NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. 1 BINNENLAND. No. 2 Woensdag 6 Januari 1909. Acht-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BUITENLAND. Amersfoortsche Courant i'Vij ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75; Franco per post door het geheele Rijk f 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langeatraat 77. Telephoonno. 09. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte De aardbeving. De Temps verneemt uit Messina, dat de overheid thans aan een ieder den toegang tot de stad weigert, die niet afdoend kan aantooneri, dat hij in de stad moet zijn. De roofpartijen beginnen te verminderen, hoewel nog geheele benden misdadigers, die van alle kanten schijnen bijeer. te stroomen, door de ruïnen zwerven, de gewonden aftnakend de lijken beroovend. Zon dagmorgen werden twee karabiniers door dit gespuis gewond, terwijl ook een paar douaniers gedood werden Een afdeeling Russische matrozen moest zich verdedigen tegen een bende kereP, die hen met de revolver in de vuist aanvielen. Een matroos fotnl- leeide een doodgeschoten plunderaar en vond in zijn zakken fr. 135,000 aan bankpapier, welk geld aan den commandant van de Gesarewilsj werd ter hand gesteld. De menschen, die na de catastrophe het land in gevlucht waren, keeren nu, door honger en dorst gedreven, geleidelijk terug naar de steden en komen de ellende daar nog vermeer deren. De vlammen zijn overal ge- bluscht, maar de legen blijft hard nekkig aanhouden, waardoor het red dingswerk buitengewoon bemoeilijkt wordt. Men vreest het uitbreken van een epidemie. Talrijke lijken worden,overdekt met ongebluschte kalk, in zee geworpen. Het meerendeel van degenen, die het leven eraf hebben gebracht, heeft slechts één gedachteweg te komen uit deze hel. Zoodra een trein aan komt, valt de menigte er op aan, ze verbreekt de cordons der soldaten en vecht om in de coupés te komen, klimt boven op de wagens, op de locomotief, hangt zich aan de bulfers, in één woord, laat niets onbeproefd om mede te komen. Een berichtgever van de Temps heeft te Messina met verschillende personen, die niet geheel en al het hoofd kwijt waren, gesproken over de toekomst van de stad. Uit hetgeen hij hoorde meent hij te mogen afleiden, dat het niet tot een herbouw zal ko men hetgeen Messina was, zal het nooit weer worden. Natuurlijk zullen zich op die plaats wel weer menschen te eeniger tijd gaan vestigen, maar de stad zelf, dit oord van beschaving, met haar geschiedenis, haar kunst, industrie en handel, dat alles zal niet weder opbloeien. Men heeft weliswaar in den loop der tijden gezien, dat verwoeste steden weder herrezen, dik wijls schooner dan ooit, maar daar was dan een dwingende noodzakelijk heid voor. En juist die noodzakelijk heid bestaat hier niet. Vroeger, vooral in de 17e en 18o eeuw, was Messina de haven voor den handel van het eiland met het vasteland en omge keerd. Thans, met de nieuwe trans portmiddelen trekt Palermo langza merhand den handel met het weste lijke deel van de Middellandsche Zee tot zich, terwijl Catania den handel krijgt van het eiland mot het oostelijk deel der Middellaudscbe Zee. Reeds de laatste jaren had deze plaats een groot deel van den handel in graan en citroenen aau Messina ontfutseld. Met het oog hierop hebben een groot aantal geredden zich dan ook reeds te Catania gevestigd. Tusschen Palerrna en Catania, welke beide steden zich steeds meer moder- niseeren, begon Messina reeds het beeld van dreigend verval te vertoo- nenhet had net uiterlijk van een schitterend anachronisme. De Koning heeft Giolitti geseind in tiet bijzonder zijn zorgen te wijden aan de kleinere plaatsjes en gehuchten aan de Calabreesche kust, welke nog geheel en al geïsoleerd zijn. De toe stand aldaar is verschrikkelijk. Thans is het den berichtgever van het Berliner Tageblatt eindelijk gelukt lot Mes-ma door te dringen Hij seinde Zaterdag over zijn reis en zijn eersten indruk van uit Palermo, waarheen hij is teruggekeerd Donderdagavond bereikte ik Palermo. Sicilië ziet er uit als een gioote legerplaats, overal vindt men soldaten maar tevens hoort men overal hel geweeklaag en het hulpgeroep van gewonden en siervenden. Alle ver keerswegen en verkeersmiddelen zijn door den staat in beslag genomen; de scheepvaartlijnen van Napels naar Sicilië dienen slechts tot vervoer van soldaten en beambten, van doktoren en pleegzusters. Zelfs rle bloedver wanten der omgekomenen mogen niet aan boord genomen worden. De eenige weg leidt langs Palermo, aangezien de spoorbaan naar San Giovanni vernield is. Palermo is één groot hospitaal. Alle hotels en honder den