Hof,
Groenmarkt, Appelmarkt, Havik, Var-
kensmarkt en Beestenmarkt.
Wat den Zaterdag betreft gelooft
defheer Visser niet dat het praclisch
nut zal opleveren tegen het nadeel
Er wordt dien Zaterdagavond veel
gedronken, maar er zijn nog 51 an
dere Zaterdagavonden waarop de ge
legenheid even groot is.
Dat arbeiders het geld voor bun
gezinnen verdrinken komt niet zóó
sterk voor; dat is iets wat spr. uit
zondering gelooft Uitgaan op die
avond is niet te keeren. Spr vreest
dat de opheffing eer kwaad zal doen,
dan dat er wat mee wordt bereikt.
Spr. kan zijn stem niet geven aan
de opheffing van den Zaterdag.
De heer van Eek is tegen afschaf
fing op de gronden door de sprekers,
speciaal op die door den heer Plomp
aangevoerd.
Ook kan hij zich volkomen ver
eenigen met wat door den Wethouder
de heer Visser is gezegd, alleen is
is hij het met hem oneens wat de
dislocatie betreft. Daarin ziet hij geen
voordeel. Verleden jaar was de kermis
eveneens verspreid en toch heeft men
herrie gehad.
Men blijft toch in troepjes door de
straten in de nabijheid vgji het terrein
hossen.
Wel zag spr. gaarne meer ruimte
met name bij de Botermarkt waar
de straat versperd wordt door kleine
kraampjes.
Daardoor kunnen botsingen met hun
gevolgen niet uitblijven.
Spr. vroeg of de commissaris weet
te verklaren, dat het toezicht gemak
kelijker werd, niet te veel afgegaan op
den wensch van het Dag. Bestuur.
De heer van Kalken zal ook tegen
afschaffing stemmen. Oppervlakking
beschouwd moet men op de vraag
levert de kermis veel kwaad, een
volmondig ja doen volgen, maar over
de kwestie in beginsel uit te maken
moet men op de zaak dieper ingaan.
Ook is het de vraag: zal bij af
schaffing het kwaad ophouden of zal
men onwaardige verbittering kweeken.
Wij hebben hier zegt spr. te doen
met een eigenaardige omstandigheid
dat de environsbewoners omstreeks
dien tijd hun loon ontvangen en eenige
dagen vrij hebben. Hebben we geen
kermis dan is het kwaad oneindig
veel grooter.
Men zal bovendien iets anders in
de plaats moeten geven, volksfeesten
bijv. die op zich zelf weer evengoed
gevaar leveren.
Die gevaren zijn de laatste jaren
sterk verminderd en in verlijking bij
vroeger wordt de kermis veel fatsoen
lijker gevierd. Toen duurde ze 14
dagen en kende men de dollen Woens
dag en de dolle Vrijdagen. Allengskens
wordt deze kermis wat zij zijn moet
een vroolijke, gezellige volkspartij.
Dat zal nog beter worden naarmate
de jongelui gaangewenneom hun ver
maak op fatsoenlijker manier te vinden,
vooral nu zoovele besturen pogingen
in 't werk stellen tot veredeling van
het volksvermaak.
Spr. hoopt dat het eenmaal zoo ver
komt dat de lieve jeugd de kermis
algemeen viere in oprechte, vroolijke,
gepaste gezelligheid.
Alhoewel spr. zich verheugt over
de goede bedoelingen der voorstellers
zal hij tegen het voorstel Veis Heijn-
Oosterveen stemmen.
Wat den Zaterdag betreft, spr. is
voor het behoud daarvan. Iedere
categorie heeft zoo z'n eigen uitgangs
dag. Er is een dag voor de burgers,
een voor de boeren, een voor de
militairen enz. Wordt de burgers do
Zaterdag ontnomen, dan gelooft spr.
dat zij op eenzelfden dag zullen feest
vieren en vreest dat het verschil en
de wijze waarop dat geschiedt tol
botsingen aanleiding zal geven
Ten slotte dankt spr. nogmaals de
voorstellers. Er behoort moed toe zco
iets te durven voorstellen en de goede
bedoelingen der voorstellers moeten
zeer worden gewaardeerd.
