NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
DE SCHIMKIELRIJDER.
Ho. 79.
Woensdag U October 1905.
Vier-en-dertigsten jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Amersfoortsche
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk f 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
BureauLangestraat 77. Telephoonn". 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent.
Advertenbiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Universeele middelen helpen
tegen universeele kwalen.
Neemt men eene courant in handen,
en loopt men de advertentie-kolommen
door, zoo mag men verwonderd zijn,
wanneer daarin geen reclame wordt
gemaakt voor een of ander universeel
middel. Bij de bestrijding van de
kwakzalverij is er zeer te velde getrok-
trokken tegen die advertentiën en dit
heeft bij een deel van het publiek de
meening doen ontstaan, dat elk artikel
waarvoor reclame gemaakt wordt,
schadelijk is, en geneesheeren, bang
om zelf den naam van kwakzalver te
krijgen, schrijven niet gaarne artike
len voor, waarvoor reclame gemaakt
is geworden.
Onderwerpt men een groot aantal
van die heilmiddelen aan een onder
zoek, zoo vind men, naast staal-
preparaten, in die universeele midde
len hoofdzakelijk stoelgangbevorderen-
de middelen.
Dat die universeele middelen succes
hebben, kan niet worden tegenge
sproken. Ieder man van zaken weet
wat tegenwoordig de reclame kost en
toch houden fabrikanten van die uni
verseele middelen, hunne reclame vol
niet alleen, maar er gaan van ver
schillende fabriekanten verhalen rond
over de groote winsten, door hen ge
maakt. getuigschriften aan wier echt
heid niet getwijfeld mag worden,
erkennen, dat het middel geholpen
beeft, kortom, men wordt, door het
succes van de universeele middelen,
gedwongen om aan te nemen, dat er
bestaan moet, een universeele kwaal.
Op het middel afgaande, moet de
universeele kwaal zijn, bloedarmoede
of zulke, daarmee verwante kwalen,
waarvoor staalpreparaten met succes
kunnen worden aangewend en
gebrekkigen stoelgang, twee abnor
maliteiten, meestal een gevolg van
onoordeelkundige voeding.
Zoolang niet ieder mensch zich de
weelde van een lijfarts kan veroor
loven, die hem gedurig met zijn raad
gevingen kan bijstaan, omtrent wat
hij moet eten, wannéér hij dit of dat
moet eten, en hoevéél hij moet eten,
zoolang zal men zich zelf moeten
bekwamen in de begrippen over voe
ding en dit is lang niet zóó moeilijk
als het er op het eerste gezicht
uitziet.
Zooals voor elk bekwamen is er
tijd noodig en lust. De lust, de be
langstelling, is er bij iedereen aan
wezig. Ieder mensch stelt belang in
zijn eigen lichaam. Ik kan mij be
grijpen hoe menschen griezelig worden,
wanneer zij over dit onderwerp hoo-
ren spreken, vooral als dit gepaard
gaat met voorbeelden, platen, of
nabootsingen in was, of in papier-
maché. Ik wil mij daarom tol taak
stellen, het onderwerp voor leeken
op een duidelijke en niet griezelige
manier te behandelen.
Er is-nog een tweede moeielijkheid
te ontgaan, en dat is het vermijden
van vreemde woorden, die voor den
leek allerlei moeilijkheden opleveren.
Deze opgaven maken de behande
ling niet gemakkelijker en zullen
allicht oorzaak zijn, dat vakmenschen
mij hier en daar van onnauwkeurig
heden betichten, waar die opzettelijk
in den plaats zijn gesteld van de meer
nauwkeurige feiten.
Die gebrekkige stoelgang dan, is de
nachtmerrie van de beter denkende
medici, maar die gebrekkige stoelgang
is de goudwinning van alle fabrikanten
van universeele middelen, d. w. z. mid
delen, die voor alles en alles helpen
Die gebrekkige stoelgang is verder
ooi zaak, dat vele huisvaders en huis
moeders grijpen, naar hun huismid
deltjes, die misschien nóg slechter,
in geen geval beter zijn, dan de uni
verseele middelen.