particuliere woningen zijn volge propt met licht gewonden. In de hospitalen worden de zwaarder ge wonden opgenomen, van wie honderden dagelijks sterven. Op het station van Palermo komen duizenden vluchte lingen aan, half verhongerd, velen krankzinnig. De bevolking staart de ongelukkigen nieuwsgierig en vol medelijden aan en begeleidt den treurigen stoet gewonden, die op draag baren en ladders naar de ziekenhuizen worden gebracht. Velen sterven onder weg, anderen weer gesticuleeren en weenen, nog anderen zijn totaal apathisch. Meer dan honderd vrouwen met zuigelingen kwamen Zaterdag te Pa lermo aan en werden ter betere ver pleging verder doorgezonden. Ontzaglijk is de schade, welke de kooplieden van Palermo lijden, want natuurlijk staken alle schuldenaren in Messina voorloopig hun betalingen. Messina is mijlen ver in den omtrek door militaire cordons afgezetevenals in oorlogstijd treedt het militair gezag overal op. Met den trein kon ik tot op 10 K.M. van Messina komen. Vandaar kan men met wagens, en zelfs auto mobielen, maar tegen ontzaglijke prijzon, tot aan de militair bezette grenslijn komen, vanwaar men echter slechts met een toegangsbewijs verder kan komen. Eindelijk komen dan de ruïnes in het gezicht. Op den weg naderen eindeloozen scharen vluchtelingen, en midden daartusschen processies met heiligenbeelden. Sommigen zenden midden op straat gebeden op voor hun redding. En nu zag ik de eerste dooden. In lange rijen liggen ze naast elkaar, terwijl de soldaten als doodgravers dienst doen en enorme kuilen graven. Handen schieten te kort om alles te redderen. Overal is gtbrek aan drank en voedsel. Een merkwaardig staaltje van voor gevoel wordt uit Rome aan de West- minster Gazette gemeld: Signora Ventura, de vrouw van een kolonel, kwam Zaterdag te Rome aan en deed daar het volgende eigenaardige ver haal Op Kerstmis waren mijn echt genoot en ik met generaal Cotta en zijn vrouw in een hotel te Beneventa. Wij hadden plan naar Messina te gaan en daarom zeide de generaal tot mij: »Ga er niet heen, mevrouw, ik heb een voorgevoel, dat er een aard beving zal komen". Mijn echtgenoot moest echter te Missina zijn en wij vertrokken dus toch. Op het slation te Benevento waar schuwde de generaal mij nog eens: «Beste vriendin", zoo zeide hij, «ga toch niet, mijn voorgevoel bedriegt mij nooit". Maar wij gingen toch en 's Maandags waren wij te Messina. Ik was reeds op toen de ramp plaats bad en toen het huis dreigde in te storten, konden wij nog den drempel van onze kamer bereiken. Dat wij ontkomen zijn, was feitelijk een wonder, want het geheele huis stortte in, alleen de muur, waarop wij stonden, hield zich staande. Hoe lang wij zijn blijven staan weet ik niet. De schokken duurden maar steeds voort en de muur schudde hevig heen en weder. Ik drukte mij tegen mijn man aan en hield bijna den geheelen tijd mijn oogen gesloten, ofschoon wij van het punt, waar wij stonden, de geheele verwoesting van de stad konden zien. De vlammen sloegen omhoog en wij hadden reeds alle hoop op redding opgegeven, maar toen kwamen eenige soldaten, die ons bevrijdden uit onze hachelijke positie". Een reedateur van de Messagero heeft een onderhoud gehad met een der personen, die den koning ven Italië vergezeld h< bben op zijn tocht naar de tooneelen van de ramp Deze ver haalde hem»Na het bezoek aan de ruïnes van Messina en Reggio, begaf de koning zich onmiddellijk aan boord van den kruiser «Regina Elena," waar de koningin bezig was hare zorgen te wijden aan de gewonden. Het was een treffende ontmoeting de koningin, geheel onder den indruk van bet lijden, waarvan zij getuige was geweest, vergat geheel en al de etiquette en viel haren gemaal om den hals. dO, mia cara"! zeide de koning. «Welk een ijselijk ongeluk Oneindig erger nog dan dat van 1905 En toen gaf hij in korte woorden en op bewogen toon een aangrijpende schildering van het vreeselijke dat hij aanschouwd had. Hij verhaalde haar van de overal verspreide ruïnes, van de vreeselijke slachting onder de bewoners en van het verdwijnen van kunst- en historische schatten, die met geen geld te betalen waren. Wal den koning het meest smarte, aldus de zegsman, was, dat trots de pogingen van allen om de ellende te lenigen, bij de grootheid van deze ramp, zoo betrekkelijk weinig was bereikt. Hijzeif had persoonlijk de directie van alle diensten op zich gënomen, door zijne tegenwoordig heid de autoriteiten aangemoedigd, enkelen, die het verdiend hadden, zelfs barsch bejegend, in één wqord, hij had alles gedaan, wat een flink man als hij is met kracht en energie kan doen. Dat hielp natuurlijk de wanorde verminderen, haar