NIEUWS Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. GEMEENTERAAD. DE TWEEDE VROUW Wo. 43. Woensdag 29 Mei 1907. Zes-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Johanna Stelsetee. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.T5; Franco per post door het geheele Rijk 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephoon no. 09. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/« Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Ter gisterenmiddag onder prae- sidium van den burgemeester Jhr. J. \V. A. Barchman Wuytiers gehouden raadsvergadering waren de heeren Mr. Van Voorst Vader en Van Beek met kennisgeving afwezig. Na goed keuring van de notulen der vorige ver gadering, zooals die door don secretaris waren ontworpen, volgde de gewone mededeeling van ingekomen siukken. Wij stippen hieruit alleen aan een missieve van Gedeput. Siaten, kennis gevende dat aan den heer Hooykaas ontheffing is verleend van zijri aanslag in de plaatselijke inkomstenbelasting en wel omdat deze kennisgeving dade lijk daarop werd aangehaald. Alvorens n.l. tot behandeling der agenda over te gaan verzocht de voor zitter den Raad, Burgem. en Weih. machtiging te willen verleenen tot het opnemen van lijders aan besmettelijke ziekten uit andere gemeenten in de daarvoor hier bestaande barak en zulks naar aanleiding van een veizoek van den heer Hooykaas om daarin een zijner huisgenooten te doen opnemen. Na een zeer geanimeerd debat, dat zelfs af en toe tusschen de beide Wethouders op hefiige wijze werd gevoerd, wordt dit voorstel van B. en W. met 8 tegen 7 stemmen verworpen Aan de orde komt punt 1 der agenda: Voorstel van Burgemeester en Wet houders tot aankoop van eenige per- ceelen, gelegen aan het kleine Spui en het Plantsoen, voor een bedrag van f 4500. Z. h. st. goedgekeurd. 2. Nader rapport van Burgemeester en Wethoudeis betreflende hun voor stel tot schenking en onderhandsche verkoop van eenige gemeente eigen dommen, gebruikt in het tijdelijke Ziekenhuis. Baai het bestuur van het Liefdehuis te kennen gegeven heeft bij zijn wensch te blijven om in het bezit der bedoelde voorwerpen te komen blijven B. en W. eveneens bij hun voorstel van 23 April II. persisteeren. De heer Hamers zegt ter toelichting van de door het bestuur geuite wensch, dat het voor nemen bij die inrichting bestaat een eigen ziekenverpleging in te stellen en dat de liefdezusters de verschillende zaken derhalve zullen noodig hebben. De heer Hagedoorn ofschoon dank baar erkennende de ontzaglijk vele goede diensten door de zusters der congregatie aan de gemeente bewezen, blijft bij het reeds vroeger door hem geopperde bezwaar, om de sterelisator en elastieken zwachtel ongeschoolden in handen te geven en oordeelt deze voorwerpen bij de plaatselijke afdeeling van het groene Kruis beter op bunne plaats. In stemming gebracht wordt het voorstel van B. en W. met '10 tegen 5 stemmen aangenomen. 3 Voorstel van burgemeester en Wethouders tot uitbetaling vanf94.22V> aan vacature gelden aan de agenten van Politie, z h. st. aangenomen. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het geven van eer vol ontslag aan de onderwijzeres C. W. Westenberg (Meisjesschool) z. h.st. verleend met ingang van 15 Augus tus a.s. 5 Voorstel van Burg. en Wethou ders tot het geven van eervol ont slag aan den onderwijzer H. G. Ver haar (school Puntenburgerlaan). Z. h. st. verleend met ingang van 1 Juli a.s. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het geven van ver lof wegens ziekte aan den onderwij zer O. Akkerman tot 28 Mei. Z. h. st. verleend. 7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het met-houden van overgangs-examen aan het Gymnasium voor den cursus 1906/1907. Wordt evenals het vorig jaar z. h. st. aan genomen. 8. Rapport van Burgemeester en Wethouders betreffende wijziging der Pensioenverordening. In hun rapport geven B. en W. den Raad de keuze uit deze regelingen. lo. het stelsel, zooals dat is neer gelegd in art. 13 der Verordening. Het is niet te ontkennen, schrijven B. en W., dat deze regeling tot on- gewenschte gevolgen kan aanleiding geven, indien n.l. de pensioensgrond slag, waarnaar het niet-gemeentelijk pensioen is berekend, even hoog of hooger is dan de pensioensgrondslag, die geldt voor het gemeentelijk pensioen. In dat geval toch zal nimmer pensioen van de Gemeente genoten worden, ook al is het andere pensioen gering. Immers niet het ge noten pensioen, maar de grondslag zal in mindering gebracht worden. 