NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
BINNENLAND.
DE SCHIMMELRIJDER.
IMo. 66.
Zaterdag 19 Augustus 1905.
Vier-en-dertigsten jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
VAN WEEK TOT WEEK.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk f 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoonno. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/a Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Volksverzekering Gemeente-Ziekenhuis.
Alwie zijn vacantiereis moest uit
stellen, koningin, minister of jour
nalist, zij kunnen naar buiten want
het nieuwe ministerie is er. Wat
het nieuwe brengen zal dat moeten
wij met vertrouwen afwachten, maar
in elk geval zal de rusttijd niet ge
volgd worden door een zoo geduchten
en vinnigen strijd als in de laatste
vier jaren gestreden werd. En dat
is gelukkig, ook omdat het meer
productieven arbeid belooft.
Tengevolge van de vierjaarlijksche
ministerie-wisseling gaat veel arbeids
tijd onvruchtbaar voorbij, maar toch
is er in die gestadige wisseling iets
goeds, zg is n.l. een dam tegen nal
te hard stroomende wettenmakerij",
en de in te voeren wetten winnen
er bij in gehalte en techniek.
Het is te verwachten en te hopen,
dat niet alle wetsontwerpen welke
onafgedaan bleven in de prullemand
gaan. Er is te veel goeds bij, en
daaronder reken ik ook het ziekte-
verplegingsonderwerp, dat bij ziekte,
kraam en overlijden het arbeiders
gezin tegen armoe behoedt.
Het wordt toch tijd dat de volks
verzekering duchtig aangepakt wordt,
en wanneer de Staat deze zorg niet
op zich neemt dan is tenminste staats
toezicht zeer gewenscht.
In de volksverzekering, meer be
kend als fonds of bus neemt bijna
iedereen deel, om voor een paar
centen contributie in de week bij een
sterfgeval vijltig of honderd gulden
te ontvangen.
Het doel is goed. Niemand wil
van de armen begraven worden en
licht blijft er van de uitkeering iets
over om in de eerste behoeften te
voorzien na het heengaan van een
kostwinner. En omdat sparen bij het
volk een onbekende weelde is en
de sterftekans ongelijk is hot goed
dat maatschappijen op gemakkelijke
wijzede deelname in verzekering open
stellen.
Een rijksbank zou het niet goed
kooper kunnen doen, het rijk werkt
duurder dan een particuliere instel
ling, maar zij zou den kleinen man
behoeden tegen ronselai ij en bedriegerij
van allerlei aard.
Er zijn maatschappijen wier doen
boven alle blaam verheven is. Maar
wat weet bet volk van Maatschappij
af, zij kennen den bode van het fonds
en verder niet. Om den bode draait
alles, en in dat vak is meer schuim
dan in een ander.
Hebt gij ze aan 't werk gezien
Wie het best de arme drommels
bekletsen kan om de polis uit handen
te geven in ruil voor een andere,
dat is de man. Of ze bij een solieder
maatschappij komen en er beter van
worden, dat is minder, hoofdzaak is
de afsluitprovisie van den agentbode.
Van het gegoochel met cijfers be
grijpen de kleino lieden toch niets,
maar het is een mijnheer die 't zegt
en goed praten kan en dat pakt.
Als een bode wil overloopen, dan
is vaak zijn heele ledenlijst voor zijn
maatschappij verloren. Even de polissen
omgewisseld en de leden weten niet
eens dat zij van maatschappij A. naar
B. verhuisd zijn.
Dat onwaardig gescharrel is een
gevolg van het groote aantal maat
schappijen, die 'als paddestoelen uit
den grond verrijzen en om er in
te komen.
Het is ongeloofelijk, al die maat
schappijen hebben commissarissen met
klinkende namen, twee drie achter
elkaar, en liefst met adellijke titels.
Al te maal om de goê gemeente te
lokken, Het publiek moet toch eindelijk
gaan inzien, dat die mooie namen
geleend worden voor reclame en tegen
betaling.
Van de oneerlijke concurrentie wordt
do kleine man de dupe. Zij worden
van fonds in fonds overgepraat, zij
worden bepraat de post te verhoogen,
zoodat ze de betaling onmogelijk kun
nen voortzetten, ze worden na jaren
van betaling geroijeerd en weg zijn
de bespaarde centen, o ja, de volks
verzekering is heel mooi, maar in de
praktijk is veel wat niet deugt, meer
dan het publiek weet.
Of er veel kans bestaat dat het
wetsontwerp nog wet zal worden?
Dat zou een gevoelige knak zijn voor
vele assurantie-Maatschappijen en de
dood voor eenige kleintjes, en we
weten dat de heeren wettenmakers
gewoonlijk tevens commissaris zijn
van een of meer dier vennootschappen.
Welnu, een wet op de vennootschap
pen en een beetje staatstoezicht kan
ook baten en misbruiken tegengaan.
In elk geval moet het publiek de
grootst mogelijke zekerheid hebben,
dat de spaarpenningen niet verloren
gaan en het recht op uitkeering be
houden blijft.
