NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
No. 101.
Woensdag 19 December 1906. Vijt-en-dertigsle jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Waarom Rechts?
EENE MÉSALLIANCE.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Laiigestraat 77. Telephoon no. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer Tl, Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Wij weten dat de beschaafde mensch-
heid een sterke voorkeur heeft voor
rechts. Wie weet, kan men vrager.,
bepaald, wat links of rechts, is. Het
antwoord daarop zal wel zijn, dat de
mensch bij ervaring heeft ondervon
den dat de eene zijde van het lichaam
sterker is dan de andere en die zijde
heeft hij rechts genoemd, de andere
zijde links.
Dat gebruik heeft zich bevestigd
en uitgebreid en thans is het zoover
dat links een ongunstiger beteekenis
heeft dan rechts.
Men spreekt van een links persoon,
in ongunstige beteekenis, als onhandig,
sullerig. Nooit zal men hooien dat
iemand een rechts persoon is.
Maar de zaak heeft een grootere
beteekenis omdat men er ook toe
gekomen is het gebruik van den
rechterarm sterk aan te moedigen.
Sommigen hebben de vraag gesteld
of niet de inrichting van ons lichaam
de voorkeur voor den rechteiarm
wettigt.
Een Berlijnsche dokter heeft naar
aanleiding daarvan een aardig boekje
geschreven, waaraan wij het volgende
ontleenen.
Met de rechterhand werd, zegt deze
geleerde bet strijdwapen gevoerd, om
dat het hart meer links was gelegen.
Wie den rechterarm gebruikten liepen
in het gevecht niet zoo gauw zulke
gevaarlijke en doodelijke wonden op
als degenen die de linkerhand gebruik
ten. Er moeten meer linkshandigen
te gronde zijn gegaan dan rechtsbandi-
gen, zoodat de laatste ook meer hunne
gewoonte aan hun nakomelingschap
over deden.
Bovendien is het voor het mensch-
dom in 't algemeen gewenscht voor
do meeste werkzaamheden allen den
zelfden arm te gebruiken. Zoo b.v. als
men in bet gelid staat te maaieD en
zelfs als men naast elkaar aan tafel
zit.
Wij zouden zeggen dat deze ver
klaring van de rechtshandigheid niet
gaat. Ei is tusschen de spieren van
beide handen weinig of geen onder
scheid. En als de rechtshandigheid
een gevolg is van den lichaamsbouw,
dan moest men deze ook bij dieren
opmerken. En daarvan is geen spoor
merkbaar.
Ook bij zeer jonge kinderen is
volstrekt geen verschil in het gebruik
van de twee handen op te merken
en ook bij de kinderen kan aan de
echterzijde geen sterkere ontwikke
ling van beenderen en spieren wor
den opgemerkt. Eerst als het kind
een maand of wat oud is, begint het
de rechterhand meer te gebruiken
dan de linker en als het ouder dan
een jaar is, is het heelemaal rechts-
handig. Dit is natuurlijk het gevolg
van de opvoeding, want de moeders
hebben steeds hun best gedaan om
de leer van het «mooie handje" te
handhaven.
Het moet alleen oefening en erfe
lijkheid zijn die ons rechts gemaakt
hebben.
Toch zal men moeten erkennen,
dat de eenzijdige ontwikkeling van
de rechterzijde niet bepaald een voor
deel is. Het zou een gemak zoowel
als een voordeel zijn als men alle
werkzaamheden even gemakkelijk met
de linkerhand als met de rechterhand
kon verrichten.
Thans is de man, wiens rechter
arm zwaar verminkt of verloren is,
feitelijk tot werkeloosheid gedoemd.