Zulk een huisapotheek is een aar
dig ding; men vind er alles, wat er
niet zijn moest en datgeue wat
er zoo noodig moest wezen ont
breekt. Nu verbied mij de beleefd-
etiket staan en vele in plaats van
een behoorlijk kurkje een opgerold
papiertje als afsluiting, hebben de
beleefdheid verbied mij ook om aan
merking te maken op een zakje met
zuiveringszout, dat jaar in, jaar uit
in het papieren zakje blijft liggen, of
op een spanen doosje met bruidspoe
der, dat in een vochtige kast staat.
Het is niet te verwonderen, dat
chloorzure potasch (een uitstekend
gorgelmiddel bij keelaandoeningen) in
de plaats van zuiveringszout wordt
gegeven, of glycerine in de plaats
van wonderolie, braakwijn in de plaats
van cascara enz. enz.
Ik zou D willen aansporen tot het
kloeke besluit, om al die rommel van
zakjes, lleschjes, doosjes en potjes te
doen verhuizen naar de keuken, waar
ze goed schoongemaakt geen schade
zullen doen, of, wanneer ze niet schoon
willen worden, ze een eerlijke begra
fenis te geven in Uwen vuilnisbak
Wat er zoo aan huismiddoltjes
noodig kan zijn, zal ik gaarne in
volgende artikelen behandelen, maar
voorloopig Vooruit met den
rommel.
Verzoek Uwen dokter om, zieken
of geen zieken, eenmaal per maand
een visite te komen maken, leg hem
buiten de ziekteongevallen van Uw ge
zin, ook de gezondheidsongevalien
voor, vraag zijn raad voor Uw doch
tertje, dat een beetje zwak in de en
kels is, voor Uw zoontje, dat's nachts
zoo reutelt in den slaap, voor Uw
ander dochtertje, dat af en toe last
heeft van neusbloedingen. Uw an
der zoontje dat soms last heeft van
oorpijn, enz. enz.
Veel menschen stellen zich een dok
ter voor als iemand, met een recepten
boek, zoo iets als een kookboek. In
zoo'n receptenboek staat dan bv.
hoofdpijn, oorpijn, buikpijn, kortom
alle mogelijke kwalen, en daarachter
staat dan een opgave van de recepten.
Ik hob in waarheid van een overigens
heid om de huismoeders te beschul- niet onontwikkeld persoon, eens die
digen, dat zoowat alle fleschjes zonder beschouwing gehoord en die persoon,
meende inderdaad dat, wanneer men
van zoo'n dokter nu maar zoo'n recep
tenboek kon machtig worden, dan
was men klaar. Maar dat krijgt men
niet uit hunne vingers Deze beschou
wing toont zoo sterk het onbegrip van
den persoon over het vak van docter
dat men bet ervoor houden moet dat
de persoon behoort tot de gelukkigen
die nooit een dokter noodig gehad
hebben en nooit zijn ziek geweest
Ik deel deze uitlating mede, omdat
zij zoo absurd en toch tevens zoo ko
miek is en ook, omdat ik wel eens
den indruk heb gekregen, dat meer
dere personen eene dergelijke opvat
ting er op na houden.
De wetenschap is zoowel voor de
mannen der wetenschap als voor do
leeken nog vrijwel een mysterie, met
dit onderscheid, dat het voor de man
nen der wetenschap is een geordend
en voor de leeken een wanordelijk ge
heimenis. Er wordt veel en ernstig
gewerkt op elk gebied der wetenschap
maar er zijn zóóveel vragen on
beantwoord en vooral in de psygiologie
is iedere beantwoorde vraag, oorzaak
voor tal van nieuwere vragen, dat men
nog duizenden van jaren kan werken,
zonder gevaar voor werkeloosheid in
de wetenschappelijke wereld.
Maar wij zijn van onzen
gebrekkigen stoelgang afgedwaald, ja
zooiets zal ons nog wel eens vaker
moeten overkomen.
