NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. Wo. 99. Woensdag 11 December 1907. Zes-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BUITENLAND inE Oscar m Zweden. L BINNENLAND. „DE KOZAKKEN." Het Ixaxt -van Evisland. 12) „De lieveling van het regiment." Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75; Franco per post door bet gebeele Rijk 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLangestraat 73. Telephoon no. 69. ADVERTENTIÊN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slecbts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Koning Oscar van Zweden is ge storven. Bijna 80 jaren oud is hij geworden, de kleinzoon van Jean Baptiste Berna- dotte en van Desirée Claiy die de koningskroon der Wasa's dragen zou. Hij was een der afstammelingen van de soldaten van Napoléon, die allen den maarschalksstaf in den ransel droegen, en van wie velen dien staf in een scepter, en hun politiemuts in een koningskroon zagen veranderen. De advocaten-zoon uit Pau, die in 1780 als soldaat dienst nam in het Fransche leger, en die bij het uil- breken der revolutie sergeant was, zag zijn gelukster opgaan na den val der Bastille; vijf jaren later was hij divisie-generaai, onderscheidde zich in de veldtochten in Italië, en, ondanks den naijver en den argwaan van Napoléon toch telkens weder gelegen heid vindend zich voor den keizer verdienstelijk te maken, werd hij door dezen met gunsten en waardig heden overladen. De sergeant van 1789 was in 1804 maarschalk van Frankrijk, in 1806 prins van Pontecorvo en in 1860 door den Zweedschen Rijksdag tot kroonprins benoemd. Na zijn over gang tot de Lutbersche kerk, werd bij onder de namen Karei Johan door den kinderloozen koning Karei XIII als zoon aangenomen, en in 1818 besteeg hij als koning van Zweden en Noorwegen den troon. Zijn zoon Oscar I volgde hem in 1844 op en legde in 1857 de regeering neder; hij werd opgevolgd door Karei XV (18571S72) en daar deze slechts een dochter naliet, de tegenwoordige koningin Louise van Denemarken, werd hij bij zijn overlijden opgevolgd door zijn broeder Oscar, die thans, na ruim 25 jaar geregeerd te hebben te Stockholm overleden is. Koning Oscar II, te Stockholm ge. boren op 21 Januari 1829, uit het huwelijk van zijn vader Oscar I met Josephine van Leuchtenberg, was, als derde zoon van den regeerenden koning, niet bestemd ooit een grootere rol spelen, van die van jongeren zoon en medehelper van zijn ouderen broe der. Hij kreeg als prins een zeer zorgvuldige opleiding, zijn opvoeding en ontwikkeling was toevertrouwd aan den beroemden geleerden Carlson. Nadat hij zijne studiën voltooid had werd hij als zeeofficier bij de Zweed- sche marine ingedeeld. In 1846 maakte hij zijn groote oefeningstocbt. Hij stu deerde daarna aan de universi teit te Upsala in zeewezen en krijgs geschiedenis, en werd na volbrachte examens bevorderd tol kapitein, en weldra tot admiraal. In 1858 was hij, wijl zijn oudere broeder Gustaaf in middels overleden was, tot kapitein- generaal en admiiaal benoemd, en toen het huwelijk van zijn broeder Karei zonder mannelijke nakome lingen bleef, werd hij geleidelijk als de troonopvolger van de Scandina vische rijken beschouwd. Iu 1872 stierf koning Karei en aanvaardde Oscar II de regeering. Sedert 1857 was hij gehuwd met Sophia, prinses van Nassau, dochter van hertog Wilhelm van Nassau (17921839) en prinses Pauline van WCrtemberg (18101856). Uit dit huwelijk zijn geboren; 1°. in 1858, Prins Oscar-Gustaaf, die thans, onder den naam Gustaaf V, als koning van Zweden zijn vader opvolgt, in 1881 gehuwd is met prin ses Victoria van Baden, en drie zonen heeft 2°. in 1859, prins Oscar-Karei, die ten gevolge van zijn huwelijk met de hofdame Ebba Munk, afstand van alle rechten op den troon moest doen, en als graaf van Wisborg bekendis; 3°. in 1861, Oskar-Karel-Wilhelm, hertog van Westrogothia, in 1897, gehuwd met prinses Ingeborg van Denemarken 4e. in 1865, Eugenics Napoleon Nicolaas, hertog van Nerike, die zich naam maakte als landschapschilder. Koning Oscar was als koning het type van den geleerde op den troon. Hij schreef veel en velerlei historische werken als »Nagra bidrag till Sveri- ges Krigshistoria 17111713 (1861, 3 deelen) en zijn belangrijke studie over »Rarel XII als koning, krijgs man en mensch" (1868); gedichten als de