NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
ISIo. 63.
Woensdag 8 Augustus 1906.
Vijl-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
HET KIND DER PRAIRIE.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk f 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden ui ter lijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Laugestraat 77. Telephoon n°. 09.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Welk nut kan de Internationale
Vereeniging Vrede-tentoonstelling
stichten en hoe werkt zij?
Uit de verslagen der onlangs ge
houden Interparlementaire conferentie,
blijkt ten duidelijkste, dat de regee
ringen en een groot deel der volks
vertegenwoordigers overtuigd zijn van
de noodzakelijkheid om de lasten, die
de uitgaven tol instandhouding van
leger en vloot jaarlijksch voor iederen
staat met zich brengen, te vermin
deren. Enkele regeeringen beginnen
dan ook, hoewel schoorvoetend, op
hun begrootingen voor leger en vloot
te bezuinigen, in afwachting, dat de
staten op een eerstvolgende confe
rentie unaniem een besluit zullen
nemen omtrent de wijze en de mate
van beperking der bewapening.
Uit den aard der zaak zouden
alle regeeringen zich bereid verklaren
hunne uitgaven voor leger en vloot
te verminderen, ja, zouden wellicht
tot geheele afschaffing van een oor-
logsleger overgaan, indien zij slechts
de besliste overtuiging hadden, dat
de groote meerderheid der inwoners
van de beschaafde landen in gelijken
zin omtrent het vraagstuk dacht en
de overtuiging overheerschte, dat hel
geweld hoogstens mag dienen om het
recht te handhaven, maar het nooit
goed te keuren is, dat hel geweld de
plaatsvervanger van het recht is.
Die overtuiging bestaat reeds bij
de inwoners van een staat ten op
zichte van elkander.
Ieder beschaafd inwoner van Neder
land zou van eene ten hemel schrei
ende onrechtvaardigheid spreken, in
dien werd toegestaan, dat sterke
menschen op eigen gezag eigendom
van zwakkeren mochten medenemen,
indien zij meenden daarop recht te
hebben.
Ieder beschaafd Nederlander acht
het goed, dat er recht wordt gedaan
volgens vastgestelde regelen, door
speciaal daartoe aangestelde personen
en dat er een politiemacht is om het
recht te handhaven. Eigenaardig is
het, dat menigeen nog niet inziet,
dat, hetgeen tusschen de inwoners
van één land als rechtvaardig wordt
beschouwd, ook betracht moet wor
den ten opzichte van de staten onder
ling.
De Internationale Vereeniging Vrede-
lentoonstelling tracht deze meening
bij zooveel mogelijk personen ter
wereld te vestigen.
Uit den aard der zaak is zij hare
werkzaamheden begonnen binnen de
Nederlandsche grenzen.
Zij wil en moet echter nu ook
buiten de grenzen haar meening,
ter kennis der beschaafde menschen
brengen, anders zal haar werk weinig
nut stichten.
Immers al wil Nederland wel, dat
er tusschen hein en zijn naburen
een toestand van dwingend recht
ontstaat tot het aangaan van een
overeenkomst is meer dan één partij
noodzakelijk.
Indien iemand weet, dat hij zal
moeten samenleven met personen, die
zwaar gewapend zijn en geen ander
recht erkennen dan dat van de sterkste
zal hij ook, zoover zijn middelen dit
veroorloven, zorgen gewapend te zijn.
Zich zonder verweer te laten plun
deren, ligt niet in den aard der tegen
woordige menschen.
Eerst wanneer het meerendeel der
menschen, waarmede men samenleven
moet een geschreven recht, geldig
voor allen, erkent en overtuiging
bestaat, dat die meerderheid alles in
het weik zal stellen, om het recht
te allen tijd te handhaven, kan men
zijn wapens afschaflen.
Nu zijn er in de wereld ruim een
millioen personen, die werken om de
overtuiging te bevorderen, dat er een
internatonale rechtstoestand moet
komen. Deze strijden hiervoor gedeel
telijk, omdat hun rechtsgevoel geen
vrede kan hebben met den bestaanden
toestand van rechterloosheid tusschen
de staten, gedeeltelijk, omdat zij be
grijpen, dat hun welvaart en dat hun
medemenschen in hooge mate tegen
gewerkt wordt, doordat per jaar in
Europa meer dan vijf duizend millioen
gulden besteed moet worden voor een
doel, dat voor minder dan 10 pet.
van dat bedrag volkomener bereikt
zou kunnen worden, indien men
over dat onderwerp slechts een paar
uren wilde nadenken en voor zijn
gevoel voor recht uitkomen. Dat doel
is ook het onze een internationale
toestand moet er komen; wij willen
het tot stand komen van dien toestand
bevorderen.