Had men zich gewend den linkerarm,
evenveel te gebruiken als den rechter
zulke treurige toestanden zouden niet
voorkomen. Van hoeveel gemak het
zou ziju als wij met den linkerhand
even goed konden schrijven, teekenen,
naaien enz. als met de rechterhand
springt in het oog als men maar
denkt aan ziekte en ongeval, Dit
staat vast, dat iemand die de
linkerhand voor allerlei werkzaam
heden volkomen even goed kan ge
bruiken, beter is ontwikkeld dan de
rechtsche of linksche. Maar of wij
er ooit toe zullen geraken dat alle
meiischen zoo ontwikkeld zijn, daar
voor vreezen wij hard.
De moeders zullen wel voortgaan
»de mooie handjes" te beschermen
en er zullen heel wat jaren noodig
zijn om daarin verandering te brengen.
In Spanje heerschen de laatste
dagen hevige wervelstormen, vooral
in het Noordwesten, in Asturië en
Biskaye. Een aantal rivieren zijn bui
ten hare oevers getreden en de woeste
wateren vernielen alles wat op hun
weg ligt. Op den Noordei spoorlijn
bleven er vele treinen steken ten
gevolge van grondverschuivingen.
In den nacht van 14 op 15 Dec.
werden te Petersburg, zoowel in het
midden der stad als in de buitenwijken,
tal van huiszoekingen gedaan en een
aantal personen gevangen genomen.
Te Jaroslaf werden de vroegere af
gevaardigden Schachowskoi, de se
cretaris der Doema, en Nekrassof uit
de Zemstwo-vergadering gestooten.
Later werden ze aangevallen door
eenige leden van de «Zwarte Hon
derd".
Nader wordt nog het volgende be
richt over den aanslag op admiraal
Dubassof: Toen de generaal een wan
deling ging maken in den dicht bij
zijne woning gelegen Taurischen tuin,
kwamen ook 3 onbekende personen
den tuin in. Twee hunner gingen op
een bank zitten en hielden Dubassof
in bet oog, de dei de ging achter een
hoogte staan en loste, toen de ad
miraal nader kwam, een schot op
bem, dat echter miste. Voordat de
geheime politieagenten, die Dubassof
op eenigen afstand volgden, toegesneld
waren, losten de op de bank gezeten
personen eenige revolverschoten en
wierpen tegelijkertijd een bom, die
onmiddellijk uiteensprong en den ad
miraal aan den voet kwetste. Do po
litie pakte een der mannen, terwijl
Ie anderen onder het vluchten nog
herhaaldelijk schoten en nog een bom
wierpen, die echter geen kwaad deed.
Het gelukte ten slotte ook nog een
anderen aanvaller te vatten. De ge
vangen genomen personen zijn jonge
lieden van ongeveer 20-jarigen leeftijd
ze weigeren hunne namen te noemen.
Een jonge dame te Parijs was
wegens een weinig beduidend delict
tot een paar weken gevangenisstraf
veroordeeldzij schaamde zich hier
over in zulk een mate, dat ze verklaar
de liever te sterven dan de straf te
ondergaan. Toen nu de ambtenaren
kwamen om de straf ten uil-
voer te leggen, vonden zij de deur
barer woning gebarricadeerd; men
moest baar met geweld openen. In de
kamer gediongen, vond men de ver
oordeelde op den grond, ten prooi
aan hevige stuiptrekkingen. Een
fleschje met sublimaatoplossing aan
haar zijde gevonden, bewees wat er
was geschied. Toen zij naar een hos
pitaal getransporteerd was constateer
de men, dat de hoop haar in het
leven te houden zeer gering was, voor
sommige menschen beteekent een ge
ringe straf de doodstraf!
„Krijgsbedrijven op Celebes".
De «New-York Evening Journal van
3 December geeft de volgende ver
makelijke beschouwingen over onze
vestiging op Celebes en den volgens
dat blad juist geëindigden strijd, die
2i3 jaar zou geduurd hebben:
Een kort kabeltelegram uit Den
Haag, in Holland, niet meer dan 50
woorden tellende, meldt op zaktlijke
wijze het einde van een ooi log, die
243 jaar heeft geduurd, waarschijnlijk
de langdurigste in de wereldgeschie
denis, zonder ophouden doorgezet,
het eene tiental jaren na het andere,
door de stoutmoedige, volhardende
Hollanders tegen den wilden stam
der Macassaren, om het bezit van
het diamant- en goudrijke eiland Ce
lebes in Oost-Indië.
