nieuwe
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
PETER SABLEWSKY.
No. 24
Aa ter dag 21 Maart 1W>8.
Zeven-en-<lerti|>te jaargang.
VERSCHIJNT WOENSflAG EN ZATERDAG.
Onderwijs in Handenarbeid.
Van den flak op den Tak.
FKriLLKT'O.V
Y. D. MULLER MASSIS.
Amersfoortsche
ABONNEMENTSPRIJS:
Per S maanden met Zondagsblad 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langeatraat 77. Telephoonn». 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/t Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden sleohts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Voor de afdeeling Rotterdam van
de Vereeniging tot bevordering van
het onderwijs in Handenarbeid in
Nederland is onlangs door Dr. J H
Gunning een belangwekkende rede
gehouden, die z-ker in ruimer kling
bekend dient te worden. Het behan
delde onderwerp luidde: «De invoering
van handenaibeid, een noodzakelijk
gevolg van de historische ontwikkeling
der school." De spieker betoogde
uitvoerig, dat de handenarbeid met
is een speebcbe uiting van een of
ander vernuft, geen modeartikel,
maar wel iets dat komen moest en
dat zich dus nog belangrijk zal uit
breiden De invoering van handen
arbeid is dei halve een onvermijdelijk
heid.
De middeleeuwen nemend als uit
gangspunt voor zijn historische over
zicht, stelde spreker in bet licht, dat
zoowel in de oudheid als in de
middeleeuwen het hoofddoel van
het onderwijs was oefening van het
intellect. In die tijden dus overschat
ting van den geestelijken arbeid,
verwaarloozing en geringschatting van
den handenarbeid.
De eenzijdigheid van het onderwijs
werd in de 17e eeuw door de over
winning van het humanisme nog
verscherpt. In tegenstelling met het
eigenlijk karakter van het humanisme
dat terugkeer eischt tot de onvei-
valschte oudheid, toondd de humanis
tische paedogagiek een voornamen
afkeer van de gymnastiek. En natuur
lijk in dirn tijd geen waardeering
van het handwerk.
Aan het humanitisch tijdvak heelt
men het tegenwoordig onderwijs ie
danken. Ingrijpende hervormingen
hebben er sedert dien tijd niet plaats
gehad, ondanks de pogingen van
Pestalozzi, wien men de invoering
van de methode te danken beeft, en
Rousseau. Men vroeg maar altijd
boe moet ik dit bet kind leereu.
maar de vraag: moet ik dat het
kind wel leeren, werd met gesteld.
De eenige, die in deze laatste vraag
een klaar inzicht had. was Fröbel,
doch tegenover deze zet de school
zich nog altijd schiap
Wanneer men nagaat, welke vak
ken tegenwoordig op de lagere school
worden onderwezen en die vergelijkt
met d:e uit de lüe eeuw, dan komt
men tot het verbazend resultaat, dat
er in de laatste eeuwen geen nieuwe
vakken zijn ingevoerd. Een uitzonde
ring moet hier gemaakt worden met
het vak scheikunde en, als men wil
ook voor dat der economie Maar voor
het overige heeft het onderwijs door
alle tijden heen zijn eenzijdig karakter
bewaard. Het heeft niet aan vroegere
paedagogen gelegen, dat die eenzijdig
heid gehandhaafd bleef. Een aantal
paedagogen uit vroegeren tijd waar
schuwden tegen de eenzijdige over
schatting van de geestelijke opvoeding,
allen huldigend den arbeid als een
belangrijk deel van de geheele op
voeding. Vooral de Duitscbe paeda-
goog Francken heeft in het bijzonder
geijverd voor den handenarbeid.