Vier middelen zijr. hiertoe in onze
Grondregelen genoemd zij zijn
a. het tot stand brengen en houden
eener Wereld-Vrede-tentoonstelling
in Nederland, bij gelegenheid van de
voltooiing en inwijding van het Vredes
paleis (Carnegie-stichtiing) te 's Gra-
venhage; b. het inrichten van in
ternationale congressen en het doen
houden van voordrachtenc. het
zoeken van samen wei king met ver-
eenigingen die een gelijksoortig doel
beoogend. het uitgeven van ge
schriften en het uitschrijven van prijs
vragen.
Betreffende punt a. wil ik opmerken
dat hierover, naar ik bemerkt heb
veel verkeerde opvattingen bestaan.
Ik zal hierover straks spreken.
Aangaande punt b. wil ik meedeelen
dat het zeer zeker vnor ons doel in
hooge mate bevorderlijk zal zijn, in
dien in het jaar, dat het Vredespaleis
wordt ingewijd de voormannen van
kunst en wetenschap ingenieurs, land
bouwers economisten enz. enz., kort
om mannen van studie en praktijk
in ons land te zamen komen en be
raadslagen over hunne gemeenschap
pelijke belangen. De menschheid zal
daardoor zien in welke mate de be
langen der individuen van de ver
schillende staten in elkaar grijpen
het zal aan de wereld duidelijker
worden, dat door de verbetering van
het verkeer de belangen alle vol
keren gemeenschappelijk zijn geworden.
Wij zullen er naar streven en
zijn reeds met dat deel onzer taak
begonnen ons land in het jaar
waarop het Vredespaleis wordt inge
wijd tot een brandpunt te maken
van alle internationale vergaderingen.
Het sub c. genoemde middel behoeft
weinig toelichting; uit den aard der
zaak zal het uitgeven van geschriften
en het uitschrijven van prijsvragen,
zooals genoemd sub d. een krachtige
propaganda bevorderen.
Het tot stand brengen eener We-
reld-Vrede-tentoonstelling, zooals sub
a. genoemd wordt, is noodzakelijk,
wil de inweiding van het Vredespaleis
tot een gebeurtenis van den eersten
rang worden gemaaktniet tot een
gebeurtenis, waarop gedurende een of
twee dagen de aandacht is gevestigd,
maar tot een feest, waarop zich de
aandacht van het beschaafde deel der
menschheid maanden lang concen
treert.
Die tentoonstelling zal een zeer
krachtig propagandamiddel zijn
le. Omdat vele industrieelen uit
binnen- en buitenland belang daarbij
hebben en daardoor hun aandacht op
het doel onzer Vereeniging wordt ge
vestigd
2e. Omdat de inhoud van den
Vredestempel, die in bet midden der
tentoonstelling geplaatst zal zijn, zal
aantoonen, dat het onmogelijk is den
Vrede in stand te houden door aan
schaffing van beter en duurder aan-
vals- en verdedigingsmiddelen en daar
door het grootste deel der bezoekers
zal worden overtuigd, dat het nood
zakelijk is om een internationalen
rechtstoestand tot stand te brengen;
3e. Omdat de tentoonstelling dient
tot het propageeren van het beginsel,
dat vertegenwoordigd wordt door het
Permanente Hof van Arbitrage
een instelling van internationale be-
teekenis en zij daardoor de be
langstelling van alle volkeren zal ge
nieten.
De Internationale Vereeniging Vrede
I tentoonstelling zal veroorzaken, dat
een zeer groot deel der menschheid
eerst zal nadenken en dan overtuigd
worden, dat de tegenwoordige wijze,
waarop de Vrede in stand gehouden
wordt, voor een andere een toestand
van recht moet plaats maken.
Bedenken wij slechts, dat Neder
land in 1904 26,2 pCt. van zijn bud
get, zijnde ruim 46 000.000 gulden
aan leger en vloot moest uitgeven,
een bedrag, waarvan het grootste
deel aan onproductieven arbeid werd
besteed. Indied wg nu meer dan
25 pCt. van ons budget betalen voor
leger en vloot, hoeveel zullen wij, in
aanmerking nemende den vooruitgang
der wapentechniek, dan over vijftig
jaar moeten uitgeven voor dat doel?
De Vereeniging werkt ten nutte
van de geheele menschheid door het
rechtsgevoel te versterken. Zij werkt
ook ten nutte van Nederland, door
dat ons vaderland buiten de grenzen
met groote eer zal worden genoemd
en uit den aard der zaak in aanzien
zal stijgen.
Ook zal de tentoonstelling zeer
zeker ten opzichte van onze handels-
en nijverbeidsbetrekkingen groot nut
stichten.
Daar nu ongeveer een jaar verloo-
pen is sinds het artikel «Een Vrede-
tentoonstelling" in de meeste onzer
dagbladen werd opgenomen, is het
een aangename taak mede te deelen,
dat zes maanden later de Internatio
nale Vereeniging Vrede-tentoonstelling
kon worden opgericht en dat zes
maanden na de oprichting dier Ver
eeniging in meer dan vijftig Neder
landsche gemeenten invloedrijke bur
gers zelfstandige afdeelingen hebben
gosticht.
