nieuwe Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FE Ui U.ETON. ONZE VLEESCHUITVOER. JAAP- Gemengd Nieuws. fto. 2h Zaterdag 23 Maart 1907 Zes-eu-deriigsie jaargau^. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75; Franco per post door bet gebeele Rijk 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephoon no. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'I, Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slecbts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Voor onzer» landbouw is het van het hoogste gewicht dat men verzekerd is van een goeden afzet voor het vee, waardoor de prijzen op eene voldoende hoogte kunnen gehouden worden. Nu is het wel duidelijk dat de binnen- landsche markten alleen niet voldoende zijn voor dien begeerden afzet. Men moet dus zijne kracht zoeken in den uitvoer van vee of van vleesch naar het buitenland en dit kan ook zeer goed omdat het daar zeer gewild is. De uitvoer »an levend vee is even wel de laatste jaren aan groote moei lijkheden ondei hevig geweest, omdat de naburige landen, uit vrees voor besmetting van eigen veestapel door veeziekten, of uit protectionistische beginselen, er allerlei rniddelijes op hadden gevonden om den invoer van vee te belemmeren. Nog op dit oogen- blik is in België zoowel als in Duitsch- land dit stelsel in zwang, tot groot verdriet van de slagers en het vleesch- etend publiek. Hier te lande is men daarom op de gedachle gekomen niet meer het le vend vee, maar het vleesch uit te voeren. Dit stelsel heeft zeer grooten bijval gevonden. Voornamelijk naar Engeland is vooral de uitvoer van var- kensvleesch bijzonder groot. In het algemeen is in de laatste 10 jaren de door ons land uitgevoerde hoeveelheid vleesch meer dan verdub beld. In 1804 bedroeg die boeveelheid namelijk ruim 31 miliioen K. G. in 1905 ineerdan 64 miliioen. Het meeste daarvan ging naar Engeland n.l. 53 miliioen, naar Duitschland bijna 10 miliioen. Er is echter een voorwaarde voor den bloei van dien handel er moet op de hoedanigheid van het artikel niets hoegenaamd zijn aan te merken. Vooral sinds de knoeieiijen in de Noord Amerikaansche slachterijen is met alle recht vrees voor ondeugde lijk vleesch ontstaan. Onze regeering beseft het gevaar en heeft beloofd dat een regeling der aigemeona vleeskeuring weldra de Tweede Kamer zal bereiken. Dat be teekend dus zooveel dat eene (ijks- keuring die der gemeenten zal ver vangen. Zoovei zijn wij intusschen nog niet. Wel heeft onze Minister van Landbouw een wetsontwerp ingediend houdende bepalingen betredende de keuring van voor uitvoer bestemd vleesch. De Minister wijst er terecht op; hoe onze groote concurenten, op het gebied van den vlee*chuitvoer, Denernaiken, Australië en Noord- Amerika sinds geruimen lijd een strenge keuring van voor uitvoer be stemd vleesch hebben ingesteld en dat als wij niet oppassen dat wij nooit bedorven of ziek vleesch uitvoeren de naburige rijken onzen vleeschuit- voer wel eens heelemaal konden ver bieden. In het voorloopig ontwerp staat te lezen- Het is verboden naar de landen, door ons aan te wijzen, vleesch uit te voeren, hetwelk niet voorzien is van een of meer merken als bewijs, dat het bij eene van rijkswege ingestelde keuring voor uitvoer is geschikt be vonden. Hieruit blijkt dat de regeering vrij wil zijn in het aanwijzen vau de ver schillende landen. Voor uitvoer ge schikt is nog iets anders als voor ge bruik geschikt Het vleesch van een koe, welke wegens kalfziekte is ge slacht, zal voor het gebruik niet on geschikt zijn, maar voor uitvoer wel, omdat het spoedig bederft en kleurig wordt. Het vleesch voor uitvoer bestemd, zal, als het niet geschikt is bevonden, nogmaals worden gekeurd otn te zien of het nog als eetwaar kan dienen. Zoo ja, dan kan de eigenaar het al of niet gesteriliseerd terugkrijgen Zoo neen, dan woidt het vernietigd. Al deze keuiirigen geschieden door rijkskeurmeesters, die het diploma als veearts moeten bezitten, en hulpkeui- meesters met een speciaal diploma. Op uitvoer vari vleesch zonder rijks- merk wordt tot f500 