NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
GELE ROZEN EN ROSE.
Af betalingsmagazijnen.
BINNENLAND.
flo. 2.
Zaterdag 5 Januari 1907.
Zes-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoon n°. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer Tl, Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
De verkoop op afbetaling is een
wrange vrucht der nieuwere tijden en
is thans het eerst een onderwerp van
studie geworden. Sedert het afbeta-
lings-contract in de Nederlandsche
Juristen-vereeniging is behandeld. Wie
soms denkt, dat het zoo erg niet is
met de afbetalingsmagazijnen zal op
zien wanneer hij weet dat van de 25
duizend piano's jaarlijks in ons land
verkocht er 15 duizend op afbetaling
gaan. Er zit nhandel" in deze manier
van zaken doen, dit bewijzen de tal
rijke magazijnen, die als paddestoelen
in onze sleden uit den grond komen
en waarbij door verkoop op afbetaling
naaimachines, meubelen, piano's en
kleederen aan den man gebracht wor
den. Toch is dit systeem om zich be
zit te verscheden af te keuren, wan
neer het strekt tot voldoening van
weeldeverlangen's die boven eigen
krachten gaan.
Wij denken hierbij jonge menschen,
die zich een eigen huishouding gaan
opzetten en spottend met het ouder-
wetsche spaarpot idee hunne toevlucht
nemen tot een magazijn op afbetaling.
Niets is dan ook gemakkelijker dan
dat. Veel te gemakkelijk. Want zij
laten zich verleiden tot weelde en
luxe, waaraan zij onder andere om
standigheden niet zoo gauw zouden
denkenen men zich zoodoende in
zicht boven zijn stand. Er wordt over
het hoofd gezien dat de uiterst ge
makkelijke voorwaarden inderdaad zeer
bezwarend zijn voor den kooper, die
voor het oogenblik slechts rekening
houdt met zijn betrekkelijk bezit en
er zelden van wil hooren, dat hij de
risico van verkooper dubbel en dwars
moet dekken. Men is bovendien in
zijne keuze als bij het bepalen van
de voorwaarden geheel gebonden aan
de eischen, die de verkooper stelt. En
die voorwaarden zijn lang niet zoo
licht als zij in den regel worden ge
steld. Er is van eenig direct bezit
volstrekt geen sprake, zoo lang niet
het geheele bedrag van den hoop niet
betaald is. De vei kooper blijft eigenaar
tot dat de laatste termijn betaald is.
Wie nalatig blijft in het voldoen
van eenigen termijn verbeurt daardoor
alle recht op den koop. De verkooper
heeft dan het recht zijne goederen
terug te zenden en de som, die reeds
betaald werd te beschouwen als huur.
Toch was er tegen dezen vorm
van zaken doen veel aan te voeren,
ware 't niet dat reeds bij het vaststel
len van den verkoopsom de meeste
voorwerpen tegen een hooger bedrag
worden getaxeerd dan redelijk kan ge
noemd worden. Wanneer het publiek
tegen zijn gladnieuwe meubeltjes kijkt,
vergeet het een en ander, maar later
ondervindt hij liet onaangename en be
zwaarlijke eerst daarvan, wanneer het
te laat is.
De verkoop op afbetaling wil zooge
naamd de zwakken ter hulp komen,
doch in werkelijkheid richt hij ben
te gronde De misbruiken openbare
zich in hooge prijzen of slechte hoe
danigheid der voorwerpen en de be
zwarende verkoopsvoor waarden. Ook
komen minvermogenden opdezemanier
aan luxe-artikelen die voor hen dik
wijls waardeloos zijn.
Tegen een en ander zal wel niet
veel te doen zijn of de wetgever moet
ook hier iogrijpen.
De verkooper houdt evenwel reke
ning met het feit niet zoo spoedig tot
naasting over te gaan wanneer een
betalingstermijn vertraging ondervindt,
want de waarde van gebruikte goede
ren is maar betrekkelijk en deze om
standigheid zal hem weei houden om
gebruik te maken van het rech tot het
in beslagnemen van geleverd goed
Het zal hem meer voordeel opbren
gen geduld uit te oefenen als de eenig-
ste weg om het volle bedrag in handen
te krijgen. Alleen dan wanneer toe
passing van het naastingsrecht hem
voordeelig kan zijn zal hij zich geen
oogenblik weerhouden om den kooper
tot slachtoffer der overeenkomst te
laten vallen.
De Nederlandsche Junstenvereeni-
ging houdt zich thans met de zaak
ernstig bezig, terwijl ook de handel
drijvende middenstand deze quastie
op haar progamma heeft geplaatst.
Wanneer alzoo de beweging tegen
de magazijnen op afbetaling aan de
orde blijft zal zich ook de wetgever
deze zaak moeten aantrekken en dal
is veel gewonnen.
Het Nieuwjnnrsbal ten Hove.
Woensdagavond omstreeks 9 uur
vertoonden hetplein vóórhetKoninklijk
Paleis te 's-Gravenbage en de op het
Noordeinde uitloopende straten, we
derom de bedrijvigheid die met het
aanbrengen van de genoodigden voor
het Nieuwjaarsbal ten Hove gepaard
gaat.
