nieuwe Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. fto. 18 Zaterdag 3 Maart 1906 Vijf-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Plaatselijk Nieuws. HET KIND DER PRAIRIE. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75; Franco per post door het geheele Rijk f 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephocnn». 69. ADVERTENTIËN: Van 1—6 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/a Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Bij de algemeeDe vergadering van de Vereeniging Ambachtschool voor Amersfoort en omstreken, op Woensdag 28 Februari, des avonds te 8'/« ure, in de Arend gehouden, waren aanwezig 8 bestuurs- en 4 gewone leden. Na opening der vergadering te kwart vóór negen uur doet de voorzitter de notulen lezen van de vorige buiten gewone vergadering op 26 Jan., die onveranderd worden vastgesteld Aan de orde is de agenda. Punt I. Verslag van de commissie tot nazien der rekening en verant woording. De drie hierin benoemde heeren hebben een schrijven ingezonden, dat zij verhinderd zijn, deze vergadeing bij te wonen. Scbrifte ijk deelen zij echter mede, dat zij de rekening en verantwoording accoord hebben bevon den, en dat zij aan de algemeene vergadering voorstellen, den penning meester te dechargeeren, onder dank betuiging voor zijn correct beheer der geldmiddelen. Aldus wordt besloten. De penningmeester geeft thans een kort overzicht van de financiën, waar uit blijkt, dat de rekening in ontvangst sluit met een som van f 19,260.68, terwijl de uitgaven een som van 1 19.315 39 aanwijzen, aldus een na- deelig saldo van f 55.7 l'/i. De voorzitter zegt, dat dit slechts een schijnbaar nadeelig saldo is, daar de B. Avondschool, gebruik makend van vuur, licht, enz. aan de Ambacht school te weinig heeft betaald, (de raming was te laag geweest) Dit ver schil zal echter door de gemeente worden vergoed. Punt II. Jaarverslag. In het kort wijst de voorzitter op enkele bijzonder heden. Tot zijn spijt moet hij zeggen, dat het ledental, vroeger over de 200, thans tot 183 is gedaald Natuurlijk drukt dit op de financiën der vereeniging Hij stelt daarom voor, om een lijst bij de leden te laten circuleeren voor bijdragen in de kosten van den avond cursus. De vergadering keurt dit goed Wat betreft het personeel, hierin kwam in het afgeloopen jaar geen verandering, terwijl directeur en leeraren zich weder met toewijding aan het onderwijs hebben gegeven. Een draaibank, waar reeds langen lijd behoefte aan is, heeft het bestuur nog niet kunnen aanschaffendeze wacht nog steeds op een milden gever of geefster, die de Ambachtsschool daarmee eens zal willen verrijken. Voorts wordt dank gebracht aan den heer A. Veen voor een vlinder- collectie, welke hij afstond ten behoeve van het teekerionderwijs, en aan de liima Oostermeijer en Co, die eene collectie houtsoorten ten geschenke gaf. Aangaande de leerlingen kan de voorzitter inededeelen, dat 35 jonge lui eindexamen deden, waarvau 34 zijn geslaagd. Deze 34 waren over de vakken als volgt verdeeld: 19 tim merlieden, 10 smeden en 5 schilders; 22 van hen waren uit Amersfoort afkomstig en de overigen uit de om liggende gemeenten. Na afloop van het eindexamen kon den 20 van de geslaagden werk vin den in Amersfoort zelf. Een ingesteld onderzoek naar dezen had zeer be vredigende resultaten. Van 44 leerlingen der 2e klas wer den 43 naar de 3e klas bevorderden van de 64 der le klas 61 naar de 2e, terwijl 59 candidaten slaagden voor het toelatingsexamen le klas. Einde 1905 werd aan 144 leerlingen onderwijs gegeven, en wel aan 61 in het timmeren, 51 in het smeden, 18 in het schilderen en 14 in het menbelmaken. Na nog eenige mededeelingen om trent de schoolgelden enz besluit de voorzitter dit overzicht met nogmaals den leden te veizoeken nieuwe leden aan te werven. Punt III. Mededeelingen van het bestuur. Deze mededeelingen betroffen den metselcursus. De inspecteur heeft aangaande deze zaak wel reeds ge schreven, dat hij een gunsiig advies zal uitbrengen, doch hij heeft zich nog niet uitgespioken over cijfeis in ver band met een eventueele rijkssubsidie Het bestuur hoopt dat dit alspog spoedig zal gebeuren met het oog op de aanvraag om subsidie aan de gemeente en de opening van den cursus in 