NIEUW E
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
No. 97.
Woensdag 2 December 1908.
Zeven-en-dertigsle jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Plaatselijk Nieuws.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75;
Franco per poet door het geheele Rijk 1.
Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent.
ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever O. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoonno. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 71/, Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
De Gemeenteraad zal in zijn eerst
volgende zitting eene belangrijke beslis
sing moeten nemen.
Burgemeester en Wethouders zouden'
aan de Raadsleden n.l. het navolgende
rapport en voorstel betreffende de water-1
leiding:
In uwe vergadering van 28 Augustus
1906 werden onze voorstellen van 2
April 1906, afdeeling I, No. 799, en 9
Augustus 1906, Afdeeling I, No. 1544,
betreffende de Waterleiding van uwe!
agenda afgevoerd.
Tot een juist begrip van het hierna
volgende hebben wij de eer U in herin
nering te brengen, dat de coneessiona-
risse in Novenber 1905 aan te brengen,
o.a. bestaande in een geheel afzonder
lijke prise-d'eau voor Amersfoort, ver
betering van buizennet, enz.
Op dit verzoek gaven wij U advies
bij ons voorstel van 2 April 1906, af
deeling I no. 799 (gedrukte stukken
pag. 82 en volg., bijl. Raad No. 122)
en een kabinet-schrijven van 2 April,
No. 95, waarbij tevens de door ons
ingewonnen technische en juridische
adviezen voor U ter inzage gelegd wer-
den. Onder verwijzing naar die stukken
zij er aan herinnerd, dat wij tot de
conclusie kwamen, dat er geen termen
waren, U voor te stellen de concessie
in te trekken of tot den aanleg van
eene gemeentelijke waterleiding over te
gaan. Daarentegen vonden wij vrijheid
U voor te stellen, aan de concessiona- j
risse de gevraagde vergunning voorden
aanleg der nieuwe werken onder zekere
voorwaarden te verleenen. De gronden,
waarom dit standpunt door ons werd j
ingenomen, zijn vermeld in het genoemde
kabinet-schrijven en de daarbij behoo-
rende adviezen van de deskundigen. j
Deze voorstellen werden in uwe afdee-
lingsvergaderingen van 2 en 3 Mei 1906
"behandeldwij beantwoordden de ver
slagen bij ons schrijven van 14 Mei
1906, afdeeling I. No. 1009 (gedrukte
stukken pag. 119131) en handhaafden
ons voorstel van 2 April bij ons rap
port en voorstel van 9 Augustus 1906
afdeeling I, No. 1544 (gedrukte stukken
pag. 195, bijl. Raad No. 321) en ons
kabinet-schrijven van 9 Augustus 1906,
kab. No. 107.
Vervolgens kwamen deze voorstellen
ter tafel in uwe vergadering van 28
Augustus 1906; na bespreking in eene
zitting met gesloten deuren werden de
voorstellen van de agenda afgevoerd.
Bij de behandeling in de vergadering
met gesloten deuren werd tegen mede-
deeling hiervan schijnt thans geen bezwaar
te bestaan de wensch te kennen ge
geven een geheel nieuw ontwerp-eoncessie
te ontvangen, waarmede de Maatschappij
zich vereenigt, alvorens de vergunning
tot uitbreiding der werken te verleenen.
Voor de uitvoering dier werken toch was
wijziging van artikel 2 der concessie
noodig; dit artikel verplicht de conces-
sionnarisse water van de Soesterheide
aan te voeren, terwijl volgens de nieuwe
werken op een andere plaats het water
verkregen zou worden.
Ter voldoening aan den door U uit
gesproken wensch hebben wij de onder
handelingen met de concessionarisse ge
opend betreffende het vaststellen van
eene geheel nieuwe concessie.
Alvorens het resultaat dier onderhande
lingen te bespreken, zij medegedeeld, dat
ons college, ook na de verdere onder
handelingen, de overtuiging heeft blijven advies van den geraadpleegden deskun-
hehouden, dat aanleg van eene gemeente- dige en de Gemeente-ambtenaren, te
lijke waterleiding naaBt die van de con-
ceBsionarisse niet in 't belang van de
Gemeente is.
Hoezeer wij in beginsel van het ex-
ploiteeren eener drinkwaterleiding in
eigen beheer voorstanders zijn, meenen
wij U onder de bestaande omstandigheden
geen daartoe strekkend voorstel te mogen
doen. Het doet ons leed de gronden,
waarop onze meening steunt, Diet in dit
advies te kunnen mededeelen. Het belang
der Gemeente verzet zich evenwel in deze
beslist tegen een voor publicatie geschikte
uiteenzetting van de rechten, die de Ge
meente en de concessionarisse kunnen
doen gelden en de belangen, die beide
partijen hebben bij het vaststellen eener
nieuwe concessie. Wij zien ons derhalve
genoodzaakt, voor een en ander te ver
wijzen naar het hierbij overgelegd kabinet
schrijven, waarbij tevens nog eenige
latere ingewonnen adviezen van des
kundigen zijn gevoegd.
