NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. BARON MONTEZ No. 27- Zaterdag 2 April 1904 Drie-en-dertigste jaargang. «•gjijsjr VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Eij dit Dommer behoort eea Bijvoegsel. PASOHEN. KUITKNLANl). Amersfoortsche Courant Et 1aT 1 ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk Met gratis Zondagsblad voor binnen de stad (naar buiten tegen vergoeding van port Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLangeatraat 77. Telephoonno. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Voorjaar! Zoete lentebode! Als een vogel zucht Naar lucht, Nog liet kooiljen niet ontvlucht, Derft mijn hijgend hart u noode. Och! ik zucht zoo menigmaal: Nog staan alle boomen kaal I Nog zijn alle zangers stom, Lentebode! Kom o kom I Deze verzuchting van een dichter mouen wij wel tot de onze tnaken. Op liet Paasclileest willen wij zoo gaarne de vriendelijke Lentebode over de aarde zien gaan; natuurlijk om ons te verlustigen in haar hefe lijke en schoone verschijning, maar ook omdat wij voelen dat Paschen en Lente bij elkaar behooren, om dat Paschen is liet Lentefeest dat predikt "en brengt zooveel goeds en groots. Komt zij ditmaal dralend, toch worden wij de nadering der Lente gewaar, en zien wij de natuur uit hare sluimering weer ten leven ver rijzen. De velden gaan gi oenen, blader-en bloesemknoppen zwellen als zoo de warmte komt zal liet een algemeen ontluiken zijn, zal uit grond en water en overal het leven frisch en vroolijk te voorschijn treden, en het gansch heelal trillen in het ge luk der opstanding. Zijnde een deel der natuur spreekt het van zelf dal wij hare herleving moeten meevoelen Met blader-en bloesemknoppen gaat ons hart open, en als bosch en beemd, en bloem en blad en alles zingt en jubelt van leven en herleven, dan doorstroomt ons een verhoogd gevoel van leven en eeuwig leven. Als alles opwaai ts streeft zoekend lucht en licht, worden ook wij opgericht in onze begeerte naar licht en leven, in onze behoefte aan liefde, waarheid en geluk. üp het feest dat spreekt van op standing en leven uit den dood zou den ook wij het hulsel van het oude leven met zijn moeiten en zorgen willen vaneen scheuren en afwerpen om tot een vernieuwd leven op te stijgen. Dat willen maakt ons reiner en beter en doet ons het oog rich ten op een hooger schoon dan straks de bloeiende Lente ons toonen zal. Het Paaschfeest spreekt van onster felijkheid. De groote doodenopstan- ding roept het gevoel var. onsterfelijk heid in ons wakker en ons menscli- zijn erlangt een hooger waarde. liet lentefeest spreekt van over winning. Alles scheen verstorven, gedompeld in een algemeenen dood. Licht en warmte weken voor donker heid en kou Het werd alom woest en ledig. Zou er nog een lente komen De vogelen waren er zeker van, daarom zong de leeuwnk reeds haar jubelzang, en kwam de ooievaar in onze kale velden, wel wetende hoe rijk zij weidia zullen worden. Ja, de strijd lusselien leven en dood is volstreden De natuur leeft weder, overal borrelt liet leven op; eiken morgen zullen wij nieuwe bewijzen der zegepraal aanschouwen. Het leven overwint den dood den mond iler waarheid kan men snoeren, de waarheid zelve gaat voort ter over winning Wal waarlijk goed en edel en schoon is kan niet ondergaan, is onover winnelijk Hieruit putten kracht en ver trouwen alwie arbeiden en strijden voor waarheid en gerechtigheid. Deze zekerheid dei zegepraal bezielt moeden en verslagenen met nieuwen moed en geestdrift. Geen beletselen, geen moei lijkheden zijn onoverkomelijkelke tegenstand kan gebroken elke hinder paal weggeruimd worden de zwaarste steenen waarmede de macht der dui sternis het goede als in een graf poogt te sluiten worden afgewenteld, en aan de waarheid is de eindzege- praal Het Lentefeest is dan wel een feest van hoog verblijden. De Lente schenkt immers leven, en leven is vreugde. Weent gij in de treurigheid uws levens? Hebt gij dan niet gezien hoe in den winter alles dor en kaal was en alles scheen gestorven, en toch komt weer de lente; zoo zal in uw leven de vreugde weder keeien. Klaagt gij over verlatenheid, doet de enghartigheid van menschen u zijn, bedroeft gij u over egoisme en allerlei liefdeloosheid, heeft ook n de wereld gewond, ol gaat gó gebukt onder nood en zorgen, verdriet of smat telijk verlies, hebt. gij een last te torsen, is eigen schuld de steen die zwaar drukt op uwe ziel, zijt gij begeerig naar bevrijding