Van den kant der paedagogen kon
liet dus alleen niet komen. De nood
moest zoo hoog klimmen, dat alge
meen zou worden ingezien, dat ver
andering van den bestaanden toestand
noodzakelijk was. En zoo is in de
tweede helft der vorige eeuw een be
weging ontstaan ten gunste van in
voering van handenarbeid, die vooral
in Zweden, in Finland en in Amerika
eene aanmerkelijke hoogte kreeg De
enorme toeneming van de beteekenis
van school en onderwijs het zich raden
Meer en meer werd ingezien, dat ons
onderwijs mank ging doordat het eene
been, het weten, veel te lang, hot
andere been, het kunnen, veel te koi t
is. Wanneer bet onderwijs zoodanig
is georganiseerd, dat het weten hel
kunnen dooddrukt dan wordt de maat
schappij ontwricht. Wenscht een staat,
dat alle kinderen naar de school
worden gezonden, dan moet bet onder
wijs meer natuurlijk, de opvoeding I
meer harmonisch worden ingericht
Daarvoor is noodig opzettelijke
oefening van oog en hand. De invoe
ring van slöjd sluit zich aan bij die
welke in don loop der tijden heeft
plaats gehad met zingen, teekenen,
handwerken enz. Vrees, dat door
invoering van handenarbeid de andere
vakken daaronder zullen lijden, be
hoeft niet gekoesterd Door uitbreiding
met de bovengenoemde leervakken
hebben de hoofdvakken als lezen,
rekenen, stellig niet geleden. Rous
seau zeide: «Ue opvoeding is een
goddelijke taak, bij welker vervulling
meo tijd moet verliezen, om tijd te
winnen." Toch moet de handenarbeid
niet aangeprezen worden als panacé
voor alle mogelijke fouten in ons
onderwijs.
Handenarbeid wil evenmin het in
tellect onttronen, minder doen leeren,
wel wetend dat kennis, ook in dezen
tijd, zeer noodig is. Maar slöjd wil de
Kinderen beter doen leeren, hen min
der eenzijdig opvoeden. Handenarbeid
beoogt de harmonie in de opvoeding
van een kind tot mensch. Die arbeid
wil het lichaam oefenen en steiken,
niet opdat dit heerscbe, maar wel om
den geest te dienen. Lichaamsoefening
dus ia dienst van het intellect, gelijk
bet intellectueels m dienst is van net
moreele. Het lagere staat altijd onder
het hoogere, doch daardoor bewijst
men juist de onmisbaarheid van het
lagere.
tiWie trouwt een vrouw, hij han
delt wijs", was onze gemoedelijke
raad, welken we neerschreven in ons
vorig Hakje. Maar nu lezen we daar
van zekeien Johann Schmidt in hei
kanton Aargau, Zwitsei land, die hel
met die opvatting heelemaal met eens
is. Die jongeman is 55 jaar en be
veelt den ongebuwden staat als deu
gelukkigste Boven zijn huisdeur staat
zelfs met groote letters: Hier woont
de gelukkigste menscü ter wereld
i Dit unicum is nooit getrouwd, heeft
nooit gewelkt, is nooit ziek geweest
heeft zich nooit over de toekomst
bekommerd. Toch leeft hij vrij sober,
want zijn inkomen bedraagt slechts
ruim f600. per jaar. De man is dus
blijkbaar met weinig tevree, en mis
schien is daaruit het geheim van zijn
geluk ten deele te verklaren? Hoe
het zij, die mijnheer Schmidt lijkt me
een voorzichtig man toe, die in prak
tijk schijnt te willen brengen het
woord van zeker wijsgeer
«Het huwelijk is zoo'n ernstige,
zoo'n gewichtige, alles omvattende
zaak, dat men eigenlijk zijn heele
leven het in ernstige overweging moet".
Die uitspraak was waarschijnlijk
niet bekend aan het paartje, dat te
Wildervank onlangs, na een korte
verkeering, in 't huwelijksbootje stapte.
Maar de ernst van het huwelijk on
dervonden zij ras hel huwelijksbootje
had met stormen te kampen, en aldra
wilde de vrouw van baar echtvriend
scheiden.
Maar hoe van hem af te komen?