Voorzoover de toelichting op het hierbij
aangeboden ontwerp van eene concessie
niet gegeven moest worden in het bij
dit voorstel behoorend kabinet-schrijven,
zij het volgende medegedeeld.
Vooraf zij nog opgemerxr, ua! wij
getracht hebben de zwakke punten en
tegenstrijdigheden, die in de oude con
cessie voorkomen, zooveel mogelijk op
te heffen, doch dat we ons geenszins
vleien, dat bij vaststelling van deze con
cessie, verschil van meening met de con
cessionarisse voortaan uitgesloten zal zijn.
Zooals uit de ontwerp-eoncessie blijkt,
neemt de Maatschappij er genoegen mede,
dat aan haar geen uitsluitende
concessie verleend wordt.
Bij het voeren der onderhandelingen
heeft aanvankelijk het voornemen voor
gezeten een uitsluitend recht tot exploi
tatie aan de concessionarisse te verleenen.
Voor den aanleg der nieuwe werken is
een belangrijk kapitaal noodig, dat de
concessionarisse meendo niet in haar be
drijf te mogen plaatsen, indien zij daarbij
geen zekerheid had, voldoenden tijd te
kunnen exploiteeren zonder concurrentie.
Ons college stelde, tegenover den eisch
van uitsluitende concessie, het recht van
de Gemeente tot tusschentijdsche over
name van het bedrijf, welke eisch in
principe door de concessionarisse als bil
lijk erkend werd.
Bij de uitwerking der voorwaarden
van tusschen tijdsche overname is even
wel geen overeenstemming bereikt. Aan
vankelijk hadden wij den Gemeente
architect en den Directeur der gasfabriek
verzocht ons van advies te willen dienen
betreffende het vaststellen der voorwaar
den. Daarna hebben wij nog een uitvoerig
advies van een deskundige hieromtrent
ingewonnen. De resultaten, waartoe deze
adviezen ons geleid hebben, zijn neer
gelegd in onze missives aan de conces
sionarisse van 25 September 1907,
afdeeling I, no. 1408, en 11 Mei 1908,
afdeeling I no. 717.
Do meening van de concessionarisse
betreffende dit punt is neergelegd in
haar schrijven van 9 October 1907.
Een uitvoerige uiteenzetting van het
standpunt van beide partijen kan, nu
geen overeenstemming bereikt is, als
overbodig beschouwd worden.
De daarop betrekking hebbende ge
wisselde stukken liggen ter inzage.
Nadat ons gebleken was, dat op dit
bezwarende bepalingen aanvaard werden,
meenden wij niet verder te kunnen
bevorderen, dat aan de concessionarisse
een uitsluitend recht van exploitatie werd
toegekend.
Wij hebben het thans daarheen geleid
dat de concessionarisse bereid is, de
voorgestelde uitbreidingswerken uit te
voeren, zonder dat haar het uitsluitend
recht van exploitatie gegeven zal worden.
De Gemeente zal dus, ook volgens de
nieuwe concessie, èn zelf te allen tijden
eene waterleiding kunnen exploiteeren
èn aan anderen, desgewenscht, concessie
kunnen geven.
Uit artikelen 2 en 3 blijkt, dat de
uitvoering van de werken, aangeboden
door de concessionarisse bij schrijven
van 27 November 1905, thans in de
concessie zijn opgenomen.
Voor de beschrijving dier werken zij
verwezen naar ons hiervoren genoemd
voorstel van 2 April 1906 afdeeling I,
No. 799. De verbeteringen, die ten
gevolge van die nienwe werken zoowel
voor de gewone watervoorziening als
voor den wateraanvoer bij brand ver
kregen zullen worden, zijn daar uiteen
gezet.
Met nadruk verwijzen wij U to dien
aanzien ook naar het in ons voorstel
genoemd rapport van den heer Yan Has
selt, oud-Directeur der Amsterdamsche
waterleiding.
De bij het voorstel van 2 April ge
noemde verbetering in het buizennet
op verschillende plaatsen zijn thans
opgenomen in het tweede gedeelte (B)
van het aangeboden concept-besluit.
