NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
..Op dsn terugweg naar Helüg Rusland.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDA6.
Bestrijding van den Woeker.
Plaatselijk Nieuws.
No. 17
Woeoftdag 26 Februari 1908.
Zev«a~en-djertig*te jaargang.
Amersfoortscke Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk f 1.
Afzonderlijke Nummer» 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever O. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langeatraat 77. Telephnonn». 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/> Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Niet lang geleden is door het
Kamerlid Dr. Bos, een der oprichters
van de Nationale Vereeniging tot
Bestrijding van den Woeker, in een
der organen van de dagbladpers een
uilnemende uiteenzetting gegeven van
hel streven dier Vereeniging en de
nadruk gelegd op den omvang en
den ernst van het kwaad, tot welks
bestrijding deze Vereeniging zich
heeft aangegord.
Het is ons voornemen niet in die
beschouwingen terug te treden. Maar
wij hebben er aanleiding in gevonden
om, afgescheiden van dit betoog,
eenige opmerkingen in bet midden te
brengen, ten einde de overtuiging
te versterken dat het inderdaad mo
gelijk is, met hoop op gunstigen uit
slag dit euvel te bekampen.
liet bezwaar, dat men steeds hoort
opperen door degenen die van het
vraagstuk geen ofslechtsöppervlakkige
studie bobben gemaaW,richi zich
hoofdzakelijk tegen het denkbeeld van
een wettelijke bestrijding van den
woeker en komt hieiop neder, dat
het onmogelijk is, aantegeven, wat
onder dit begrip valt te verstaan.
Men wijst dan gemeenlijk op het
liasco, door de oude woekerweigeving
gemaakt, waarin bepaald werd, welke
rome als maximum maa worden ge
vorderd bij het ter leen verstrekken
van gelden.
In de eerste plaats zij nu opge
merkt. dat er behalve wettelijke
maatregelen tegen den woeker, nog
andere middelen ter bestrijding zijn,
waaraan de doeltrefiendheid ieder in
het oog moet springen.
Wanneer degenen, die thans door
dat de bestaande credietinstellingen in
hun behoeften niet voorzien, genood
zaakt zijn hun toevlucht tot woeke-
laar» te nemen, in de gelegenheid
worden gesteld zich te wenden tot
instellingen, uitsluitend opgericht in
hun belang, spreekt het vanzelf dat
de woekeiaars minder te doen zullen
kiijgen. Oprichting van zoodanige
instellingen is dus in de eerste plaats
gewenscht.
Maar tevens is het een feit, dat
velen hetzij uit onbekendheid met het
bestaan van zoodanige instellingen
want hier en daar. zij 't nog op te
weinig plaatsen, zijn zij er reeds
hetzij uit onbekendheid met de groote
gevaren die hen bedreigen indien zij
de voorkeur geven aan inrichtingen,
die misbruik maken van den geldnood,
waarin zij verkeeren, toch io de han
den van woekeraars zullen blijven
vallen wanneer niet zorg wordt gedra
gen voor doeltreffende voorlichting
van het publiek.
En zoo blijkt dus een tweede af
doend middel ter bestrijding van deze
maatschappelijke kwaal gelegen in het
verbreiden vari kennis omtrent den
waren aard dier pandjeshuizen, voor
schotbanken, enz. die vooral in de
groote centra van bevolking zoo talrijk
zijn. Het publiek moet leeren, voor
zichtig te zijn en zich niet te laten
misleiden door die schoonschijnende
advertentiën waarin geld op gemak
kelijke voorwaarden met of zondei
borgen, wordt aangeboden.
De arbeiders en kleine luiden moeten
doordrongen worden van de schrome
lijke gevolgen welke hetgebruik maken
van particuliere pandjeshuizen maai
al te vaak met zich mede sleept; het
moet een schande worden zich naar
zulk een inrichting te begeven liever
dan gebruik te maken van de diensten
der gemeentebank van leening, wan
neer men in nood verkeert.