bekroonde verzameling »Urs- venska /lottans minnen" (1858) die van een ongewonen smaak en groot talent blijk gevenvertalingen als van Herder's Cid en Goethe's Torquato Tasso en studiën op velerlei gebied, die onder den titel »Samlade Skrifter'' en onder den schuilnaam O. Fredrik verschenen zijn. Koning Oscar was als gevolg van dien historischen, letterkundigen en wetenschappelijken arbeid tot doctor honoris causa benoemd van de Univer siteiten te Lund, Bologna, Leiden, Ei langen, Munchen, Oxford, Straats burg, Weenen en Cambridge en eere lid van de Academiën te Berlijn en Petersburg eD van vele andere genood schappen. Dat hij bij dien wetenschappelijken arbeid nog tijd vond om voor de belangen van zijn land te zorgen getuigden de talrijke maatregelen, die onder zijn regeering werden ge nomen, maar die niet altoos het goede gevolg hadden, dat de Koning zich er van voorstelde. Het voornaam ste feit uit zijn regeering was wel de steeds toenemende verwijdering tusschen Zweden en Noorwegen, die eindelijk leiden moest tot de scheiding (1905), waarvan Koning Oscar veel verdriet had, maar die vooral dank zij zijn persoonlijk ingrijpen op vrede lievende wijze beslecht geworden is. Wij hebben in de dagen der scheiding breedvoerig de geschiedenis van den steeds sterker wordenden tweespalt uiteengezet, en daarbij ook gewezen op de pogingen, die koning Oscar aanwendde om de scheuring te voor komen; het mocht echter niet baten De verwijdering was te groot, het wantrouwen te sterk geworden. Het was beter, dat de beide partijen, die te zamen niet meer konden leven, den band, die hen aaneenbond, door sneden Maar, afgezien van deze, voor ko ning Oscar zoo pijnlijke gebeurtenis, is zijn langdurige regeering voor de economische en intellectueele ont wikkeling van beide landen van zeer groote beteekenis geweest. Bij de vorsten van Europa stond koning Oscar in hoog aanzien; hij werd herhaaldelijk als scheidsrechter aangewezen voor het beslechten van geschillen tusschen groote mogend beden. Reeds geruimen tijd was de koning ziekelijk. Meer dan eens had kroon prins Oscar Gustaaf voorloopig de regeering als regent moeten over nemen, om den koning gelegenheid te geven ver van zijn land en van de regeeringszaken herstel voor zijn ge schokte gezondheid te zoeken. Telkens scheen de koning hersteld terug te keeren, maar telkens ook bleek het herstel van slechts korten duur te zijn. Thans is hij in den ouderdom van 78 jaar en 11 maanden overleden. Omtrent zijn laatste levensdagen wordt nog uit Stockholm bericht: Reeds weken geleden hadden de ge- neesheeren er bij den Koning op aan gedrongen de regeeringszorg tijdelijk aan zijn zoon over te dragen. Maar de belangstelling des konings in alles wat er gebeurde was zoo groot, dat hij niet van zich kon verkrijgen voor Woensdag j 1. den kroonprins met de regeeringszaken te belasten. Bij de audiënties op den Oskar-dag, 1 December, gevoelde de Koning zich reeds zoo zwak, dat hij tusschen de audiënties door een oogenblik op bed moest gaan liggen. Maandag en Dins dag was hij iets beter, maar Woensdag werd de toestand plotseling zoo erg, dat de Koning het bed niet meer kon verlaten en begonnen ook de periodes van bewusteloosheid. In de laaiste dagen leed de Koning nu en dan hevige pijnen. Toen de geneesheeren Vrijdagavond te 9 uur bij hem waren geweest, genoot hij gedurende eenige uren rust. Maar te één uur ontwaakte hij weder onder zulke hevige pijnen, dat de doktoren zich genoopt voelden hem kamferinspuitingen te geven. Za terdag was de pijn minder hevig dan vorige dagen. Men had getracht den Koning vloeibaar voedsel in te gieten, zonder succes echter, daar de oude vorst niet kon slikken, 's Avonds was de Koning geheel zonder pijn, het oogenblikkelijk gevaar scheen ge weken en de prinsen verlieten dan ook het ziekenvertrek. Zondagochtend te 5'/» uur echter liet de kroonprins-regent den minister president, en de hoogwaardigheids- bekleederp roepen; ook kwam de ge beele koninklijke familie weder bijeen in de ziekenkamer, waar te 9'/» uur de Koning den laatsten adem uitblies. Dat in Zweden het verlies van den eerbiedwaardigen vorst diep wordt gevoeld ligt voor de hand, treilend echter is, dat thans blijkt, dat de oude Koning ook in Noorwegen zoo populair was. Toen de vlag op het koninklijk paleis te Christiania halfstok