NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. DE SCHIHINIELRIJDER. Een nieuw arpment voor protectie, maar een slecht. BUITENLAND. flo. 45. Woensdag 7 Juni 1905. Vier-en-dertigsten jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75; Franco per post door het geheele Rijk f 1. Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent. Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephoonno. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/» Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Toen op 1 October 1904 te Utrecht de algemeene ledenvergadering van de Vereeniging voor Staathuishoud kunde en Statistiek gehouden werd, heeft er de heer H. W. E. Struve ten bate van het protectionisme een nieuwe bewijsvoering geleverd. Stellig was het niet enkel aan het verras sende der argumentatie te wijten, dat zij niet ter vergadering is beantwoord, maar ook hieraan dat zij moeielijk was te volgen, daar zij bestond in een vergelijking van cijfers, ontleend aan beroepstellingen hier en elders. Dadelijk evenwel, dit weten wij stellig, rees bij vele hoorders het vermoeden dat de spreker uit de door hem genoemde cijfers heel wat meer afleidde dan de logica veroorlooft. Het ware misschien 't eenvoudigst geweest dat betoog in vergetelheid te laten rusten, had de heer Struve het niet herhaald in een lesumé, hetwelk als bijlage gevoegd is bij een onlangs verschenen politieke brochure van den heer R. P. J. Tutein Nolthenius de Stille Stem, waarom moeten de ware liberalen Dr. Kuyper steunen? De heer Nolthenius is dikwijls gezien op de in de laatste jaren gehouden Con- gressen van den handeldrij venden Middenstand. Eigenaardig is het dat onlangs uit politieke kringen der rechterzijde een poging is gedaan om in een door vele winkeliers bewoond kiesdistrict van Amsterdam de can- didatuur des Voorzitters van den Mid denstandsbond te plaatsen tegenover de candidatuur van een vrijhandels- gezind liberaal. Wel is de poging om de Middenstandsbeweging op het sleep touw van de protectionistische partij te nemen op de weigering des voor zitters afgestuit, maar nu het betoog des heeren Struve, in broederschap met den heer Nolthenius, eene rol wil spelen in hoogere politiek, veroor loven wij ons het te ontleden. Het betoog is tweeledig. Ten eerste wordt beweeid dat in Nederland een aantal bedrijven met werklieden overvuld zijn. «Overtollige personen" heeten deze, voor wie men een plaats moet scheppen in nieuwe bedrijven, welke door Bescherming dat is door invoerrechten, in het leven moeten worden geroepen. In de oude bedrijven zou dan, dit geeft de heer Struve te verstaan, dezelfde voortbrenging worden verkregen door een geringer aantal werklieden, die ieder meer arbeid zullen verrichten. En nu laat ZEd.,als bewijs van die «over vulling", eene vergelijking dienst doen tusschen eenige cijfers uit de Neder- landsche en Duitsche beroepstellingen. Zij belreft de verhouding van het aantal personen, werkzaam in drie bedrijven, tot het aantal inwoners in elk land. Die verhouding zou bedragen. Nedèxi Diutichl. (per duizend inwoners.) 1. Bakkers (brood-, banket-, suiker-) 7.28 5.06 2. Slagers3.94 3.45 3. Schilders4.62 2.65 Op deze magere cijfers zelve dingen wij eenvoudigheidshalve niet af. Maar de gevolgtrekking? In Nederland is de binnenscheepvaart veel belangrijker dan in Duitschland; in Nederland woont de bevolking meer in afzonder lijke, en in nettere woningen dan ginds. Ook is hier het klimaat voch tiger. Er is hier aan schepen en aan huizen meer schilderwerk noodig. Is het niet mogelijk dat, wegens bijzon dere consumtieve gewoonten der be volking, ook in de bakkers- en slagers- bedrijven hier meer personen werk kunnen vinden dan ginds? Voor ieder land zal de heer Struve bevinden dat een of ander beroep er betrekkelijk meer werkkrachten bezit dan elders. In een ander gedeelte van zijn redevoering te Utrecht vermelde hij dat in Duitschland, Zwitserland en Engeland de nijverheid een grooter percentage der bevolking tot zich heeft getrokken dan in Nederland. Hieruit zou, naar zijn redeneertrant, volgen dat ginds de nijverheid is «overvuld". Hij zou ginds op klimmende protectie van andere bedrijven moeten aandrin- dringen. Zoo kwame de behoefte aan steeds nieuwe protectie, dat is aan steeds hooger invoerrechten, nooit tot staan. Bij iedere natie hangt de verdeeling der arbeidskracht voor verschillende takken van bedrijf met een reeks eigen aardige omstandigheden samen. Er is van Dovervulling" met arbeidskrach ten slechts éen tastbaar bewijs: lage stand der loonen in verhouding tot