De heer Oosterveen weel ook wel
dat men in 't algemeen voorzichtig
moet zijn met volksfeesten en zeker
met een kermisophelfing. Ook is
hij geenszins er tegen, dat het volk
pret maakt maar hij acht de kermis
niet de daartoe aangewezen plaats.
Spr. oordeelt dat het genoegen moet
worden gezocht in den huiselijken kring.
Nu is de kermis vaak voor een heel
jaar de bederver vandatgenot. Daarom
zag spr zoo gaarne dat langzamerhand
die kermis werd opgeruimd, zeer goed
wetend dat het niet aangaat dit plot
seling te doen.
Spr. had gaarne dat het voorstel
van het Dag. Bestuur met dat der
afschaffing werd gecombineerd.
Wethouder Celosse acht de zaak
breed genoeg besproken en zal er niet
veel aan toevoegen. Genoegen doet
het hem dat in abstracto is gebleken,
dat de klacht als hadden B. en W.
voor den Raad te weinig deferentie
ongegrond is gebleken. Ook de voor
stellers betoonen zich zeer tevreden.
Nu door B. en W. voorstellen zijn
gedaan geheel in de lijn liggend van
wat de voorstellers der afschaffing
willen, verwacht de heer Celosse dat
de voorstellers hun voorstel zullen
terugnemen
Het voorstel tot inkorting met den
Zaterdag, hetwelk waarschijnlijk beter
in den smaak van den Raad valt juicht
spr. toe. Hij is van oordeel dat die
Zaterdag best kan worden gemist.
De heer Veis Heyn erkent dat de
stap door B. en W. gedaan werkelijk
er een is op den weg die ook hij op
wil en hij zal gaarne daartoe mede
werken. De opvatting echter van de
taak der Overheid is het echter die
hun belet hun voorstel terug te nemen.
De voorzitter stemt het den heer
Prikken toe dat de quaestie over de
dislocatie evengoed kan worden be
handeld bij de onttrekking der ter
reinen aan den openbaren dienst. Maar
toch zullen B. en W. in deze gaarne
de opinie van den Raad vernemen.
Wat betreft de gestelde vraag be
treffende ondei handelingen met de
militaire autoriteiten, meent de voor
zitter te moeten opmerken dat be-
hooit tot de competentie van den
commissaris van politie, doch spr. wil
wel toezegging doen het aanknoopen
dezer onderhandelingen te willen be
vorderen.
De heer Jorissen vraagt of het
tweede voorstel (wering waarzeggerij
enz.) niet behoort tot de competentie
van den burgemeester.
Spr. verzoekt een wakend oog te
vestigen op de voorstellingen dien
worden gegeven zoowel tijdens als
huiten de kermis. Er wordt blijkens
de verslagen in de Pers heel wal
opgevoerd dat eigenlijk verboden moest
worden.
Nadat nog verschillende sprekers
op het gesprokene nader zijn terug
gekomen worden de verschillende
voorstellen in stemming gebracht.
Het voorstel om in beginsel te be
sluiten tot
afschaffing der kermis
wordt met 11 tegen 5 stemmen
verworpen.
Voor afschaffing stemden de heeren
Voorst-Vader, Vels-Heyn, (Josterveer,
Croockewit en Celosse.
Het voorstel tot dislocatie wordt
aangenomen met 14 tegen 2 stemmen.
Tegen stemden de heeren van Eek
en Plomp.
Het voorstel tot wering van waar
zeggers, enz. wordt bij acclamatie
aangenomen.
Over het voorstel tot opheffing van
kermis-Zaterdag staken de stemmen.
Tegen stemden de heeren Plomp,
Visser, Heyligers, Van Kalken, Kleber,
Prikken, van Esveld en van Eek.
In een volgende zitting wordt dus
deze quaestie opnieuw aan de orde
gesteld.
2. Request R. K Boer om ont
heffing van schoolgeld, met advies.
