NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
Het Pinksterfeest.
BINNENLAND.
EENE MISDEELDE
Zaterdag 18 Mei 1907.
Zes-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
roo. £0,
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75;
Franco per post door bet geheele Rijk 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoon no. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'h Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
De geschiedenis is de leerschool des
levens en wanneer wij de ontwikkeling
der menschheid of van een nieuw
beginsel gadeslaan dan worden wij
genoodzaakt in dat geschiedenisboek
te bladeren en staan wij vaak ver
wonderd over de wijze waarop die
ontwikkeling heeft plaats gegrepen.
Langzaam drong het door en dikwijls
scheen het ons of wij op het doode
punt stonden, doch dit was schijn
bedrogde menschheid heeft het
«Excelcior" in haar vaandel geschreven,
de onveranderlijke wetten der natuur
gaan voort op de baan der vooruitgang.
Wanneer wij de vroegere tijden met
deze vergelijken dan komen wij tot
de besliste overtuiging dat de mensch
heid zich niet in een cirkelgang be
weegt, maar wel degelijk vooruitstreeft
op den weg die leidt tot meerdere
beschaving en volmaking.
Het wezen der dingen is veranderd
en ook de vorm is gewijzigd.
De beste en edelsten van ons ge
slacht hebben niet te vergeefs geleefd
zoo menig apostel is er op uit getrok
ken voor de groote beginselen, waarvan
de Pinkstergedachte de hoogste ver
tolking is.
Grootsche gedachten wekt het Pink
sterfeest bij ons op, gedachten des
levens. Daar rijzen voor ons oog die
groote schare van mannen en vrouwen,
dia met geestdrift bezield te velde
trokken tegen onkunde en onrecht
vaardigheid en den strijd aangordden
voor alles wat goed, edel, waar en
schoon was. Zij streden en leden in
dienst van die vei heven beginselen der
menschheid die alleen kunnen leiden
op het spoor der volmaking.
De natuur ontluikt onder de warme
stralen der voorjaarszon, zoo ontluikt
ook hel iioogere geestelijke leven slechts
als den akker van ons innerlijk gemoed
wordt omgespit, het gemoed ontvan
kelijk wordt gemaakt voor liefde, recht
en waarheid.
Het schoone Pinksterverhaal vertelt
ons het volgende: De disipelen van
den Heiland zaten eendrachtig bijeen
toen er plotseling uit den hemel een
geruisch kwam als van een geweldigen
rukwind, die het geheele huis ver
vulde. En zij begonnen vreemde talen
te spreken en werden allen vervuld
met den Heiligen geest
Als de wind in dien scboonen voor
jaarsmorgen zoo ging ook iets vreemds
door deze menschensehaar. Zij werden
rnet geestdrift bezield en in hun oogen
schitterde iets als vuur. Zij vragen
en roepen door elkander; zij staan
daar met krachtige woorden en op
geheven handen. Zij worden met
wantrouwen aanschouwd en enkel
zeggen dat zij vol zoeten wijn zijn.
Dit is op zich zelf geen vreemd ver
schijnsel. In onze dagen zien wij het
zoo dikwijls plaats hebben dat een
edele gedachte, een edele daad be
groet wordt met verachting en spot.
Hoe menige groote geest ondervond
bij al zijn werken en zwoegen slechts
spot en verguizing
Geestdrift is noodig bij het uitgaan
voor onze taak, voor onze roeping,
want er wordt om mensch te zijn in
den edelen zin van het woord veel
van ons verlangd. Er moet gezaaid
gepoot worden, opdat de oogst hondei d-
voudig zij.
De menschheid verlangt van ons
geen voornemens, geen woorden, maar
dadenDaden die toonen dat wij
ook bezield zijn met een heiligen
geest, een geest die ons wijst om
goed te doen en lief te hebben.
Wanneer deze gedachte in ons gemoed
nederdaalt dan zal ook dit Pinker-
feest. een feest zijn voor ons ten goede,
voor ons en voor allen tot wier ge
luk wij iets kunnen bijdragen.