andere bedrijven. De vergelijking des heeren Struve leert omtrent niets hoe genaamd. Een gelijksoortige dwaling ligt op den bodem van het tweede betoog van den oud-inspecleur van het stoom wezen, oud-inspectéur van den Arbeid. wiens betrekkingen wij hier noe men, daar ZEd. zelf ze deed klinken om te verstaan te geven dat hij van het vraagstuk des Vi ijen Handels meer verstand had dan anderen. Hij meent dat in Nederland te vee) personen zich bevinden in de bedrijven, welke behooren tot de groep Handel en verkeer. Hierop zou kunnen en moeten worden bezuinigd. Dan zou »de omzet goedkooper kunnen geschie den" en alzoo zouden »de consumenten gebaat worden." Tot toelichting van de bewering dat dit alles zoo goed is, vermeldt hij dat van de in allerlei beroepen werkzame personen er in Handel en verkeer gevonden worden in Nederland17.2 pCt. België11.6 Frankrijk9.4 Zwitserland10.7 Engeland10. Het is verschrikkelijk om aan te zien! Maar wat is die lout? In Neder land, gelegen tusschen Duitschland en de wereldzee, en aan den mond van groote rivieren, bestaat sedert eeuwen een doorvoerhandel van buitengewone beteekenis. Dat er niet relatief vele personen in den Handel werkzaam zijn, wien mag zulks bevreemden? Bijna onvergefelijk oppervlakkig is het, op grond van zulke cijfers to verkon digen dat een gedeelte der personen, die thans in Nederland in Handel en verkeer hun bestaan vinden, veilig kun nen worden gemist en dat hun in eenige door protectie tot bloei te bren gen bedrijven een plaatsje moet wor den geopend. ~Nog erger. In de bijlage van Nol thenius' vlugsclnift heeft de heer Struve beweerd dat tegen zijn rede neering een beroep op den doorvoer handel geen gewicht in de schaal legt, daar in Nederland, volgens de beroeps stelling, bij lange na geen 20.000 per sonen aan dezen handel deelnemen. Dit cijfer is volmaakt uit de lucht gegrepen. Er beslaat hieromtrent geen statistiek, en er zal wel nooit een komenhoe zou men b. v. van boot werkers te Rotterdam, die de ladin gen van zeeschepen overstorten nu eens in schepen voor Duitschland dan weder voor het binnenland, bepalen of zij tot doorvoer- dan wel tot anderen handel behooren? Tegen dergelijke fictieve cijfers voegt ernstig protest. Op de keper beschouwd richt de heer Struve en met hem de heer Nolthenius, die zijn redeneering voort bazuinde zich tegen de Middenstand. Hij beweert, dat in Nederland alle artikelen bijzonder duur zijn omdat hier veel te veel personen aan den omzet der waren deelnemen, 't geen duurte veroorzaakt. Precies het betoog, waarmede men dikwijls coöperatieve winkelvereenigingen en bazaars of wa renhuizen hoort aanbevelen. Is hetgeen ironie des noodlots, dat dergelijke betoog komt van eene zijde, die altij.1 hoog opgaf van hare zuivere belang stelling voor den winkeliersstand Met het oog op de verkiezingen, veel ver toon van liefde. Maar eigenlijk zou, volgens die heeren, onze handelstand voor bijna de helft bestaan uit «over tollige" menschen, klaploopers en doodeters. Wegens de namen van de hier ge noemde personen wil de schrijver dezes ook zijn naam bekend maken. Hij is; de Bestuursvoorzitter van Vrij Ruilverkeer J. 'd Aui.nis de Bourouill. Voor den vrede. Do beweging om vrede te sluiten wordt met den dag krachtiger in Rusland. Zelfs het eens zoo oorlog zuchtige Nowoje Wremja vraagt nu de mogendheden tusschenboide te komen, teneinde aan Rusland al te schandelijke voorwaarden van den kant van Japan te sparen. Op cynische wijze raadt het blad echter tegelijk aan, om zich schade loos te stellen door de bezetting van Mongolië en Chineesch Turkestan. De liberlale Nasjadjin verschijnt met een rouwband «voor de slacht offers van een noodlottig regime, dat de ondergang van Rusland en do verheffing van Japan bewerkstelligt en geen andere kracht meer heeft, dan om den burgeroorlog en den val van het rijk voor te bereiden" De Birsjewia Wjedomosti vraagt aan Frankrijk tussschenbeide te ko men, teneinde de eischen van Japan te kennen, die dan onderworpen zou den moeten worden aan de volksver gadering. De Roess verwerpt de tusschen- komst van een bemiddelaar, en meent dat het voor Rusland, wil het een behoorlijken viede bekomen, voor- deeliger zal zijn rechtstreeks met Japan te onderhandelen. Zooals men weet wil het blad de vraag «oorlog of viede" echter eerst aan een volksvertegenwoordiging on derworpen zien. Een lid van Alexiël's staf, die mis schien de meening van onttroonden onderkoning op dit oogenblik weer geeft, schrijft iri de Roeskoje Slono dal Rusland thans met Japan en China tot een vergelijk moet komen, daar het anders gedoemd is tot een mislukking in Azië, gelijk aan de reeds plaats gehad hebbende mis lukking in Euiopa. liet Zemstwo der provincie Wologda heeft aan het Ministerscomité een motie ingezonden waarbij het onmid- Oorspronkelijke novelle van TH. STORM. 