nieuwe Nieuws- en Advertentieblad I voor de Provincie Utrecht. c 1 FEUILLETON. BINNENLAND. No. U. Zaterdag 11 Januari 1908. Zeven-en-dertig.ste jaargang. re VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. „ZUSTER ELIJENA Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75; Franco per post door het geheele Rijk 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLangestraat 77. Telephoon no. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/* Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden sleohts driemaal berekend, Groote letters en vignetten naar plaatsruimte De crisis. Het »N. v. d. D." verneemt dat mr Th. Heemskerk gereed is met de vorming van een kabinet uit de rechterzijde. De lijst van ministers zal aan H. M. de Koningin worden voorgelegd, nadat de anti-revolution naire en katholieke Kamerclubs eerst nog over de samenstelling zijn gehoord Van de ministers, die het Kabinet- Kuyper vormden, zal enkel de heer De Mmez Oyens deel uitmaken van het ministerie-Heemskerk. De heer De Savormn Lohman blijft buiten de combinatie. Het »Vad." vernam, dat door de leiders der rechterzijde de combinatie van de Departementen van Oorlog en Marine tot een Departement van Defensie ernstig overwogen is Ook is daarbij ter sprake gekomen de wenschelijkheid van een niet-militair als hoofd van het nieuwe Departement. Den 5en October 1908 zal het honderd jaar geleden zijn, dat wijlen dr. A Staring het levenslicht aan schouwde. Terecöt heeft men ingezien, dat die gebeurtenis niet onopgemerkt mag voorbij gaan. Met het oog op de groote verdien sten van den voortreffelijken landge noot op landbouwkundig en geologisch gebied, heeft zich een Comité gevormd, met het doel hulde te brengen aan diens nagedachtenis. Men heeft zich daarbij de hulp verzekerd van een eere-comité, waar van Z. K. H. Prins Hendrik der Nedei landen, Hertog van Mecklenburg, zich welwillend bereid heeft verklaard als eere-voorzitter op treden, met den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel als voorzitter. Het comité zelf bestaat uit de navolgende beerenH. J. Lovink, directeur-generaal van den Landbouw, te 's Gravenhage, voorzitter; jhr. mr. G. L. M. H. Ruys de Beerenbrouck, voorzitter van de Nedeil. Heidemaat schappij te Maastricht, ondervoorzitter, A. H. Berkhout, secretaris van den Raad van Bestuur des Rijks Hoogere Land-, Tuin- en boschbouwschool te Wageningen, secretarisS Koenen, leeraar in landhuishoudkunde aan de Rijks Hoogere Land-, Tuin- en Bosch bouwschool te Wageningen,penningm. J. van Baren, leeraar in de minera logie en geologie aan de Rijks Hoogeie Land-, Tuin en Boschbouwschool te Wageningen, L. Broekema, directeur van de Rijks Hoogere Land-, Tuin en Boschbouwschool te Wageningen; mr. J. G. Ridder van Rappard, voor zitter van de GelderschOveiijselsche maatschappij van Landbouw te Laren P. J. A. de Bruine, voorzitter van het Nederl. Landbouw-comité te Zwijndrecht; E. D. van Dissel, inspec teur der Staatsbosschen en ontginnin gen te Utrecht; mr. A. Ferf, lid van het bestuui der vereen. «Het Nederl. Landhuishoudkundig congres te 'sGra venhage; P. van Hoek, inspecteur van het Landbouw-onderwijs te 's Gra venhage; F. B. Löhnis, inspecteur van den Landbouw te 's Gravenhage en A. A. van Pelt Lechner, biblio thecaris van de Rijks Hoogere Land-, Tuin- en Boschbouwschool te Wage ningen. Drankwet. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft aan de Commissarissen der Koningin in de onderscheidene provinciën medegedeeld, dat, blijkens bem door de inspecteurs voor het toezicht op de naleving van de drank wet verstrekte inlichtingen, in vele gemeenten nog op grootere clandis- tiene verkoop van sterken drank in het klein voorkomt en de plaatselijke politie niet altijd met den noodigen ernst zou optreden tegen hen, die zich aan die wetsovertreding schuldig maken. Voor een deel zou het niet consta- teeren van deze overtredingen, volgens de inspecteurs, ook aan onbekendheid ,met de wet moeten worden toege schreven. De minister heeft daarom den Com missarissen der Koningin verzocht de burgemeesters met aandrang uit te noodigen de hun ondergeschikte ambtenaren van politie voor zooveel noodig alsnog met de bepalingen van de Drankwet bekend te maken en ten opzichte van het toezicht op de naleving van die bepalingen strenge instructies te geven. Bestrijding van alcoholmisbruik. Het internationaal