en rust: liet lentefeest met liet heerlijk paascli- evangelie heeft u allen iets te zeggen, heeft voor ieder een woord dat een zaligenden vrede doet dalen in de ziel. Voor de verstandigen die liooren willen is dit Paschen weder een heraut uit den hooge met een blijde bood schap voor wie waarachtige levensblij heid behoeven en verlangen. Ouder vrienden bondgenooten. In deze dagen, nu de oorlogsvlam woedt, hebben de bewijzen van de vriendschap, die de natiën onderling verbindt dubbele waaide. Verklaar baar is liet daarom dat men overal zich er mee ingenomen toont, dat de Duitsche Keizer den tocht, dien hij. »tot ontspanning van ingespannen arbeid" in de Middellandsche zee doet, ook dienstbaar maakt aan het onder houden van vriendschapsbanden. De toasten, die in de golf van Napels, aan boord van de nHohenzollern" ge wisseld zijn tussclien den Duitschen Keizer en deri Koning van Italië, doen weldadig aan niet alleen om den hartelijken toon, die er in door straalt, maar ook om hunnen inhoud. De reeds zoo lang bestaande harte lijke betrekkingen tussclien de beide vorstenhuizen en de zegonrijke wer king van den driebond worden uit- drukkeiijk genoemd als de grond slagen van de verhouding van vriend schap en bondgenootschap der beide volken. De uitdrukkelijke vermelding ook van den derden bondgenoot voorkomt daarbij dat de gedachte zou kunnen opkomen, dat de drie-» bond naar die zijde minder oprecht gemeend zou zijn. Bijzondere beteekenis verleent aan deze ontmoeting der beide gekroonde hoofden de omstandigheid, dat zij on middellijk vooraf gaat het bezoek van den president der Fransche republiek te Roine. «Italië heeft daardoor nog maals duidelijk te verstaan gegeven, dat door het aanknoopen van vriend schappelijke betrekkingen tot Frank rijk de hoofdinricliting van zijn politiek niet veranderd wordt," zegt de »Köln. Ztg." Door dezelfde gedachte geleid, schrijft »Neue Freie Presse" »Er kan geen sprake van zijn, dat de toenadering tusschon Italië en Frankrijk ingaat tegen de doeleinden van den driebond, die in tegendeel de in hem vereemgde rijken in 't minst niet tegengaat in het nastieven van hunne bijzondere belangen. Ook presi dent Loubet is een waarborg van den vrede. Geen argwaan zal hem verge zellen, wanneer hij als gast van het Quirinaal het bezoek beantwoordt, dat liet Italiaansche Koningspaar aan de Fransche republiek heeft gebracht. Over de nieuwe Fransch-Engelsche overeenkomst, die in wording is, ver neemt »de Temps", dat de onderhande lingen daarover hun normalen loop nemen. Den 20en Maart heeft de heer Delcassé, de Fiansche minister van builenlandsche zaken, aan zijn Britsche ambtgenoot, lord Lansdowne, den tekst doen toekomen van het Fransche ontwerp De Erigelsche minister heeft zijnerzijds een tegen-outwerp laten opstellen. Thans loopen de overleg gingen over deze beide stukken welker samensmelting zal bewijzen, dat de overeenstemming verkregen is. Op welken datum zal dat zijn De bericht gever van den »Temps" zegt daarvan i «Misschien het einde van de volgende week, misschien wat later. Want de vragen redactie hebben op verscheidene punten eene gewichtige beteekenis. Nieuwe eigennamen in Denemarken. De Deensche Rijksdag heeft een nieuwe wet aangenomen, welker aan kondiging wij wel onder deze rubriek mogen behandelen. De wet bedoelt n.l. een «naamsverandering" op groote schaal mogelijk te maken, een geval, dat zeker eigenaardig genoeg is. Om de aanleiding tot liet indienen van zulk een wetsontwerp te begrijpen, dient men eenigszins op de hoogte te zijn van Deensche toestanden. Zoo behoort men eigenlijk van nabij te kennen den buitengewonen last, dien men er sinds onheuglijken tijd heeft met de zeer beperkte keuze eigena men, een bezwaar, dat zich in de laatste tientallen jaren steeds meer deed gevoelen en ten laatste schier ondraaglijk werd. De overgroote meerderheid der Doensche en trouwens ook der Scan dinavische familienamen eindigt op de lettergreep »sen"over de Hansen, Petersen, Nielsen, Larsen, Jensen, Sörensen, Jörgensen, Christensen enz. enz. valt men in die landen. Men be grijpt de verwarring en last, die daaruit voortvloeien. In Kopenhagen is het volstrekt geen zeldzaamheid, dat men in één huis of 8 gezinnen vindt wonen, die alle Hansen of Pe tersen heeten. Dan zijn er nog zooveel op elkaar gelijkluidende namen, bij voorbeeld Petersen en Pedersen, Jensen en Jönsen, Christensen en Krestensen. Men heeft nagegaan, dat van de 500.000 inwoners van Kopenhagen 210,000 een naam droegen, die op »sen" eindigt, dan woonden er 50,000 Hansen, terwijl ook de andere boven aangehaalde namen overtalrijk voor komen. De toevoeging van den naam van de plaats van herkomst, of het aan trekken van een voornaam zijn lap middelen. die in het gebruik geen door ARCHIBALD CLAVERING GUNTER. 