2o. eene regeling, waarbij de zeker heid bestaat, dat de ambtenaar, na pensioneering door de Gemeente, een pensioen zal genieten, berekend naar den grondslag van zijn Gemeente- tractement en zijn totaal aantal jaren in pensioen gerechtigde betrekkingen doorgebracht, onveiBChillig uit welke bestanddeelen dit pensioen bestaat, doch waarbij het totaal van de pensioenen ook niet hooger zal zijn. Een voorbeeld moge dit verduide lijken. Een ambtenaar heeft gedurende de laatste vijf jaren een grondslag gehad van f3000, heeft een Rijks pensioen van f750; 30 dienstjaren bij Gemeente, 40 dienstjaren totaal in pensioengerechtigde betrekking. Had hij 40 dienstjaren bij de Ge meente, dan zou zijn pensioen be- 40 dragen X f3000 f2000. De regeling moet dan zoodanig zijn, dat hij in ieder geval een pensioen van f2000 geniet. Hij geniet reeds f750 pensioen van het Rijk en zal dus van de Gemeente nog f1250 pensioen ontvangen. Hiermede is dus een pensioen verzekerd, dat nimmer lager kan zijn dan in het geval de ambtenaar al zijn dienstjaren in een Ge meente-betrekking had doorgebracht De onbillijke gevolgen van de onder lo. genoemde bepaling zijn dan ge heel vermeden. Bij eene regeling als onder 2o. zal eene latere verrekening van stortingen moeten plaats vinden, omdat bij den aanvang der dienstbetrekking de latere grondslag niet bekend is. Tot moeilijk heden behoeft eene dergelijke regeling niet te leiden. Eindelijk is een derde regeling mogelijkde Gemeente houdt in 't geheel geen rekening met andere pensioenen. In het onder 2o. genoemd voorbeeld zal dus de Gemeente een pensioen 30 geven van X f3000 f1500;de betrokken ambtenaar zal dan, bij 40 jarigen dienst, genieten een pensioen van f750 f1500 f2250, zijnde f250 meer dan wanneer hij uitsluitend bij de Gemeente in dienst geweest ware. Ten aanzien van het nogmaals ge legenheid geven tot het inkoopen van tijdelijke diensten ontraden B. en W. daarmede voort te gaan, daar de gemeente hierdoor uitsluitend de slechte risico zal loopen De heer Plomp stelt voor liet rap port te renvoyeeren aan B. en W. met verzoek nadere voorstellen te doen, welk voorstel door B en W. overgenomen met algemeene stemmen wordt aangenomen. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot onderhandsche ver pachting van een terrein tijdens de jaarmarkten 19081910. Naar aanleiding van een tot hun college gericht adres van K. Benner, daarbij verzoekende de plaats voor een stoomcarousel voor de 3 volgende jaren 1908, 1909 en 1910 te mogen pachten voor de som van f3000 per jaar indien geen velocipède-tenten of dergelijke inrichtingen worden toege laten, zeggen B. en W.: Het komt ons voor in 't belang der Gemeente te zijn dit aanbod onder de in het concept-besluit aangegeven voorwaarden aan te nemen In de jaren 1900 tot 1906 heeft de plaats voor een stoomcaroussel respectievelijk opgebracht: f1610, f2325, f1400, f2500 en f2000, waaruit blijkt, dat de thans aangeboden pachtsom het gemiddelde van de laatste jaren be langrijk overtreft. Dat bij eene jaarlijksche publieken verpachting in de 3 eerstvolgende jaren een bod van f3000.zal ver- kiegen worden, achten wij onwaar schijnlijk niet alleen op grond van de aanbiedingen van vorige jaren, maar ook wegens het financieele voordeel, dat de pachter o.a. met hel oog op de bepaling van zijn reisroute heeft, indien lijj zekerheid voor 3jaren heeft. Juist daarom zal bij bij gunning voor 3 jaren me6r kunnen betalen. B. en W. stellen daarom den Raad voor te besluiten als volgt: A. Aan K. Benner, te Roermond, onderhands te verpachten gedurende de Jaarmarkten te houden in de jaren 1908, 1909 en 1910 de plaats, aan te wijzen door een stoom caroussel onder de volgende voorwaarden lo. De jaarlijksche pachtsom be draagt f 3000 2o. Van de pachtsom zal jaarlijks f2000 vóór 1 Februari en f 1000 vóór 1 Mei betaald worden ten kantore van den Gemeente-ontvanger; 3o. Ter nakoming van zijne ver plichting zal door K. Benner voor noemd vóór 1 Januari 1908 een waar borgsom van f500 ten kantore van den Gemeente-ontvanger gestort wor den, hetzij in geld, hetzij in waarde volle papieren, ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders; 4o. Indien K. Benner voornoemd zijn verplichtingen niet nakomt, zal deze waarborgsom