was geheschen, hadden er op straat aangrijpende tooneelen plaats. In de verschillende kerken werd de pas over leden Koning door de geestelijken herdacht en de aanwezigen boorden de toespraken staande en diep ge roerd aan. De directeur-generaal der posterij en en telegraphie brengt ter algemeene kennis, dat, gedurende de laatste twee weken vóór Kerstmis, in Duitscb- land wordt buiten werking gesteld de bepaling, dat eenzelfde adreskaart en eenzelfde douaneverklering voor meerdere gewoQe pakketten, doch ten hoogste drie, kunnen worden gebe- UIT NORMAN HANSEN'S sTOEMAN" OF Verhalen uit den Russisch-Japansohen oorlog naar het Deensch. Er is storm in aantocht en die zal ons hier op de onbeschutte vlakte in de sneeuw over vallen op mijlen afstands van onze laatste pleisterplaats en van de eerstvolgende. Er is geen één dorp, of isba in het gezicht, zelfs geen boom om ons te beschutten. Nu is het aan jullie, die machten af te wenden die jullie uitgedaagd hebt, of te sterven. Jullie kunt het niet he? Goed, we zullen doen, wat wij kunnen om jullie te helpen, ellendelingen, vijanden van God en den Czaar Wij zullen jullie leeren hutten van sneeuw te maken, dat hebben wij in den oorlog geleerd. „isba": dorpshut. Stijgt af, Kozakken! Werpt je ter aarde voor den storm Neerhurken naast je paarden en spreidt de warme boerka's over man en paard uit... O heilige Russische bodem hoe goed zijt gij voor degenen die zich aan U toevertrouwen met een zuiver geweten, en een oprecht geloof! Maar hoe wreed zijt gij voor die hoogmoedigen wier Ziel is als die der Joden De verblindende sneeuwstorm veegt zonder ééne enkele minuut verpoozing een geheelen dag en nacht over de vlakte met ongekende woede. Nu komt de laatste vlaag, een hevige worsteling met diegenen die niet wilden sterven, een laatst zwak geluid van het gerammel van kettingen... Dan verstomt alle geluid en een ondoordringbare duisternis omringt alles. Als de dag aanbreekt is de storm bedaard. De zon gaat prachtig op omgeven door een schitterenden stralenkrans, waarin zich al de kleuren van den regenboog vertoonenin de ijzig koude en heldere morgenlucht tintelen millioenen en millioenen ijskristalletjes... Onder een dikke sneeuwlaag bedolven, richten de manschappen en de paarden zich met veel moeite van onder hunne boerka's op, de kozakken komen bij elkander om het morgengebed te zingen. Maar waar zijn de gevangenen gebleven Er is er niet één meer te zien... De vijanden van den Czaar slapen onder den zwaren witten deken en geen kozakken-naga'ika zal ze kunnen wakker krijgen. Hunne zielen zijn ver van hier en in hunne harten zetelt geen hoogmoed meer. Het gezang der kozakken en de lofzang voor den Czaar rolt plechtig, voortgedragen door de lucht, door de eenzaamheid, over de smetteloos witte vlakte naar het blauwe verschiet, naar de besneeuwde toppenlijn der heuvels die fantastisch tegen den horizon afteekent. Ras, dwa, tri, Kasaki! Reeds terugHoe komt dat, dat gij zoo spoedig terugkeert? God almachtig heeft ons geleid zoo het Hem goed dacht. Hij heeft ons den rechten weg gewezen, maar die ongeloovige Godslaste raars hebben den storm over on/e hoofden geroepen. Wat vermogen wij tegen Zijn wil? Wat konden wij doen, om diegenen te redden, die Hij wilde vernietigen? Hadden wij onze paarden door de wolven moeten laten ver scheuren Wat heeft die vrouw toch vervloekt scherpe oogen. Niet de geringste kleinigheid ontgaat haar, niet het kleinste vlekje, dat men wil verbergen, of zij ontdekt het... Zij kijkt beter uit haar oogen, dan tien militaire commissies te samen Zoo ongeveer drukt onze kapitein zich zonder omwegen uit, nadat hij de vrouw van den kolonel over de neergelaten loopbrug van af het dek van ons stoomschip tot op het ijs geleid heeft, waar hare slede haar wacht. Mevrouw de kolonel, zoo noemt de kapitein haar, is van morgen, met haar leelijken keffe- rigen Chineeschen hond, aan boord gekomen Zij heeft ruim een uur besteed aan het nakijken van het bovendek en het tusschendek om zelf te controleeren of alles goed in orde is voor het transport der troepen. Zij is een gezette dame van middelbaren leeftijd, draagt het costuum eener verpleegster van het Roode Kruis en in deze functie heeft zij haren man den geheelen oorlog vergezeld. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1907 | | pagina 1