Requestrant vraagt ontheffing van
de verplichting tot betaling van school
geld voor zijn zoon R. K. Boer, leerling
der openbare Lagere school le soort
voor jongens, die met ingang van 1
Februari I I. deze school heeft ver
laten.
Volgens art 4 j'. 5 der Verordening
tot heffing van schoolgelden voor het
genot van openbaar Lager onderwijs
in de Gemeente Amersfoort is het
schoolgeld verschuldigd in drie vier-
maandelijksche termijnen, aanvang
nemende 1 Januari. 1 Mei en 1 Sep
tember, terwijl voor den leerling, die
in den loop van deze termijnen de
schooi verlaat, de geheele loopende
termijn is verschuldigd, in dit geval
dus de termijn van 1 Januari tot en
met 30 April 1904. Art. G der Ver
ordening op de invorderingdierschool-
gelden bepaalt uitdrukkelijk dat terug
gave van betaald of afschrijving van
verschuldigd schoolgeld nimmer plaats
heeft.
B en W. stellen voor, hen te mach
tigen, aan requestrant te melden, dat
geen afschrift kan worden verleend
van het schoolgeld over het tijdvak
van 1 Januari tot »n met 30 April
1904, doch dat over de termijn van
I Mei tot en met 31 Augustus 1904geen
schoolgeld door hem is verschuldigd.
Z. d en z. h. st. wordt dit voorstel
aangenomen.
3. Voorstel tot uitbreiding der
openbare Lagere school lesoort voor
meisjes.
Overeenkomstig de toezegging, ge
daan bij Memorie van antwoord op
de afdeelings verslagen, ter zake van
de Gemeente-begrooting dienst 1904
(bij volgno. 149) hebben B. en W
een ontwerp-besluit tot uitbreiding
van de openbare Lagere School le
soort voor meisjes, en aanwijzing van
terrein, den Raad doen toekomen.
Het gebrek aan een lokaal voor
vrije- en orde-oefeningen, op welke
leemte reeds herhaaldelijk door den
Arrondissements-schoolopziener was
gewezen, gaf hen aanleiding, tot dit
voorstel over te gaan.
Het is de bedoeling, dit lokaal te
bouwen aan de zijde van Monniken
dam, en dan tevens de conciërge
woning te verbouwen; de kosten van
een en ander zijn geraamd op f5800.
welke som op de Gemeente-begroo
ting, dienst 1904, voor dit doel is
uitgetrokken,
Het lokaal wordt zoo ingericht, dat
hij eventueele uitbreiding van hel
aantal leerlingen, daarboven twee
klasselokalen kunnen worden inge
richt.
Een uitbouw aan de zijde van
de Arnhemschepoortsbrug is niet
doenlijk, omdat dan de kamer van
het Hoofd zoude moeten vervallen,
waarvoor elders geen plaats is. Ook
is het zeer gewenscht, dat het Hoofd
in de gelegenheid blijft, van uit haai
kamer toezicht op de speelplaats uit
te oefenen.
Z d. of z. h st wordt besloten
voormelde school uit te breiden
door gedeeltelijken verbouw der aan
de School verbonden conciërgewoning
en bijbouw van een lokaal voor vrije-
en orde-oefeningen, en voor deze bij
bouw te gebruiken den grond, thans
eigendom der Gemeente, gelegen
oostelijk van de bestaande School
aan het Plantsoen, groot l378/io M'
kadastraal bekpiid gemeente Amers
foort, Sectie E. No 4764 (gedeel
telijk) en E. No 4273 (gedeeltelijk)
4 Voorstel tot uitbreiding <h r
openbare Lageie school 2e soort.
In verband met de toezegging, ge
daan bij Memorie van antwoord op
de afdeelingsverslagen ter zake van
de Gemeente-begrooting dienst 1904
(bij volgno. 149), hebben B. en W.
den Raad overlegd een ontwerp
besluit tot uitbreiding van de open
bare Lagere school 2e soort en aan
wijzing van terrein. Zooals reeds bij
voormeld antwoord is uiteengezet, kan
voorloopig worden volstaan met een
gebouw van éen verdieping, bevat
tende behalve een kamertje voor
't Hoofd, twee klasse-lokalen en éen
lokaal voor vrije- en orde-oefeningen.
