Plaatselijk Nieuws. Gemengd Nieuws. Op het adres van de afdeeling Amersfoort van den Bond van Neder- landsche Onderwijzers, in zake het ontslag van eene onderwijzeres door den gemeenteraad om advies gesteld in handen van Burgemeester en Wet houders, werd door dezen het navol gend rapport uitgebracht: Het bij besluit van 30 Juni 1908, No. 184, in onze handen gestelde adres en memorie van toelichting van de afdeeling Amersfoort van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers betreflende de handelwijze van twee leden van ons college in zake het ontslag van eene onderwijzeres gaat hierbij terug. Volgens adres en memorie wordt van U gevraagd 1®. Een uitspraak te willen uitlok ken omtrent het al of niet wensche- lijke van de in het adres omschreven handelwijze van 2 leden van ons col lege (zie slot van het adres); 2°. duidelijk uit te spreken, dat aan de positie van den Gemeente-ambte naar in geen geval getornd worde, dan alleen op gronden, die ingrijpen van bevoegde autoriteiten noodzake lijk maken, als zijnde bevolen door het algemeen belang (laatste zinsnede le alinea van de memorie); 3'. duidelijk te verstaan te geven, dat eene dergelijke berechting van een zoo gewichtige kwestie niet in overeenstemming is met de in onze Gemeente beerschende begrippen om trent die rechtspositie (einde van de memorie). Inderdaad uiteenloopende verzoeken. Terwijl volgens het eerste een uit spraak door U moet worden uitge lokt omtrent het optreden van twee leden van ons college (wie daartoe door U moet worden uitgelokt, wordt niet gezegd), bedoelt het tweede ver zoek van U zelf eene algemeen gel dende uitspraak te verkrijgen omtrent het tornen aan de positie van den Gemeente-ambtenaar, terwijl eindelijk verzocht wordt, dat U te verstaan geelt, dat eene volgens adressante plaats gehad hebbende «berechting" niet in overeenstemming is met de in onze Gemeente heerschende begrip pen omtrent die rechtspositie. Terwijl vraag 1 en 3 op de actueele kwestie betrekking hebben, raakt vraag 2 de principieele zijde dezer aangelegenheid. Uit de 2e vraag blijkt evenwel, dat de adresseerende afdeeling zich een zonderling denk beeld vormt van de positie (rechts- posiite) van den Gemeente-ambte naar, in 't bijzonder den ondei wijzer. Zij acht het geoorloofd, te tornen aan die positie op gronden, die in grijpen van bevoegde autoriteiten noodzakelijk maken, als zijnde bevo len door het algemeen belang. Indien evenwel ingrijpen op grond van algemeen belang plaats heeft, dan wordt geenszins aan de positie van den ambtenaar getornd; integen deel, aan die positie, die niet slechts rechten, maar in de eerste plaats plichten meebrengt, wordt dan volle recht wedervaren. Vermoedelijk is het de bedoeling van adressante te zeggen, dat door de gewraakte handelingen de rechts positie van deri Gemeente-ambtenaar benadeeld is en wenscht zij een af keurend oordeel daarover van uwe vergadering. Reeds eenige jaren bleek de onder wijzeres, op wie het adres betrekking heeft, voor hare laak aan de Meisjes school minder geschikt. Het hoofd der school wees haar hierop meermalen, terwijl zij ook zelf tegenover het Hoofd klaagde, dat zij zich moeilijk door de schooljeugd kon doen eer biedigen. Aangezien het Hoofd ver moedde, dat zij op eene andere school rnet eene andere schoolbevolking, be ter zou voldoen, werd haar reeds voor ongeveer 3 jaar in overweging ge geven, naar een voor haar rneer ge schikte betrekking uit te zien. Intus- schen werden de klachten van ouders menigvuldiger en bereikten leden van ons college, terwijl eene verandering in de verdeeling der lessen in den loop van den laatsten cursus noodig was met het oog op de bedoelde onderwijzeres. Onder deze omstandigheden ver zochten wij den Wethouder, die in 't bijzonder met de zorg voor het onderwijs belast is, de onderwijzeres in overweging te geven en in 't belang van het onderwijs in onze Gemeente èn