«Deze oorlog begon 30 jaar nadat
New-York door deze zelfde Hollanders
gesticht was."
En dan deze phantastische slotbe
schouwing:
«De laatste duizend van den don
keren Maleischen stam, voet voor voet
teruggedreven van de zuidkust van
het eiland hielden ten slotte stand
in een grimmige versterking op den
hoogsten top van den kratervan eender
uitgewerkte vulkanen van Celebes.
Met de natuurlijke borstweringen
van stevige rotsen en bovenop «het
dak van de wereld" leek het meer
een arendsnest dan een versterking.
«Maar de Hoilandsche soldaten, die
door de lessen van den haast einde-
loozen oorlog geleerd hadden hun
vijand het hoofd te bieden, stormden
tegen de helling van den berg op,
dwars door het haast ondoordringbare
tropische woud en omsingelden den
krater.
«Ten slotte gaven de inboorlingen
zich over, een oorlog beëindigende
van meer dan twee eeuwen".
Misschien dat de lezer, die de krijgs
bedrijven op Celebes goed gevolgd
heeft, nu nog niet weet waarover het
genoemde Amerikaansche blad het
eigenlijk heeft. Wij kunnen ook moei
lijk inlichtingen verschaffen. Waar
de journahstieken duim zoo krachtig
is uitgezogen, kunnen we alleen de
schuchtere veronderstelling wagen, dat
het bericht omtrent de inneming van
Baroepoe de redactie van de »New-
York Evening Journal" een beetje in
de war heeft gebracht. Hoe hel blad
aan het aantal van 243 jaren komt
is ten eenenmale een raadsel. In 1060
werd Makasser door John van Dam
en Jan Truitman ten onder gebracht
en in 1060 brak de oorlog opnieuw
uit. Heeft het meergenoemde blad
misschien van deze twee jaargetallen
het gemiddelde genomen en dit getal
Door
Mevr. P. SMISSAERT-BOOGAERT.
6)
Ze hadden een kind, Elsa, waarin ze geheel
opgingen. Jan was zijn vader als notaris op
gevolgd en ze leefden gelukkig hun eenvoudig
bestaan tot Elsa's, moeder acht jaar geleden
plotseling stierf. Voor twee jaar volgde haar
echtgenoot baar en Elsa bleef alleen achter.
Yol medelijden met het arme kind, boden wij
haar aan voorloopig bij ons in huis te komen
en, zoo zij wilde, voor altijd. Doch hiervan wou
Elsa niet hooren;ze heeft een zeer onafhankelijk
karakter en het denkbeeld aan vreemden iets
verschuldigd te zjjn, was haar ondragelijk.U
moet n.l, weten, dat haar vader haar zoo goed
als niets naliet; zijne verdiensten waren niet
van dien aard, dat hij er van over kon leggen
en persoonlijk fortuin had hij evenmin als zijne
vrouw. Elsa wilde als gouvernante haar eigen
brood verdiennen en eerlijk gezegd konden
we niet anders dan baar plan toejuichen, hoe
gaarne we haar ook bij ons hadden gehouden
Mijne vrouw bracht haar in kennis met me
vrouw van de Brunick, die dadelijk ten zeerste
met haar was ingenomen. Ze is er nu bijua twee
jaar. Mevrouw de Brunick beschouwt haar veel
meer als eene jongere vriendin dan als eene
gouvernante, terwijl de kinderen aan haar ge
hecht zijn als aan eene oudere zu9ter. Verle
den zomer ging zij met ons naar Zwitserland
en nu brengt zij de kerstvacantie hier bij ons
door tot onze groote vreugde. Mijne vrouw en
ik houden veel van baar en onze Mary en zij
zijn zeer gelieerd."