De volksovertuiging moet zich kan
ten legen het ongehinderd, ongeregeld
voortbestaan van die woekerhuizen,
die ontucht en misdrijf in de hand
werken, hel kind opvoeden tot een
leven van leugen en bedrog en de
beste sappen zuigen uit bet merg der
natie.
Gaat men nu na, wat op dit gebied
tot nu toe in Nederland is verricht,
dan moet het antwoord zeer onbe
vredigend luiden. Hier ligt een groot
terrein braak, een terrein, waarvan
zelfs de omvang, ondanks enkelap rij-
zenswaardige onderzoekingen als van
de bekende »Nuts"-commissie, nog in
geenen deele volledig bekend is.
De Nationale Veieeniging tot Be
strijding van den Woeker is bezig
dat terrein te verkennen. Zijkoesteii
de hoop, eerlang den stool te kunnen
geven tot de oprichting van waarlijk
goede credietinstellingeneene Com
missie houdt zich met de voorbereiding
daarvan sinds enkele maanden bezig
zij tracht te komen tot de vaststel
ling van een «zwarte" en een «witte
lijst" der bestaande credietinstellingen.
Maar reeds thans bleek deze taak zóó
omvangrijk, dat de Commissie, welke
dit werk ter hand zou nemen, besloten
heeft, zich voorloopig alleen tot Den
Haag te bepalen. Tot Den Haag alleen
En dat, terwijl toch in Amsterdam en
Rotterdam, om slechts deze twee plaat
sen te noemen, zeker niet minder
credietgeiegenheden zullen zijn die
met een zwarte kool dienen geteekend
te worden. Maar wil men komen tot
een alle gemeenten van ons land
omvattend underzoek, dan zal het
vóór alles noodig zijn dat bet aantal
leden der Nationale Vereeniging tot
Bestrijding van den Woeker vertien
voudigd zij. opdat in alle streken van
ons land de kiacuten aanwezig rnogen
zijn die zich met dit waarlijk niet
gemakkelijk werk willen belasten.
Wat overigens het wekken dei
volksovertuiging betrpft, in dit opzicht
valt reeds eenige vooruitgang te con-
stateeren sinds deri korten lijd dat
hier te lande de georganiseerde woe
kerbestrijding gevoeid wordt. De pers,
dat machtig wapen der publieke opinie.
de, door den woeker veroorzaakt,
althans iets geringer zij.
Het is dus alleen de vraag en
dit wordt door de tegenstanders van
woeker wetgeving in twijfel getrok
ken of zulk een wetgeving moge
lijk is.
Welnu, daarop wordt het meest
welsprekend antwoord gegeven door
de zeldzaam volledige en uitvoerige
verzameling van buitenlandsche wet
geving, welke thans bij de Nationale
Vereeniging tot Bestijding van den
Woeker in studie is. En wanneer men
daarbij let op den zeer recenten da
tum van veischeidene dier wetten,
dan valt daaruit reeds af te leiden
dat de bewering, als zou de woeker
wetgeving ieis zijn dat tot de oude
doos behoort en volledig fiasco heeft
keraars een gevoeligen knauw krijgt
en door een krachtige woekerwetge-
ving aan ergerlijke misbruiken paal
en perk worde gesteld.
zweeg tot voor weinig jaren over dit gemaakt, eenvoudig uit de lucht
euvel. Thans bevatten onze bladen
herhaaldelijk berichten, artikelen over
het vraagstuk, dank zij vooral de
rustelooze activiteit, dooi de reeds
hei haaldelijk genoemde Vereeniging
ontwikkeld, die zelf door het uitgeven
van een propagandablad, voortdurend
de aandacht voor de zaak levendig
houdt.
En dat ook in Regeeringskiingen
haar streven met sympathie gevolgd
woidt, bewijst wel het feit dat
gelijk dezer dagen werd gemeld
de Vereeniging van het Departement
van Binneiilandsche Zaken eene op
naar verzoek door tusschenkomst van
het Departement van Buitenlandsche
Zaken bijeengebrachte omvangiijke
verzameling van de woekerweigeving
der verschillende landen mocht ont
vangen.
