NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. BUITENLAND. No. 37. Woensdag 9 Mei 1906. V'iji-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Afschaffing van Tienden. HET KIND DER PRAIRIE. 61> Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75; Franco per post door het geheele Rijk f 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLangestrnat 77. Telephoon no. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Door de regeering is een wetsont werp ingediend, dat door de landbou wende bevolking overal met vreugde begroet zal worden n.l. om het lastige tiendrecht af te schaffen. Het tiendrecht bestaat in het tiende deel der veldvruchten, die tiendplichtig zjjn, zoodat de eigenaar gedwongen is bet tiende deel voor den liendeigenaar af te zonderen. De tienden zijn meestal de in schoo- ven gebonden oogst, die rijp en ge maaid op bet veld staande aan den landeigenaar of pachter worden aan geboden. In sommige provinciën neemt men den lOen of lien, in andere wel den 13en boop. De tienden worden verdeeld in grove en smalle tienden, krijtende of bloed- tienden. Grove tienden worden geheven van tarwe, rogge, haver, gerst, boek weit en meer andere vruchten en zaden. Smalle tienden worden geheven van moeshout, gras, hooi en dergelijke gewassen. Krijtende tienden worden geheven van de jongen van verschillende land- bouwdieren, terwijl ook vroeger wel van melk, eieren, wol, huiden en bijen zwermen tiend moest worden betaald. De tienden vinden hun oorsprong in de duistere middeleeuwen en niet zooals men dacht van Alva, die den tienden penning invoerde. Men meende in die oude tijden dat men een Gode welgevallig werk deed wanneer men een gedeelte van de opbrengst van den grond wegschonk aan kerken en kloosters. Ook verkocht een landheer weieens zijne bezittingen onder voor waarde, dat een gedeelte van de op brengst of Vu van dat land aan hem en zijn rechtverkrijgende toegekend moest worden, 'tls een feit, dat in vroegeren tijd een schromelijk mis bruik van het tiendrecht werd ge maakt, zoodat Karei V het noodig achtte om daaraan paal en perk te stellen. Verschillende wijzigingen zijn in het tiendrecht daarna gebracht en het laatst is het tiendrecht bij ons burgerlijk wetboek geregeld. Vroeger is er reeds gelegenheid gegeven om de tienden af te koopen tegen vergoeding van de getaxeerde waarde en daarvoor een jaarlijksche rente op te leggen. Doch afschalling van de tienden is de eenige weg om dezen hinderpaal uit bet landbouwbedrijf weg te nemen. De tiendlast rust meestal niet op den eigenaar van den grond, maar op den pachter. En soms is de grond tiendplichtig, wat bij turftienden tot zijn recht komt, maar bij verbouwing moet het land bemest, bewerkt, be zaaid en bemaaid worden. Mislukt de oogst dan is ook het geld aan zaaikoren en mest besteed verloren, doch bij dien den tiend heft trekt zich hiervan niets aan. Het tiendrecht is over bet algemeen niet als een onrecht, maar als een onredelijken last te beschouwen. De regeering benoemde eene com missie van hoogst bekwame mannen op landbouwgebied en zoo is dit wetsontwerp ontstaan en met enkele wijzigingen door de regeering over genomen. Er zal een schadeloosstelling worden uitgekeerd en ben, die met de regeling hiervan belast zullen worden, wacht geen gemakkelijke taak. Die regeling zal dus wel niet zoo spoedig haar beslag krijgen. Het tiendrecht richt zich meestal in naar plaatselijk gebruik. Ons is eene gemeente in Gelderland bekend, waar krijtende tiend wordt gelieven op eene hofstede, terwijl een boer die 10 Meter verder in een andere gemeente woont daarvan bevrijd is. Allen zullen het er wel mee eens zijn, dat de afschaffing van tienden een gebiedende eisch des tijds is, waardoor de landbouwende bevolking van een grooten overlast bevrijd wordt. Het programma der huwelijksfees ten te Madrid is nu als volgt vast gesteld 29 Mei: Aankomst der vreemde vorsten, Voorstelling in den Pardo- schouwburg; 30 Mei: Huwelijks plechtigheid in het Pardo-paleis 31 Mei: Inzegening van het huwelijk in de San Jeronimo-kerk1 Juni Feestmaal ter eere der vreemde vorsten in het paleis te Madrid; 2 Juni: Bloemenfeest in het Retiro-park, militaire parade en galavoorstelling in den Koninklijken Schouwburg; 3 JuniOpenbare godsdienstoefening in het paieis, 's avonds officieel