NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
VERSTREKT CREDiEÏ
IN TWEE DAGEN
FEUILLETON.
Piaatselijk Nieuws.
DE SCHIHIHIELRIJOER.
No. 40.
Zaterdag 20 Mei 1905.
Vier-en-dertigsten jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk f 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoonn». 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/« Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Woensdagavond is de heer A
P. Staalman, die door de Christen
democraten in dit district zal gecan-
dideerd worden, voor een goed bezette
zaal opgetreden, besprekende de hou
ding der Christendemocraten ter
deputatenvergadering en bij de Juni
stembus.
Allereerst kwam de Spr. in verzet
tegenover de wijze waarop de Chr.
dem. door de Chr. pers in een ver
keerd daglicht worden gesteld. Op
het voorgevallene ter deputatenver
gadering is door de Standaard vooral
ten opzichte der kiesrechtkwestie een
geheel verkeerd licht geworpen.
Trouwens volgens den heer Staal
man moet men den Standaard niet
lezen, als men achter de waarheid
wil komen.
Na de houding van het Centraal
Comité ten opzichte der Heldersehe
Kiesvereeniging te hebben gegeeseld,
behandelde Spr. de daden van het
ministerie en komt tot de conclusie:
Het Christenvolk is teleurgesteld.
Voor vermaning en waarschuwing
ontvingen de Chr. dem. spot en hoon.
Reeds in de Kamer verweet Spr.
de Regeering halfheid, nalatigheid en
roekeloosheid. Maar daarvan itith
men geen nota.
Vervolgens stolt Spr. het voorge
vallene ter deputatenvergadering in
het licht en de kwestie der Heldersehe
candidatuur.
Ten slotte wekt Spr. op tot steun
der Chr. dem.
Na de pauze ontwikkelde de heer
Staalman de oorzaken die de Chr.
dem. gebracht hebben tot eigen partij-
formeering.
Voorts lichtte hij enkele programma-
puhten toe, uitspraken van Kuyperzelf.
Dr. Kuyper is het schild der Chr.
dem.
Niet «rechts richt u," moet de
leuze zijn, maar «richt u naar God."
Bij het debat wees de heer Staal
man er op dat de Amersfoortsche af
gevaardigde weg is gebleven. Eigen
aardig een afgevaardigde dien men
niet kent. Maar men moet het hem
ook maar niet lastig maken.
De heeren Boukamp, van Altena en
Oosterman namen aan het debat deel.
Eerstgenoemde bracht hulde aan
de spreker en bracht de pensioneering
van ouden van dagen ter sprake.
De heer van Altena meent dat de
heer Staalman denkt: «verdeel en
heersch."
Vroeger heeft hij gehoord dat de
heer S. alle kamerleden het deed ont
gelden zoodat de indruk ontstond dat
hij alleen de goede was.
Voorts vindt Spr. het aftakelen der
deputatenvergadering niet ter eere
Jods en wekt ten slotte op te bidden
dat de leidsels in goede handen blijven.
De heer Oosterman wil nader in
lichtingen omtrent de antithese en zal
met de heer S. nog wel nader van
gedachten wisselen over de onderwijs
kwestie.
Voorts stelt debater hem drie vra
gen Wat voor coalatie wenscht ge
en hoe denkt ge die in te richten'?
Stipileer uw antithese, en dan, wat
voor advies geeft ge bij herstemming
tusschen mr. de Beaufort en Jhr. van
Asch van Wyck, thuis blijven of van
Asch van Wyck stemmen.
De heer Staalman beantwoordde de
debaters, doch meende ten aanzien
der laatste vraag van den heer Ooster
man, zich niet in de kaart te moeten
laten zien.
Te elf uur werd de zeer geanni-
meerde vergadering gesloten:
In de Nieuwe Courant van Donder
dag 19 Mei j.l. komt voor het volgend
ingezonden stuk van Mr. Sybrandy
Geachte Redactie,
Ik gevoel mij aangedrongen in uw
blad mede te deelen, dat uw verslag
gever het gebeurde in de vergadering
te Amersfoort in hoofdzaak juist heeft
weergegeven. Toen ik vóór eenige
maanden ook te Amersfoort sprak,
heb ik ten bewijze, dat steeds de
liberale ministeries eenzijdige be
noemingen uitbrachten, o.a. beweerd,
dat er in de provincie N.-Brabant
slechts 3 r.-k, notarissen zouden zijn.
Ik had deze bewering eens gelezen in
een orgaan der rechterzijde. De s.-d
debater, de heer Duijs, bracht geheel
buiten de orde der vergadering, buiten
het onderwerp van de vorige week,
deze oude zaak ter sprake.
