NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor do Provincie Utrecht. FEUILLETON. BUITENLAND. iVo. 60. Zaterdag 28 Juli 1906. Vyt-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Plaatselijk Nieuws. HET KIND DER PRAIRIE. Amersfoortscae Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75; Franco per post door bet gebeele Rijk f 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLangestraat 77. Telephoon no. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slecbts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte De berichten uit Rusland vloeien zeer schaars. De vraag is nu maar of men ten opzichte van Rusland het bekende Hollandsche spreekwoord mag toepassen Geen tijding, goede tijding. De meeste correspondenten zijn van oordeel, dat de tegenwoordige toestand van rust tijdelijk zal zijn en dat de revolutionairen slechts op een gun stige gelegenheid wachten om op te treden. De regeering heeft weliswaar een groot aantal revolutionaire leiders gevangen laten nemen, maar van revolutionaire zijde wijst men er op, dat dit de beweging niet kan ver nietigen, omdat de revolutionairen in Rusland een krachtige centralisatie missen en men dus door arrostatie van de meest op den voorgrond tre dende persoonlijkheden de beweging wel kan schaden, maar niet onder drukken. Intusschen dient erkent dat de Rus sische regeering voor zoover daar over hier te oordeelen is met tact te werk gaat. Zeer verstandig is het dat zij ;de vroegere Doemaleden, welke te Wiborg hebben vergaderd onge hinderd wil laten. Geen enkele arres tatie had onder de Doemaleden plaats. Alleen schijnt men voornemens te beletten, dat zij voor hunne kiezers verslag uitbrengen van de werkzaam heid van de Doema en dit kan wel licht in de toekomst nog tot botsingen leiden. De Petersburgsche correspondent van de «Hamburger Nachrichten" heeft een onderhoud gehad met den Russischen minister-president Stoly- pin. Deze zeide het volgende: De buitenlandsche pers miskende zijn be doelingen. Hij zou noch reactionair, noch revolutionair zijn, maar zich plaatsen op den grondslag der feiten en de noodige hervormingen voor bereiden. De voornaamste taak was de regeling van de sociale vraagstukken en van de agrarische quaestie. Hier voor was echter tijd noodig. Een over haaste oplossing was onmogelijk. De regeering kon geen revolutionaire beweging toelaten, zij moest deze integendeel in den kiem verstikken. De Tsaar wilde een sterke regeering, die in liberalen geest zou hervormen. De pers zou groote vrijheid genieten. De betooging van Wiborg was een nperettescherts. De vorming van een kabinet zou niet overhaast worden en nog wel eenige dagen duren, daar de minister-president met zorg de meest geschikte personen wilde uit kiezen, maar in geen geval zou het kabinet reactionair en bureaucratisch zijn. Steun vindt minister Stolypin thans bij de leden der rechterzijde, welker leiders graaf Heyden, prins Lvof en Stakhovitsj (die wellicht minister zal worden) een manifest aan het volk zullen richten, om dit op te wekken tot geduld en tot onderwerping aan den wil van den Tsaar, die een onbetwistbaar recht had om de Doema te ontbinden. Het zou misdadig zijn, thans te trachten inbreuk te maken op de keizerlijke macht. En na afkeuring van alle maatregelen van geweld, ook van de zijde der regee ring, wordt het volk opgewekt zich voor te bereiden voor de nieuwe ver kiezingen en voort te gaan op vrede lievende wijze te strijden voor de rechten en vrijheden van de natie. Aan goede voornemens en goede raadgevingen ontbreekt het dus in Rusland niet. Wat zal echter de houding zijn van de bureaucratie, die reeds zoo dikwijls zelfs de beste voor nemens van de hooge regeering heb ben doen mislukken? Reeds werd er op gewezen hoe men in enkele streken van Rusland weer ernstige Jodenvervolgingen vreest en teekenend is zeker wel het bericht uit Parijs, dat de Alliance Israëlite aan den Franschen minister van bui tenlandsche zaken het verzoek heelt gericht, oorlogschepen naar Odessa te zenden om den met moord en plun dering bedreigden Joden een toevlucht te