bal 4 Juni: Stierengevecht; 5 Juni: Uitstapje naar Araöjuez, 's avonds fakkeloptocht; 6 Juni: Feestmaal ten paleize voor de autoriteiten7 Juni: Feestmaal voor het diplomatenkorps; 8 Juni: Receptie ten Paleize, bal in liet Stadhuis. Behalve deze festiviteiten komen er nog volksfeesten, illuminaties, vuur werken, enz. Bij de algemeene Kamerverkiezing in Frankrijk de 9e welke daar gehou den werd gedurende het bestaan van de Derde Republiek hebben de vereenigde Republikeinsche partijen, (le Bloc) een schitterende overwinning behaald. Er ontbreken nog eenige opgaven, maar het is zeker, dat de Regeerings- meerderheid, welke vreesde voor het verlies van 20 of 25 zetels aan de reactionnairen, integendeel ettelijke zetels gewonnen heeft. Algemeen wordt verwacht, dat de 154 herstemmingen, op 20 Mei a.s de overwinning der Linkerpartijen nog aanmerkelijk zullen bevestigen en zoo is bet duidelijk gebleken, dat de scheiding van Kerk en Staat de groote quaestie bij dezen verkiezings strijd, wel degelijk de wil des vólks is geweest. De staking in het Midden-Duitsche bruinkolengebied zal vermoedelijk bin nen eenige dagen geëindigd zijn. Er zijn onderhandelingen begonnen tus- schen de mijneigenaars en de leiders der staking, die volgens het uWeiszen- felser Tagebl." een gunstig verloop zullen hebben, daar de eigenaars heb ben verklaard, dat ze de stakers op de thans bestaande voorwaarden, die tijdens de staking eenigszins verbeterd zijn, weder in dienst zullen nemen. De prins en prinses van Wales zijn van hun Indische reis in Engeland teruggekeerd. Het pantserschip »Re- nown", waarop ze de reis hebben gedaan, is Zondag bij het schiereiland Portland aangekomen en zou heden te Portsmouth voor anker gaan. De geheimzinnige schatkamer. In het slot Basedow van prins Wrede, bij Malchin gelegen, in Mecklenburg, zijn zeer geheimzinnige dingen gebeurd. De politie deed plotseling huiszoeicing, op last van de justitie, in de zilver- kamer en vond daar zeer vele zilveren voorwerpen, meest tafelgoed, die niet behoorende aan de vorstelijke familie, doch afkomstig zijn uit verschillende eerste-rangs-hótels. Het slot Basedow is verleden jaar door prins Wrede gehuurd voor zomer verblijf. Hij bewoont met zijn echtge- noote, een rijke Argentinische vrouw en een bedienden-personeel van onge veer dertig menschen. Tijdens de af wezigheid van den prins en zjjn echtge- noote werd huiszoeking gedaan, waar toe het bevel gekomen was van den officier van justitie van het Landgericht te Berlijn, wien een wenk in dien geest gegeven schijnt te zijn. Het gevolg was zeer verrassend. Gevonden werden zilveren tafel-gerij uit zes en tafel linnen uit negen hótels! Deze hoeveel heid zilver was zóó groot, dat zij gebor gen werd in verschillende kisten en manden. Gedeeltelijk zijn destempels der hotels uitgewischt en door andere vervangen. In de schatkamer werd een toestel ontdekt speciaal voor dit doel vervaardigd De officier van justitie heeft dadelijk het slot doen verzegelen. Aan alle deuren hangen zegels. Hoe precies de vork in den steel zit weet men nog niet. Het gerucht loopt dat er een bevel tot inhechtenis neming is uitgevaardigd tegen prins en prinses Wrede en de gezelschaps dame van do laatste, mejuffrouw Wei- dig. De diefstal schijnt aan het licht gebracht te zijn door een bediende, die midden April is ontslagen omdat hij onaangenaamheden gehad had met mejuffrouw Weidig. Gevonden zijnpresonteer-bladen in alle grootten en vormen, groente schalen, soepterrienen, saus-kommen, zout-vaten, olie-en-azijn-stellen, thee lepels, melk-en-room-kannen, lepels en vorken, alle met een monogram O en een kroon daarboven, bet merk van een groot hötet in Parijs, het Hotel d'Orsay. Verder zijn gevonden andere voorwerpen van dezelfde soort, gemerkt met »P", „H", „K" in Berlijn, „BH", »DB", »TG". Deze schijnen afkomstig te zijn van het »Kaiserhof' en Palast- hótel" in Berlijn en »Bay- rischer Hof" in München. Wie die kisten en mandenvrachten in het slot gesleept beeft, is tot nu toe niet bekend. En waarom dit ge schiedde, is een raadsel. De verkoops- waarde toch is niet groot. Het hótel- zilver is meestal niet van de beste qualiteit. Toen de officier van justitie dan ook gevraagd werd of hg een verkla ring kon geven, was zijn antwoord »Een psychologisch raadsel." In