Artikel 5 regelt het waterverbruik
door de Gemeente. Yolgens de oude
concessie werd jaarlijks 4000 MJ beschik
baar gestelddit bedrag is thans op
15 000 M' gebracht, met vermeerdering
bij toename van bevolking.
Artikel 6 heeft betrekking op de uit
breiding van het buizennet (zie art. 7
der oude concessie). Getracht is, de vele
onduidelijkheden van artikel 7 (oud)
zooveel mogelijk op te heffen.
Yolgens de nieuwe redactie zal ons
college bij uitbreiding van het buizen-
over de binnenwijdte te beslissen hebben.
De plaatsing van de brandkranen en
afsluiters is thans ook beter geregeld.
Artikel 16 heeft ten doel, bij brand
zooveel mogelijk voeling te houden met
de brandweer.
Yoor het overige meenen wij, dat de
nieuwe bepalingen geen bijzondere toe
lichting verder behoeven.
In het hierbij behoorend kabinet
schrijven zijn meer in 't bijzonder uit
eengezet de bezwaren en de voordeelen
aan het vaststellen der nieuwe concessie,
'in verband met de rechten, die de Ge
meente kan doen gelden en de ver
houding van de concessionarisse jegens
de Gemeente Utrecht, verbondon. In
dit schrijven kan evenwel gewezen
worden op een voor de Gemeente groot
belang bij het totBtand komen der nieuwe
werken.
Onder werking van de oude concessie
kon de Gemeente onder zekere omstan
digheden in 't bezit treden van het
buizennet der concessionnarisse (art. 18).
De bepaling is zoo goed als waardeloos;
bij toepassing heeft de Gemeente wel
een buizennet, maar geen water. Het
aanleggen van een afzonderlijk prise-
voor Amersfoort brengt in
punt geen overeenstemming te verkrijgen d'eau voor Amersfoort brengt in dit
was, tenzij door de Gemeente voor tus- opzicht belangrijke verbetering. Bij niet
schentijdsche overnamen, volgens het I stipte naleving der coneessie kan deze
vervallen worden verklaard en treedt
de Gemeente van rechtswege in den
eigendom en het bezit van alles, dat
tot de waterleiding behoort, i.e. eeen
compleete waterleiding.
Op grond van het bovenstaande en
van de beschouwingen, neergelegd in
het hierbij aangeboden kabinet-schrijven,
hebben wij de eer U bijgaand concept
besluit ter vaststelling aan te bieden.
De Raad der Gemeente Amersfoort:
Gelet op het voorstel van Burge
meester en Wethouders van 21 Novem
ber 1908, afdeeling I, no. 1575, tot
wijziging der concessie, verleend aan
de Utrechtsche waterleidingmaatschappij
„Compagnie des eaux d'Utrecht";
De voorwaarden, onder welke bij
Raadsbesluit van 25 Maart 1889 con
cessie is verleend aan de Utrechtsche
Waterleidingmaatschappij „Compagnie
des eaux d'Utrecht" tot den aanleg en
de exploitatie eener drinkwaterleiding
binnen de Gemeente Amersfoort en om
daartoe in den grond, welke bij de
Gemeente in beheer en onderhoud is,
op nader te omschrijven plaatsen, buizen
en diensthuizen te leggen en te houden,
zoodanig te wijzigen, dat deze voorwaar
den zullen luiden als volgt
Artikel 1. Binnen drie weken, nadat
da cancessioudrisae door Burgemeester]
en Wethouders kennis is gegeven van
dit Raadsbesluit, is zij verplicht, schrif
telijk te verklaren of zij do conoessie
onder do gewijzigde voorwaarden aan
neemt.
2. Bij gebreke van dien blijft de con
cessie van kracht onder de voorwaarden,
zooals deze vastgesteld zijn bij Raads
besluit van 25 Maart 1889.
Art. 2. 1. Door de concessionarrisse
zal binnen 3 maanden, nadat zij de ver
klaring, bedoeld in artikel 1, lid 1, zal
hebben ingezonden, een aanvang worden
gemaakt met de uitvoering der werken,
waarvan zij de plannen en teekeningen
bij schrijven van 27 November 19U5
aan Burgemeester en Wethouders heeft
ingediend.
2. Op kosten en vanwege de conces
sionarrisse zal eene telepbonische ver
binding aangelegd en steeds onderhouden
worden tusschen het Politiebureau en
het te bouwen pomp-station.
3. De concessionarrissen zal, indien
dit door Burgemeester en Wethouders
wordt gewenscht, in de buis, nabij het
reservoir op den „Amersfoortschen Berg"
een retourklep aanbrengen en steeds
onderhouden, die zich zelf kan sluiten
of door kraebtsoverbrenging van uit het
pomp-station gesloten kan worden, waar
door de toevoer van het water naar het
reservoir kan worden afgesloten.
