NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON BUITENLAND. No 93 Woensdag 18 November 1908. Zeven-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. PASTEL. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75; Franco per post door het geheele Kijk f 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Kinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLangestraat 77. Telephoonn». 09. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groóte letters en vignetten naar plaatsruimte Voor Hnis en Hol. Spit in den rug, in den volksmond ook wel heksenscbeut gebeeten, is een pijnlijk en lastig euvel, waarmee som migen af en toe zijn behept. Allerlei middelen: inwrijvingen, pappen, com- pressen, warme inwikkeling, worden aangewend, maar meestal met weinig succes; eerst na enkele dagen wijkt de pijn. Wij lezen nu, dat in Enge land een zeker middel met uitnemend gevolg wordt aangewend, en dal ook Fransche doctoren biermede goede resultaten verkregen. Het bestaat daarin, dat de pijnlijke plaats en haar omgeving bepoederd wordt met bloem van zwavel en dit poeder droog wordt ingewreven; daarna wordt llanel op gelegd. Bij een verouderd geval van heqppijn werd zelfs een spoedige ge nezing verkregen, en ook bleek hel zwavelpoeder goed te werken bij rheumalische en zenuwaandoeningen. Een eenvoudig huismiddel tegen schouder en armiheumatismus is: het inwendig gebruik van phosphorzuur- ijzer en koolzure kali. Van beide neernt men 8 gram en maakt biervan en van wat gom, 48 pillen, waarvan dagelijks 3 moeten worden genomen. Een aardig tijdverdrijf voor jongen en ouden in den langen winteravond is het vervaardigen van een eerivoudi- gen barometer. Dat geschiedt aldus: Men neemt een flescbje van een kwart Liter inhoud en sluit dit goed af met een doorboorde kurk, waardoor een glazen buisje wordt gestoken, dat 5 a 6 decimeter lang is en een middel lijn heeft van 3 millimeter. Het buisje moet, als de kurk op het fleschje sluit, reiken tot van de hoogte. Voor een derde wordt ook de llesch met water gevuld en dan de kurk er lucht dicht op bevestigd. Dan blaast men in de buisluchtbelletjes ziet men dan door hot water gaan, en gaat daarmee voort, tot bet water 20 a 25 c.M. boven de kurk der flesch staat. De barometer is klaar; alleen moet men hem nu, ten einde de tempera- tuursinvloeden te vermijden, in een bloempot met droog zand plaatsen. Is er regen of wind op til, dan zal men de waterkolom in de buis zien stijgen. Het kan de huisvrouw soms heel wat waard zijn, als ze uit een of andere stof inktvlekken kan verwijde ren. Is de inkt niet te scherp en zijn de vlekken niet te oud, dan gaat het op de volgende manier. Men koke gedroogde witte boonen: 1 ons met een halven a drie-kwart Liter water, naar gelang men het waschwater meer of minder sterk verlangt. In het af gegoten en afgekoelde water legt men de verontieinigde stof en wrijft deze er mee zonder zeep. Daarna uitspoelen in lauw water, zacht uitdrukken en op de rugzijde uitleggen. Ook wijn en vetvlekken kan men aldus uit wit goed verwijderen. Terpentijn bo- sprenkeling hiermee en dan met lauw water afspoelen is ook een middel, maar slechts aan te raden als de stof kleur houdt; men dient dus eerst op een klein lapje de proef te nemen. Ik zag dezer dagen een dienstbode messen en vorken poetsen met een rauwen aardappel. Zij had een'aard appel middendoor gesneden, een stuk in steenpuin gedoopt (kalk had ook kunnen dienen), en daarmee wrijvende, kreeg ze het keukengereedschap mooi