in 't persoonlijk belang van haar zelve, te trachten elders eene betrekking te zoeken, waar zij met de schoolbevolking minder moeite zou hebben en waar hare kwaliteiten beter tot haar recht zouden komen, bij gebreke waarvan Burgemeester en Wethouders zouden moeten over wegen of er termen waren, haar voor ontslag voor te dragen. Nadat de Wethouder haar deze mede- deeling gedaan en haar de motieven die Burgemeester en Wethouders geleid hadden uitdrukkelijk medege deeld had, heeft de onderwijzeres een onderhoud met den Burgemeester ge vraagd, die haar, op hare desbetref fende vragen, geheel op dezelfde wijze inlichtte als de Wethouder. Betrekkelijk korten tijd daarna werd de onderwijzeres elders benoemd. Dat baar de redenen, die tot dezen raad aanleiding gaven, onbekend waren en niet medegedeeld zijn, is onwaar. Niet alleen heeft zij zelf meermalen met het Hoofd der school over de slechte verhouding met de leerlingen in hare klasse gesproken niet alleen zijn haar in den loop van het schooljaar lessen in een hoogere klasse ontnomen wegens het rumoe rig gedrag der leerlingen, maar ook is haar én door den Burgemeester èn door den Wethouder uitdrukkelijk medegedeeld, waarom verandering zoowel in het belang van het onder wijs als van haar zelf gewenscht was. Men verlieze thans niet uit het oog, dat. een ongevraagd ontslag van eene onderwijzeres slechts kan gegeven worden door den Gemeenteraad, op voordiacht van Burgemeester en Wethouders, en dat een daartoe strekkend raadsbesluit aan de goed keuring van de Gedeputeerde Staten onderworpen is. Dat daar, waar de wet deze waar borgen voor ongevraagd ontslag geeft, eene raadgeving als door ons gedaan, de rechtspositie niet in 't minst schaadt, zal wel geen betoog behoe ven. De onderwijzeres was hare tekort komingen zeer wel bewust en heeft deze geenszins ontkend. Wij zijn geneigd te vragen, op welke wijze de belangen van een ambtenaar, die ongeschikt is voor zijn taak, beter behartigd kunnen worden In plaats van te tornen aan de jechtspositie van de onderwijzeres, is door ons de weg gekozen, waardoor zonder schade voor het onderwijs op de gunstigste wijze met hare belangen rekening is gehouden. Indien de onder wijzeres haar rechtspositie beleedigd achtte en zelve niet overtuigd geweest ware van de wenschelijkheid van verandering, wat noopte haar dan. den gegeven raad op te volgen? De Wet waarborgt haar toch, dat een ongevraagd ontslag door de Gedepu teerde Staten onderzocht en goedge keurd moet wordenDe afdeeling Amersfoort voelt zelf het ongelijmde van haar betoog. Zij oordeelt het opvolgen van de raadgeving «onbe grijpelijk" en geeft in den zelfden zin, waarin zij het »onbegiijpelijk" uil- spreekt, eene verklaring o.a het groot verlangen van de onderwijzeres om de Meisjesschool te verlaten. Is dit te rijmen met het feit dat de onder wijzeres na het onderhoud met den Burgemeester twee keeren aan het Hoofd der school gevraagd heeft haar invloed te willen aanwenden om te trachten ons college tot een andere opinie te brengen? Voor het vragen van schriftelijke rapporten was vóór het optreden, van de Bonds-afdeeling geen enkele reden, nu de onderwijzeres hare tekortko mingen geenszins tegensprak. Afge wacht kon worden of zij de wensche lijkheid inzag om den gegeven raad op te volgen. Indien blijken mocht, dat dit niet het geval was, dan had den wij ongetwijfeld moeten overwegen of een voordracht tot ontslag moest worden ingediend. Eerst dan was het noodig geweest, ambtelijke rapporten in te winnen. Intusschen hebben wij na ontvangst van het adres der afdeeling een rap port van het Hoofd der school gevraagd, hetgeen wij U hierbij in afdruk doen toekomen. In het belang van de onder wijzeres die met dit rapport in kennis gesteld is, verzoeken wij U dit als van vertrouwelijken aard te willen beschouwen. Teneinde aan te toonen, niet alleen, dat aan de rechtspositie van de amb tenaren