boete gesteld. Het vet'valschen van dat mei k is straf baar met gevangenis van ten hoogste een jaar. Als dit ontwerp wet is geworden kan men zeggen, dat de zaak van den vleeschuitvoer voldoende geregeld is. Er behoeft geen vrees te beslaan voor onvoldoend personeel, want men bedenke wel er bestaat hier te lande sinds eenige jaren eene uitvoerkeuring maar niet verplicht. Het gevaar mag niet bestaan, dat er nog minderwaar dig vleesch kan worden uitgevoerd. Men moet in het buitenland weten, dat het vleesch, dat uit Nederland wordt uitgevoerd, volkomen deugde lijk is Koninklijke familie naar Het Loo. H. M. de Koningin en Z. K. H. de Pi ins zullen in het begin van April den 3en of 4en dier zomerverblijf Het Loo vermoedelijk maand, het betrekken. (»N. R. Ct.") Kennis van de Ruyter. De «Schoolbode", orgaan van de afd. 's Gravenhage van den Bond van Ned. Onderwijzers, vermeld als historisch: In de scholen zijn tot zelfs in de laagste klasse de De Ruyter-portretten uitgedeeld Waar dit laatste toe leidt leere men uit het volgende: De juffrouw uit de eerste klasse vraagt: Wat is die man geweest? Antwoord van een zesjarige Ruitenmaker Waarom krijg je die plaat? Omdat het gauw Kerstfeest is. In de vierde klasse: Onderwijzeres: Wie is die man? Antwoord: De redder van den Hoek van Holland. Alcoholische dienstijver. Het regende straaltjes. Langs den wegkant stroomde het vuile sop in gootjes weg. Sinister brandden de lantaarns, in droeve eenzaamheid gloeiend tegen het fond van vervagend geboomte achter het nat gordijn. Aldus «De Zwerver" in het «Bat. Nbl." Doodstil in de straat. Potseling wordt bet zwijgen ecliter verbroken, door commando's met lallende grogstem, gepreveld meer dan gesproken. «Voorr waarts marsch Een twee, een twee halllt!" Het blijft bij de commando's. Geen stap, geen wapengerinkel, niets alleen commando's. Nou is het stil. Wat drommel zou het zijn? Nieuwsgierigheid brengt me op de stoep. Ik zie niets, ja toch, een figuur, sliknat. Daar gaat ze weer. «Rechtsom keertmarsch Nee, niet marsch Nog ééns rechtsom keert hallt! Zoo!" Jan Fuselier. Waggelend een beetje, maar dat kan komen van de gladdig heid buiten. Maar de man is alleen Of zou er toch een sectie bij hem zijn Neen, ik zie niets. Alleen stralen regen gloeiende lantaarns, glibberige straat en fuselier. Daar is «Nou allo opgepasl Voorr waarts marrrsohLinks houen, Jaap Een twee een, twee Met verdubbelde rotte rechts Maar hij schijnt in te zien dat zijn eigen enkelvoudigheid verdubbeien be let en hij commandeert weer «Met rotte rechts marsch!" De berm stuit hem niet, maar wel het prikkeldraad en de goot. In ontzetting krijt hij «Hallt!" Hij staat onder een lantaarn. Ik zie hem nu goed. Hij drijft. Den helm heeft-i in de handze is vol van hemelzegen, want den bol houdt hij omlaag. Straaltjes verspatten op zijn hoofd klets, klets klets. «Zwenken mannenZwenken Potverdorie wat een hitte!" Met zijn mouw veegt-i zich het gelaat schoon van het zweet, zeker. Dan waggelt-i weg, de Mars-zoon in den dienst van Bacchus: «Voorr waarts marsch Een, twee, links, rechts, links rechts, links, rechts De eeuw der democratie. Men schrijft uit Enschede: Op 'n advertentie in een der bladen kwam zich een werkvrouw aanmelden. Ze maakte door haar optreden en pralen reeds dadelijk een goeden in druk en verkreeg de voorkeur boven andere sollicitanten. Op de vraag van Mevrouw, welk loon zij verlangde voor twee dagen per week, klonk 't ant woord: «15 cent per uur met een ar beidstijd van 8 uren per dag." Mevrouw kon zich, aangaande het getal werkuren, niet verplichten, zoo- dat de onderhandelingen afsprongen. Mevrouw dacht er blijkbaar niet aan. dat we leven in de eeuw der Demo cratie. »Vad." In hooge kringen. Een aantal jonge vreemde diplo maten in Rome hebben onlangs een soupertje gehad met tingeltangeldames waarbij het zoo rumeetig is toege gaan, dat een Spaansche attaché door een slag niet een wijnkaraf bewuste loos naar het ziekenhuis moest wor den gebracht. Een deugniet. Hei haaldeiijk werd in de Zuidei kerk te Apeldoorn geld vermist uil de consistoriekamer. Maandagavond is de dief op heeterdaad betrapt. Het was een bij den koster inwonende jongen die door opensluiting meteen valschen sleutel en door het losmaken OORSPRONKELIJKE NOVELLE VAN L. KLAVER. 