En zoo zijn wij dan thans ongemerkt
weder gekomen tot het vraagstuk van
de wetgeving tegen den woeker. Dat
deze gewenscht is, ook voor ons land,
zal wel door weinigen worden ontkend.
Zoolang immers met ieder dooi dron
gen is van de noodzakelijkheid zich
indien hij geld noodig heelt alleen te
wenden tot betrouwbare ciedietin-
stelhngen zoolang niet ieder in slaat
is, het kaf van het koren te scheiden
zoolang niet ieder terecht kan hij een
goede credietgelegenheidzoolang
dei halve woekeiaars nog in de gele
genheid zijn, slachtoffers te maken, is
het een plicht van den wetgever in
het beluig van ous volk ervoor te
waken dat er zoo weinig mogelijk
slachtoffers vallen en dat de woeker
praktijken binnen zekere grenzen te
rug gedrongen worden opdat de ellen
gegr-pen is.
Wij hopen later eens uitvoeriger op
dit belangrijke onderwerp terug te
komen en willen thans slechts dege
nen die beweren dat het begrip «woe
ker" niet valt te omschrijven, ant
woorden dat bet in tal van buiten
landsche wetgevingen met groote
juistheid omschreven is ongeveer in
dezen geest, dat als zoodanig valt aan
te meiken het misbruik maken van
den nood, de onwetendheid of licht
zinnigheid van een ander om van hem
een voordeel te bedingen dat in ver
band met de in normale gevallen bij
dergelijke overeenkomsten geldende
gewoonten onevenredig hoog is tegen
over hetgeen hij van zijn schuldeischet
ontvangt.
Bij een dergelijke omschi ij ving lieefi
men niets meer te maken met het
>lellen van een voor alle tijden en
gevallen geldenden maximum-rent---
voet, gelijk in de vroegere wuekei-
wetgeving geschiedde.
En dat het bedrijf der pandjeshuis
houders en houders van het vooi
scnotgelegenheid in 't algemeen nie
aan regleuieiiteering zou zijn te on
derwerpen, wie zal het willen beweren
Doch laat ons met vooruitloopen
op de resultaten van de studie, dooi
de Nationale Vereeniging tot Beslrij-
ding van den Woeker ondernomen
en ons bepalen lot het uitspreken van
de noop, dat zeer veh n zich gedrongen
zullen gevoelen zien bij die Veieeniging
aantesluiten (Ie Secretaris is de heei
J. M. Maury, Groothertogiuiielaan 121,
Den Haag) en net streven der Veree
niging moge bekroond worden met
den uitslag dat het bedrijf der woe
Door de marktcommissie der veree
niging Handel en Nijverheid" is aan
het Bestuur dier Vereeniging het navol
gend antwoord gezonden op het nader
advies van Burgemeester en Wethou
ders dd. 6 Februari j.l. aan den Raad
der Gemeente Amersfoort inzake de
Marktverbetering, met verzoek, ook
dit aan den Gemeenteraad te zenden.
Het is onze overtuiging, dat door
het vele geschrijf over de marktbe-
weging de hoofdzaak dreigt te ver
stikken. Om die reden willen wij slechts
de hoofdzaak bespreken.
Wij nemen beleefd de vrijheid, ern
stig op te komen tegen de bewering
als zouden wij verbetering van het
marktwezen vragen voor aanvoeren
die nog niet bestaan.
Ter wederlegging van die bewering
van Burgemeester en Wethouders wil
len wij slechts woordelijk releveeren
wat wij in onze onderscheidene, aan
den Raad gerichte stukken, schreven.
1. Onze conclusie pag. 11 van ons
rapport, dd. 3 Januari 1907, luidt:
«Concludeerende meenen, wij te
mogen zeggen:
»dat verbetering van de marktplaat
sen in het belang zal blijken van het
marktverkeer te Amersfoort en daar
door in bet voordeel van de Gemeeate
in haar geheel;
«dat verbetering van de marktplaat
sen mogelijk is <5ok voor een Gemeente
als Amersfoort. Immers volgens de
hierboven meegedeelde Begrootingeu
zal noodig zijn voor de geheele uit
voering van ons plan een bedrag van
f30.000, terwijl volgens hoogst matige
raming de inkomsten uit het markt-
geld, ook zonder dat het markt
verkeer toeneemt, zullen bedragen
f3350.