Zij ging zegt bet gerucht, naar
een om haar huwelijkstrouw niet
geroemde vrouw en wist deze voor
een flinke fooi te bewegen om K, baar
man, «aan te balen, om hem alzoo
tot ontrouw trachten te >erleiden. De
list gelukte, K. liep in den val en zijn
brave vrouw verklaarde nu met zoo'n
echtgenoot niet langer te willen samen
leven. Ze pakte haar bueltje en ging
noen. Waarheen
Zoo ziet men alweer:
Niet steeds is do liefde bestendig
van duur.
Hoe fel zij den boezem doet jagen
Dat bleek ook dezer dagen uit bet
testament eaner Engelsche dame, die
haar ganscbe vermogen vermaakte
aan haar bloedverwauten. uitgezon
derd een legaat vooi naar echtgenoot
van één schilling!
Ik vermoed, dat in dit huwelijk de
bekoring vau het familieleven ook wel
een beetje zoek is geweest.
Wanneer men dit alles zoo leest,
dan ziet men, dat in het bestaan van
menigeen zoo weinig tevredenheid en
bevrediging is te vinden. Tot die
ontdekking scheen ook een jongeling,
op wiens bovenlip de eerste vlashaartjes
zich vertoonden, reeds gekomen te
zijn. Hij richtte tot een bejaard heer
n.l. de volgende vraagEn zijt u nog
al tevreden op uw jaren en helbt u
geen wenschen meer voor het leven
En wat antwoordde de grijze oude?
«Zeker, vriendje, mijn eenigste wensch
is, dat zulke domme vragers mij met
rust laten
Met dat antwoord kon de jonge
kwast zijn voordeel doen als hij wilde.
Lezer of lezeres, kunt gij wellicht
uw voordeel doen met het volgende
bericht?
In de vorige staatsloterij is op num
mer 7221 de honderdduizend gevallon,
tiaar de bezitter van het lot heeft
zich nog niet aangemeld. Nu zit de
Directeur vau de Staatsloterij te
'sGravenhage met die f85.000 ver
legen en komt de rechthebbende niet
opdagen, dan zit het Rijk er leelijk
mee in zijn maag. Wie van u is er
wellicht zoo verstrooid geweest, dat
hij of zü vergeten is in het bezit te
zijn van zulk een heel lol?
Ja, die verstrooidheid is een onaan
genaam iets en kan iemand leelijke
parten spelen De nieuwe Fransche
Academicus Henri Poincaré weet er
van mee te pralen. Hij was laatst
op bezoek bij een toekomsligen collega
en verdwaalde zoozeer op de slinger
paden van een interessant gespiek,
ïat bij den tijd vergat en zelfs de
plaats, waar hij was. De wijzers der
pendule schoven vooiuil, zonder dat
Inj aan heengaan dacht. Eindelijk
sprak de academicus, bij wien hij op
bezoek was: «Het spijt me buitenge
woon, dat ik dit belangwekkend onder
houd rnoei atbreken, maar mijn tijd
is bezet. lk wil u niet vasthouden",
antwoordde Poincaré uiterst kalm,
«"want ik heb 't zelf zeer druk"
De candidaat had in 't vuur van
t gesprek vergeten, dat hij zicb ui
Eene Episode uit de martelingen, door
Czaar Peter den Grooten, van
Rusland, de vrijheidlievende
Strelitzers aangedaan,
6)
DOOR
VIERDE HOOFDSTUK.
Moedeloos en jlet voi van ,je bangste
vooi gevoelens, keerden Peter en Softe, op den
avond van dien dag, naar hunne woningen
terug. - De paarden, die zij bereden, schenen
onder den indruk te zijn van de verslagen
heid van Peter en Sofiawant lusteloos lieten
zij den kop hangen en moesten telkens door
zweepslagen worden aangespoord tot sneller
vaart.
