ingegeven door het Arrest van den Hoogen Raad van 10 November 1902 („Weekblad voor het Recht," no. 7835). Zonder eene dergelijke bepaling zou, met het oog op dit arrest, de verordening straffeloos overtreden kunnen worden door de bestuurderen van een rechts persoon. De Gedeputeerde Staten eischen thans aanvulling der verordening met een toevoeging in den geest van art. 51 Wetboek van Strafrecht. Dit artikel luidt: „In de gevallen, waarin wegens over treding straf wordt bepaald tegen be stuurders, leden van eenig bestuur of commissarissen, wordt geenc straf uit gesproken tegen den bestuurder of commissaris van wien blijkt, dat de overtreding buiten zijn toedoen is ge pleegd." Naar ons oordeel is opname van een dergelijk artikel in strijd met art. 150 der Gemeentewet waarbij o.a. voorge schreven is, dat plaatselijke verordeningen niet treden in hetgeen van algemeen Rijksbelang is. In art. 6 der verordening wordt straf bepaald tegen de bestuurders van een rechtspersoon. Art. 51 van het Wetboek van Strafrecht stelt vast, onder welke bepaalde omstandigheid tegen een bestuurder geen straf wordt uitgesproken, alhoewel in 't algemeen wegens over treding straf bepaald is tegen bestuurders. De wet heeft derhalve reeds bepaald in welk geval een bestuurder straffeloos zal zijn. Evenmin als in een gemeentelijke ver ordening opgenomen mag worden een voorschrift, als vervat in art. 52 Wet boek van Strafrecht, luidende: „mede plichtigheid aan overtreding is niet straf baar," evenmin is het naar onze meening geoorloofd, eene bepaling, als vervat in art. 51 van het Wetboek van Strafrecht vast te stellen. De gemeentelijke ver ordening immers mag niet regelen 't geen reeds door de wet is vastgesteld. Wij achten het evenwel met het oog op den aanleg van den nieuwen weg van groot belang voor de Gemeente, de onderwerpelijke verordening zoo spoedig mogelijk in werking te doen treden. Wij stellen u daarom voor, thans aan de gemaakte opmerking gevolg te geven, te meer omdat er bij het vaststellen of wijzigen van andere strafverordeningen nog wel gelegenheid zal bestaan, op dit meening8verschil nader terug te komen. De vermelding van perceel no. 107 berust op een misverstand, aangezien dit perceel voor weg bestemd is. Op grond van het bovenstaande hebben wij de eer u voor te stellen: lo. Intrekking van uw besluit van 12 Januari 1909, no. 14; 2o. Vast te stellen de volgende con cept-verordening. Artikel 1. De perceelen of gedeelten van de perceelen, kadastraal bekend Gemeente Amersfoort, Sectie D, nos. 729, 731, 730, 764, 765, 766, 767, 1174, 2255, 1732, 1733, 1734, 1730, 1731, 1735, 1736, 1247, en Sectie C, nos. 1457, 1458, 1312, 87, 86, 470, 471, 472, 307, 308, 632, 633, 94,628, 629, 622, 104, 105, 112,699,698,338, 706, 120bis, 701, 1254, 118, 703, 704, 705, nader op de hierbij behoorendc teekening aangeduid door een groene kleur, zijn bestemd voor open bebouwing. Artikel 2. De terreinen, in artikel 1 genoemd, mogen slechts bebouwd worden met woonhuizen, die geen lagere werke lijke jaarlijksche huurwaarde dan drie honderd gulden hebben. Aan deze huizen mag geen andere bestemming gegeven worden dan die van woonhuis. Artikel 3. Op de terreinen, in artikel 1 genoemd, mogen de woonhuizen op geen korteren afstand dan 8 Meter van elkander verwijderd gebouwd worden, met deze afwijking, dat wel zoogenaamde dubbele villa's mogen gebouwd worden, mits de afstand van deze dubbele villa's of enkele huizen niet minder dan 8 Meter bedrage. Artikel 4. Van de voorschriften, Ter- vat in de artikelen 2 en 3 kan door Burgemeester en Wethouders dispen satie worden