verschalïen. Te Glasgow zijn 30 jonge Amerikaanscho dames aangekomen, allen bekroond in een schoonheids wedstrijd te Louisville, in den staat Kentucky. Als «koningin" werd de eerste prijs toegekend aan Miss Ora E. Hazlilï, een beeld-schoone 20-jarige dame, die met 664,000 stemmen als de opperste schoonheid werd uitver koren. De dertig Vennussen reizen onder geleide van twee heeren. Zij trekken eerst door Engeland, vandaar naar Frankrijk, Zwitserland en Duitsch- land om vervolgens ook ons land en België te bezoeken. Het zijn voor namelijk onderwijzeressen beoefe- naressen van de schrijfmachinekunst en winkeljuffrouwen. Het doel der reis is, de wereld te zien en natuurlijk haarzelven te laten be wonderen waarna zij in hel blad, dat de reiskosten betaalt, reisindrukken geven. In Amerika vreest men, dat deze uitgelezen schoonheden niet allen voor de Nieuwe Wereld be houden zullen blijven. De Maatschappij tot opvoeding van weezen in het buisgezin houdt haar jaarvergadering op Woensdag 8 Augustus 1906, 's namiddags een uur, in het gebouw «Eensgezindheid", te Amsterdam. Onder de punten ter behandeling komen o.m. voor: Jaarverslag over 1905. Rekening en verantwoording over 1905. Verslag van de commissie bedoeld in art. 15, 2de lid der statuten. Verkiezing van bestuursleden. Aan de beurt van aftreden zijn de heeren D. H. Idsinga F. Kenninck, beiden herkiesbaar. Hecht de vergadering hare goed keuring aan uitbreiding van het aantal bestuursleden tot tien, dan moeten nog twee plaatsen vervuld worden in het bestuur. Van de 3e groep voldeden aan het eindexamen der Hoogere Burger school met 5 jarigen cursus: alhier de leerlingen J. W. L. Allberdingk Thijm, E. Heybroek, Anna C. Kune- man, Elisabeth G. Oosterbaan, D. Pasman, Annette H. Staverman,Jacoba F. van Veen en Jeannette van Veen. De wedstrijd vrije baan van het stedelijk kegelconcours in de sociëteit »Vereeniging« wordt Zondagavond gesloten. De 4000 daarvoor beschikbare kaarten waren reeds begin dezer week allen verkocht. Maandag en Dinsdag korps wedstrijd tusschen de stedelijke clubs. De datum der prijsuitdeeling is nog niet diflnitief vastgesteld. De Heer N. R. Luiken, onder wijzer aan de R. K. Jongensschool, is in gelijke betrekking benoemd te Zutpben. Naar wij vernemen zal ds. G. W. C. Vunderink op 2 September zijn intrede doen in de Ned. herv. gemeente. De beer H. W. de Heus, door wie tegen 1 September ontslag was gevraagd, als Directeur der Rijks normaallessen alhier, heeft afscheid genomen van zijne leerlingen, die hem ter gedachtenis een fraaien bloemen- standaard schonken. Tot onderwijzer aan de R. K. Jongensschool alhier is benoemd de heer L. G. Timmer uit Nijkerk. De heer A. NijhofT, commissaris van politie alhier, is benoemd tot lid der commissie belast met het afnemen van het examen ter verkiijging van het politie-diploma. Gisteren arriveerde alhier het le escadron van het le regiment huzaren, onder bevel van den rit meester Tilanus, dat, in verband met de aanstaande cavalerie-manoeuvres, gezamenlijke oefeningen komt houden met bet alhier in garnizoen liggende 4e escadron. De le luitenant der veld-artil- lerie J. R. Diemont wordt op 1 Sept. a. s. overgeplaatst naar Bergen op Zoom. Men zjj bij het koopen van visch voorzichtig. Eergisteren moesten door den keur meester wederom 3 manden vol worden afgekeurd. Zij werd op de gebruikelijke wijze vernietigd. Door tot dusverre onbekende oorzaak ontstond Woensdagavond om streeks 9 uur brand op den zolder van het door den heer Delsalle be woonde bovenhuis aau de Nicasius- straat alhier. De slangenwagen der politie en die der vrijwillige brandweer waren spoedig ter plaatse aanwezig, doch werden verhinderd spoedig water te geven, doordat de Utr. Waterleidingmaat schappij de brandkranen van andere doppen had voorzien, waarop de in het bezit der politie en brandweer zijnde sleutels niet pasten De bovenverdieping brandde dan ook geheel uit en de benedenverdieping, tot kerkje voor de Sabathisten inge richt, leed veel waterschade. De schade wordt door assurantie gedekt. Men zal zich herinneren, dat de groote gebouwen en stallen van den Heer W. C. van der Kuylen, Nicolaas Witsenkade, Amsterdam, on langs in openbare veiling zijn opge houden. Van bevoegde zijde deelt men ons mede, dat het geheele complex van geboawen, door de bekende boter- en margarine-firma A. Bluyssen Zonen, zal worden betrokken, om daarin 'hare kantoren en magazijnen te vestigen. DOOE FRANZ TRELLER. 