In de meeste gevallen zijn de burge
meesters eerevoorzitters of voorzitters
dier afdeelingen.
Nu moet de wijze, waarop de Ver
eeniging werkt worden uiteengezet.
De Vereeniging bestaat uit Stich-
87)
FRANZ TRELLER.
Zij trokken dan ook vliegensvlug terug.
«Snel geladen," riep de trapper, wat terstond werd ge
daan. Van de zijde der vijanden werd geschoten, doch
wegens de duisternis konden zij niet mikken, en de kogels
suisden voorbij.
«Voort 1" riep Cajugas en de paarden werden aangezet.
Maar nu dreigde van rechts gevaar, want de grond
dreunde onder den hoefslag van een groot aantal paarden
die in snellen loop naderden. De Kaws hadden hun
schrik overwonnen en stormden op hen in. Het zou
nutteloos geweest zijn op eene geslotene, aanstormende
ruitermassa die niet meer door een onverwacht vuren te
verrassen en te verschrikken was, eenige kogels af te schieten.
Ads ze werden ingehaald was de ondergang der vluchtelingen
niet af te wenden, dan werden zij zonder meer overreden.
«Naar links," riep de trapper met zijn stentorstem.
Maar nog voor de paarden waren omgekeerd, hoorden
ze nu ook hoefslagen uit het Oosten. Ieder meende zijn
laatste uur geslagen. De Kaws hieven een woest geschreeuw
aan, waarop Cajugas uitdagend antwoordde met den strijd
kreet der Cheyennes er bijvoegend"hier is Cajugas, de
Springer."
Een gillend gejubel van de zijde der schaar die van uit
het Oosten kwam en het daaropvolgend krijgsgeschreeuw
der Cheyennes deed de vluchtelingen weten dat het de
krijgers van den jongen hoofdman waren die hun tegemoet
renden.
Hierheen!" schreeuwde Cajugas, "rijdt de honden onderste
boven," en met eenige sprongen van zijn paard was hij aan
hun hoofd.
Helder en krachtig klonk de strijdkreet der Cheyennes,
versterkt door de stemmen van Puck, den trapper, de
Arkansassers en Paul.
Dit en vooral de naam van den zoon van de Donkere
Wolk beangstigde de Kaws en deed hen stilstaan. Reeds
hadden de vluchtelingen zich met Cajugas' krijgers ver-
eenigd en maakten hunne wapenen schietvaardig.
Na het woeste krijgsgeschreeuw was er even stilte, van
beide kanten luisterde men naar elkaar. Zachtjes beval
Cajugas de helft zijner mannen stapvoets een eind naar het
Zuiden te rijden en van daar opnieuw de strijdkreet aan
te heffen.
Daarop boog een deel der Cheyennes af, terwijl de anderen
langzaam naar het Oosten reden.
De Kaws lieten niets van zich hooren. Daar klonken van
uit het Zuiden plotseling strijdkreten en de vijand die
door de aanwezigheid van den jongen hoofdman, den zoon
van den Donkere Wolk aan een groote macht der Cheyennes
dacht en bang was omsingeld te worden, rende weg naar
het Westen.
Toen de hoefslag hunner paarden heel uit de verte
klonk beval de jonge hoofdman door te rijden, en in ge
matigde draf gingen zij voort.
De even weggetrokken Cheyennes hadden zich weer
aangesloten.
Het was intusschen wat lichter geworden en in 't
Oosten blonken er sterren.
Nadat zij een goed eind zwijgend hadden afgelegd, lieten
onze vrienden hunne paarden stappen.
«Ditmaal zijn wij er goed afgekomeD, jongen," zei Puck
vergenoegd tot den Daast hem rijdende Paul.
"Ja, God zij geprezen," antwoordde deze met een dank
baar hart.
Zij waren allen blijde dit gevaar ontkomen te zijn.
"Ik moet u bekeDnen Grizzly," zei Bill Stone "dat ik
dat vechten, schieteD, houwen en steken en bovenalles dat
gebrul dier bloeddorstige wilden hartelijk moe ben."
«Ja, gij zijt een vreedzaam man, Bill, dat weet ik wel."
"'t Is een feit Sir, 't is geen pleizier dat rondzwerven
en vechten met die roodhuiden, "ik wou dat ik thuis ge
bleven was, nu is 't uit met mijn handel met die heeren
der prairie. Mijn oude zal wel boos zijn."
"Nu, Bill Stone, ik wil den oude een brief schrijven en
hem meedeelen dat gij een uiterst vreedzaam man zijt die
er slechts op in houwt als het zijn leven geldt, maar dan
ook als een oud Kentuckiër."
»Dat is goed, sir, dat zal den ouden man kalmeeren,
anders denkt hij dat ik twist gezocht heb."
»Als wij gelukkig thuis komen, Bill Stone," zei Paul,
"zult ge over nadeel in uw zaken niet te klagen hebben,
dan zal ik u andere bronnen openen."
(Wordt vervolgd).