4. De werken, genoemd in lid 1 en
2 zullen voltooid moeten zijn binnen
anderhalf jaar, nadat daarmede een
aanvang is gemaakt.
5. Behoudens de gevallen, waarin de
vertraging het gevolg mocht blijken van
oorzaken onafhankelijk van den wil van
de concessionarrissen, zooals het niet
of niet tijdig verkrijgen van de vercischte
vergunningen of langdurige vorst, die
het onmogelijk zou maken met het uit
voeren dier werken geregeld voort te
gaan, zal de concessionarrisse verschul
digd zijn aan de Gemeente een boete
van 10 gulden voor iederen dag, dat die
werken later voltooid zijn, dat in lid 4
is voorgeschreven.
De concessionarrisse zal, zoolang de
pomp-machine is stop gezet, te allen tijde
een zoogenaamd gebankt vuur behouden
om in geval van brand te allen tijde
zoo spoedig mogelijk den in lid 2 voor
geschreven druk te bewerkstelligen.
Burgemeester en Wethouders hebben
de bevoegdheid, de concessionarrisse van
do naleving van deze voorwaarden te
ontslaan.
7. Zij zal zich bij het maken der
werken gedragen naar de voorschriften,
welke in het belang van het verkeer,
van de veiligheid of uit anderen hoofde
haar door of vanwege de bevoegde macht
zullen worden gegeven. Ze moet alle
tengevolge dier voorschriften noodzake
lijk kosten dragen.
Art. 3. 1. Do concessionarrisse is
verplicht tot het aanvoeren naar en in
de Gemeente Amersfoort van water, dat
zoowel door samenstelling als oorsprong
aan alle eischen van deugdelijkheid vol
doet en in zoodanige hoeveelheid als ten
behoeve van den publieken dienst en van
de ingezetenen voor den geheelen duur
der concessie zal blijken noodig te zijn.
2. De druk, waaronder het water te
allen tijde in de buizen moet verkeeren,
bedraagt nimmer minder dan 30 M.
boven A. P. terwijl bij brand, zoo
spoedig mogelijk na ontvangst van het
bericht bedoeld in lid 4, de druk nim
mer dau 40 M. boven A. P. mag be
dragen.
3. Indien bij brand het water onder
een hoogeren 'druk dan 30 M. boven
A. P. moet verkeeren, wordt hiervan
bericht gezonden naar het pomp-station.
Het relaas van do Gemeente-beambte
die het bericht heeft overgebracht of
door middel van do telephoon heeft
medegedeeld, levert bewijs op betreffende
het overbrengen en ontvangen van het
bericht.
4. Ten einde te kunnen constateeren,
of het water onder dan bij lid 2 voor
geschreven druk verkeert, zal door de
concessionarrisse een mauometer in het
Politiebureau worden geplaatst en onder
houden die deu druk aanwijst. De aan
wijzing van deu manometer levert vol
ledig bewijs op van den druk, waaronder
het water verkeerd heeft.
5. De concessionarrisse heeft het recht
om, ingeval van brand, aan de geabon-
neerden sluiting van kranen, niet voor
huiselijk gebruik bestemd, te gelasten.
6. De bepalingen van dit artikel zijn
slechts van toepassing voorzoover niet,
met in achtneming van de artikelen 11,
12 en 20, staking in de waterlevering
plaats heeft.
Art. 4. 1. Indien gedurende den ge
heelen duur der concessie het water op
eenig tijdstip niet aan de eischen, welke
aan deugdelijk drinkwater gesteld kunnen
worden, heeft voldaan, of indien de bron
nen of de middelen tot aanvoer onvol
doende blijken te zijn voor de behoefte
of indien op de in artikel 3 bepaalde
wijze geconstateerd wordt, dat de volgens
artikel 3 verplichte druk op eenig tijdstip
niet aanwezig is geweest alles tor
beoordeeling en beslissing van Burge
meester en Wethouders zijn dez»
bevoegd om te hunner keuze, hetzij aan
den Gemeenteraad de vervallenverklaring
der concessie voor te stellen, hetzij aan
de concessionarisse op te leggen binnen
een door hen te bepalen termijn zoo
danige maatregelen te nemen, dat te
hunnen genoege in het gebrek voorzien
wordt.
2. Wordt aan dit bevel naar het oordeel
en de beslissing van Burgemeester en
Wethouders niet volledig voldaan binnen
den door hen bepaalden termijn, dan kan
de coneessie door den Gemeenteraad op
voorstel van Burgemeester en Wethouders