glimmend. Ge hebt mooie knolbegonia's en wilt die op een goedkoope wijze ver menigvuldigen? Dat gaat gemakkelijk genoeg. Snijd de knollen met een scherp mes in stukken, maar zóó, dat elk stuk een oog heeft. Het best treft ge doel, als ge vooraf de knollen in de warme kamer wat laat trekken, dan vergist ge u niet zoo licht. Be strooi de snijvlakken met houtskool poeder om rotting te voorkomen. Maak echter niet te veel stukkeD: hoogstens 3 of 4 van een' normalen knol. Elk stuk komt in een kleinen bloempot met bladaarde en wordt op een warme plaats gezet. Wacht er mee tot het vroege voorjaar! Observator. President Roosevelt houdt veel van een grapje, ten koste van hoogge plaatste heeren. Onlangs heeft bij een buitenpartij gegeven, waartoe bijna uitsluitend hoofd en opperoflicieren waren genoodigd. Het heette heel simpeleen gemeenschappelijke wande ling." Toen de gasten bij elkaar waren, ongeveer GO te zamen, was het duide lijk dat de grootste en vooral de dikste legeraanvoerders waren uitge zocht. De president hield een vroolijke toespraak, waarin bij zeide, het heer lijk te vinden weer eens onder kame raden te zijn en zich flink te kunnen bewegen, net als vroeger op Cuba. Toen begon een stevige wandeling. Men kwam aan een steilen heuvel, die dicht met stekelige struiken was begroeid. Opeens rende «Teddy" naar boven, dwars door de ruigte en al de dikke generaals en kolonels achter hem san. Toen zij hijgend en proestend boven aankwamen, rende de president weer als een dolleman naar beneden. Toen klom hij als een ervaren sport man met handen en voeten tegen een gladden rotswand op, liet zich daarop weer naar beneden glijden en stond lachend te wachten om te zien hoe al die dikke heeren het hem, erg stum perig Dadeden. Ten slotte stopte hij vlug zijn horloge, zijn beurs en sleutels onder zijn slappen hoed en sprong in een rivier van 25 M. breedte, waarbij het water hem tot de borst reikte. Het hielp niets. Warm en moe als ze waren moesten de dikkerts te water achter den leider aan. Roosevelt was bet eerst aan den overkant en terwijl hij zich afschudde als een poedel riep hij juichend: »Wij zijn nog niet moe en zoo'n koud bad geeft goeden eet lust, niet waar?" Onmiddellijk begon hij toen weer te loopen, ai de offi cieren hem achterna en eerst na een snellen marsch van 8 K.M. eindigde deze «gemeenschappelijke wandeling", waarop de president de beeren had geïnviteerd. In Amerika lacht men nog. 't Is een Amerikaansch blad dat ons het verhaal doet. Weder is te Weenen het reeds meermalen verdaagde proces behan deld over de juweelen van Prinses Louise van België. De juweliersfirma Reiners had tot liet jaar 1897 aan de prinses juweelen verkocht voor een bedrag van 28.000 kronen In 1901 heeft prins Filip van Koburg, de echt genoot der prinses, daarvan de helft betaald. Het overige zou zij zelf be talen zoodra zij door erfenis of schen king daartoe in de gelegenheid zou komen. De eiscbers beweren dat dit geval zich heeft voorgedaan, omdat de prinses toch geërfd heeft van hare moeder, koningin Henriette van België; maar hare advocaten spreken zulks tegen omdat de prinses driemaal meer schuld had dan haar erfdeel van 400 000 kronen bedroeg en de schuld- eischers er direct beslag op hebben gelegd. Bij het proces werden ofïicieele stuk ken voorgelezen waaronder ook het testament van koningin Henriette van December 1901. Daarin komt o. m. deze verzekering voor«Op grond van mijne huwelijksakte heb ik ook het recht, over mijn bruidschat te be schikken. Ik