door ons niet wordt getornd maar ook, dat die positie met hare rechten en plichten gekend wordt en teneinde U voorts de overtuiging te schennen, dat de belangen van de ambtenaren door ons college beter in 't oog gehouden worden dan door de adresseerende afdeeling, was mededeeling van het bovenstaande noodzakelijk. Voor zoover hieruit nadeelige govolgen voor de betrokken onderwijzeres zullen voortspruiten, zal de afdeeling Amersfoort van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers zich dit te wijten hebben. Boven dien mogen wij onze verwondering erover niet verbergen, dat een afdee ling, die zich op de bres meent te moeten stellen daar waar zij de rechtspositie in gevaar acht, zich veroorlooft iri een openbaar adres een oordeel uit te spieken over han delwijzen van autoriteiten, op grond van mededeelingen, welker juistheid zij zelfs niet heeft trachten te onder zoeken. Door een dergelijk adres ter zijde te leggen, wordt zijn juiste waarde geschat. Mitsdien hebben wij de eer U in overweging te geven, het adres te deponeeren. Uitslag Toelatingsexamen Gym nasium Toegelaten tot kl. I. onvoorwaar delijk C. L. van Beyma thoe Kingrna, (Apeldoorn), L. van 't Eind (Amers foort), C. Hartwigsen (Harderwijk), L. van Hogendorp, J. H. J. Hoog, J. C. de Meyere, G. C'. Schneider, I). A. Schreuder, en M. H. J. Schroder, (allen te Amersfoort) Voorw.: C M. H. Boom, (Amers foort. Tot klasse III: Onvoorw.: L. C. Bertrand (Bussum). voorw. N. Becke- ring Vinckers, (Rampen). Uitslag overgangsexamens Gymna sium Bevorderd tot de 2de klasse: W. J. Heisterkamp, G. Knoppers, E. C. v. d. Meer, W. E. J. Reynvaan. C. C. Schreuder, D. F. L. Texeira de Mattos, M. P. L. Wijn. Voorw. A. M. L. Entzinger, C. C. v. d. Hoop, C. J. Schroder, niet bev. één. Tot de 3de klasse: Onvoorw.: H. G. J. de Bruyn, J. G. v. Essen, D. F. Sandbrink, L. C. Spijkerboer, K. Suppeert, D. Kaars Sypesteyn, G. O. Donner, voorw. Tb. J. v. d. Veer, niet bev.zeven. Tot de vierde klasse: Onvoorw.: J. Bakker, A. G. H. Baas Bekking, voorw.: C. Peteri, niet bev. vier. Tot de vijfde klasse Onvoorw. R. 0. de Lange, 11. W. Nolting, B. 11. Spijkerboer, A. W. Verhoef, tl. J. v. cl. Weeidt, voorw.: P. N. U. Halting, niet bev.: vier. Tot de zesde klasse Onvoorw.: J. J. Fijnvandraat, A. Greidanus. J. Jansen, B. A. v. Kleef, J. A. Roesehng, voorw.: O. W. A. van Pallandt, niet bev.: één. In de plaats van den heer A. J. Schreuder, directeur van «Klein Warnsborn", die verhinderd was, trad de heer Schreuder, hoofd eener school voor achteiltjke kinderen te Amster dam, als spreker op. Een klein aan tal belangstellende volgden zijn betoog hoe noodzakelijk bet is voor achter lijke kinderen afzondei lijke inrichtin gen voor onderwijs te stichten, niet enkel om hen tot bruikbare leden der maatschappij te vormen, maar om daardoor bovendien bet aantal nusdadeu aanmerkelijk te doen ver minderen, daar misdadigers meest van buis uit lot de achterlijke of zwak zinnige behooren. Bij het springconcours van het concours-hippique werden jl. Maandag o. m. prijzen behaald door de luitenants R. Wilson, Van Weideren baron Ren- gers en 11 Mathon. In eene morgenavond te houden ledenvergadeung der plaatselijke af deeling van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen zal door de commissie belast met het nazien der rekening en verantwoording van den penning meester verslag worden uitgebracht, de begrooting over 19081909 wor den vastgesteld en eenige huishoude lijke zaken worden besproken. De bewerking der verschillende wetten in de bekende editie «Schuur man Jordens" is door de uitgevers firma W. E. J. Tjeenk Willink voor de toekomst opgedragen aan onzen gemeente secretaris Mr. Dr. J. G. Stenfert Kroese. Mej. C. M. S. Rauh, tijdelijk onderwijzeres aan de openb. lagere school aan de Beekstraat alhier, staat nummer één op de voordracht ter benoeming eener onderwijzeres aan de openb. lagere school