de Russische provinciën Samara, Poltawa en Kursk zijn weder boeren- onlusten uitgebroken. Verscheidene landgoederen werden er geplunderd en verbrand. Onder de manschappen der Zwarte- zee-vloot moet weder gisting heerschen. In een dorp bij Warschau is een DOOR FRANZ TRELLER. «En weet men niet, sir, wie de schuldigen bij dien overval zijn?" De beide eerstbeschreven kerels, als ook de alleenzittende Cowboy luisterden met de grootste aandacht toe. Ook de waard sloeg van tijd tot tijd er acht op en zijn oog ging dan over het getal zijner gasten, maar bleef het langst rusten op Ben en Jim. «Neen, Bir, niet met zekerheid. Mr. Osborne deed toen hij teruggekomen was aangifte bij den rechter Johnson, hij beweerde dat het Indianen geweest waren." «En hoe was de uitspraak van den Coroner?" «Coroner, Sir! Meent ge hier in de Staten te zijn. Osborne heeft aangifte gedaan, hij en zijn begeleiders hebben den eed afgelegd en daarmede uit. De brave Johnson heeft, meen ik, de uitspraak gedaan, dat de jonge Osborne de9 nachts in de steppe door de hand eens onbekenden is vermoord. Daarmede was de zaak afgedaan." Excuseer mijne nieuwsgierigheid, Sir, maar ik geloof den vader van den vermoorden jongen gekend te hebben, als het tenminste Osbornes uit Arkansas waren." «Juist, Sir, zij hebben groote kudden vee hier aan den Kansas de Osbornes waren jnist van plan die op te zoeken toen het ongeluk gebeurde." «En is die jongeling hier hegraven?" «Ik geloof het niet, ik vermoed, dat zij hem daar hebben ingekuild." «Als het de Osbornes nit Arkansas waren, is dat geval voor mij van veel belang. Heeft er dan geen onderzoek, geen vervolging der moordenaars plaats gehad? «Ik zei u reeds, Sir, dat de rechter waarschijnlijk zelf tot de roovers behoorde en dus kunt ge u die vervolging best voorstellen. Of onze waakzaamheidscommissie zich met die zaak bemoeid heeft, weet ik niet. Maar dat het geen Indianen geweest waren geloof ik stellig." «Het waren verdoemde roodhuiden," riep Jim eensklaps uit, «men ontmoet altijd eenige dier rondloopende vagebonden als men in de Steppe komt." De koopman sloeg een blik op de galgentronie van den spreker en zei toen droogweg: «en blanke vagebonden vindt men even goed in de Steppe als in de steden." Jim wilde wat antwoorden maar een waarschuwende stoot met den voet van Ben hield hem er van terug en nu bromde hij maar wat onverstaanbaar hij zichzelf. De alleen zittende Cowboy stond nu op en zei tot den koopman «gij hebt gelijk Sir, het waren geen Indianen, maar blanke schurken die Mr. Osborne overvielen." «Ei ei, weet gij dat zoo zeker, man?" vroeg hij naar wiens meening de Indianen de schuldigen waren. «Wien zijt gij dan Sir?" He?" De zoo een weinig ruw aangesprokene antwoordde be daard; dat zal ik u zeggen Sir, dan zult gij begrijpen, I dat de zaak mij belang inboezemt. Ik ben sedert zeven jaren de eerste koeherder van John Osborne." De grijze farmer maakte bij deze woorden een beweging van groote verbazing. «Ik heb pas onlangs in de steppe van zijn dood gehoord en eerst de vorige week van den aanval op den anderen Osborne. Daarom ben ik hierheen gekomen om wat naders te hooren." «Bij God" sprak de farmer «het is Nathan Wild, onze koeherder. Het doet mij peizier je te zien, Nathan. Herkent ge mij niet?" «Zoodra ik u zag dacht ik, dat is Mr. Brown, Osborne's rechterhand. U is een beetje grijzer geworden, maar ik herkende u toch." De beide mannen drukten elkaar de hand. «Nathan, dat is een treurig, diep treurig geval met den jongen Paul. Maar waarop rust uwe overtuiging dat niet de Indianen hem vermoord hebben?" «Dat zal ik u zeggen, sir. Ik moet in dit geval, even als die mijnheer daar," hij wees op den koopman, «de rood huiden in bescherming nemen. Zoo verbreken zij den vrede niet. Zij zijn daarenboven allen in het noorden op de jacht. Maar er is nog wat anders dat mij doet denken aan prairie- roovers. Een mijner jongens heeft daags na den overval twee gauwdieven door de prairie zien draven met een jongen in hun midden. Dat kwam mij pas verdacht voor toen ik van de misdaad hoorde. Hoe was de jonge Osborne ge kleed, sir «Hij droeg een blauw buis, dito broek en een hoed van wasdoek." «Dat komt uit," sprak de cowboy, «zoo heeft mijn jongen

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1906 | | pagina 1