De kosten zijn geraamd op f 13.250.
welke som op de Gemeente-begroo-
ting, dienst 1904, is uitgetrokken.
Door deze uitbreiding wordt het
aantal klasse-lokalen van 8 op 10
gebracht. Het aantal leeilingen dezer
school bedroeg op 15 Januari 11. 307
en zal op 1 Mei a.s. op minstens 330
komen.
Mocht later noodzakelijkheid be
staan om het aantal klassen op 12 te
brengen, dan zullen de 2 benoodigde
lokalen boven de thans ontworpen
twee klasse-lokalen kunnen worden
aangebracht.
Een drietal boomen, staande naast
de school en met een rood kruis ge
merkt, moet in vei band met dezen
uitbouw worden geveld.
De Districts-schoolopziener heeft
aan dit plan zijne goedkeuring ver
leend; eveneens de Commissie van
Fabricage.
Z. d. en z. h. st. besluit de
Raad voormelde school uit te
breiden door bijbouw van een lokaal
voor vrije- en orde oefeningen, twee
klasse-lokalen en een kamer voor
't Hoofd en voor dezen bijbouw te
gehruiken den grond, thans eigendom
der Gemeente, gelegen Noordelijk van
de bestaande school aan de Helling-
straat.
5. Voorstel tot uitbreiding van
het onderwijzend personeel der open
bare Lagere school 2e soort met één
onderwijzer z. d. en z. h. st. daartoe
besloten.
6. Voorstel tot benoeming van
onderwijzend personeel aan de open
bare Lagere school 3o soort (Punten-
buigerlaan).
a. Onderwijzer (vacature Clausing)
met bijacte j.
De voordracht bevat:
1. J. Hooikaas, Hilversum. 2. N.
M. Heilijgers, Puttershoek. 3. S. P.
Slagter, Woudenberg.
De uilslag der stemming is dat bij
eerste stemming verkregen J. Hooi
kaas 5, N. M. Heilijgers 8 en S. P.
Slagter 3 stemmen bij do dan volgende
vrije stemming verkregen Heilijgers
10, Hooikaas 4 en Slagter 2 stemmen
zoodat N. M. Heilijgers is benoemd
b. Onderwijzeres (vaste in plaats
van de tijdelijke) met bijacten j. en k.
1. H. C Koensz, Baarn (school
Oud Leusden). 2. J. M. Knoppers,
Amerongen. 3. R. C. van Eijbergen,
Rotterdam.
Met algemeene stemmen wordt
Mej. H. C. Koensz benoemd.
c. Onderwijzer (nieuwe plaats) met
bijacte j.
1. N. M. Heilijgers, Puttershoek.
2. S. P. Slagter, Woudenberg. 3. M.
Moerdijk, Nunspeet.
Met algemeene stemmen wordt
benoemd S. P. Slagter.
d. Onderwijzeres (nieuwe plaats)
met bijacten j. en k.
i. J. M. Knoppers, Amerongen. 2.
R. C. van Eijbergen, Rotterdam. 3.
J. W. E. Daamen, Maartensdijk.
Bij eerste stemming verkregen de
sollicitanten resp. 7, 5 en 4 stemmen,
bij nieuwe vrije stemming 3 4 en 9 zoo
dat benoemd is mej Van Eijbergen.
7. Voorstel betredende regeling
van concierge- en amanuensis-dien
sten -(Hoogere Burgerschool).
B. en W. nemen dit voorstel terug.
8. Voorstel tot vaststelling van
•ene verordening betreffende de ledi
ging van pi ivaalputlen en verorde
ningen op de heffing en invordering
van rechter, wegens diensten van de
Gemeente-reiniging en tot aanschaffing
van een luchtpomp met toebehooren.