heb daarvan echter geen centime gekregen, nóch van het kapi taal, noch van de rente. Al mijn po gingen om iets van dien bruidschat terug te vinden, zijn vruchtetoos ge bleven." Het verzoek van de eischers om koning Leopold en gravin Lonyay als getuigen te booren werd afgewezen, maar de rechtbank gelastte dat te Brussel eenige voorname getuigen, waarbij notarissen en advocaten,zullen worden gehoord en dat hunne getuige nissen schriftelijk zullen worden over gelegd. Tot zoolang is het langdurige proces weer opgeschort. Een van de Engelsche bladen komt verklaren dat het in de afgeloopen dagen te Londen kouder was dan ergens anders. Zelfs de Theems was met een dun laagje ijs bedekt. Er werd over geklaagd dat de schouw burgbezoekers zoo lang in de kou moesten wachten voordat de deuren opengingen. Van overheidswege is nu besloten, dat voortaan de deuren van iederen schouwburg zullen geopend worden zoodra er genoeg menschen voor staan om het heele gebouw te vullen. Keizer en Kanselier. Naar verluidt is het zeker, dat Biilow Rijkskanselier blijft. De Reichsanzeiger meldtIn de heden hem toegestane audiëntie schil derde Biilow den Keizer de stemming van het volk naar aanlmding van het artikel in dn Daily Telegraph en zette hij zijn houding tn den Rijksdag bij de debatten uiteen. De Keizer aan vaardde die vei klaringen met den grootsten ernst en gaf zijn wil te kennen, dat hij zich niet zal storen aan de ongerechtvaardigde overdrijvin gen doch als zijn voornaamste taak zal big ven beschouwen de verzekering van de standvastigheid der rijkspolitiek met inachtneming der grondwettige verantwoordelijkheid. DeKeizerkeurde de uiteenzettingen van den Rijkskan selier in den Rijksdag goed en gaf Biilow de verzekering van zijn voort durend vertrouwen. De Rijkskanselier riep, dadelijk na zijn terugkomst uit Potsdam, het Pruisische staatsminislerie bijeen tot een vertrouwelijke bespreking, waarin hij het resultaat mededeelde van zijn audiëntie bij den Keizer. Onmiddellijk daarop ontving de Kanselier den pre sident van den Rijksdag, graaf Stol berg, voor een lange bespreking. Tegelijkertijd deed de plaatsver- Uit het Zweedsch door SOPHIE ELKAN. 3) „Ook in gezelschap van vrouwen, mon ami." Ja, ik weet, dat hij je het hof maakt. Ik wensch rnjj niet in uwe zaken te mengen, Ulla; maar ik ben toch van meening, dat gy hem op zijne plaats moest zetten." „Waarom, mon ami?" „Omdat hy getrouwd is en het komt my voor alsof ook gij „Wat hem betreft, handelt hij eenvoudig als andere getrouwde mannen van onzen stand, en wat mij aangaat, weet ik niet waarom ook ik hier buiten niet eene kleine distractie zou hebben." „En Cronskiöld's vrouw denkt gij dan geen oogenblik aan haar?" De gravin zag hem in de oogen. „Niet veel- Eene vrouw, die jarenlang de maitresse van haar man onder haar dak duldde, kan niet gerekend worden veel fijn gevoel te bezitten." Het werd een oogenblik doodstil, terwijl de beide echtgenooten luisterden naar de kleine Louise, die door de groote zaal huppelde. Onmiddellijk daarop hoorde men mademoiselle Virginie mist haar sterk rarysch accent uitroepen: „Mademoiselle, venez, tout de suite, s'il vous plait; sinon, je le dirai h monsieur votre pére!" De majoor waagde het een blik op zijne vrouw te werpen. Zij scheen niets te hebben gehoord. Hij liep op den spiegel toe en schikte zijn kan ten lubben recht. „Indien Cronskiöld onweerstaanbaar is, dan valt dat ten minste niet aan zijn uiterlijk te danken'. II est d'une laideur épouvantable." „Vous