nieuwe Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. VEERTIG MINUTEN. BUITENLAND BINNENLAND. No. 53. Woensdag 3 Juli 1907. Zes-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Na het hooien. fa Sopliie Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75; Franco per post door het geheele Rijk f 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLangestraat 77. Telephoon m. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer Tl, Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte In het voorjaar, tegen dat de schuur leeg raakt en als de weide nog niet wil, deze met een half zakje chilisal- peter op het gemet tot voortgang te dwingen, is zoo langzamerhand bij vele flinke boeren al een vaste gewoonte geworden. Ook na het hooien dient er iets gedaan te worden, om het nagras zoo rijk mogelijk te doen zijn Het is te begrijpen, dat het gras, na zoo hoog mogelijk gegroeid te zijn, na gebloeid en zaad gevormd te hebben heel wat voedsel uit den grond gehaald beeft. Duizend K.G. grashooi bevatten ongeveer 5 K.G. stikstof Een gemid delde hooioogst van 7000 K.G. per hectare heeft dus uit de weide gehaald ongeveer 35 K.G. stikstof, gelijkstaande met ongeveer 225 K.G. chilisalpeter. Wanneer daarenboven het voorjaar koud is geweest en de voorzomer weinig zon heeft medegebracht, zoo als dit jaar, dan is er zeker in den grond heel weinig salpeter gevormd. Redenen te over dus, om na het hooien, de weide ten minste een beetje te helpen en ongeveer een halven zak chilisalpeter per gemet uit ie zaaien. Door deze 50 K G. chilisalpeter per gemet op het hooiland na het hooien aanstonds uit te zaaien, bereikt men tweeërlei. Ten eerste zal de hoeveel heid gras van de naweide enorm toe nemen. Tal van proeven hebben dit bewezen, want vele boeren hebben reeds in dezen geest gewerkt en zeer goede resultaten verkregen. En ten andere zal de kwaliteit van het gias er ten zeerste op verbeteren. Dat er verschil is tusschen hooi en hooi weet net kleinste kind. En de boeren weten het bij ervaring. Daarom moeten ze zelf ook pogingen in het wet k stellen hun hooi te vei beteren; hun hooien hun gras. Dit kunnen ze door te maken dat het gras eiwitrijker wordt En het eiwit komt in het gras door een bemesting met chilisalpeter. Er zijn en worden nog jaarlijks vele proeven gedaan om de kwaliteitsver betering van hetgrasdoorchilisalpeter- bemesting te constateeren. Ik geef hier alleen een enkel staaltje. (Uit de proeven gedaan door den heer G. van der Molen te Vlaardingen). - O ■sï es w S z fa w O fa fa iDiN lfïr<0 O iO I— CO OO CO CO OO co O tr. -M oo co co co co O 03 CO O OO O Q Tl 31 O iO I— CO 00 lO OO O 07 3* CO CT- 00 *0 co -«? <3* f* co a to -a .5 "2 2 g, S s - fin o gitg- IS p <K CX.T3 h gd T3 C 5® aJ a M fa fa p. a CS CÓ -a O CD Een enkele blik op dit lijstje over tuigt ons van den gunstigen invloed van het chilisalpeter op de kwaliteit van het gras. Zooals ik zeg, er zijn iwee redenen, om het nagras niet te iaten verarmoeden. Na het hooien dus een kleine greep in den chilizak. Baron Van Heemstra. De correspondent van het N. v. d. D. te Smyrna schrijft over de ontvoering van baron W. van Heemstra door roovers in den omtrek van Smyrna het volgende, dat wel meerendeels reeds bekende zaken betreft, maar als samenvatting en ook om enkele nog onbekende bijzonderheden zijn waarde nog niet heeft verloren. Baron Van Heemstra, reeds sedert meer dan 10 jaren hier gevestigd, is een in onze slad zeer aanzienlijke persoonlijkheid. Hij houdt zich vooral mei landbouvv-ondernemingen bezig. Een jaar geleden kocht hij het mooie landgoed Oglananassi, op vier uren van Smyina gelegen, wat men hier een tsjiftlik noemt. Het landgoed is 5060.000 H.A. groot, en de nieuwe eigenaar ging zich daar toeleggen op de cultuur der voornaamste voort brengselen van deze streekgerst, tarwe, tabak, katoen, druiven, enz. De baron staat bekend als een zeer rijk man, datzelfde is het geval met zijn schoonvader R. Wbittall, hoofd van een der grootste Engelscbe han delshuizen van Smyrna, en dit heeft de begeerigheid opgewekt van de ban dieten, die hetgebergte onveilig