9) 'k Zei het je zegge Kris. Verwonderd zag ze hem aan, verschrikt van zijn opgewonden gezicht en 't schitter glanzen van zijn oogen; net, of ie de koorts had. 't Is nou een mooie gelegenheid, ging ie voort, om Henk te late zien, dat je niet om hem geeft. As je nou wegblijft, zei ie merke dat je niet om hem geeft. As je uou wegblijft zal ie merke, dat je niet gediend bent van zijn malhede. 'k Wil je eerlijk zegge Kris, 'k ken het niet langer vele, dat ie zoo dikwijls naar je toekomp. 'k Wou maar, dat ie wat wegbleef. Komlachte ze. Hoe ken je 't in je hoofd hale. Hij zei het je nog eens lastig make. Ben je nou mal. Dat zei ie nooit doen. dan ken je je eige broer niet. Nee! 't Ligt an je zelf en ik zei an zukke kinderkure niet toegeve. 'k Heb beloofd dat ik kommen zou en wat ik beloofd heb, dat doe ik. Ontstemd ging ze heen. llij liet zich neervallen op een stoel bij het haardvuurtje, zat er nu in mekaar gedoken 't hoofd gebogenstaarde al maar in de blauwe vlammetjes, die nijdig kronkelden om 't spetterend hout, glansplekken werpend op de vuilpaarse muurtegels. Triest was hem 't doodstille in 't vertrekje met 't eentoonig tikken van liet wandklokje triest het strak onbeweeglijke van de voor werpen om hem heen. Een beklemmend ge voel in zijn hoofd, als lag het besloten in ijzeren band, pijnlijk de slapen, zat ie er in dof overdenken. Zoo soesde ie voort, maar dan op eens, schokte ie op, sprong recht, Nee! 't Zou niet langer gaan. Henk zei 't wete en Wim ook, dat ie alles wist. Hij zou het 'r voor de voeten gooie, der gemeene doen, zou het Henk zegge, dat ie hem niet meer in zijn huis zien wou. Der mocht van komme, wat wou. Snel blies ie de lamp uit, stormde naar buiten, de steegdonkerte in. Even stond ie stijf oubeweeglijk bij Wim onder 't venster, 't oor dicht onder 't kozijn ingespannen luisterend. Hij hoorde de luid ruchtige stem van Henk, 't zachte fluisterend spreken van Wim, hoorde dan ook Kris. NeeNou niet langer wachte. Zijn lippen trilden, zijn tanden klapperden. 't Mos nou weze. Nou zou ie een eind make an alle smoeze en konkele. Met greep ie de klink, rukte, de deur open stond opeens midden in 't vertrekje. Knusjes zaten ze bij mekander; Kris en Wim een glaasje anisette voor zich, Henk de beenen languit over een stoel gestrekt, een elleboog leunend op de tafel, behaaglijk rookend. Kris schrok, nu ze daar opeens Jaap voor zich zag, bleek met zwarte kringen onder de glinsterende oogen. Henk sprong op. Alia! Leuk, dat jij er ook nog bijkomt, Je ken mee feestviere Jaap, haastte Kris zich te zeggen, Henk wordt jachtopziener. Wat zeg je dervan? Had je dat nou gedocht? Gaat op Oldekate wone met Wim. Met groote oogen zag ie Henk en Kris beurtelings aan, stotterde dan Jachtopziener? Naar Oldekate? Toe vertel 't nou nog eens drong Kris, schoof een stoel bij voor Jaap. Ja jonge, begon Henk, de wondere benne de wereld niet uit. Nou zei ik eerst braaf worde. Motje hooren, 'k was van morge vroeg an 't scharrele in de bossche van de baron. Je zei wel wete wat een rare kerel het is, de eene tijd vloeke en raze om niks, een andere keer goedig en roijaal as 't maar weze ken. Je mot hoore, wat voor gekke dinge ze in de buurt van hem vertelle, je ken 't haast niet geloove. Nou dan, 'k had net een haasie te pakke, stond er zoo mee in mijn vingers te draaie, 'k hoorde elïe kuche, jawel, daar stond pardoes de baron achter me. Zoo Pol mannetje? zegt ie. Hij ken me we), mot je wete: het motte getuige voor 't gerecht, lest, toen ze me snapte. Wat zei je met dat haasiezei ie. Begrave baron, zeg ikDoodgevonde Daar mos ie om lache. Je ben een rakker. Lest vier maande gezete mot je nou nog eens in de doos. Liever niet zeg ik. Maar kijk nou eens baron, 't is er zoo mee gelege, 'k ken 't niet goed late. Wordt vervolyd.J

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1907 | | pagina 1