Het was een heerlijk schoone avond in
- Vriendelijk streek het avondkoeltje
over de hooge dennen van het woud, dat zij
doorreden en fluisterde met het gras en de
bloemen, die verlangden haar kopje te mogen
sluiten, om den nacht door te droomen van
nieuw ontwaakte btoemenvreugde en lente
genot. Heerlijk kleurde de zon den avond
hemel met haar purper en haar stralend
zilver en zachte roode wolkjes dreven in het
westen; terwijl de nachtegaal zijne lange,
zangerige tonen uithaalde eu het vóórspel
deed hooren van het betooverend schoone
nachtgezang, dat straks door Ruslands
zwijgende bosschen, heerlijk welluidend,
ruischen zou. «Hoe rustig is 't hier
rondom ons," zeide Peter. «Welk een vrede
in dit eindelooze woud en hoe schittert het
zilver en rood der avondzon door de met
mos bedekte stammen heên! Hoe vorstelijk
rolt ginds de breede stroom zijne donker
kleurige golven, waarover het licht van den
avond straalt, voort en hoe rustig zal nu ook
de ooievaar op zijn nest zich tot den slaap
vóórbereiden, terwijl ons hart onrustig is en
de dag van morgen, als een beeld der ver
schrikking, voor ons optreedt. Waarom mogen
de mensehen toch niet rustig en gelukkig
zijn? Waarom dwingt onze Czaar zijne arme
boeren tot een werk, waarvoor zij in 't geheel
niet deugen. Waarom onttrekt hij daardoor
ook nuttige en noodige krachten aan de
landen, die alleen door hen, het best en
voordeeligst kunnen worden bearbeid? Hoe
kumt hij er toe mij, voor eenen oproerling,
eenen onruststoker uit te schelden? Verhief
ik soms mijne stem tegen het schreeuwend
onrecht; ik pleegde toch geeue daden van
oproer en geweld. Ik bebouwde rustig mijn
land; vond in u, Sofie! eene vriendin met
wie ik hoopte lang en gelukkig te leven
Waarom, waarom zóóveel ellende en jammer,
over ons gebracht?" De laatste woorden
waren nauwelijks uitgesproken, toen de galop
van een paard werd gehoord, een ruiter in
de avondschemering zichtbaar werd en een
stem haastig riep: «Vlucht! vlucht! zoo snel
gij kunt. Men heeft uwe dreigementen in de
stad gehoord. De soldaten van den Czaar
zijn u op de hielen, met bevel u beiden ge
vangen te nemen en naar Moskou te voeren
Vlucht! vlucht!" Het was de vader van
Peter; den ouden Sablewsky, haastig op hen
aanrijdend en, met snelle beweging, Peter
een zakje met geld reikend, om na een kort:
«Vaarwel! God bescherme u!" pijlsnel weg
te rijden; na nog hen toegeroepen te hebben
«Slaat, snel, deu bosohweg aan uwe rechter
hand in!"
Terstond menden Peter en Softe hunne
paarden rechts en stormden het donker
wordend woud in. In duizelingwekkende vaart
reden zij. Wervelend vlogen hoornen, struiken,
naar het scheen, hen voorbij. Hoogten holden
zij over en dalen door en nu begon de lange,
lange lijdenstocht, die weken, ja maanden
duren zou en waarin trouwe liefde haar
meesterstuk zou volvoeren, al zou het einde
meedoogenloos wreed en somber zijn.
De zon was ondergegaan in een mantel van
zachte rozen en bleeke lelieën. Nog altijd klaagde
en riep de fluit van den zanger der nachten, die
zijn leed, zijne liefde, zijne tranen en hoop
uitroept, als al de andere vogels reeds lang
in hunne nesten, of op de takken der hoornen
slapen. De nacht viel. De hemel flonkerde
van duizend en tienduizenden van sterren,
terwijl zacht, in het Oosten, de zilveren sikkel
der maan oprees. Der maan, koningin van
den nacht, van hare getrouwe wachters om
ringd, die, als zij voller en voller werd, haat-
zilveren kleed zou uitspreiden en alles hullen
in den tooverglans harer zachte stralen. Het
hoekige afrondend, het ledige vullend, de
boomen en stroomen en struiken verzilverend.
Als de bruid, die haren bruidegom, de zon
verwacht, in stille, vorstelijke statelijkheid op
haar pad voortwandelend.
Wordt vtruolgd).