maken. Toen baron v. Heemstra op 16 Mei j.l. tegen halfvijt 's avonds te paard uit het dorp Develikeni terugkeerde werd hij aangehouden door vijf Griek- scbe roovers, met Martini-geweren gewapend, die hem naar den Nif-dagh meevoerden, den hoogsten berg in den omtrek van onze stad. Een boer die toevallig voorbijkwam, kreeg van de roovers de opdracht het bericht der gevangenneming naar de hoeve te brengen. Den volgenden ochtend kreeg men te Smyrna detijJing,dienatuurlijk groote opschudding verwekte. De overheid besloot, ook omdat het leven van den gevangene geen gevaar liep, geen soldaten uit te zenden, voordat de Heer Whittall met de roovers onderhandeld zou hebben over den losprijs en de vrijlating van den gevangene zou hebben verkregen. Met behulp van tusschenpersonen gelukte dit na een week onderhande lens, daar de eischen der bandieten buitensporig waien. Dezen verlangden ten slotte een som van 6000' T., ongoveer f66,000; zoo niet, dan zou het hoofd van den gevangene aan de familie toegezonden worden. Het be drag werd contant betaald, in goud, den 23 Mei, en onmiddellijk daarna werd Baron van Heemstra losgelaten. Hij keerde weldra te Boemabat terug, een dorp in den omtrek van Smyrna, waar hij met zijn gezin woont, wan neer hij zich niet te Oglanassie bevindt. Gedurende de zeven dagen, die hij in gevangenschap doorbracht, had Baron van Heemstra heel wat ont beringen te doorstaan. Als voedsel kreeg hij (evenals trouwens de roovers zelf) niets dan droog brood, en dik wijls moesten zij, bij gebrek aan drink water, sneeuw laten smelten, die op den Nif-dagh zeer overvloedig is. Men sliep overdag en trok 's nachts verder, uit vrees voor overrompeling. Zonder hun gevangene slecht te behandelen, deden de roovers niets ten gerieve van zijn persoon, en alleen zijn sterk gestel maakte bet hem mogelyk de groote vermoeienissen zonder schade te verduren. Een van de roovers sprak Engelsch; deze had, naar 't schijnt, eenige jaren in Amerika gewoond. De bandieten snoefden op hun anarchis tische beginselen, zij verklaarden zich tot vijanden van de onderdrukkers der armen. Zoodra de baron in vrijheid gesteld was, werden de roovers achtervolgd, maar dit ging niet gemakkelijk. Ver scheidene dagen verliepen voordat men dicht bij Ah-Hissar den aanvoer der bende, Andrea, te pakken kreeg; hij had nog 1080 Turksche ponden bij zich. Eenige dagen later viel Costa, een van de andere roovers, met nog 700 pond, in handen der soldaten. Zy werden te Smyrna door Baron van Heemstra herkend, vielen door do mand en werden dadelijk gevonnisd. Van de bende zijn nu nog diie per sonen op vrije voeten. Andrea, de aanvoerder, komt uit Griekenland, maar hij oefende reeds sedert een jaar of wat in Klein-Azië de bedrijven van smokkelaar en paar dendief uit. Hij heeft meer dan één moord op zijn geweten. Verleden jaar lichtte hij te Menemen een koopman op, aan wien bij ƒ4500 «verdiende," daarna wist hij de wijk te nemen naar Griekenland, doch keerde spoe dig terug. Het is een geluk voor het land, dat deze gevaarlijke schavuit onscha delijk gemaakt is. Wat de oorlogen kosten. Wie den vrede wil, moet zich voor bereiden tot den oorlog, zeggen de ministers van oorlog en marine der groote mogendheden telkens weer, als er groote kredieten moeten toe gestaan worden voor leger-of marine uitbreidingen. Wie den vrede wil, moet praten en schrijven over den oorlog, zeggen de vredesvrienden en ze doen alzoo. Over de kosten der jongste groote oorlogen worden door dr. Erich Wellmann te Berlijn de vol gende cijfers medegedeeld Denemar ken had in 1864 144 millioen mark oorlogskosten, Oostenrijk in 1866 480 millioen Frankrijk in 1870 7892.1 millioen, Rusland in 1877/78 3440 millioen en in 1905 4937.16 millioen, terwijl een toekomstoorlog Duitsch- laud per dag op Gl'/i mihoen mark zou komen te staan. Dat zijn cijfers die spreken niet alleen, maar ook getuigen. Opgravingen op de Veluwe. Dr. J. H. Holwerda, conservator bij het Rijks-Museum van Oudheden te Leiden, is, evenals het vorige jaar, wederom bezig met het doen van ar- chaeologische onderzoekingen op de Veluwe, op gronden, toebehoorende