19) Toen greep hij haastig haar hand, en ont trok hem die niet. Nog een poosje stonden de jonge lieden in de invallende duisternis bij elkaar, tot hun handen elkaar loslieten, en ieder zijn weg ging. Een rukwind ruisehte door de esschenbladeren en deed de blinden aan den voorkant van het huis klapperen, langzamerhand werd het nacht en diepe stilte lag op de uitgestrekte vlakte. Op Elke's voorspraak was Hauke door den ouden dijkgraaf uit zijn dienst ontslagen, hoe wel hij dien niet bij tijds had opgezegd, en waren er nu twee nieuwe knechten in huis. Een paar maanden later stierf de oude Tede Haien; maar voor hij stierf, riep hij zijn zoon aan zijn legerstede«Ga hier bij mij zitten,mijn kind," zeide de oude man met matte stem, «dicht bij mijGij behoeft niet bang te zijn; er is niemand bij mij alleen de engel des Heeren, die mij komt roepen." En de diep bewogen zoon ging vlak voor de donkere bedstede zitten: «Spreek vader, zeg het mij, als gij mij iets te zeggen hebt Ja, mijn zoon, nog iets," zeide de oude, terwijl hij zijn handen op de dekens legde, «Toen gij, nog half een jongen, bij den dijk graaf in dienst tradt, hadt gij het u in het hoofd gezet, zelf eens dijkgraaf te worden. Dat had mij aangestoken, en ik begon ook langzamerhand te denken, dat gij daar de de geschikte man voor waart, maar wat ik u kon nalaten, was te weinig om tot zulk een betrekking te rechtigen, Ik heb, zoolang gij dienstbaar waart, zuinig geleefd, om dat te vermeerderen." Hauke greep hevig aangedaan de hand van zijn vader, en de oude man trachtte zich op te richten, ten einde hem te kunnen zien. «Ja, ja, mijn zoon! daar in de bovenste lade van het kabinet ligt het contract. Je weet, dat de oude Antje Wohlers een kamp land heeft van vijf en een halve pondemaat; maar zij kon, toeD zij oud en gebrekkig werd, van de huur daarvan alleen niet leven; toen heb ik steeds met Sint Maarten mijn spaarpennin gen, een vaste som, soms ook wel wat meer, als ik het had, aan het oude mensch gegeven, en daarvoor heeft zij mij haar kamp afgestaan dat is alles gerechtelijk beschreven,Nu ligt zij op sterven, de algemeene ziekte van ons polderland, de kanker, heeft haar aange tast gij zult niet meer behoeven te betalen Hij sloot een poosje zijn oogen; vervolgens zeide hij nog: «Het is niet veel; maar gij hebt dan toch meer dan gij bij mij gewoon waart. Moge het u gedurende uw verder leven hier op aarde tot heil strekken!" En onder de dankbetuigingen van zijn zoon sliep de oude man in. Hij had niets meer af te doenen reeds eenige dagen later had de engel des Heeren hem voor altijd de oogen toegedrukt en aanvaardde Hauke zijn vader lijke nalatenschap. Den dag na de begrafenis kwam Elke zijn huis binnen. «Ik dank je, Elke, dat je eens komt kijken," aldus begroette Hauke haar. Maar zij antwoordde: «Ik kom niet kijken; ik wil den boel eens een beetje voor je op ruimen dan kunt gij behoorlijk in uw huis wonen! Uw vader heeft daar met al zijn re kenen en teekenen niet erg de hand aan ge houden, en de dood brengt ook alles in de war; ik zal het weer eens wat gezelliger voor je maken!" Hij keek haar met zijn grijze oogen vol vertrouwen aanJa, ruim maar eens ter dege op," zeide hij, «daar zult ge mij een niet weinig pleizier mee doen." En daarop begon zij op te ruimen: het teekenbord, dat daar nog lag, werd afgestoft nen had met had en naar den zolder gebracht; teekenpennen, potlooden en krijt werden zorgvuldig in een lade van het kabinet opgeborgen; daarna werd de jonge dienstbode te hulp geroepen en met haar hulp schikte zij de meubels in de kamer anders en beter, zoodat het nu scheen, dat deze grooter en lichter geworden was. Glimlachend zeide Elke toen«dat kun- wij vrouwen alleen maaren Hauke er, ondanks de rouw over zijn vader, gelukkige oogen naar staan kijken en zelf ook, waar het noodig was, een handje geholpen. En toen, terwijl de schemering reeds in viel, het was in 't begin September al les zoo was, als zij het voor hem wilde heb ben, nam zij zijn hand iD de hare en knikte hem met haar donkere oogen toe: «Ga nu met mij mee, om bij ons het avondeten te gebruiken; want ik heb vader moeten be loven u mee te brengen; wanneer gij dan hier terugkomt, kunt gij gerust uw huis bin nentreden Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1905 | | pagina 1