trouvez?" „Weet gij dan niet, dat het niet alleen spreek woordelijk is geworden: „de mooie Fersen, maar ook: „de leelyke Cronskiöld" te zeggen?" „En begrijpt gij dan met, dat dit een charme te -meer is Mooie mannen koesteren zulk een neiging zichzelf te bewonderen, dat zij vergeten het ons vrouwen te doen." De majoor keerde zich haastig van den spiegel af en, met de handen op het marmeren blad steun- nende, gaf hij ten antwoord: „Jean raakte mij van morgen met het scheer mes aan, terwijl hy bezig was mij te scheren. Ik keek naar het wondje." „O! geef u geen moeite u te verontschuldigen, mon cher. Getrouwde mannen behooren hunne vrouwen niet te bewonderen. Daar maken dezen geen aanspraak op." Onder de laatste woorden der gravin, maakte de majoor een ongeduldig gebaar. De brief op de spiegelconsole viel daardoor op den grond. Hy bukte zich, om hem op te rapen. De gravin strekte de hand uit. Hij stond juist op het punt haar den brief toe te reiken, toen zijn blik op het opschrift viel. Hy aarzelde een oogwenk, keerde hem toen om en bekeek het zegel. „Cronskiöld correspondeert dus met u," zeide hy op drogen toon. „Dat schijnt wel, beste vriend." „Wat kan hy u te vertellen hebben?" „Hij verzoekt mij om een gunst, die ik hem heel gaarne zou toestaan." „Dat is niet mogelijk, Ulla." „Het is waar, Gustaf." Hij zette zich naast haar op de sofa neêr en boog zich over haar heen, terwijl hij, zonder den brief los te laten, hernam „Gij schertst slechts. Cronskiöld vraagt u om niets, dat gij hem zoudt willen vergunnen." Hy greep hare hand en bracht deze herhaaldelijk aan zijne lippen: „Sedert wanneer wenscht gy dat?" fluisterde hy, dicht aan haar oor. „Zou dat u waarlijk kunnen interesseeren vroeg zij onverschillig, zich een weinig terugtrek kende. „Ja." Hij schoof dichter bij„Wend het hoofd niet af, Ulla; zie mij aan!" Zij blikte naar hem op met denzelfden koelen blik. „Sedert Januari van dit jaar. Of, zoo gij liever hebt dat ik my nog duidelijker uitdruk, van het oogenblik af, waarop modemoiselle Virginie haar post als gouvernante hier in huis innam." De majoor beet zich op de lippen. „Gij bewijst mij de eer jaloersch te zijn," zeide hij, „maar in dat geval waarom hebt gij dan tot nu toe gewacht om aan zijn verzoek gehoor te geven?" „Omdat hij er niet eerder dan nu op heeft aangedrongen. Ik ben niet gewoon gunsten te verleenen, voordat men mij daarom heeft gesmeekt." „Ik begrijp het nu. Gij wilt u wreken." „Misschien en misschien ook niet. Cela depend. Het hangt van u af of liet verzoek, dat hij in dezen brief tot mij richt, zal worden toegestaan of niet. En ook van u hangt het af of „Gy praat wartaal. Vraagt gy mij waarlijk om raad, omtrent hetgeen gij hierop zult antwoorden T" „Ja, dat doe ik. Gij zijt het, die daarover te beslissen hebt. Ziet gij, beste vriend, er komt in een vrouwenleven een dag, waarop zij het moede wordt tegen den stroom op te worstelen en zich afvraagt of zij zich niet par hasard zou kunnen laten meesleuren. Ik heb waarlijk tegenstand geboden. Misschien was dat eene domheid tegen over u. Gij herinnert u waarom ik er op aandrong, dat wij het hof en Stockholm zouden verlaten?" „Ja, de hertog Ik moet u nog danken, dat gy zoo spoedig zijn aanbidding afwe»st." „Dat behoeft niet. Het was geen verzoeking." „Omdat gij geen liefde voor hem gevoeldet." „Neen, omdat gy my liefhad." „Dat doe ik nog altijd, Ulla! Als gij het mij slechts wilt toestaan!" Wordt verenigd.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1908 | | pagina 1