te Hillegom. Het Heemraadschap »de rivier de Eem, Beeken en aankleve van dien" dat hel vischrecbt voor den lijd van 9 jaar aan de vereeniging tot ver edeling van den viscbstand in Neder land verpachtte, heeft aan die ver eeniging f 500.als schadevergoeding betaald omdat de gemeente Amers foort door vergiftiging van het Eem- water met afval productie van de gas fabriek, de teeltproef deed mislukken. De proefnemingen zullen nu door genoemde vereeniging wotden voort gezet. Het korte doch zware onweder dat Zondagmiddag woedde heeft in onze gemeente geen noemenswaarde schade aangericht. Een onbeheerd staand aange spannen paard geraakte Maandag middag met kar en al in de West singel. Het paard werd losgesneden en achter een bootje zwemmende naar het plantsoen bij Monnikendam geleid, waar het aan wal kon stappen. De kar werd niet zonder moeite uit de Singelgracht opgehaald. Door een 40-tal dames en heeren werd j.l. Zondag een rijwiel- tocht langs de Vecht gemaakt. Per locaalspoor naar Utiechlgebracht,reed men van daar langs de Vecht tot Vreeland. De terugtocht werd ge maakt over Kortenhoef, 's Graveland, Hilversum, Soestdijk. De badmeester L. Pezie aan de Zweminrichting alhier heeft j.l. Zondag de afstand van Katerveen tot Kampen (plm. 15 K.M.) zwemmende afgelegd in 3 uur 53 minuten. Vermoedelijk zal in het einde dezer maand op het terrein achter Hotel «Bellavue" het circus Corty- Althoff een reeks voorstellingen geven. Door den heer Woudstra,directeur van de Maatschappij tot opvoeding van Weezen in het Huisgezin is tegen de redactie van het «Handelsblad" eene aanklacht bij de Justitie inge diend wegens beleediging. Tot leeraar in timmeren en vak- teekenen aan de Ambachtsschool hier is benoemd de heer A. Roosendaal, te Enkhuizen. De lieer G. Nijsen viert 20 Juli zijn veertigjarig feest als Hoofd der school te Stoutenburg. Aan het commissariaat van po litie zijn als gevonden gedeponeerd een duimstok van twee Meter en een borduurschaartje. Een romantische misdaad wordt uit Nuoro, Sardinië, bericht. Daar kwam zekere EdmondoOneddu, die, onschuldig veroordeeld wegens moord, 25 jaren gevangen had geze ten, zich wreken op den man die zijne verooideeling had bewerkt, Francesco Deogracias. Oneddu had in ongeoorloofde betrek king gestaan lot de vrouw van Deo gracias. Op zekeren dag betrapte Deogracias die beiden te zamen de twee mannen gingen aan 't vechten en ten slotte wist Deogracias aan Oneddu zijn mes te ontwringen, stak daarmede zijn vrouw dood en zwoer voor bet gerecht, dat Oneddu de moordenaar was. Oneddu werd, on danks zijn onschuldsbetuigingen, ver oordeeld. Hij was zelf gehuwd en had een dochtertje, maar zijne vrouw was zóó verontwaardigd over zijn ontrouw en zijn vermeende misdaad, dat zij niets meer van hem wilde weten en hem in al die 25 jaren niets van zich liet hooren. Toen onlangs Oneddu na het uit zitten van zijn straf uit de gevange nis werd ontslagen, was zijn eerste gang naar het huis van zijnen vijand Deogracias, om wraak te nemen. Hij vernam, dat Deogracias overleden was, maar dat zijn zoon met zijn vrouw en drie kinderen in het veld was en Oneddu besloot, zich op de kinderen en de kleinkinderen van zijn vijand te wreken. Hij verschool zich achter een boom en van daar schoot hij eerst de drie kinderen en daarna de vrouw neer. Voor bij ook den man kon doodschieten, werd hij door ar beiders die kwamen toesnellen gevat en aan de politie overgeleverd. In de gevangenis vernam Oneddu, dat tijdens zijne gevangenschap de zoon van Deogracias met zijne doch ter was getrouwd en dat hij dus, zonder bet te weten, zijn eigen kind en zijne kleinkinderen had vermoord. In zijn wanhoop daarover verbrijzelde de ongelukkige zich bet hoofd tegen de ijzeren traliën van het raam zijner cel. In een Engelscb krankzinnigen gesticht heeft men uitmuntende resul taten verkregen met den invloed van muziek op de aldaar verpleegden. Het