45) «Noem mij Alfred!" roept hij. «Noem mij Alfred!" en hij loopt naar de plaats, waar ik sta, doch met een vluggen sprong sta ik nu aan de andere zijde, zoodat de koffer weer tusschen ons staat. «Wilt gij met mij trouwen?" «Neen 1" antwoord ik wanhopig, want zijn hand heeft mijn arm gegrepen. «Neen I Nooit!" Hierop ontstaat er een pijnlijk tooneel. Hij verwijt mijdat ik liefde bij hem heb opge wekt ik, die nooit aan hem gedacht heb, die niet eens zooveel aan hem heb gedacht, om de zinspelingen van Sally te begrijpen. Eindelijk roept hij uit: «Ik weet het! Gij bemint een ander I" en hij knarst op zijn tan den. «Een ander?" vraag ik. «Ik verbied u zoo voort te gaan." Waarom niet?" schreeuwt hij. «Waarom niet? Hebben niet uw oogen mij gisterenavond bij Delmonico uw geheim verraden, toen gij dién heer aanzaagt? Harrij Bturgis Larchmont dat is zijn naam I Welke kans hebben wij, eenvoudige bedienden, tegenover zulke fijne heeren? Maar, ijdel meisje, ik waarschuw u voor hem I" Daarna gaat bij heen. Ik bid God, dat bij gelukkig mag zijn. Op rechte harten zij n schaarsch in den tegen woor- digen tijd en ofschoon Alfred Tompkins liefde voor mij misschien niet van de meest verbe ven soort is, toch heeft bij mij haar geheel en al geschonken. Sally komt nu weer dichter bij. «Je hebt hem afgewezen?" vraagt zij. Natuurlijk I" «Ik wist, dat je dat zoudt doen, sedert je gisteren avond dien heer bij Delmonico hebt gezien. Waarom dat vreeselijke blozen, Louise?" «Onzin!" roep ik uit. «Spreek niet zoo idioot. Ik wil niets meer van mr. Tompkins hooren I" «Ook niets meer van mr. Harry Sturgis Larchmont «Van niemand!" en ik stap van het onder werp af, ofschoon Sally nog herhaalde malen tracht het aan te roeren gedurende dien laatsten avond onzer vriendschap! Wanneer ik terugkom, zal ik veranderd zijn en zij alles zal veranderd zijn Doch thans zijn wij nog geheel eikaars ver trouwelingen en onze afscheidsbetuigingen vermengen wij met tranen en liefkoozingen en beloften, elkaar nooit te zullen vergeten'. De morgen breekt aanmijn koffer wordt gehaald en Sally en ik gaan naar het groote stoomschip in het dok van de North River. Ik overhandig mijn introductiebrief aan den kapitein en bemerk, dat ik een zeer lief hutje te mijner beschikking heb. Hier zeggen Sally en ik elkaar vaarwel. Een oogenblik later geef ik een gil van schrik. Alfred Tompkins staat naast mij. Niet let tende op de tegenwoordigheid van Sally, zegt hij tot mij«Of gij uw gevoel verandert of niet, toch ben ik gekomen om u vaarwel te zeggen." En ik fluister hem toe: «Ik kan mijn ge voel niet veranderen. Mettertijd zult gij mij vergeten." Daar klinkt het bevel: «Allen aan land I' bet bevel, dat mij van mijn geboortegrond scheidt. Sally en mr. Tompkins wuiven mij nog een laatst vaarwel toe. Andere tooneelen trekken mijn aandacht. Echtgenooten scheiden van hun vrouwen, zus ters van haar broeders en een groep deftige heeren neemt afscheid van een kameraad. Ik zie onverschillig dien kant uit. Ik uit een kreet van verbazing. De man, die, tegen de verschansing leunende zijn vrien den vaarwel wuift de man, die met mij onder zeil is naar Panama is Harry Stur gis Larchmont. Sally en Tompkins hebben hem gezien en herkend. Dat zie ik aan den onrustigen trek op hun gelaat. Groote God, wanneer zij eens denken dat ik met hem er van door ga! Een kreet van angst ontsnapt mij, ik vlucht in mijn hut en geef mij geheel over aan de emoties van zeldzame vreugde en beschroomdheid. HOOFDSTUK XI. Aak bookd. Onder voorwendsel zeeziek te zijn, houdt een zekere verlegenheid deze jonge dame in haar afzondering, ten spijt van menige vrien delijke uitnoodiging, die de kapitein haar door middel van de hofmeesteres doet bezorgen. Hij laat haar zeggen, dat het goed voor haar zai zijn, en dat zij «zeebeenen" zal krijgen en dat zijn tafel er bij het diner zoo eenzaam uitziet. Want de kapitein is een bewonderaar van schoone vrouwen en heeft, tot verbazing van het jonge meisje, de eereplaats aan zijn tafel voor haar bestemd. f Wordt ver Igd.J

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 1