NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. No 80 Zaterdag 3 October 1908 Ze ven-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Gezondheid ten plattelande. BUITENLAND. ZUSTER MARIANNE Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75; Franco per post door het geheele Rijk 1. Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langeetraat 77. Telephoonno.60. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Op een congres onlangs gehouden voor openbare gezond heidsregeling werd de opmerking gemaakt, dat in de laatste dertig jaren de sterfte in de steden veel meer gedaald is dan op het platte lar>d. Dertig jaren ge leden was het regel, dat het ten platten lande gezonder wonen was dan in de steden. De sterfte was er minder en do levensduur langer. Hoe grooter de steden, des te ongunstiger was .toen de gezondstoestand. In de laatste jaren is de verhouding juist omgekeerd en maken de grootste steden voor de gezondheid de meest geschikte woonplaats uit. Het platte land is zoozeer voorbij gedraafd, dat het nu beslist achteraan staat. En zulks niettegenstaande het bezit van de gunstige factoren van ruimte, licht en lucht. De oorzaken van deze omkeering moeten ongetwijfeld gezocht worden in de voortreffelijke maatregelen welke in de steden zijn genomen in het be lang der gezondheid. Door den aan leg van waterleidingen is gezorgd voor zuiver drinkwater, onbewoonbare kot ten zijn ontruimd en vervangen door anderen die aan betere eischen vol doen nauwlettend toezicht is gehouden op de ten verkoop aangeboden voedingsmiddelen en er is gewaakt voor reinheid en verwijdering van voor de gezondheid schadelijke stoffen. Niet voorbij gezien mag ook worden dal de algemeene economische toe stand des volks en in het bijzonder van de arbeiders in de steden, is vooruit gegaan, zoodat men zich daar in staat heeft gezien zich betere kleeding en voeding te verschaffen en doelmatiger woningen te betrekken, die in groote getale in de buitenwijken zijn verrezen. Op het platte land is men niet bij machte geweest van wege de hooge kosten even heilzame maatregelen te nemen. Het drinkwater is er dikwijls verre van goed. Waar kan men echter denken aan den aanleg eener drink waterleiding? Op eene zaak werd echter op boven genoemd congres de aandacht ge vestigd, welke de gemeentebesturen kunnen en moeten verbeteren, dat is de verwijdering van vuil. Deze taak mag niet langer opgedragen worden aan particulieren, die slechts rekening houden met hun beurs en niet met het belang der algemeene gezondheid Zoo ergens, dan is hier gemeente exploitatie noodig. Het congres wenschte dat iedere gemeente een reinigingsdienst zou inrichten. Welk stelsel bij den vuilafvoer moet^ worden gebezigd hangt af van den aard en de ligging der plaats. Reeds zijn er tal van gemeenten, waar men in deze richting werkzaam is, hetzij door den invoer van een wissel tonnenstelsel, hetzij langs anderen weg. In de nieuwe bouwverordeningen tot het maken waarvan de wel de gemeenten verplicht, moet tevens rekening worden gehouden met de belangen van de openbare gezondheid. Hierbij komt men dikwijls in strijd met oude gebruiken en wordt de vrijheid der ingezetenen aan banden gelegd maar wat het zwaarst weegt, moet het zwaartst wegen. Mestputten enz. dienen in de dichtst bevolkte buurten onder scherp toe- zich van het Dagelijks Bestuur te staaneen goede rioleering is voor het platteland lang niet altijd onuit voerbaar. In verschillende plaatsen van Esgeland bestaat reeds lang een behoorlijk spoelstelsel. De jaarlijksche kosten zullen voor de meeste dorpen hoofdzakelijk be staan in de bezoldiging van een of meer werklieden, die den reinigings dienst kunnen verrichten. Noodzakelijk zal bet zijn, dat de gemeentebesturen voor dit doel een post op de begrooting brengen, waar toe zij met het oog op de hygiëne verplicht zijn. Het moet gezegd worden, dat in dezen vooruitgang merkbaar is. Er zijn gemeenten, die reeds voortreffe lijke maatregelen hebben genomen en waar men sinds jaren overtuigd is, dat met oude gewoonten gebroken moet worden; toch zijn er ook nog waar men zich van alles niets aan trekt. Zij zijn juist de oorzaak van het ongezonde verschijnsel, dat het wonen in de steden beter is voor de gezondheid dan in de vrije natuur. Een arbeid als van de commissie door genoemd congres aangewezen kan niet anders dan gunstige resul taten hebben. Vele oogen zullen geopend worden en vele gebreken voor den dag komen, die tot dusver