Geeft men zich goed rekenschap van
wat men doet, als men laieerende
middelen inneemt, don mag dal inne
men, zooal niet als gevaarlijk, toch
minstens als onnoodig, misschien als
nadeelig worden beschouwd.
Het innemen van laxeermiddelen is
verleidelijk, vooral wanneer het middel
de walgingwekkende eigenschappen
der meeste likkepotten e. d. mist.
Niet bet innemen maar de gevolgen
van het innemen zijn verkwikkend,
men gevoelt zich inderdaad van eenen
last bevrijd (ontlastingen) en dit moet
wel de oorzaak zijn, dat het laxeer
middel een hooger plaats bekleedt,
dan hem toekomt. Men heeft zich be
ijverd, de walgelijke likkepotten van
vroeger te vervangen en daarvoor in
pillenvorm, laxeerende middeltjes, la-
xeerende wijn. resp. of brandewijn,
of extr. fluid cascar, sagrad, in port
wijn ot malaga, maar men heeft nu
die laxeermiddelen gemakkelijker wor
den ingenomen, ook de gevolgen van
dat innemen vermeerderd,
Wij zullen niet nagaan, welken in
vloed de laxeermiddelen op het lichaam
hebben, doch wat ieder kan zien, die
geregeld laxeermiddelen neemt of ze
aan zijn kinderen geeft is, dat zij
mager worden en een slecht gebit
krijgen. (Het is trouwens de manier,
waarop de Engelschen hun renpaarden
mager maken).
Door het laxeermiddel wordt vocht
onttrokken aan den darm en mitsdien
ook aan het geheele lichaam. In an
dere omstandigheden is men zoo be
vreesd voor het verlies van vochten,
het verlies van vochten is in den mond
van vele leeken de doodsoorzaak bij
al degenen, die geen andere ziekte
hadden maar gewoon van ouderdom
stierven. Men moet niet uit het oog
verliezen, dat het menschelijk lichaam
voor cirka 70'/» uit water bestaat en
dat wij dat vocht kunnen beschouwen
als het voermiddel van ons voed
sel en de stofwisseliugsproducten, door
de talrijke kanalen en stroomen van
ons lichaam. Hoe weinig men ook
wete van de physiologie van het dier
lijke organisme zoo is dit organisme
niet meer het hocus pocus", wat het
voor den leek is. De wetten, de na
tuurwetten nl. die buiten het lichaam
gelden, gelden ook in het organisme,
het organisme is alleen maar zoo
verbazend samengesteld, dat vaak juist
het omgekeerde waar schijnt.
Als men loopt bijv. dan slijten de
schoenzolen, loopt men daarentegen
op bloote voeten zoo worden de
zooien juist dikker. De smid, die zijn
armen meer gebruikt, verslijt dia
armen niet, maar zij worden sterker;
iemand die van nature een sterke
Oorspronkelijke novelle van TH. STORM.
53) (Slot.)
Hij richtte zich hoog op, en drukte den
schimmel de sporen in de flanken; het dier
steigerde, het zou bijna achterover zijn ge
slagen; maar de kracht van den man drukte
het weer naar beneden.
"Vooruit I" riep hij nog eens, het bekende
woord waarmede hij het zoo dikwijls tot een
fliDken rit had aan gezet. «God, neem mij,
maar spaar de anderen I"
Nog eens gaf hij het de sporen; een kreet
klonk boven storm en golfgeklots uit; toen
hoorde men uit de diepte van den naar binnen-
stroomenden vloed een dof geluid als van een
korte worsteling.
De maan scheen helder aan den hemel;
maar op den dijk bewoog zich geen levend
schepsel meer; er viel niets te ontwaren dan
de woeste wateren, die spoedig den ouden
polder bijna geheel overstroomden. Maar nog
steeds stak de terp met Hauke Haien's hof-
Btede boven de wateren uit, nog schemerde
daar het licht, en van de heide, waar de huizen
allengs donker werden, spreidde de eenzame
lantaarn in de kerktoren hare trilende licht
stralen over de schuimende golven uit.