1907- Na nog enkele inlichtingen en be merkingen beantwoord te hebben, sluit de voorzitter te half tien de vergadering. Bij de derde en laatste abonne- ments-voorstelling in «Amicitia" zal door de »Ned Tooneel-veioeniging" van Amsterdam, directie Van der Horst en Ternooy Apel worden opge voerd irTelefoongeheimen". Aan het toelatings-examen voor de Rijks Nor maallesen alhier, cursus 1904/1907, die April e.k. begint, werd deelgenomen door 13 candidaten, 8 voor de 1ste klasse, 4 voor de 2e klasse, éen voor de 3e klasse. Toegelaten werden voorde le klasse: Johanna Hendrika van Achterbergh, Amersfoort; Cornelia Beth, Baarn Maarlje Anna Bongeis, BaarnPieter Koetsier, Zeisten Gerrit Krol, Lage Vuursche voor de 2de klasse: Theunlje Corn. Jacoba Delevoet, Apeldoorn; Karei Albertus tiroenhuysen, Amersfoort; Wilhelmus Everhardus Noordman, Amersfoort; Felix van Spiegel, Amers foort voor de 3e klasse Elisabeth Fred. Louisa Maria van Kooten, te 's Graven- hage. De pakhuisknechts J. van E., 25 jaar, en P. M., 48 jvan de firma Van Haselen Boom, beklaagd van het in dienstbetrekking verduis teren van meel, werden ieder verooi- deeld tot 6 maanden gevangenisstraf. Bij de ten Raadhuize gehouden aanbestedingen werd ingeschreven voor de lever ing van 80 000 waal straatklinkers door J. G Arends, te Wageningen, voor fl'200; J. M. C Mijnlief. te Utrecht, fl 174.40; T. van Daal f1176; G. Wassink f 1 11 en f1251; Th. VV. Bonte f1200; J. van Harpen f 1259 80; en A. P. Heins, te Arnhem, f 1184; voor de levering van 250 stère ge- wasscheit riviergrint door L. Janssen, te Avereorst f2 53'/i; J. Meijnen, te Hoogeveen, f2.68; Th. W. Bonte voor het geheel f700; W. Salomons voor het geheel f766.50; voor het baggeren van de haven en de binnengrachten doorG. Wassink f1700; J. van Harpen f1555; Van Beek Palm 1 1447A. van den Hoek f1780; L. J,eenheer, te lleine- noord, f 1386; G. de Bruin, te Wouden berg, f1800. De gunningen zijn aangehouden. Bij de ten overstaan van archi tect Kroes gehouden aanbesteding voor den bouw van een heerenhuis aan de Langestraat voor rekening der O. B. Klerezie werd ingeschreven door de volgende stadgenooten Keizer Wildeman f13581, N. Wolfswin kel f 12 690, F. Eibers, f 12 500, J. C. van Eibergen f12 465, J Bunnik f12 450, G. C. Blanken f 12 250, W. Zwak f II 800, T. Hoogevest f11498 en Mostertman Van Es f 10 950. Voor het amoveeren van een per ceel aan de Lavendelslraat en het daar bouwen, onder leiding van den- zellden architect voor rekening van de N. V. «Amersfoortsch Verkoop huis, voorheen H. J. Bonnier", van een magazijn werd ingeschreven door G Mostertman Van Es f 5690 L. van den Berg Hoogland, f5460. Lensing Van Veen 15419, N. Wolfs winkel f5386, T Hoogerest f5289. Keizer Wildeman f 5121, F. Eibers, Apeldoorn, f 4850, L J. Hemels f4810, J. Bunnik f 4740 en G. C. Blanken f 4600. Bij de ten overstaan van notaris A. N. J. Vos gehouden veilingen van vaste goederen werdhet heerenhuis Van Asch van Wijckstiaat 19 ingezet op f 4480, het heerenhuis aldaar no. 17 op f4600, die beide perceelen ingezet op f9400; werd het woon huis Westsingel 28 ingezet op f2920, het woonhuis aldaar no. 27 op f 1380, beide perceelen samen opgehouden een perceel bouwgrond bij de voor malige gasfabriek werd opgehouden voer f 1020, een bouwterrein aan den Molenweg onder Leusden opgehouden voor f270. De Utrechtsche Jachtvereeniging hield Donderdag een jachtrit in de prachtige terreinen bij flees". Hoewel het weder ongunstig was, viel het in de bosschen toch erg mede en ontbrak ten slotte slechts een vroolijk zonnetje. Bij de «Halte Doldersche weg" hadden zich de deelnemers te I uur verzameld en werd achler den Jager- meester, le-luit. M. J. Looijen, van het le reg. veld-artil., afgereden over de heide in N O. richting. In vlot tempo kwam men weldra over deze inooie heide in duinterrein, dat in stap werd overgetrokken om over de steile heuvels af te dalen in het bosch dat in N. richting in draf en stap werd doorkruist. Bij de «Andrieshoeve" werd een groene heg gesprongen waarna het door het lage terrein bij deze boer- deiij over een viertal natte slooten ging om door hel hosch naar den rand van het bedekte terrein te gaan. Deze rand werd in N.