Sparen kan de kleine man niet,
d. w. z. er schiet niet veel over om
ie sparen, en toch staat men verbaasd
als men hoort hoeveel er nog gespaard
wordt waar slechts gelegenheid gege
ven wordt, bij de postspaarbank en bij
allerlei spaarkassen waarbij ook al
beunhazerij is.
Van den bekenden drang tot sparen
heeft ook de Maatschappij van Frede-
rik van Eeden gebruik gemaakt om
mede ton bate van de slachtoffers der
spoorwegstakiug een spaarkas op te
richten. Wekelijks wordt 10 of 25
cent betaald en ais het jaar om is
kan men voor het bespaarde geld
inkoopen doen in de magazijnen der
Maatschappij »de EendrachtDeze
spaarkas heeft een hooge vlucht ge
nomen. Er zijn 55 duizend deelnemers
en de ontvangsten der spaarzegels
komen per week op ongeveer zes
duizend gulden. Deze spaarkas kan een
financieele macht worden, die een
weldaad voor een deel der maatschappij
in zich sluit. Het is weer een voor
beeld hoeveel er gespaard wordt en
hoe vele kleintjes een groote maken.
Daarvan kan in Amersfoort een
voorbeeld gegeven worden als velen
een steentje bijdragen om de gemeente
te helpen aan een ziekenhuis. Dat is
r.oodig en de gelegenheid is er.
Zooais wij weten wordt het Alde-
gonde-ziekenhuis met Nov. gesloten.
Nu 15 jaar geleden werd het als kinder
ziekenhuis geopend en spoedig werden
zieken van allerlei aard opgenomen.
Nog kort geleden werd het uitgebreid
door den aanbouw van doelmatig in
gerichte barakken voor lijders aan
besmettelijke ziekten, met lijkenhuis
en ontsmettings-inrichting. Deze ba
rakken werden door den bekenden
stichter van het gasthuis, mr. H. J. 11.
baron van Boetzelaar aan de gemeente
ten geschenko aangeboden.
Wij hebben geen gemeente-zieken
huis, in elk geval geen moderne ver-
plegingsinrichting zooals liet Aldegonde
gasthuis is. Het zou buitendien te
betreuren zijn indien deze fraaie
stichting aan haar doel, waartoe zij
bestemd werd, zou worden onttrokken.
Het ligt voor de hand, dat de ge
meente dit gasthuis moest trachten
over te nemen. Is de prijs te hoog
voor ons niet rijke Amersfoort, wel
aan dat dan de burgerij de gemeente
helpe, vele kleintjes, wij zien het
aan 't sparen der kleine luiden zoo
wij 't nog niet wisten, maken totgroote
dingen bekwaam, en een groot en
nuttig ding voor Amersfoort zou het
zijnin het bezit te wezen van een
naar de eischen des tijds ingericht-
ziekenhuis.
Uit Apeldoorn meldt men aan
het »N. v. d. D.« dat de Shall van
Perzië den lOden September a s.
met groot gevolg op het I.oo ver
wacht wordt, voor een bezoek aan
II. M. de Koningin.
Woensdagmiddag zijnjde nieuwe
ministers door H. M. de Koningin
ten paleize 't Loo in audiëntie ont
vangen. Met den trein van 12.20 arri
veerden de directeur van het kabinet
van H. M. de Koningin, jhr. Vegelin
van Claerbergen met twee der heeren,
de overigen kwamen met den trein
van 3. 16. de ministers van oorlog
en marine waren in uniform.
Direct na aankemst ten paleize,
tegen 4 uur, werden de heeren naar
de audiëntiezaal geleid, waar koit
daarna II. M. do Koningin verscheen
in lichtblauw toilet, vergezeld van
enkele leden van hetgevolginunivorm.
Na zich een oogenblik met de heeren
te hebben onderhouden legden zij in
handen van II. M. den vereisciiten
eed af; de geheele plechtigheid was
in een kwartier afgeloopen.
Met den trein van 5 02 vertrokken
de nieuwe excellenties weder naar
Den Haag.
Z. K. H. de Prins der Nederlanden
was tegenwoordig bij de beëediging
der nieuwe ministers.
Omtrent het nieuwe Ministerie
schrijft het N. v. d. Dag.
Het Nieuwe Ministerie aanvaardt
geen gemakkelijke taak.
De meerderheid der Eerste Kamer
behoort tot de rechterzijde. En nu
ligt de meerdeiheid in de Tweede
Kamer wel links, maar die meerder
heid bestaat uit slechts 52 van de
100 stemmen. En die meerderheid
van 52 stemmen is nog verdeeld in
twee partijen: de liberalen en de
DEntOERUHIDSCHE HflnOElSBfllIK
Koninklijk goedgekeurd
flwSTERDfl|V\.
2^ConsMitD/cjenss^6lTelep^572l
Oorspronkelijke novelle van TH. STORM.