»Een bate van f3350 per jaar dekt
dus ruim de rente en aflossing van
het kapitaal en de meerdere kosten
van inning en toezicht, noodig voor
de zóo dringend gewenschte verbete
ringen."
11. Bijlage B, d.d. 8 April 1907,
behoorende bij het request aan den
Raad der Gemeente Amersfoort van
12 April 1907, luidende o.m.
"Voorts zegt de Kamer, dat door
"Handel en Nijverheid" gerekend wordt
op producten, die er nog niet zijn en
UIT NORMAN HANSEN'S «TOEMAN"
OF
Ixaxt -van. E5-u.slan.ci.
Vsrhalen sit den Russlsch-Japanschen oorlog
naar het Deeuech.
31)
De ouden van dagen zijn of reeds dood,
óf op het punt van stervenallen lijden aan
scheui biuk, hunne tanden zijn aan den wortel
ontvleeschd, hunne lichamen bedekt met pijn
lijke zweeren en langzamerhand beginnen
hunne uitgehongerde lichamen op te zwellen
zoodat de drooge en gerimpelde huid gaat
scheuren. Er zijn veel kinderen gestorven,
en haast geen der kinderen, die in den winter
geboren worden, zullen oud genoeg worden
om de lentezon te kunnen zien. Toch zijn de
kinderen de eenige levende wezens die gij
hoort, wanneer gij de dorpen doortrekt; dag
en nacht schreeuwen ze van de honger, en
ze kunnen den slaap maar niet vatten. Zoo
lang gij U binnen de grenzen van een dorp
bevindt is het gekerm der kinderen het
eenige geluid, dat gij hoort, en net zoolang
tot gij wéér een ander dorp onder zijn dik
sneeuwdek in het gezicht krijgt hoort gij liet
nog altijd.
«Er is niets eetbaars meer te krijgen; het
laatste beetje gerstenmeel is vermalen ge
worden met kortgesneden stroohalmen en
zaadkorrels van wilde grassoorten oin er een
soort zuur en beschimmeld brood van te
bakken, dat veel lijkt op zwarte stukken ge
droogde turf. Daarbij drinken ze een thee
die ze trekken van wilde gedroogde kruiden,
die ze op het veld zoeken en na zulk een
maal leggen ze zich neer op de koud ge
worden steenen vuurplaten, altijd geduldig
wachtend of de zon nog niet komt, zoo als
in die gelukkige winters van vroeger tijd,
toen er nog hooi en stroo was en genoeg
hout en turf om hunne isba's te verwarmen
die winters toen de doodsangst voor den
honger hen niet zoo wreed kwelde en toen
de kinderen niet altijd door schreeuwden
zooals nu, want zij houden eerst op met
kermen wanneer de honger en de ellende
hun den laatsten adem heeft doen uitblazen.
«Vriend, wanneer gij eens wéér in ons
land komt, zal ik je eens meènemen in mijn
slee als het mollige witte sneeuwdek over de
steppen ligt, dan zal ik je onzen Russischen
winter laten zien en de lichtblauwe rook die
uit de isba's in de dorpen in de drooge
zuivere lucht omhoog stijgt. Maar een nieuwe
sneeuwstorm, gevolgd door nog een en nog
een stuift over de onmetelijke vlakten en
ten laatste zijn alle dorpen onder de sneeuw
begraven.
Dan worden die mooie blauwe rookzuilen
van de houtvuren hoe langer hoe minder en
eindelijk ziet gij rondom te vergeefs naar
eenig spoor van rook uit. Alle teekenen van
leven zijn weggevaagd geworden door de
ijzige koude en door de opeengehoopte sneeuw.
«Onder dat helderwitte doodskleed slaapt
het volk der steppen zijn langen winterslaap
het slaapt, lijdt en sterft eindelijk onder de
sneeuw. Rossiya, Russiya, gezegend zij Uw
naam."
EINDE.