-W. richting gevolgd, daaina links uitge bogen om vervolgens den mooien zandweg te verlaten, en door het, bosch, over een groot aantal natte slooten, te rijden in de lichting van «Kleinhoeve", Daarna ging het in Z l ichting over een dicht met dennen begroeid stuk heide, waar door een enrietje werd gewaad. Langs de «Andi ieshoeve" werd in vlotte galop FRANZ TRELLER. 42) Dicht bij hem snorkte Bill Stone nog met luide toonen, zooals zijn gewoonte was sprak Paul zacht zijn morgenge bed uit en stond toen op. Hij trad naar buiten in den gulden morgen en keek rond. Het had 's nachts hard ge regend, een omstandigheid die zeer gunstig was, daar zoo, de van het zuiden komende sporen moesten zijn uitgewischt. Hij bevond zich in een rotsketel, welks gekloofde wan den hoog oprezen en op vele plaatsen leidden breede sple ten dieper in dit gewinwar van rots massas. Paul zag eenige Indiaansche tenten, vastgepinde paarden en enkele mannen die bezig waren met de uitgebrande vuren. Rond om bemerkte hij rotsopeningen die naar holen schenen te voeren waarin waarschijnlijk de Indianen hun nachtleger gehad hadden. Daar Paul dorst had ging hij naar een Indiaan die in zijn nabijheid bezig was en vroeg hem om water. Door die, naar het scheen, geen Engelsch verstond, maakte hij hem door gebaren duidelijk wat hij verlangde. De Indiaan wenschte hem mee te gaan en bracht hem door eenige rotsspleten van ongelijke breedte in een grooteren ketel, waardoor, wat de jongeling met verbazing zag, het heldere water van een bergstroom vloeide, die wel zeventig tot tachtig schreeden breed kon zijn. Op den anderen oever even als op dezen verhieven zich stijler gescheurde rotsen. De oever van dien stroom binnen dat ronddeel door rotsen ingesloten, vertoonden frisch sappig groen gras en struikgewas tusschen eenige hoornen. Ook hier waren paarden vastgepint. Het was Paul inge scherpt in tegenwoordigheid van Indianen ook niet de minste nieuwsgierigheid te toonen, zijn gelaatstrekken in bedwang te houden om geen wantrouwen te wekken en hij was dus te voorzichtiger, daar het hem toescheen dat de kiowas vooral hem met wantrouwen aanzagen. Hij keek daarom bijna niet rond, ofschoon de jonge kiowa die hem hier gebracht had, zeer vertrouwelijk en vriendelijk was. Paul leschte zijn dorst met het heldere water en kreeg lust een morgenbad te nemen. Hij gaf dat den Indiaan door gebaren te kennen, door de beweging van zwemmen te maken. De Kiowa lachte eu knikte en trok snel zijn weinige kleereu uit. Paul deed eveneens en beiden sprongen in het water. De stroom was niet sterk en veroorloofde tegen hem op te zwemmen. Beiden waren zij goede zwemmers. Toen ze in 't midden waren gekomen, wierp de jongeling zich op zijn rug en monsterde in die houding de tegenoverliggende rotsen, gescheurd en uitgehold als aan de anderen zijden. De gedach te lag hem nabij, dat de trapper als hij, wat zeer waarschijnlijk was. in deze legerplaats werd bewaard, in een der holen aan de overzijde was binnengebracht. Paul zag echter niets, wat die gedachte bevestigde. Hij keek al zwemmend stroomop en stroomaf. Stroomop werden de rotsen lager, toch kon hij de prairie waaruit de Oshonta kwam, niet zien en stroomaf zag hij slechts stijle rotsen en meende hij het geruisch van een waterval te hooren. Toe hij zijn blik weer sloeg naar de rotsen op den anderen oever viel zijn oog op het hoofd van een ouden Indiaan die uit een rotsopening gluurde. Zoo was dan ook de andere oever bewoont. Paul gaf sterk acht op de plaats waar hij even dat Indianenhoofd had gezien. Daar klonk een ruwe gebiedende stem van den oever waar de legerplaats was en Paul zag den ondsten dier twee Indianen die hem en Stone hierheen geleid hadden daar staan en zijn zwemgenoot bevelend toewenken. Deze zwom daarop snel naar den oever terug en Paul deed eveneens. Nauwelijks waren zij aan wal gekomen of de beide Indianen wisselden snel eenige woorden met elkaar en het scheen Paul toe dat de jongere een scherpe berisping ontving. Terwijl hij zich schielijk aankleedde, wendde de oudere in dragelijk Engelsch zich tot hem met deze woorden "het jonge bleekgezicht zwemt als een otter." «Het gaat nog al Indiaan," antwoordde de jongeliog lachend, "en ik ben gaarne in het water." (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1906 | | pagina 1