Toen is door mij gezegd, dat ik
om die redenen er niet op behoefde
in te gaan. Te meer meende ik dit,
daar de heer Dnijs zelf op de eerste
vergadering niet liet woord had ge
voerd. Ik verklaar thans openlijk, M.
de R. dat ik te Amersfoort een on
juiste bewering heb uitgesproken en
tengevolge daarvan de eenzijdigheid
der liberale benoemingen aan een
scherpe beoordeeling heb blootgesteld,
dan ze verdient. Zulks doet mij leed
en het is me een genoegen dit hier
te kunnen verklaren. Was de zaak
alleen gebleven onder de aandacht
der Amersfoortsche burgers, ik zou
dit in de Amersfoortsche bladen heb
ben gedaan. Nu het door verslagen
in de groote bladen is gekomen ter
beoordeeling van het groote publiek,
zie ik gaarne deze regelen in uw
blad geplaatst en verzoek ik overname
daarvan door allen die van 'net ge
val hebben melding gemaakt, inzon
derheid door de Amersfoortsche pers.
Ik druk daarbij^ .defT^wqnsch uit,
dat mijn voorheelcf navolging moge
vinden, ook bij diegenen onzefr tegen-
standers-^1^612!) 'n vergai^ring of
pers,'hqJjiT) in het Parlemesf dingen
hebben gezegd, wolke later bleken
onjuist te zijn
Dankend voor de opname,
SYBRANDY.
Almelo, 17 Mei 1905.
Naar aanleiding daaraan schrijft de
Nieuwe Cl. het navolgde:
Men vindt in dit nummer een in
gezonden stuk van mr. Sybrandy,
waarin hij met een betuiging van
leedwezen, de «onjuiste bewering,"
door hem te Amersfoort uitgesproken,
betrefiende de 3 roomsch-katholieke
notarissen welke N. Brabant zou tellen,
terugneemt.
De betuiging van leedwezen komt
te laat. Zij had moeten volgen, zoodra
mr. Sybrandy, na de bewering geuit
te hebben, zelf bemerkt had wat
hij als ontwikkeld man had kunnen
en moeten bemerken dat zij onjuist
was. Üf, in elk geval, onmiddellijk
nadat hij op die onjuistheid in de
tweede vergadering te Amersfoort
door den heer Duys, met behulp van
officieeie gegevens, was betrapt.
Door toen die zaak «buiten de orde"
te verklaren en thans, nu in de ge
heele pers en ook onder zijn geest
verwanten opschudding ontstaan is
over de ongeloofelijke lichtzinnigheid
(wij kiezen de allerzachtst mogelijke
uitdrukking), waarmede deze propagan
dist zijn antiliberale strijdmiddelen
kiest, zijn bewering terug te nemen;
door voorts, met een vrijmoedigheid
die aan onbeschaamdheid zeer nabij
komt, aan deze terogneming een aan
sporing aan zijn tegenstanders toe te
voegen om zijn voorbeeld te volgen
beeft mr. Sybrandy aan zijn be
kentenis zelve alle zedelijke waarde
ontnomen en blijft hij tegenover hel
land staan als een onbetrouwbaar
man, die om eenvoudige lieden voor
zijn partij te winnen zijn gaven van
het verstand en het woord schromelijk
misbruikt.
Den heer G. J. Buys, Directeur
van de Hoogere Burgerschool alhier,
is benoemd tot lid der Commissie
van aanneming van adelborsten 2e
klasse 3e afdeeiing bjj het Kon. Insti
tuut voor de Marine te Willemsoord.
Te primus-ouderling bij het Pro
vinciaal kerkbestuur van Utrecht is
benoemd mr. F. D graaf Scbimmel-
penninck, zulks tor vervanging van
mr. M. Crommelin, die wegens voort
durende ongesteldheid bedankte.
De A. F. C. «Quick" zal Zondag
middag te half twee op haar terrein
aan den Leusderweg tegen »G. V. C'."
uit Wageningen een promotie-wed
strijd spelen voor de Oosterlijke Ie
klasse N. V. B.
De heer J. B de Beaufort Jr.
is benoemd tot Burgemeester van
Renswoudo.
Lijst van onbekende brieven
en briefkaarten, verzonden van het
postkantoor te Amersfoort over de
le helft der maand Mei 1905.
Brieven.
1. Mej. Schuurman, Utrecht.
'2. Wed. Ridder, Amsterdam.
3. B. Jansen, Hilversum.
4. Mej. Verbist, Antwerpen.
5. Madame H. Tianevis, Westminster.
Briefkaarten.
1. B. Kortbeek, Amsterdam.
'2. P. Sandee, Rotterdam.
3. Mej. Driehuis, Utrecht.
Men verzoekt ons het volgende
te plaatsen
Tot lid van het hoofdbestuur der
Coöperatieve vereeniging «Voor allen"
der H. IJ. S. M. is gekozen de heer
G. G. van Lunteren, wagenmaker aan
de Wagenwerkpiaats te Amersfoort.
Deze vereeniging gaat steeds voor
uit; het aantal leden bedraagt tbans
2697.
Sinds de oprichting der spaar- en
DE MEDERUWDSCHE HfltlDElSBflRK
Koninklijk goedgekeurd
flwSTEROfl/v\.