O eindlooze, in de ruimte heerschend,
Bestaande vóór dat iets bestond,
Onzichtbaar, ondoordringbaar wezen,
Oneindige onbegrijpelijkheid!
Geest, 't heelal ongezien bezielend;
Geest, onbereikbaar, onbekend;
Geest, alles stichtend, 't al vervullend,
Almacht' ge, door ons Gods geest genoemd
II. M. de Koningin zal ver
moedelijk in bet laatst der volgende
week voor drie weken naar Soestdijk
gaan, en Z. K. H. Prins Hendrik
naar het buitenland.
H. M. de Koningin-Moeder is
Woensdagavond te Soestdijk aange
komen, na Hare buitenlandsche reis.
H. M. kwam ruim 10 uur aan de
halte Soestdijk, alwaar de wachtkamer
keurig met bloemen en planten was
versierd. Ter verwelkoming waren
aanwezig de Commissaris der Koningin
in de provincie Utrecht, de burge
meesters van Baarn en van Soest,
en de hofarts Dr. S. Greidanus.
In twee open rijtuigen werd naar
het Paleis gereden.
Oranje Nassau-Oord.
Mevrouw A. Graafland, adjunct-di-
rertrice van Oranje Nassau's Oord
heeft om gezondheidsredenen tot het
besuur der stichting het verzoek ge
richt, uit hare betrekking te worden
ontheven. Mevrouw Giaafland was
reeds van den aanvang van dit jaar
tot herstel van gezondheid met ver
lof.
Wij lezen in de Zutphensche
Courant
Wanneer de regeering hare voor
stellen tot Giondwetsherziening gaat
indienen, zal ze, naar we hopen, nog
wel iets verder gaan dan de Staats
commissie. Op menig gebied is daar
reden voor. Maar ook voor een be
trekkelijk ondergeschikte verbetering,
die geen aanleiding behoeft te geven
tot strijd, vragen we hare aandacht.
De Staatscommissie wil al de oude
spelling vervangen door de thans ge
bruikelijke. Dat is reeds heel wat ge
wonnen. Maar de Regeering zou in
onze eigen Grondwet nog wel wat
aan 't vertalen kunnen gaan, zonder
eenig gevaar van tot misvalling te
komen, van de geschiedkundige be-
teekenis uit 't oog te verliezen of tot
verkeerde uitlegging te geraken.
Dan zouden er heel wat uitheem-
sche woordenherinnerend aan vroegere
Grondwetten waar een Fransche adem
overheen is gegaan, sneuvelen moeten
Dient een Grondwet om een beeld
te geven van ons volkskarakter, dan
moet daaruit onze eigen taal spreken.
Dan zouden de hoofdstukken »van
de financiën", »van de justitie" en
«van de defensie" gerust vervangen
kunnen worden door «geldmiddelen",
«rechtspraak" en «landsverdediging";
waar «president" staat kon «voorzit
ter" komen. Veel Koeterwaalsch, dat
gewone menschen toch niet begrijpen,
kon vervangen worden, zoo: «amnes
tie" door «kwijtschelding van straf";
«absolutie" door «buiten vervolging
stelling"; «privilege" door voorrecht"
«additioneele artikelen" door «bijko
mende artikelen"; «autoriteiten" door
overheidspersonen"«gouverneur-ge
neraal" door «landvoogd".
Zoo zou er nog heel wat meer te
vertalen vallen, wil onze Grondwet
voor Nederlanders, die geen Fransch
verstaan, te lezen zijn. Dat zou dan
tevens het begin kunnen wezen van
een streven der onder de overheid
werkende ambtenaren om zich bij de
inkleeding van wetsontwerpen te spe
nen van 't gebruik van onnoodig
vreemde woorden.
Duitsche spoorwegtarieven.