Sedert de twee electrische booglam
pen ter weerszijden van het ruiterstand
beeld geplaatst, haar zilverwitten glans
over het voorplein verspreiden, kon het
publiek, dat zich tegenover het Paleis
in rijen had geschaard, het komen der
dames en heeren gasten in hun rijk
dom van toilet of uniformen, beter
gadeslaan.
De genoodigden tot het gala-bal, die
door den hoofdingang het Paleis
Noordeinde binnentraden, konden op
merken, dat de vestibule eene veian-
dering, tevens verfraaiing had onder
gaan, bestaande in een nieuwen vloer
in vakken met gekleurd marmer
afgedeeld en een nieuw plafond in
Empire-stijl met versierde vakken en
caissons, in welke laatste rozetten met
electrische gloeilampen. Deze verlich
ting met die van het smaakvolle
middenlicht, eveneens in Empire-stijl,
maakte een schitterend eflect, ook van
straat naar binnen gezien.
Voor de genoodigden die het Paleis
aan de achterzijde binnentraden, was
een verrassing bereid doordien de toe
gang totdenieuwelndischezaaljhetzeer
merkwaardige huldeblijk onlangs aan
H. M. namens de Indische bevolking
aangeboden, was opengesteld.
Het matte avondlicht, schijnende
uit de geornamenteerde bronzen kro
nen in zuiver Indo-stijl, gaf aan deze
karakteristieke zaai dien fantastiscben,
tooverachtigen en mystieken aanblik,
welke in de Oostersche vorstelijke
paleizen niet ongewoon is.
Het aantal bezoekers dezer Hofpar
tij kon op ongeveer 1000 worden
gesteld. Zij waren hoofdzakelijk ge
vraagd uit de volende ambtelijke en
particuliere kringen:
de burgerlijke en militaire huizen
der leden van de Koninklijke familie;
de vertegenwoordigers der vreemde
Mogendheden met het persooneel bij
hunne gezantschappen
de Minister, leden van de Regee
ring;
de Minister van Staat;
de hooge Staatslichamen;
de Eerste en Tweede Kamer der
Staten-Generaal, voor zooveel betreft
de leden te 's- Gravenhage woonplaats
hebbende;
de Gedeputeerde Staten der brovin-
cie
de Burgemeester, de Wethouders
en de Gemeenteraadsleden;
de leden der rechtelijke macht;
het ambtenaarspersoneel der de
partementen van algemeen bestuur in
verschillende rangen
het ingenieurscorps van den Water-
staal
de hoofden van andere Rijksdiensten;
de officieren van schutterij, zee
macht, leger en landweer:
zoomede vele particulieren.
Het bal, gehouden in de groote dans
zaal, die zonder uitzondering of on
derscheid, als steeds, voor alle gasten
was opengesteld, zoodat ieder naar
welgevallen kon in-en uitgaan, werd
geopend nadat in aangrenzende salons
een aantal dames aan H. M en Z
K. 11. waren voorgesteld, en nadat
de Koninklijke gastvrouwe en gast
heer, vergezeld van H. M. de Konin
gin-Moeder, de balzaal waren binnen
getreden te midden van het cercle,
gevormd door de diplomaten, de
Minister, hooge Staats- en Hofambte
naren, oppeiolïicieien enz. met hunne
dames.
In de groote zaal werd gedanst op
de muziek dor Kon. Mil. Kapel, uil-
gevoerd onder directie van le-luit.
Bouwman, en in de kleine danszaal
speelde het oikest der schutterij on
der Bolten
Gebruikelijkerwijze woonde de Vor
stelijke familie het dansvermaak bij,
gezeten op salonbanken onder een der
paviljoenen.
Nu en dan bewogen de Majesteiten en
de Prins zich in de omgevende salons
onder de genoodigden, van wie velen
door de Vorstinnen en Z. K. H. werden
aangesproken.
II M. de Koningin heeft weder
om aan verschillende fondsen en wel
dadige instellingen giften verstrekt uit
het Sophia-fonds, dat ter beschikking
van H. M. is gesteld door wijlen H. K. H.
de Groothertogin van Saksen Weimar,
Prinses Sophia der Nederlanden.
Staatsschuldboekjcs.
In de Staatscourant is opgenomen
de wet van 8 Dec. j.l. (Staatsblad
No. 319), strekkende tot invoering
van Staatsschuldboekjes bij de Rijks
postspaarbank.
Door de wet van 1893 is reeds
bepaald dat de directie dier bank
haar tussehenkomst verleent voor het
beleggen van spaargelden in inschrij
vingen in een Grootboek der Nationale
Schuld of in certificaten van die schuld.
De thans afgekondigde wet bepaalt,
dat inleggers in de Rijkspostspaarbank
voor hun tegoed of een gedeelte
daarvan inschrijvingen op een te hun
nen naine gesteld Staatsschuldboekje
kunnen verkrijgen, voor bedragen
van ten minste f50 of veelvouden
daarvan tot 6000 toe.