onbekend waren. Tevens geeft een uitgebreid rapport door de commissie voorlichting ten aanzien van de middelen, die tot verbetering zullen kunnen leiden. De Scheepsramp bij Dover. Men meldt uit Londen De «Argonaut", een stoomer van 3274 register-tonnen, met een beman ning van 120 koppen, was met 120 passagiers aan boord, Maandagochtend van Tilbury Docks te Londen vertrok ken tot het maken van een pleizier- reis naar de Middellandscbe Zee en zou allereerst, naar men gerekend bad, op 20 October Lissabon aandoen. Naar een der geredden, de passa gier mr. Humphreys van Manchester aan een verslaggever van de «Morning Post" mededeelde, had men prachtig weder gehad tot men South Foreland genaderd was. Toen kwam een dikke mist opzetten, zóó dik, dat de kapi tein bet noodig achtte stil te gaan liggen en meer dan zes uren had men reeds gelegen toen 's morgens omstreeks half acht, terwyl alle passa giers reeds aan het ontbijt waren, de «Argonaut" werd aangevaren door een stoomer, die bleek te zijn de «Kings- well" van de Kingswell Steamschipl gehuld in mist, maar omstreeks één tflOSt a.i - s)/-vr> m (1 r\ o rr uia rnon txt 11 Ann Company, een boot van 2355 ton. Mr. Humprey vertelde, dat hij met zijn vriend mr. Edw. E. Morris van Liverpool in hun hut bezig was zich te scheren, toen zjj opeens schrikte van een hevige schok, waardoor hij zich bijkans met zijn scheermes ver wond had. «Wij verlieten dadelijk de hut," zeide hij verder, «om op dek te zien wat gebeurd was en daar zagen wij dat er iets ernstigs gebeurd moest zijn en alles op dek reeds leven en beweging was. Er werd bevel gegeven dat iedereen op dek moest komen; reeds werden de reddingsbooten ge streken en begon men daarin de da mes te plaatsen. Ik heb mij nooit kunnen voorstellen, dat iets zóó orde lijk kon toegaan, terwijl bet schip onder ons wegzonk. De boeg van het schip zonk reeds snel, de stoomfluiten bleven steeds gaan en de kapitein Reedman stond op de brug zijn be velen te geven. Er was geen sprake van eenige paniek, ofschoon de dames vooral, natuurlijk erg angstig waren. Het voorschip, dat de schade beloopen had, was nagenoeg reeds onder water. Niemand bad gelegenheid iets van zijn bagage te redden en velen moesten op hun pantoffels van boord gaan. Wij werder. in negen booten geplaatst. Het was een moeilijke taak, de dames van het zinkend schip in de booten te krijgen en daarna op de «Kings- well", die boog boven liet water lag. Touwladders werden gebruikt en touwen onder de armen der vrouwen gehaald, om haar aanjboord te hijschen. Maar eenmaal daar aan boord, bleek het dat het daar gevaarlijk was aan boord te blijven aangezien ook de «Kingswell" ernstige schade had be loopen. Vandaar dat wij weer ge commandeerd werden in de booten te gaan, wat lang geen gemakkelijke zaak was; de «King" nam ons toen op sleeptouw en stoomde langzaam op. Gelukkig dat de zee kalm was, doch velen onzer leden zeer van honger. Nog steeds was het Kanaal uur in den middag werden wij opge merkt door de «Southmoor", een kleine boot op weg naar Newcastle en dade lijk werden maatregelen genomen ons daar aan boord te brengen. Ook nu was bet een groote moeilijkheid voor de dames, om tegen dat boog boven het water liggende schip op te komen. De houding van de bemanning en kapitein van de «Southmoor" ver dient slechts lof; zij deden wat zij voor ons doen konden". Later is de «Southmoor" met al de geredden door sleepbooten Dover bin nengebracht. Alle passagiers brengen warme hulde aan den kapitein van de «Argonaut", die door zijn flink optreden heeft weten te voorkomen dat een paniek ontstond en aan wien, naast zijn bemanning, te danken is dat deze scheepsramp die een der ernstigste bad kunnen wezen ooit in het Kanaal voorgekomen, zóó is af- geloopen als gelukkig geschied is. De «Argonaut" is totaal gezonken van de «Kingswell" wordt gemeld, dat dit schip bij New Romney aan den grond geloopen is, ten einde zinken te voorkomen." Maandagavond te ongeveer half twaalf ontplofte een bom in de ven sterbank van een der lokalen van het Duitsche consulaat te Bordeaux. De ruiten van het gebouw werden verbrijzeld. De Duitsche consul is van meening, dat men hier slechts te doen beeft met een misplaatste, maar alles behalve ongevaarlijke grap. Des niettegenstaande stelt de politie een onderzoek in. Te Barcelona zijn wegens ontduiking der wettelijke bepalingen 800 huwe lijken voor ongeldig verklaard. Het laat zich gemakkelijk begrijpen, tot welk een verwarring en tot welke moeilijkheden deze maatregel in ver schillende gezinnen aanleiding heeft gegeven. Mevr. P. SMISSAERT—BOOGAERT. 