In gespannen aandacht had mevrouw van
Walensteijn naar het lange verbaal geluisterd.
Nu vroeg ze om toch iets te zeggen: «Lijkt
zij op haar moeder?"
n O ja, spreekend, alleen vind ia Elsa nog mooier.
Mag ik haar voorstellen?" voegde bij er bij.
„Neen, o nee, doet u dat niet," riep mevrouw
van Walensteijn verschrikt uit, maar denver-
wonderden blik van Van Gelderen ziende, zeide
zij haastig:
„Ik bedoel, niet van avond; een andere keer
heel graag. Het is reeds laat en ik ga naar
huis."
Ze was geheel van 9treek door hetgeen ze
geboord had en het was haar onmogelijk nog
langer onder de menschen te blijven, zij snakte
er naar alleen te wezen. Ook moest ze ontko
men aan de mogelijkheid eener ontmoeting
met Elsa, die voor beiden slechts pijnlijk kon
zijn. Ze nam dus haastig afscheid Van van
Gelderen, wien baar gedrag dezen avond al
zeer zonderling voorkwam, en baande zich een
weg naar haar gastvrouw. Doch toen ze zich
daarna ongemerkt wilde verwijderen, trad haar
broeder plotseling op haar toe.
„Ga je al been, Miep?Ik heb je nog niet eens
kunnen begroeten. Wat zeg je wel van dat
meisje? Je moet toegeven dat ze er allerliefst
uitziet, mooier dan een der andere,- en wat
een stem! Ik heb Rob gezegd, dat ik hem
benijd. Hoe heerlijk moet het niet zijn, wan
neer zoo iemand je liefheeft. Marie, wees Diet
dwaas en laat deze parel niet liggen."
Zijne Btem klonk ernstig bij deze laatste
woorden en toen bij zijne zuster in het rijtuig
hielp, zeide hij nog eens:
„Miep, werkelijk, denk er nog eens goed over
na, tracht je vooroordeelen van je af te zetten.
Eene vrouw als zij zal Robert zeker gelukkig
maken en ook in onze kringen heelemaal op
haar plaats zijn."
Het duurde lang eer Mevrouw van Walensteijn
slaap kon vatten. Rusteloos woelde ze heen en
weer, ten prooi aan de meest tegenstrijdige
gewaarwordingen. Zij betreurde bet bijna dat
Elsa de avonturierster niet was, voor wie ze
haar eerst bad gehouden. Hoe gemakkelijk
ware het dan niet geweest Elsa met koele
minachting te behandelen, dan zou het baar
niet moeielijk zijn gevallen bij haar besluit
te blijven! Maar nu? Op dit mooie, gedistin
geerde meisje, wier trots voor de hare niet
onderdeed, viel niets aan te merken. De Van
Gelderens hielden van baar als van een eigen
dochter en de gouvernante van mevrouw de
Brunick was steeds een welkome gast in
huis. Het verhaal van haar ouden vriend had
haar diep geschokt want het wierp een heel
nieuw licht op het jonge meisje. Hare moeder
eene van Sanden! Robert wist dat natuurlijk,
maar waarom bad bij het haar niet verteld?
Niet dat het in baar oogen veel veranderd zou
hebben, Elsa heette toch Vlieting en haar vader
was slechts een eenvoudig dorpsnotaris. Zij
bewonderde bet echter in 9tilte in Elsa, dat
deze er haar niets van gezegd bad en in haar
ouderhoud niet eenmaal op haar moeders af
komst had gezinspeeld.
„O, ik wou dat ik rijk was en een grooten
naam droeg, hoe graag gaf ik alles niet ten
prijs terwille van den man, dien ik liefheb!"
had Elsa gezegd. Zeker had zij daarbij aan
haar moeder gedacht, die haar man gevolgd
was in zijn eenvoudig doipje, die niet geaar
zeld had voir baar liefde te strijden en den
armen dorpsnotaris verkrzen had boven een
schitterende partij uit haar eigen kring.
(Wordt vervolgd.)