geheel doen ophouden was ook hem te machtig. Zaterdag, toen de koning juist het hospitaal te Messina had verlaten, ontmoette hij een troepje soldaten, die een brancard droegen, waarop een bleek infanteristje lag. «Wat is er met u gebeurd?" vroeg de koning. «Ik ben uit een derde verdieping gevallen, toen ik een vrouw wilde redden," zeide de gewonde. De koning drukte hem de hand en zeide «Je bent een dapper soldaat!" En aan zijn adjudant gaf hij last den naam van den soldaat op te schrijven, ten einde hem een beioontng te doen toekomen. Zondag j I. is onder groot vreugde betoon van de bevolking de eerste trein weder uit het station Catanzaro vertrokken. De tocht was echter niet gelukkig. Midden in het veld moest de trein blijven staan, daar ten gevolge van een hevig plotseling opgekomen on- weder een gedeelte van den spoordijk overstroomd was. Eerst na een uur oponthoud kon de reis worden ver volgd. Omtrent de geleden materieele schade wordt door Central News uit Rome geseind, dat naar ruwe schat ting het vei lies aan particulier en staatseigendom berekend wordt op ongeveer 140,000,000 p st. Wij laten hieronder enkele cijfers volgen De versterkingen van de Stiaat van Messina 12 millioen pd., de haven werken van Messina 6 millioen pd., de haven van Reggiu 2 millioen, de haven van VillaSan Giovanni 1,250,000 pd., de vuurtorens 80,000 pd. Men raamt verder het aantal verloren gegane schepen op 2200, samen een waarde vertegenwoordigend van 1,250,000 pd. De waarde van vernielde particu liere eigendommen te Messina wordt berekend op 80 millioen en te Reggio op 40 millioen pd. Galabal ten Ifove. Het Nieuwjaarsgala-bal ten Hove, dat Maandagavond te 9 uur ongeveer een 1000 tal genoodigden uit de hof-, diplomatieke, burgerlijke en militaire kringen in de prachtig verlichte en met levende witte seringen versierde zalen van het Koninklijk Paleis ver- eenigde, verschilde ditmaal met derge lijke hoffeesten van de laatstvorige jaren, in dit opzicht dat daaraan de luister der tegenwoordigheid van H. M. de Koningin niet kon worden bijgezet. Hare Majesteit werd echter in de taak tegenover de gasten vervangen door 11. M. de Koningin-Moeder en Z. K. H. Prins Hendrik, die te zamen de honneurs waarnamen. Kort na negen uur begaven de leden der Koninklijke familie zich te midden van den kring van vreemde diplomaten, ministers, hooge Staats ambtenaren, die zich voor het Cercle in de groote balzaal met hunne dames bevonden. Na afloop van deze begroeting nam het bal een aanvang dat opgeluisterd werd door de dansmuziek van de Kon. Mil. Kapel, gedirigeerd door den direc teur luit. Bouwman. In de kleine danszaal speelde een orkest onder leiding van den kapel meester der voormalige schutterij, den heer Bolten, en aangezien van de dansgelegenheid aldaar weinig of geen gebruik werd gemaakt, zoo wisselde de muziek er de dansnummers af met het spelen van eenige marschen van oud Hollandsche toonzetting, compositiën uit het verleden, die op speciaal verzoek van den Prins dezen avond werden uitgevoerd. Koningin-Moeder en Prins bezoch ten de verschillende salons; die de groote balzaal omgeven, lieten zich vele dames en heeren voorstellen of traden naar andere feestgenooten toe met wie zij zich belangstellend onder hielden. In twee zalen waren buffetten geopend waar ook souper werd gediend. Bij den aanvang was er in een ander salon een theebuffet. Tot de aanwezigen behoorden ook de thans in de residentie met verlof aanwezige gezanten van H M. bij buitenlandsche Hoven, o. a. die te Weenen en te Athene. Tegen middernacht was het feest afgeloopen. Een Engelschman over Java. Een veelbereisd Engelschnian, de heerFlynn Anderson, heeft zich tegen over de redactie der «Locomotief" uitgelaten over zijne bevindingen op Java en zeide niet te aarzelen, na vele jaren met reizen te hebben door gebracht, als zijn meening uit te spi eken dat er weinig streken bestaan, die mooier zijn en waar hotels en treinen zooveel gemakken opleveren. Ik ben er zeker van, zei hij, dat binnen enkele jaren een groot aantal toeristen, die nu naar Britsch Indië, Ceylon en Japan gaan, in stede van daaiheen, naar Java zullen reizen. «De hotels op Java staan verre boven die in Britsch indië, wat mis schien zijn oorzaak hierin vindt, dat de laatste voornamelijk gehouden worden door inlanders, daar een Engelschman nooit een goede kok wordt en ook nooit uitmunt als hotel houder. Over 't algemeen zijn de hotels in Britsch-Indië vuil en doet een reiziger verstandig steeds zijn eigen beddegoed en kussens mee te nemenmaar op Java zijn de hotel3

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 1