Üegeen op wiens naam het boekje
is gesteld, heeft het recht van de
bank te vorderen öf de levering van
een inschrijving in hel Grootboek
NAAR HET ZWEEDSCH
DOOR
3Pll. *WI3-S3k<C-A.iT.
2)
Zijne bekentenis duurde niet lang en mooi
gesteld was zij evenminhij was er niet aan
gewoon dergelijke vragen tot jonge meisjes te
richten, de eenvoudige Vaandrig. Maar het
deed er minder toe wat hij zeide. Margaretha
luisterde er weinig naarzij nam den zin en
de beteekenis in zich op, niet met haar gehoor
maar met het hart. In de slapelooze nachten,
had zij het hem, wanneer zij wakende lag te
droomen, reeds zoo dikwijls hooren zeggen
dien morgen, eer zij opstond, duidelijker dan
ooit. Zij wist er alles van.
Hare gestalte beefde en het arme hart klopte
geweldig. Zij had geen moed orn haar oogen
tot hem op te slaan en met een enkelen blik
zijne hartstochtelijke vragen met »ja" te be
antwoorden. Maar zij kon evenmin haar mond
dwingen tot het woord dat die toch moest uit
spreken: een weigerend -»neen."
De Vaandrig had, al was hij nog jong, toch
al wel begrepen dat jonge meisjes, als men
haar vraagt of zij je vrouw willen worden, niet
de gewoonte hebben van je flink in de oogen
te zien en ronduit te antwoorden »Ja, dat wil
ik wel!" Hij wilde zijn arm om haar middel
leggen en trachtte de toestemming op zijne
vraag te lezen op dat lieve, blozende gezichtje.
Maar zij trok zich angstig terug en de blik
dien zij op hem richtte was zoo bang en droevig,
dat hij plotseling verstomde.
Het werd zoo koud en kil om zijn jong hart
en de door de zon gebruinde wangen verbleekten.
Zou hij verkeerd hebben gelezen irrMargarethe's
oogen?
Zij waren op eene tuinbank, achter een
berkenhaag gaan zitten; uit geen der vensters
van het huis konden zij hier worden gezien.
Zijn verwarde blik zocht aarzelend de plek,
hier vlak bij, waar zij elkander daareven had
den ontmoet. Toen had hij eene handvol rose
rozen op het grasperk geworpen om haar zijne
beide handen te kunnen reiken bij de eerste
begroeting. Hij raapte de bloemen nu op en
zeide met een gebroken stem:
nFreule MargaretheAls u mij ook maar
in het minste hoop kunt geven op een gunstig
antwoord op de bede die ik tot u heb gericht
en die Adolf Hjelmskjöld, zoo arm en weinig
beteekenend hij weze moge, toch nimmer
herhaalt, steek dan eene van deze roode rozen
in uw haar, van avond hier op het bal. Ver
geef het mij, als ik u heb doen schrikken
als u het te vermetel vond van mij, u deze
vraag straks te doen. Vaarwel
Met snelle schreden liep hij het tuinpad
over zonder een enkele maal om te zien. Zijne
sporen rinkelden op de grintsteentjes het hek
knarste op de scharnieren en toen werd het
een oogenblik stil. Daarna hoorde men weer
't getrappel van paardenhoeven die zich ver
wijderden en wegstierven, op den straatweg.
Maar nog zat Margarethe op de bank, haar
gelaat in de lichte roode roozen verbergend.
Daar schitterden diamanten op de bloemen
en op de blaadjes. Was het de ochtenddauw
of waren het tranen uit die schoone jonge
oogen?
Als eene slaapwandelaarster in den droom
waggelde zij naar hare kamer terug. Later
wist zij zich niets meer te herinneren van
het ontbijt, van de ontmoeting met hare huis-
genooten of van de eerstvolgende uren op
dien dag.
Maar tegen éen uur werd zij uit hare
droomen wakker geroepen door paardenge
trappel op de brug over de gracht, honden
geblaf en blijde uitroepen van haar Oom en
Tante.
Mijnheer, Stjernilycht kwam een bez.oek
brengen met zijn prachtig span vossen voor
zijn mooiste landau en dit nog wel op den
zelfden dag dat hij belooft had 's avonds op
het bal te komenDit was een feit dat niet
door Margarethe geloochend kon worden en
zij begreep er de beteekenis van, al was zij
met hare gedachten nog niet volkomen bij de
zaak. Het bloed zonk uit haar gelaat en zij
wist niet hoe hare beenen haar droegen toen
zij, na een kort onderhoud tusschen den
Kamerheer en haar Oom en Tante, in liet
salon geroepen werd. Zij had een gewaar
wording, door onzachtbare machten, geheel
buiten haar wil om, te worden gedreven. Zij
verzamelde het restje van haar tegenwoordig
heid van geest tot het vaste besluit om in
geen geval een afdoend, bindend antwoord
over hare lippen te doen komen.
Mijnheer Stjernilycht was een flink man,
wien men zijn vierenvijftig jaren niet zoude
a inzien. Hij liet zijn aanzoek vrij wat gemak
kelijker van stapel loopen dan Adolf Hjelms-
köld; hij sprak in voortreffelijk gekozen be
woordingen.
Wordt veivolgd.J