84) De jonge krijger liet een uitroep van bewondering hooren toen hij van Puck's heldendaden hoorde. «O medicijnman, groot krijger. En de Jonge Den heeft ook gevochten?" »Ja, Paul heeft zich als een man gedragen." "Zeidet gij niet dat de Bloedige Hand en de Gier hem in de steppe gesleept hebben?" "Ja, dat zeide ik," antwoordde de trapper, door die vraag verrast. «En de blanken noemen den knaap Osborne?" «Juist; waarom vraagt ge dat?" "Dat zult gij vernemen." Cajugas achtte het nog geen tijd om de gevangenname der bandieten mee te deelen en de trapper wist dat het vergeefsche moeite was een Indiaan iets te vragen wat hij verzwijgen wil. "Ziet gij dus geen oogenblikkelijk gevaar voor ons?" "De Kaws zullen niet eer aanvallen voor de sterren beginnen te verbleeken," sprak de jonge Cheyenne. «Waar hebt ge uw paard?" »Het is in de prairie." De trapper liet nu door Puck allen bijeen roepen. Ook de anderen keken den Indiaan met verbazing aan. Paul reikte Cajugas met blijdschap de hand en zei: "gij hebt ons dan toch niet verlaten, o dat is mooi." "God zegene mij," riep de Kentuckiër uit«ziedaar onze roode vriend met de skalpen. Welkom sir, het verheugt mij uw eerlijk gezicht te zien." Ook hij schudde den Cheyenne de hand. Cajugas sloeg zijn oog op Brown, de Arkansassers en knikte toen Nathan Wild toe. "Daar is de Cowboy, dat is goed, hij is een vriend der Cheyennes." «Ja jonge hoofdman, wij hebben altijd vriendschap met u gehad, dat is het best en we zullen altijd vrienden zijn!" Ook hij schudde Cajugas de hand. «Zijn er voor allen paarden?" Die vraag werd met ja beantwoord. Puck die naast Cajugas stond, zei tot hem: «Cajugas laat ons panther spelen om onzen weg vrij te maken." Op des Cheyennes gezicht verscheen een lachje: «Best, Puck groote paDther, best!" Hij wist hoe prachtig de dwerg met zijn geweldige stem het gebrul van den panther kon nadoen. Op hun vroegere gemeenschappelijke jachten hadden zij daarmede dikwijls menschen en dieren verschrikt. Zij besloten om de paarden aan den oostkant van het boschje te brengen, en dan van daar uit, zoodra de Indiaan en Puck terug waren de vlucht te nemen. Cajugas had zijne wapenen, tot zelfs het mes afgelegd, Puck eveneens maar deze had in plaats van de buks den boog genomen en zoo traden zij beiden in de prairie. Voorzichtig slopen zij Zuidwaarts, waar de hoofdtroep der Kaws stond. Het was zoo donker dat zij elkaar bijna niet konden onderscheiden. Reeds hadden zij een heel eind afgelegd zonder iets van den vijand te bespeuren en luisterden ingespannen om de stelling der vijanden te weten te komen, toen onverwacht niet ver van hen een stem klonk. Beiden zonken stil in het gras neer. Toen hoorden zij in de taal der Kaws die genoeg overeen kwam met die der Cheyennes om door hen vèrstaan te worden; «wij moeten de skalpen dier witte honden hebben. Er is bloed van de Kaws vergoten. Als de sterren ver bleeken, vallen wij aan." Maar Kraaienveer verwacht ons, hoofdman en de Chey ennes zouden hem misschien naar het Noorden terugjagen, als wij er niet bij zijn om hem te helpen en dan staan wij alleen tusschen den Arkansas en de Verdigris." Als het dag wordt rijden wij eerst naar den bloedigen grond en kunnen nog voor den avond de Kiowas bereiken. De Cheyennes zijn ver af, zij zijn bang en vertoonen hunne skalpen niet." «Maar de Donkere Wolk is een ervaren en dapper krijger en de Jengees (Yankies) hebben hun veel buksen en kruid gegeven." «De Cheyennes zijn met blindheid geslagen, zij meenen on3 in hun rug van de Verdigris en durven niet daar van daan. Zij vermoeden niet dat wij door de wildernis over den Arkansas gekomen zijn. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1906 | | pagina 1