2) Toen ze op haar zacht geklop geen antwoord kreeg, sloop ze stilletjes de kamer binnen, maar verbaasd bleef ze voor het bed staan. Geheel opgemaakt, met de blauwsatijnen sprei er over heen, bleek het dien nacht niet beslapen te zijn geweest. Ze keek eens rond; moeder's japon van rose crêpe, waarin ze haar gisteren avond zoozeer bewonderd had, toen moedertje voor ze wegreed haar meisje als naar gewoonte in haar bedje kwam goedennacht kussen, lag haastig neergegooid op een sofa en de satijnen schoentjes stonden er voor. Waaier en hand schoenen slingerden met een halfverdorden bouquet over de tafel. Dus was moesje wel thuisgekomen, maar ze had hier niet geslapen, had zich verkleed en was weer uitgegaan. Marianne had er niets van begrepen; een oogenblik had ze besluite loos gestaan, toen, haar vrees overwinnend, snelde ze naar haar vader'a kamer, waar zé anders nooit kwam. Hij zat in zijn stoel voor de schrijftafel, maar hij schreef niet. Met de hand onder het hoofd, bleek en somber zat hij daar en zag zelfs niet op toen zij binnenkwam. Schoor voetend trad ze nader. "Vader'" fluisterde ze, «waar is moedertje toch?" Hij keek op, ais ontwakend uit een diep gepeins. "Je moederis weg, kind," en na eenige aarzeling had hij er bijgevoegd: «op reis." "Op reis," herhaalde zij verbaasd, «zonder mij er iets van te vertellen, zonder me goeden dag te zeggen Maar dat kan immers niet wanneer komt ze terug?" «Ik weet het niet," antwoordde hij kortaf en toen, als was haar tegenwoordigheid hem te veel, schelde hij de bonne om haar mede te nemen. Ze begreep er niets van; wat beteekende dit alles? lederen - ochtend en avond vroeg ze aan de oude Anne, die reeds bij haar moeder diende, toen deze nog een kind was: «Wanneerkomt moedertje terug?" en steeds was het antwoord vaag en ontwijkend. Toen, eindelijk, vertelde men haar dat haar moeder gestorven was, en hoewel ze slechts een flauw begrip had van wat dat beteekende, begreep ze toch wel dat zij haar lief moedertje nu nooit meer terng zou zien. Haar verdriet was heel groot en ze schreide veel. Bovendien gevoelde ze zich zoo alleen en verlaten, haar vader, voor wien ze nu nog meer angst voelde dan vroeger, bemoeide zich heelemaal niet met haar en de oude bonne, hoewel Marianne later wel begrepen had, dat ze het toch goed met haar meende, was stug en onvriendelijk. Niemand speelde meer met haar of vertelde heerlijke sprookjes van prinsen en prinsessen, feeën en monsters. In moedertje's zonnige kamer kwam zij nooit meer; die was gesloten. Maar och, hoe ver langde ze er naar om uit de donkere, sombere vertrekken weer eens in dat vroolijke, lichte nestje te komen! Zoo ging de tijd langzaam voorbij. Op een avond kwam ze als gewoonlijk haar vader goedennacht zeggen in zijD studeerkamer, als gewoonlijk drukte hij onverschillig een koelen kus op haar voorhoofd; toen, plotseling, keek hij haar aan. Zij had later begrepen dat zij, zooals ze daar voor hem gestaan had met haar blonde krullen en blauwe oogen, sprekend op haar moeder geleek. Hij zag het en sloot even de oogen, toen, haar naar zich toetrekkend, heftig en hartstochtelijk, bedekte hij haar gelaat met zoenen en vroeg met een blik en een stem, die ze nooit zou vergeten: «Kindje, zal jij ook van mij weggaan, zal jij je armen vader ook alleen laten?" Eerst was ze verschrikt, toen echter sloeg ze de armpjes om haars vaders hals en kuste hem zacht. Zoo bleven zij zitten, langen tiid, en van dat oogenblik af was er een band tusschen vader en kind. Haar vrees voor den somberen, in zichzelf gekeerden man was verdwenen, zij gevoelde dat hij een groot verdriet had en nu wilde ze hem troosten. Met haar pop of een werkje kwam zij voortaan bij hem zitten, want ze had gemerkt hoe het hem een behoefte werd haar daar te zien. Hijzelf gaf haar les en leerde haar van allerlei. Het waren gelukkige jaren, al bleef ze haar lief moedertje erg missen. Nooit sprak zij over haar; instinctmatig gevoelde ze dat dit beter was. Toen ze veertien jaar was, stierf haar vader na eene langdurige, sleepende ziekte. Eigen lijk was hij reeds lang ziek en sukkelend geweest, maar nooit was het bij haar opge komen, dat hij sterven zou. Ze was erg bedroefd, want ze was veel van hem gaan houden. En nu had ze heelemaal niemand meer om lief te hebben. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1908 | | pagina 1