40)
Inmiddels was efeen flauw Noordwestenwindje
opgekomen en werd aan den Noord- en West
kant de vloed tegen den dijk opgejaagd; maar
het was onmisbaar, dat door de zachte glooiing
het water er zwakker tegen aan sloeguit den
mond der regeeringscommissarissen vloeide de
lof van den dijkgraaf, zoodat de bedenkingen,
nu en dan door de heemraden geopperd, al
spoedig ophielden.
Ook dat ging voorbijmaar nog een
voldoening ontving de dijkgraaf op zekeren
dag, toen hij in stille gepeinzen verdiept den
dijk langs reed. Waarschijnlijk was de vraag
wel hij hem .opgekomen, waarom de polder,
die zonder hem niet ingedijkt zou zijn, die
hem zoo veel zweet en nachtwaken gekost had,
nu ten slotte naar een der prinsessen uit het
regeerende huis «de nieuwe Carolinapolder"
gedoopt wasmaar zoo was het toch, op alle
stukken stond die naam, op sommige zelfs met
krulletters en met rooden inkt. Maar nu, toen
hij opkeek, zag hij twee arbeiders met hun
akkergereedschap, den een ongeveer twintig
pas achter den ander, hem tegemoet komen.
«Wacht dan toch even!» hoorde hij den ach
terste roepen, maar de andere hij stond
juist bij een voetpad, dat van den dijk naai
den polder leidde antwoordde «Een ander
maal, Jens! Het is al laat; ik moet hier klei
slaan
«Waar?»
«Wel hier, in den Hauke Haienpolder!»
Hij riep het luidde, terwijl hij snel het voet
pad afging, alsof de geheele polder daarbe
neden het moest hooren. Maar Hauke was
het, alsof hij zijn roem hoorde verkondigen
hij hief zich in den zadel op, gaf zijn schim
mel de sporen en overzag met een vast oog
het ruime landschap, dat zich aan zijn linker
hand uitstrekte. «Hauke Haienpolder!» her
haalde hij zacht; dat klonk, alsof het nooit
anders zou kunnen heeten! Men mocht doen,
wat men wilde, zijn naam was er niet meer
van te scheidendie prinssesennaam die zou
wel spoedig nog slechts in oude stukken schim
melen. Het paard droeg hem in trotschen ga
lop voort; maar in zijn ooren suisde het:
Hauke Haienpolder In zijn gedachten groeide
de dijk bijna tot een achtste wereldwonder
aanin geheel Friesland was zijn gelijke niet
En hij liet den schimmel dansenhet was hem
alsof hij te midden van alle Friezen stond,
alsof hij een hoofd boven hen allen uitstak
en zijn blikken scherp en medelijdend over
hen liet heengaan.
sst Allengskens waren er drie jaren se
dert de indijking verloopen; het nieuwe werk
was gebleken uirstekend te zijnde kosten
van onderhoud waren slechts gering geweest;
in den polder bloeide nu bijna overal de witte
klaver, en wanneer men over de beschutte
weiden ging, bracht de wind geheele wolken
van zoete geuren mede. Toen was de tijd aan
gebroken, om de tot nu toe slechts denkbeel
dige aandeelen in werkelijke te veranderen
en alle deelgerechtigden hunne eigendommen
toe te wijzen. Hauke had niet leeggezeten en
voor dien tijd nog eenige nieuwe verworven;
Ole Peters had zich met verbeten woede
achteraf gehouden; hem behoorde in den
nieuwen polder niets. Zonder twist en ver
drietelijkheden had ook de verdeeling niet in
haar werk kunnen gaan; maar toch was zij
tot stand gekomen; ook dit werk had de dijk
graaf achter den rug.
Voortaan leefde hij slechts voor zijn plich
ten als landeigenaar en dijkgraaf en voor hen
die hem het naast waren de oude vrienden
hadden het eeuwige met het tijdelijke ver
wisseld, en hij was er de man niet naar nieuwe
te maken. Maar onder zijn dak heerschte vrede,
een vrede dien ook het stille kind niet ver
stoorde; het sprak weinig; het voortdurend
vragen, dat levendige kinderen eigen is, kwam
zelden voor, en wanneer dit geschiedde, was
het zoo, dat het moeilijk viel, op haar vragen
een antwoord te gevenmaar haar lief onnoozel
gezichtje droeg bijna steeds een uitdrukking
van tevredenheid. Zij had twee speelkameraden
en die waren haar voldoende; wanneer zij
over de terp wandelde, sprong het geredde
gele hondje steeds om haar heen, en wanneer
de hond zich vertoonde, was ook de kleine
Wienke niet meer veraf. De tweede kameraad
was een meeuw, en zooals de hond «Parein
heette, heette de meeuw «Claus.»
Claus was door een grijs menschenkind op
het erf gebracht: de tachtigjarigen TrijnJans
had het in haar hut bij den dijk niet meer
kunnen volhouden; en toen had Elke gemeend,
dat de afgetobde dienstbode van haar groot
vader bij hen nog wel den avond van haar
leven rustig mocht doorbrengen om er een
kalm sterfbed te vinden.
Wordt vervolgd.)