De nieuwe Duitscbe spoorwegtarie
ven die al tot zoovele klachten aan
leiding hebben gegeven, bevatten voor
reizen naar het buitenland deze merk
waardige regeling dat een rechtstreeks
biljet heel wat duurder is dan een
naar de grenzen en van daar naar de
bestemmingsplaats. Toen de Pruisi
sche regeering hier gewezen werd.
beval zij omwerking der tarieven.
Dat schijnt echter langen tijd te
eischen, want zooals de «Voss Z."
meldt heeft de minister nu last
gegeven dat men aan de stations ieder
die een biljet naar het buitenland
vraagt, opmerkzaam moet maken op
genoemd verschil, en hij heeft de bui
tenlandsche regeeringen verzocht in
gelijken geest de reizigers te doen
voorlichten. Maar welk een overlast
voor de reizigers, die als zij niet meer
dan noodig is willen betalen, aan de
grenzen een tweede biljet moeten
koopen, waarvoor niet steeds voldoen
de tijd overblijft, met name ook voor
het overschrijven der bagage, en ter
wijl deze ook nog aan de douane-for
maliteiten moeten worden onderwor
pen 1
Is speculeeren dobbelspel?
De «Tijdspiegel" bevat een artikel
van den heer E. J. v. d. Maaten over
dit onderwerp. Aan het einde daarvan
zegt schrijver:
Resumeerende komen wij tot deze
conclusie, dat speculeeren altijd ge
vaarlijk is, zeer gevaarlijk zelfs voor
kapitaalkrachtige personen, wanneer
zij zich boven hun krachten enga-
geeren door middel van het prolon
gatiesysteem, doch bepaald noodlottig
is zij voor den kleinen man. Dezen
moeten zich, mijns inziens, wanneer
zij absoluut speculeeren wilien, alleen
beperken tot aankoop van een enkel
stukje en dit contant betalen.
Meestal wordt met de speculatie
verloren.
Het verlies vormt een groote winst
voor de Amerikaansche beursmannen
en een kleine voor die slimme vogels
aan de Amsterdamsche Beurs, welke,
doordat zij beter op de tioogte zijn
dan de outsiders, hel groole publiek
voor zijn, terwijl de commissionnairs
altijd aan de speculatie verdienen.
Dat het commissionnairsvak zeer
productief blijkt te zijn, valt af te
leiden uit het feit, dat deze huizen
als paddestoelen uit den grond ver
rijzen.
Degene, die speculeeren wil, stelle
zich allereerst op de hoogte van de
omstandigheden, welke op de koersen
in bpt algemeen en op die van het
fonds waarin hij speculeert, invloed
DOOR
Mevr. P. SMISSAERT-BOOGAERT.
3)
En gij bleeft alleen achter in het ouderlijk
huis, waar ge geen vroolijk zonnetje wist te
tooveren, waar ge u opsloot in uw kamer.
Gij verstondt de kunst niet uw ouders het
gemis hunner andere kinderen te vergoeden
gij waart egoïst geworden, steeds denkend
aan uzelve, nu niemand dacht aan u. Arm
jong meisje troostelooze, donkere jaren waren
het die nu volgden, geen lichtstraal viel in
de duisternis die u omringde, geen plekje
blauw vertoonde zich aan uw bewolkten le
venshemel.
Toen ontvingt ge eene uitnoodiging van
uwe oudste zuster, aan wie ge toch altijd nog
het meest waart verbonden geweest. Zij was
al sinds jaren getrouwd, had een paar kin
deren en leefde afgezonderd op een stil dorp
Haar gezondheid was niet zoo goed meer als
vroeger, zij had rust noodig,—zeide de dokter
en zoo wendde zij zich tot u, aarzelend,
schroomvallig, want gij stondt niet b' kend
als hulpvaardig en bereid iemand een dienst
te bewijzen. Zoudt gij willen komen om de
zorg voor het huishouden en de kinderen op
u te nemen, haar in dezen tijd van gedwon
gen rust te vervangen?