27 October II. werd een voorstel
tot vaststelling van verordeningen,
regelende de heffing en invordering
van rechten wegens diensten van de
Gemeente-reiniging aangehouden tot
dat omtrent de al of niet verplichte
lediging van privaaiputten door de
Gemeente een beslissing zoude kun
nen worden genomen.
Thans is door B. en W. ingediend
eene ontwerp verordening betreffende
de lediging van privaatputten, met
advies der Gezondheids-commissie.
B. en W. meenen, dat het hun
gelukt is, in dit ontwerp zoo min
mogelijk belemmeringen aun het pu
bliek op te leggen, terwijl zij toch
rekening hebben gehouden met de
sanitaire eischen.
Op deze wijze is ook zooveel moge
lijk te gemoet gekomen aan de in de
afdeelingen geuite bedenkingen.
Zoodra was gebleken, dat het mo
gelijk vvas, bij het toelaten van uit
zonderingen toch voldoende waar
borgen te verkrijgen, hebben B. en W.
gemeend niet aan den eisch van ver
plichte lediging van alle privaatput
ten doorden Gemeente-reinigingsdienst
te moeten vasthouden. De Gezond
heids commissie, welke liefst de ver
plichte lediging zonder uitzondering
zouden zien ingevoerd, wenscht de
voorgestelde uitzonderingen nog te
beperken.
B. en W. meenen deze uitzonde
ringen te moeten blijven handhaven.
Vooreerst toch kan h.i. bijv. van
het Rijk verwacht worden, dat met
de sanitaire eischen worden rekening
gehouden; voorts kan door het op
leggen van voorwaarden hierin wor
den voorzien.
Alleen indien later mocht blijken,
dat zulks niet mogelijk is, zoude een
wijziging van dit artikel kunnen wor
den voorgesteld.
De ontwerp verordeningen regelende
de heffing en invordering der rechten
hebben in verband met deze verorde
ning betreffende de lediging een ge
ringe wijziging ondergaan.
Hierbij is het afzonderlijk tarief
voor het ledigen van privaatputten,
indien dit niet door oppomping met
de machine kan geschieden, wegge
laten, omdat dit toch uiterst zelden
zoude voorkomen, daar met een slang
van 40 Meter alle putten wel zullen
kunnen worden bereikt.
Het is de bedoeling van het tarief
om daarmede den kostenden prijs te
dekken. Zoodra mocht blijken, dat
het tarief te hoog is, zullen B. en W.
niet aarzelen, een verlaging voor te
stellen.
Zij geven den Raad in overweging,
de drie ontwerpverordeningen vast
te stellen en ons te machtigen tot
de aanschaffing van 1 luchspomp ad
f540, 40 Meter slang ad f240 en 2
beerkarien te zamen kostende f850.
De Gezondheid-commissie kan zich
met de voorstellen van B. en VV. in
hoofdzaak veroenigen al betreuren
zij hol, dat genoemd college heeft
gemeend, afstand te moeten doen van
de, in het oorspronkelijk ingediende
reoiganisatie plan der Gemeente-reini
ging (Juni 1902) voorgestelde, uit
sluitend door den Gemeente-reinigings
dienst te verrichten verplichte ledi
ging-
Uit sanitair oogpunt komt het haar
gewenscht voor, dezen eisch te blijven
handhaven, al moet erkend woiden,
dat hij den eigenaars van beerputten
meer last veroorzaakt dan de nu voor
gestelde regeling.
Mochten practische overwegingen
doen besluiten, niet tot oude beginsel
terug te keeren, dan zou zij ten minste
willen adviseeren, de uitzonderlingen
in te krimpen tot boederijen en
arbeiderswoningen builen de kom dei-
Gemeente gelegen, waarbij de grens
dier kom wel eenige herziening zal
behoeven.
Immers bij de gebouwen waarvoor
door U, behalve voor de bovenge
noemde, uitzondering wordt gemaakt,
is het, met name bij de instellingen
van weldadigheid, juist zeer wensche-
lijk, dat de lediging gecontroleerd
woide en reukeloos en met toepassu g