bureau comité van de Internationale Vereeniging voor bestrijding van het misbruik van alcoholische dranken heeft tot zijn zetel gekozen Berlijn. Uit Neder land hebben in het bureau zitting de heeren Dr Ruyscb en Mr. Goeman Borgesius. De gevallen Hollanders in Zuid-Afrika. Aan de vereerende opdracht, om in Zuid-Afrika een gedenkteeken van blijvend karakter te stichten, ter her innering aan de Nederlanders en Oud-Nederlanders, die in den oorlog het leven gelaten hebben, heeft bet hoofdbestuur van de Ned. Zuid-Afri- kaansche Vereeniging thans voldaan. Naar de «Zuid-Afrikaansche Post" mededeelt, zullen twee gedenksteenen binnen een paar weken verscheept worden, een om geplaatst te worden in den buitenmuur van de Ned. Herv. Kerk te Pretoria en een voor het Godshuis van de Ned. Ger. Kerk te Bloemfontein. Deze kei ken zijn voor dat doel gekozen, daar de meeste der hier geërde mannen tot die gemeenten behoorden. De steenen dragen den naam van hen die op het slagveld gebleven zijn of die, nog treuriger soms, aan hunne wonden of aan ziekten bezweken nl. in krijgsgevangen schap of te velde. Niet vau allen, die gesneuveld zijn, zullen de namen hier zijn genoemd. Het is vrij zeker, dat er meerdere zijn, die «vergeten werden", wier spoor als het ware verloren is gegaan in de woeling van storm, die over het land ging. Voor heel enkele namen van mannen, die in den oorlog zijn omgekomen, bieden de steenen nog plaats. Een geel getinte, hooge marmeren plaat zal dan nu aan de nakomeling schap de namen ui herinnering brengen van de landgenooten, die, meest alle in den bloeitijd hunner jaren, gevallen zjjn als offers in dien strijd, welke thans bij alle verschil van op vatting over de oorzaken van den oorlog of over de bewerkers er van door vriend en vijand erkend wordt als te zijn geweest een goede eerlijke strijd, van eerlijke en flinke mannen, waarin niet alleen soldatenlauweren werden gewonnen, maar ook een burgerkroon. De steen is gevat in een vrij sobere lijst van witgeaderd rood marmer en draagt als eenige siering in de kroon den Nederlandschen leeuw op het ongeflankeerde schild. In Latijnsche letterteekens meldt de plaat eenvoudig het volgende: Ter herinnering Aan de Nederlanders en Oud-Nederlanders, gevallen voor de Republieken, in den Oorlog 18991902. H. de Beer, C. J. Besaans, J. B. Biemond, J. Bloemsma, G. Bnldingh, F. H. Bosch, E. Boukan, J. P. J. H. Bi eed veld, P v. d. Broek, C. Broeksma, J. H. Broese, H. van Cittert, dr. H. J. Coster, H. van Dalen, J. L. Dam, H. W. Dijkstra, K. J. Fischer, J. R. Fockema, D. J. Gaarkeuken, N. F. K. Gieben, J. L. S. C. Goddefroy, M F. Goddefroy, C. V. van Gogh, Jhr. L. F. Goldman, G. van Heerde, F A Hendriks, R. Hermans, N. de Jong, C. G. de Jonge, J. M F. Keijser, N. J. Klugmst, L. C L. Kniphorst, C. J Knoote, G. C. Kooijker, dr. M. de Laat de Kanter, A. van Leersum, R. B. van Leggelo, J. R. Lepeltak Kieft, J. F. de Man, P. Meurs, W. Middendorp, O W. Moujen, J. Moora, H. Nienhuis, M. J. Nix, A. Ontrop, M. Oosterhuis, J. Ottens, C. Post, J. Prange, G. Prins, C. Reek, P. v. d. Ruit, J. P. Rumling, A. Schaff, M. Schaink, J. C. Scheepers, W. Schilman, P. Schuil, J. C. Slebos, C. Steuerwald, N. van Straten, J. Streefkerk, J. C. Stuffers Jr., A. F. Termeulen, J. Tou- set, W. D. Vahrmeijer, J. L Unter- horst, N. Verstappen, F. v. d. Vlugt. F. W. Wagner Jr., G. K. Westerbof, A. Willemsen, L. A. de Wolff, A. H. Wolters, W. Wouters, J. Zwier. Zij rusten in vrede. Zoo zal dan, zes jaar nadat de vrede gesloten werd, het eerste ge denkteeken verrijzen ter heiinnering aan de Nederlanders en oud-Neder landers. die het einde van den oorlog niet zouden beleven't is een bescheiden monument voor groot bedrijf, dat, naar de vereeniging vertrouwt, aan niemand aanstoot kan geven, doch hetwelk dit machtige goed mag be werken naar wordt gehoopt dat de vriendschap tusschen oud- Holland en Zuid-Afrika blijve voort bestaan en steeds inniger worde en groeiend aantal menscheo beroere. Emigratie Canada. De Minister van Buitenlandsche Zaken ontraadt hun die daartoe het voornemen mochten hebben, om thans naar Canada te emigreeien, daar er blijkens bericht van den consul-gene raal te Toronto op het oogenblik in genoemd land een buitengewoon groot aantal personen zonder werk is. Ten gevolge van de gedrukte gelde lijke toestanden hebben vele fabrieken en andere ondernemingen hun per soneel verminderd, hetgeen in groote mate tot het ontstaan der tegen woordige ongunstige omstandigheden heeft bijgedragen. Sf. Ct. De Post. De post heeft met den aanvang van elk nieuwjaar een zware taak.... en die taak wordt haar niet lichter gemaakt door de vele onduidelijke 5J UIT NORMAN HANSEN'S .TOEMAN" OF Het hmxt van IRnsland- Verhalen uit den Russlech-Jsptnechen oorlog naar het Deensch. 