De verteller zweeg, ik greep naar het ge
vulde glas, dat al geruimen tijd voor mij
stond, maar ik bracht het niet aan de lippen,
mijn hand bleef op de tafel rusten.
«Dat is de geschiedenis van Hauke Haien."
begon mijn gastheer opnieuw, «zooals ik ze
u naar mijn beste weten kon meedeelen. Wel
is waar zou de huishoudster van onzen dijk
graaf ze u anders verteld hebben; want ook
dit weet men te berichtendat witte paarden-
geraamte is na den vloed, evenals voorheen,
in den maneschijn weer op Jeverszand te zien
geweest; het geheele dorp kan het getuigen.
Zooveel is zekerHauke Haien is met
vrouw en kind door dien vloed verzwolgen
niet eens hun graf heb ik gind3 op het kerk
hof kunnen vinden; de lijken zijn waarschijnlijk
tegelijk met het wegstroomende water door
het gat in den dijk in zee gedreven en op
den bodem der zee allengs weer in hunne
oorspronkelijke bestanddeelen ontbonden
daar hebben zij eindelijk de rust gevonden,
die de menschen hun niet gunden. Maar nu,
na honderd jaar, ligt de Hauke Haiendijk er
nog, en wanneer gij morgen in oostelijke
richting naar de stad rijdt, en niet opziet
tegen een omweg van een half uurtje, kunt
gij hem onder de hoeven van uw paard hebben.
De dank, dien Jewe Manners eens voorspeld
had, dat de legger daarvan bij het nageslacht
zou inoogsten, is, gelijk gij gezien hebt, uit
gebleven; want zoo is het nu eenmaal op de
wereldSocrates lieten zij den giftbeker ledügen
en onzen Heer Jezus Christus nagelden zij aan
het kruis! Dat gaat in den tegenwoordigen
tijd niet meer zoo gemakkelijk, maar dat
een man van het ruwe geweld heilig verklaard,
een flinke kerel daarentegen omdat hij ons
allen boven het hoofd gegroeid is, gehoond en
gelasterd wordt, dat gebeurt nog iederen dag."
Toen het ernstige mannetje dat gezegd had,
stond hij op en luisterde aan het raam. «Daar
is verandering gekomenzeide hij, het wollen
gordijn wegschuivende: het was heldere
maneschijn. «Zie maar," ging hij voort, «daar
komen de heemraden terug; maar zij gaan uit
een en keeren huiswaarts; ginds aan den
anderen oever moet een doorbraak zijn; het
water is gevallen."
Ik keek, naast hem 9taande, naar buiten;
de ramen lagen hooger dan de rand van den
dijk; het was zooals hij gezegd had. Ik nam
mijn glas op en dronk het uit. «Ik dank u
wel voor dezen avond!" zeide ik, «ik geloof,
dat wij gerust kunnen gaan slapen." Dat
kunnen wij," antwoordde het kleine heertje,
«ik wensch u van harte een aangename
nachtrnst."
Beneden gekomen, ontmoette ik in
de gang den dijkgraaf; hij wilde nog een kaart,
die hij in de gelagkamer had laten liggen,
mee naar huis' nemen. «Alles voorbij I" zeide
hij. «Maar onze schoolmeester zal u wel wat
moois opgedischt hebben; hij behoort tot d»
vrijdenkers."
«Hij schijnt een verstandig man te zijn I"
«Ja, ja. zeker: maar gij kunt toch uw eigen
oogen niet wantrouwenen ginds aan den
overkant is, zooals ik wel vooruit zeide, de
dijk doorgebroken I"
Ik haalde de schouders op«Daar moeten
wij, dunkt mij, eens op slapenGoeden nacht,
mynheer de dijkgraaf!"
Hij lachte: «Goeden nacnt!"
Den volgenden morgen, toen de zon
in al haar pracht over het tooneel de ver
woesting was opgegaan, reed ik over den
Hauke-Haiendijk naar de 6tad.