Zonder dralen naamt gij het aanbod aan.
overgelukkig te kunnen ontkomen aan de
doodende gelijkvormigheid der dagen, dank
baar dat eindelijk iemand u noodig had, dat
men naar uw komst verlangde. Nu zoudt ge
u nuttig kunnen maken, gij droomdet reeds
van zachte kinderampjes die zich vertrouwe
lijk om uw hals zouden vleien. Vol goede
voornemens vertrokt gij, als een weldoende
engel zoudt ge hun huis binnentreden. Och,
ge kendet uw gebreken maar al te goed, gij
wist wel dat ge hard, bitter en liefdeloos kon
zijn, dat de ijverzucht in uw hart woonde
en een wantrouwen jegens de menschen u
bezielde. Maar ge naamd u zoo ernstig voor
te strijden tegen deze tekortkomingente
trachten een zegen te zijn voor uw nieuwe
omgeving.
Die weken, ze leken u een droomHoe ge
lukkig voeldet ge u niet! Waart gij hetzelve
wel, die neuriend door het huis liept en met
de kinderen stoeidet en speeldet? Gij hadt
hun jonge hartjes al spoedig gewonnen, zij
hielden van u en hun onschuldige liefde ver
zachtte uw gemoed. Uw zuster was u zoo
dankbaar voor uw zorgen en toewijding, de
erkentelijke woorden van uwen zwager deden
u goed. Maar het lichtpunt der gansche om
geving was veor u de dokter, die uw zuster
behandelde en als huisvriend dagelijks kwam.
Wat kondt ge heerlijk samen pratenhij
scheen er een genoegen in te vinden u tot
spreken uit te lokken. Zijn ernstige oogen
blikten u zoo welwillend tegen, het was u
een genot zijn klankvolle stem te hooren.
Langzaam sloop de liefde uw hart binnen en
nestelde er zich vast. Wat konden in die da-
1 gen uw grijze oogen schitteren, hoe veran
derde de uitdrukking van uw gelaat door den
stillen glimlach van geluk, die nu uw mond
omzweefde. Eindelijk waart ge gelukkig, in
deze eenvoudige, landelijke omgeving, nuttig
zijnde, bemind door uwe huisgenooten en
door hem? Dat vroegt ge u dikwijls af in
bangen twijfel, want toen ge eenmaal zeker
waart van uw eigen gevoelens, was de tijd
van onbezorgd genieten voorbij. Lang kondt
ge voor den spiegel staan, in troostelooze be-
I schouwing van uw beeld, dan vingt ge aan
uzelf te ontleden, uw mond, uw haar, uw
oogen. En steeds wenddet ge u in pijnlijke
onzekerheid af, uzelf in wanhoop afvragend
of uw uiterlijk ook dit maal geen beletsel
zou zijn voor uw geluk. Doch in zijn bijzijn
vergat ge uw vreezen hij was steeds zoo
vriendelijk, zoo innemend.
Eens, ge herinnert u nog wel dien dag
de zon scheen zoo heerlijk, de vogels zongen
hun mooiste lied waart ge met de kin
deren gaan wandelen. Ge kwaamt hem tegen
op den rijweg en samen gingt gij een eind
verder. Toen kwamen een paar boerenjongens
langs, ze grinnikten tegen elkaar en duidelijk
hoordet ge hun zeggen: «kijk die leelijke
meid eens, zoo'n rooie!" Al uw jonge bloed
vloog u naar het gelaat: in doodelijke ver
legenheid, diep gekreukt zaagt ge naar den
grond. Toen gij de oogen weer naar hem
durfdet ophllen, ontmoette uw blik den zijnen,
Vol onuitsprekelijk medelijden keek hij u aan,
Uw hart sprong op van vreugde, gij arme
meendet meer, veel meer dan enkel deernis
erin te lezen. En thuisgekomen omhelsdet ge
de kinderen in stomme vreugde.
(Wordt venolgd.