ten bate van de' Ge meente komen; 5o. De Gemeente is slechts gehouden de plaats op de genoemde tijden ter beschikking van K. Benner voornoemd te stellen, indien tegen de onttrekking aan den openbaren dienst van de plaats geen bezwaren zijn ingebracht en ook uit anderen hoofde geen bezwaren be staan om de plaats voor de vei pachting tijdens de Jaarmarkt te gebruiken; DOOR 2) We zijn zoo in Nijmegen, hoor, waarschuwde hij, vermaande toen: niet zoo peinzen hoor; dat doe ik ook niet. Vreemd aangedaan keek ze hem aan. Neen, hij peinsde niet. Ze zag het aan zijn opgewekt gezicht. Als hij ook last had van die oude herinneringen, dan wist hij dat wel heel goed te verbergen. Knap was hij, zoo krachtig en levenslustig. Een blos van gezondheid op zijn kernachtig gezicht, waarop een uitdrukking van wilskracht en gebieden lag, zwart gekneveld, het haar heel kort en zwart. Sophie stond op, 'n lange tengere gestalte, waarop 't hoofd, 't gezichtje kleiner nog le ken, dan ze inderdaad waren. Seis laconielis lag in de licht grijze oogen, over 't tengere rose-gekleurde gezicht, iets mals over hare houding. En zóó voelde zij zich ook dikwijls: wat moe, in zich zelf gekeerd, onvoldaan, alsof alle dingen onopgemerkt langs haar heen gingen, of haar onverschillig waren. Ze stapten uit. De drukte van het groote station roesde om haar heen. Ze kwamen buiten en als veraf staand, hoorde ze Frido besprekingen maken met een huurkoetsier, die hen naar Berg-en-Dal zouden rijden, waar ze de eerste dagen zou den blijven. »In orde", hoorde zij Frido vroolijke be sluiten I En hij hielp haar instappen. Als je zoo op je huwelijks reis bent, dan is het leven mooier, heerlijker nog, dan an ders, juichde hij vroolijk. En ze zag zijn gezicht glanzen. Hoe is 't mogelijkdacht ze, maar die ge dachte ontging hem, want weer verrukte hij. 't Weer is ook zoo heerlijk, 'n mooie, heldere sterrenhemel, de lucht frisch en lekker. En ïoo'n vreemde, groote stad doet je ook zoo prettig aan; kijk, al die lichtjes eens. Ze keek uit 't venster van 't rijtuigje. Duizenden lichtjes straalden hunne glans veilig uit over de groote stad en in de stille wateren van grachten en rivieren tintelde een roodachtige weerschijn. Ja, het leven is mooi, als je jong bent en gezond peinsde ze, maar spreken kon zeniet op dat oogenblik, want ze dacht aan Marie, gestorven voor haar tijd, wiens plaats zij had genomen, aan Marie, die het jonge leven ook zoo lief had gehad, veel intenser, dan zij dat voelde en wier leven, nooit-gedacht, zoo vroeg was afgesneden. Want in de ergste dagen van haar ziekte had Marie-zelf nooit aan den dood gedacht, alleen in die allerlaatste uren die zij nooit vergeten kon. O, ze wist wel, Marie vreesde, haatte bijna dien zwarten dood en toch had die haar mooi, jong lichaam gegrepen, zoodat ze daar had gelegen, koud en gevoelloos, de handen gevouwen. Ze hoorde weer de kist in de aarde ploffen zooals zij er diep-ontroerd had bijgestaan, op dat gedeelte van het Utrechtsche kerkhof waarlangs de spoortreinen gleden. Ze zag nu in die kust het laatste omhulsel bijna vergaan, zelfs die kust niet ongeschonden meer waar schijnlijk. O, hoe was 't toch mogelijk, dat Frido daar zoo vroolijk kon zitten, hij, die dat alles nog sterker had meegeleefd, dan zij. De laatste Octoberdag is een mooie dag, vrouwtje, verrukte hij weer en zacht nam I hij haar in zijn armen. Zij voelde zijn kussen op haar mond. I Dat bedwelmde haar en ze zuchtte verlicht omdat zij ze nu verdreven waande, die visi oenen van een, die gestorven, nog tusschen hen scheen te leven, dien ganschen trouwdag, de daaraan-voorafgaande dagen ook al. Ben jij gelukkig Sophie vrouwtje, Phia, Phiaatje? jubelde hij. Ik ben heel gelukkig, zei ze ontroerd. Want ze dacht aan het nagelaten, het moeder- looze kindje, dat nu in een vreemd huis, als was dat ook van haar moeder, die om hen wilde trachten het kind iets van liefde te geven, zich misschien zoo eenzaam voelen zou. En alsof haar antwoord hem niet voldeed, herhaalde hij zijn vraag: Ben je gelukkig, Phiaatje? Ik houd veel van je, mnigde ij. Maaj zij dacht; ik zou gelukkig zijn, zoo dat verleden er niet was. Zoo ik in Marie's plaats kon zijn, nu bijna negen jaar geleden. En weer zuchtte ze even, 'n ernstige poging, om nu toch die herinneringen te verdrijvên. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1907 | | pagina 1