is in 't gesticht Witham, Essex, waar rnen aan jongelieden van zwakke geestvermogens tusschen 12 en 21 jaar een ambacht leert, om hen in staat te stellen, den kost te verdie nen. In 't eerst verkreeg men met het ouderwijs geen goede uitkomsten, maar nu heeft men beproefd de waan zinnigen te leeren een instrument te bespelen en dat is boven verwachting geslaagd. Niet alleen hebben velen hunner een niet alledaagsche be kwaamheid verkregen in het bespelen van een instrument, maar bovendien schijnen de muzikale studies ook hun belangstelling in andere zaken op te wekken, en dat brengt hen nader tot de genezing. Velen zijn daardoor reeds zoover gekomen, dat zij spoedig het gesticht kunnen verruilen voor hel gewone leven. «Niks as smoesjes, meneer!" Historisch.J 't Was in Juli 1905 dat ik in den trein tusschen Amsterdam en Zwolle een jufirouw moest verdedigen tegen 'n beschonken veekooper. Uit veront waardiging was dat van mijn kant nog al wat hardhandig en hardwoordig gegaan. Eeriigszins tot mijn schrik bevond ik me dezer dagen weer met dezelfde persoon in één coupé. Ik voelde dat hij me sterk aankeek en verwachtte niet anders dan onaangenaamheden. Eensklaps stond hij op, kwam op me af, en stak me zijn hand toe, zeggende: «Meneer, mag ik u nog wel bedanken voor 't lesje, dat ik 'n paar jaar geleden van u ontving?" 't Spreekt vanzelf dat ik de toege stoken hand hartelijk drukte, want ik voelde dat hier een verandering had plaats gehad. »Ja", vervolgde hij, «uwe harde woorden wouen me r.iet weer verlaten en ik heb geen druppel meer gedronken. En nou heb ik mijn brood, en toen was 't altijd armoe en el lende." «In 't veekoopersvak is 't anders wel moeilijk om onthouder te zijn, is 't niet?" vroeg ik. «Allemaal smoesjes, meneer, 't kan er best zonder!" (Zwolsch Nieuwsblad.) Uit de dierenwereld. Een aardig tooneeltje woonden we dezen week te Boschkappelle bij, aldus lezen wij in het «Hulsterblad". Een oorverdoovend geschetter van een zwerm musschen trok van verre onze aandacht. Nieuwsgierig wat er gaande was, slopen wij naderbjj en ontwaarde een troep van wel honderd musschen, op eerbiedigen afstand in een kring rondom een kat geschaard. Verbijsterd keek poes in 't rond en zoodra ze eenige beweging maakte, bereikte het lawaai het toppunt. Blijkbaar begon onze poes deze muziek te vervelen, ten minste zij deed een sprong naar de kortst bijzittende vogels, doch nog rapper was de troep om hoog, om een eindje verder hetzelfde spelletje te herhalen. Nog vijf-, zes maal werd deze krijgslist want dit bleek het in werkelijkheid le zijn toegespast totdat poes een heel eind van de eerste plaats was afgelokt en likbaardend afdroop. Thans vloog ook de musschenbende op, onder zegevierend gekrijsch en ver spreidde zich op naburige daken en boomen, waar het geval nog werd betetterd. Slechts één paar vloog terug naar de plek waar het eerste bedrijf, was afgespeeld. Ook ik onderzocht deze plaats en ontdekte al spoedig een nest met bijna vlugge jongen. Blijkbaar was poes op haar wandeling hier be land zonder het nest te bemerken en had het musschenpaar de makkers uit de buurt gerequireerd om poes te verschalken. Of deze straatjongens onder de vogels ook een vriendenhart onder liet eenvoudig boezeroentje dragen Een botsing. Te Soestdijk werd Zondagmiddag het rijtuig van den heer Vinke uit Hilversum aangereden door de paar dentram. De paarden van het rijtuig schrikten en sloegen het rijtuig, nadat de inzittenden het nog juist bijtijds hadden verlaten, totaal in stukken. Het land van Esperanto. De miniatuur republiek Moresnet, het neutrale landje tusschen België en Pruisen, kan er zich op beroemen, de eerste «staat" te zijn, die de wereldtaal krachtdadig steunt. Tot dusver werd er in hoofdzaak Duitsch gesproken, thans, echter zijn de 4000 bewoners van het landje in felle

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1908 | | pagina 2