aan H. M de Koningin. Reeds zijn verscheidene Germaansche brandheuvels uit de eerste eeuw onzer jaartelling onderzocht, waarin de over blijfselen der verbranding, urnschelven en een zeer mooi urntje werden gevon den. Bovendien bleek een van deze UIT HET ZWEEDSCH DOOR 3) «Ja, dat geloof ik zeker; maar ik dacht op het oogenblik aan onze Sophie, de tweede keukenmeid. Zij beloofde er mij aan te her inneren, dat ik meel gereed zou zetten voor dat ik vertrok en dat vergat zij, zoodat er nu natuurlijk geen deeg gekneed is voordat ik terug ben. Heere God, hoe krijgen wij het brood nu bijtijds klaar? Ach, welk een ellende I Als het domme schepsel er maar aandenkt meel te leenen uit een der andere hótels; maar dat kan men haast niet verlangen, als men er zelf niet is, om alles te regelen en in orde te brengen. Ik had nooit heen moeten gaan; ik wist immers dat alles in het honderd zou loopen, zoodra ik slechts den rug had gekeerd Hoe lang duurt het nog?" «Precies een kwartier," Mevrouw gelooft toch niet dat de trein later zal aankomen?" »Neen, dat zal niet gebeuren." «Nog een heel kwartier! Gaan wij niet buitengewoon langzaam? Denk eens aan, als ik te laat moest komen!" »Dat zult gij wel niet. Zoolang er leven is blijft er hoop." «Gelooft u dat werkelijk vroeg de onbe kende, zonder te bemerken dat de vriende lijke toon, waarop dit gezegd werd, troost rijker was dan de woorden zelf: «Mevrouw heeft misschien zelf een zoontje, zoodat zij weet hoe dat is!" Mevrouw lljelm gaf geen antwoord. Zij keek uit het venster, terwijl hare reisgenoote het slot van haar korf opende, een der medieijn- fleschjes ontkurkte en daaraan rook. «Ik dacht het beter wat medicijn te Baden te koopen. Alles is zoo duur te Weenen; de vrouw van den logementhouder heeft een klein kind, dat ook zulke aanvallen krijgt als mijn Ludwig en zij zeide dat dit er tegen hielp. Als ik morgen met een lateren trein had kunnen teruggaan, had ik tijd gehad wat visch voor het middageten te koopen wij hebben geen ordentelijke visch op het menu gehad deze week en mijnheer de ge heimraad houdt zooveel van vischmaar onze opkoopers weten niet uit hunne oogen te kijken. Nu had ik dat zelf kunnen doen; maar van avond is het te laat en morgenochtend te vroeg. Zou ik mogen vragen hoe laat het is «Negen uur tien «Goddank! Wij komen dus toch vooruit, al gaat het ook langzaam. Ik vraag mij af, of mijn kleine jongen mij herkennen zal, als ik zoo midden in den nacht aankom. Drie en half uur kan ik er blijven, dat heb ik uitgerekend. Ik ga natuurlijk niet naar bed; ik zou toch niet kunnen slapen, hoe het ook loopt en dan is er ook altijd iets om voor te zorgen en de kleertjes van het kind na te 1 zien. Zijne pleegmoeder heeft geen tijd ze te verstellen; zij heeft zelf vijf kinderen en het spreekt vanzelf, dat zij er niet zoo nauw naar kijkt als eene moeder doet, of alles wel is zooals het moest wezen. Nu. als zij mij ver wacht, is alles tamelijk goed in ordemaar toen ik het laatst te Weenen was voor de rekeningen van het hotel en gauw naar Pen- zig overwipte, zonder dat ik mijne komst had aangemeld, had haar Heinrich het rood geruite pakje van mijn Ludwig aan. Dat is niet mooi gehandeld tegenover eene arme ziel. die slooft en zwoegt om haar eigen kind netjes en proper te houden. Neen, ver trouwen kan men op niemand! Ik vraag mij juist af, of Sophie wel ijs op het vleesch heeft gelegd, anders zijn wij heelemaal on gelukkig: alles bederft in deze hitte! Als het maar goed tegen stuipen is, dat wij zulk eene warmte hebben, dan zal ik er zeker niet over klagen. Weet mevrouw dat ook?" «Neen." «Als mijn jongen eenmaal tien jaar oud is, zal alles veel gemakkelijker gaan, want dan krijgt hij geld uit een bank, waar zijn vader iets in vastzette voor hem." «Waar is hij De vrouw hield zich als had zij de vraag niet gehoord. «Ja, als slechts in leven mag blijvenWanneer men eenmaal over het ergste heen is, kan men nog zooveel vreugde van hem beleven. Heere God. wij zijn er zeker!" «Neen, dit is Meidling. Nog vijf minuten 1" (Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1907 | | pagina 1