20) Toen hij weder tot bewustzijn kwam, voelde hij een afgrijselijke pijn, en toen hij haar °P net oogenblik dat hij zijn oogen opsloeg over hem heengebogen zag, met een glim lach op haar gelaat om te trachten hem moed in te spreken, misschien wel is haar mond in werkelijkheid een beetje grooter dan die van andere vrouwen riep de ongelukkige soldaat, gek van woede en pijn, in schrik toen hij dat gezicht met dien grooten mond vlak bij het zijne zag: «de vampier! de vampier! en dat afgrijselijke woord uitbrullende, gaf hij in hare armen den geest. Natuurlijk ging die gebeurtenis niet onge merkt voorbij. En al spoedig werd het voorval in al de ambulances door de soldaten be sproken en verklaarden zij kort en goed dat «Vampier" de ware naam was op haar van toepassing. Want een noodlottig toeval wilde, dat de meest ernstig gewonden de een na den ander aan hare hoede toevertrouwd werden, en dat zij ook de een na den ander in hare armen stierven. En van bed tot bed deed haar bijnaam: «de Vampier", die met afschrik werd uitgesproken, de ronde en tot ver buiten de ambulance zalen, in de case- matten en in de loopgraven werd hij alom bekend, zoo zelfs dat iedere keer, wanneer een soldaat op een brancard van het slagveld werd weggedragen, hij het uitschreeuwde: «Dat God mij behoedde in handen van de Vampier te vallen." En voor stellig en zeker werd verklaard, dat diegene aan wiens ziek bed zuster Elyena, al was het slechts één uurtje, waakte, ten doode was opgeschreven. Toch was het wel een enkele keer voor gekomen, dat een der patiënten van Zuster Elyena genezen was. Maar dan regelde het onverbiddelijk noodlot de omstandigheden op zulke wijze, dat van die gelukkige sterve lingen die ontsnapt waren, de een de dood vond in den eerstvolgenden veldslag, een ander op schildwacht staande vermoord werd door Toengoezische roovers en zoo al meer; want zij waren voor de dood gemerkt ge worden door de Vampier. Als een loopend vuurtje verspreidde zicb het verhaal van de Vampier van de ééne ambulance naar de andere, en van de barakken naar de soeeuw- hutten en zoodra een soldaat haar gezicht maar zag, bracht hij de hand onder zijn hemd om het beeldje van zijn heiligen patroon te betasten, dat hij op zijn borst droeg. Uit den mond der soldaten kwam de geschiedenis den officieren ter oore. Oin het begin lachte de officieren natuurlijk over zulk eene bijge- loovigheid. Maar zij veranderden van gedachte, toen een hunner meest geliefde kameraden, de jonge man, die dank zij de goede zorgen van Mevrouw de Kolonel, vereenigd met die van Zuster Elyena te Moekden genezen was plotseling gedood werd bij de muiterij te Charbin. Die geheimzinnige Vampier had hem zonder dat hij er acht op geslagen had gemerkt, voor het noodlot, dat hem over vallen had. Zelfs aan boord had haar bijnaam haar gevolgd, en men liet niet na haar dat op allerlei manieren te doen gevoelen. Tusschendeks durfde zij zich niet begeven, omdat de soldaten bijna alle bang voor haar waren, en aan de deur van dit deel van het schip, dat tot ziekenverblijf bestemd was hield een hospitaalsoldaat streng de wacht en stond haar tot geen prijs toe de drempel er van te overschrijden. Even verlaten en alleen als deze avond heeft zij die heele lange reis ge maakt, van af de reede van Wladiwostok, door de onstuimige Japansche zee, door de straat van Tsoeshima waar de schimmen van de duizenden, die er het leven lieten zich zoo sterk aan Uwe gedachten opdringen evenals door de kalme Zuidelijke Zeeën. En nu bereidt zij zich voor op de nog on bekende verschrikkingen van haar eigen land, dat land waarnaar zij zoo verlangt het weer te zien. De nacht daalt snel neder, de sterren schitteren in tropischen glans, het Zuider kruis komt in Schuinsehen stand laag aan den horizont te voorschijn en achter de boot phosphoriseeren de beide schuimende golven van het zog met een bleeken gloed in het sumbere water. Wordt vrvolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1908 | | pagina 1