2~ConsM^vgenssl^6n^e!eplv572L
Onder borgstelling
zoo noodig
»'t Wordt morgen mooi weertl^jej^^^der
jonge knapen, die tevens driftig "op en neer
liep, «maar koud!" Een tweede ging, toen
bij een duif meer zag vliegen, bet huis binnen
en plaatste zich luisterende naast de deur
van de kamer, waaruit nu een levendig gewoel
van stemmen naarbuiten drong; ook dejonste
knecht van den dijkgraaf was naast hem gaan
staan.
"Hoor je wel Hauke,» zeide hij tot dezen,
«nu hebben ze het zoo druk over jou en
duidelijk boorde men van daar binnen Ole
Peters krakende stem: «Jongste knechten en
j ongens hooren er niet bij I
«Kom eens hier,» fluisterde de andere en
tevens trachtte hij Hauke bij de mouw van
zijn buis naar de kamerdeur te trekken, «bier
kan je leeren, hoe boog ze je taxeerenl»
Maar Hauke rukte zich los en ging bet
buis weer uit. «Zij hebben ons niet buitenge
sloten, opdat wij zullen booren, wat ze vertel
len,» antwoordde hij.
Voor het huis stond de derde, die zich nog
had aangemeld. »Ik ben bang dat het met mij
wel mis zal loopen," riep deze hem toe, »ik
ben nauwelijks achttien jaar; als ze mijn doop
akte maar niet willen zien. Jou Hauke, zal
je kameraad er wel in helpen.»
»Ja dat kunt ge zoo denken, van de wal
in de sloot.»
Oorspronkelijke novelle van Til. STORM.
14)
»Hij zal het niet wagen, Hauke" had zij ge
zegd, »hij is maar een dagloonerszoonuw
vader heeft een koe en een paard en is boven
dien de wijste man van het geheele dorp!"
»Maar als hij het dan toch doordrijft?"
Zij keek hem half lachend uit haar donkere
kijkers aan* »Dan" zeide zij, »kan hij lang
wachten, wanneer hij s' avonds met de dochter
van zijn baas denkt te dansen!» Toen had
Hauke haar moedig toegeknikt.
Nu stonden de jongelieden, die nog aan bet
spel wilden deelnemen, rillend en trappelend
van koude voor de dopsberberg en keken naar
den top van den uit rotsblokken opgetrokken
kerktoren, waar de kroeg naast lag.
De duiven van den Dominé, die zich s'
zomeTS op de velden om het dorp voedden,
waren zooeven van de delen en boomen terug
gekomen, waar zij hun korreltj es gezocht had
den, en verdwenen onder de dakborden van
den toren, waarachter zij bun nesten hadden;
in bet westen boven bet haff gloeide het
avondrood.
Her rumoer\ in de kampr nam hand over
band toelanz^merhani^^werd bet dan stil
de buitenstaanden den noordoostenwind
weer tegen den kerktoren spelen. De luister
aar voegde zich opnieuw bij hen. »Over wien
hadden ze het daarbinnen?» vroeg de acht
tienjarige.
Over hemantwoordde bij en wees op Hauke;
Ole Peters wilde hem nog voor een jongen
doen doorgaan, maar allen verhieven daartegen
bun stemmen: »En zijn vader bezit vee en
land,» zeide Jesz Hansen. »Ja, land» riep Ole
Peters, »dat men wel op dertien karren kan
wegrijden?» Ten laatste kwam Ole Hensen
aan het woord. «Stilte daar!» schreeuwde bij
«ik zal bet jullie wel eens vertellen; zeg mij
eens, wie is de eerste man in het dorp?» Eerst
zwegen zij en schenen zich te bedenken, toen
riep een stem: »nu ja, voor ons part, de
dijkgraaf!» »En wie is dan de dijkgraaf?»
riep Ole Hensen, «maar bedenk je nu goed!»
Toen begon er een zachtjes te lachen,
en daarop nog een en nog een, totdat men
op 't laatst niet anders dan gelach. »Nu,
roept hem dan,» zeide Ole Hensen, «gij wilt
den dijkgraaf toch niet buitensluiten!» »Ik
geloof dat zij nog lachen, maar de stem van
Ole Peters ia niet meer te hooren,» aldus
besloot de jongen zijn bericht.
Bijna op hetzelfde oogenblik werd binnen
in huis de kamerdeur opengedrukt en klonk
het vroolijk: »Hauke, Hauke Haien
Hauke draafde het huis binnen en vernam
niet meer, wie dan toch de dijkgraaf was;
wat er echter toen in zijn hoofd broeide,
beeft niemand ooit vernomen.
Toen hij een poosje later het huis
van zijn baas naderde, zag hij Elke aan den
voet der terp bij het hek van den oprit staan
het maanlicht schemerde boven de onmetelijke,
wit berijpte vlakte. «Staat gij hier Elke?»
vroeg bij.
Zij knikte slechts. «Hoe is het afgeloopen?»
zeide zij, «Heeft hij het durven doen?»
»Wat zou bij nietdnrven?»
»Nu, en
»Ja Elke; ik mag het morgen probeeren
«Goeden nacht, HaukeEn zij liep vlug de
terp op en verdween in het buis.
Langzaam volde hij haar.
Wordt vervolgd