gegeven ten aanzien van den bouw van bij woonhuizen behoorende stallen of andere bijgebouwen. Artikel 5. Overtreding van de be palingen dezer verordening wordt ge straft wat betreft de overtreding van eene bepaling, vastgesteld krachtens de Woningwet, met hechtenis van ten hoog ste twee maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden; b. wat betreft de overtreding van een bepaling, vastgesteld krachtens de Gemeentewet, met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden. Artikel 6. De bestuurders van een rechtspersoon zijn ten aanzien van de naleving van de bepalingen van deze verordening door die rechtspersoon aan sprakelijk. Tegen den bestuurder, van wien blijkt, dat de overtreding buiten zijn toedoen is gepleegd, wordt geene Btraf bedreigd. Deze verordening werd met algemeene stemmen aangenomen. Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende den aanleg van het kruispunt van den Arnhemechen en Leusderwcg en de Bergstraat. Burgemeester en Wethouders zeggen tot toelichting daarvan: Bij het ontwerpen der teekening zijn wij uitgegaan van de gedachte dat het wenschelijk is den thans beschikbaren grond zooveel mogelijk voor plein in te richten. Nu de gemeente eigenareB van den grond ter plaatse is, vordert het belang der gemeente den aanleg zoo ruim mogelijk te doen geschieden. In het midden van het plein zal een vluchtheuvel aangebracht worden, be straat met tegels en hardsteenen banden, in 't midden waarvan een groote lantaarn zal geplaatst worden. Tusschen den Leus- denschen en Arnhemschen weg is met een flauwe bocht een trottoir geprojec teerd ter breedte van 3.00 Meter, even eens bestraat met tegels en hardsteenen trottoirbanden. Achter dit trottoir is een plantsoen ontworpen, waarvan de achterzijde gren zende aan de fabriek van de firma Eysink en aan de terreintjes van den Leusden- schcn weg, beplant zal worden met coni feren en groene heesters, terwijl de voor zijde van het plantsoen aangelegd zal worden als gazon met een bloemperk. Het is mogelijk in het midden van dit plantsoen te zijner tijd een gedenk- teeken te plaatsen voor Joan van Olden- barneveld, overeenkomstig het adres van het bestuur der vereeniging Joan van Oldenbarneveld. De kosten van bestrating, rioleering, aanleg plantsoen, enz., worden geraamd op f 3500. De Commissie voor de fabricage vcr- eenigt zich geheel met dit voorstel. De heer Salomons, ofschoon verheugd dat Burgemeester en Wethouders aan het bestaan van het beruchte driepuntje een einde hebben gemaakt, meent dat bij het maken van het nu overgelegde plan door hen niet genoeg aandacht is ge schonken aan de aestethische zijde; de lijn van het trottoir toch is geen fraaie lijn en zou meer gebogen moeten zijn. Hij zag daarom gaarne dit voorstel aan gehouden tot de volgende vergadering en is bereid intusschen zijn voorstel met teekeningen toe te lichten. Het andere bouwkundige raadslid, de heer Kroes, is het niet met hem eens. Gestreefd moet worden naar een zoo groot mogelijk plein en een gedeelte daarvan te bebouwen zou in strijd zijn met het eens genomen raadsbesluit. De heer Oosterveen voelde er ook wel wat voor het voorstel aan te houden doch de voorzitter wees er op dat de gunstige tijd voor het planten der boomen dan voorbij ging. Nadat nog de heer Van Duinen verklaard had teruggekomen te zijn van de gedachte tot gedeeltelijke bebouwing en zich nu volkomen te kunnen ver eenigen met het voorstel van Burge meester en Wethouders wordt het voor- stel-Salomons in stemming gebracht, met 13 tegen 3 stemmen verworpen en het voorstel van Burgemeester en Wethou ders met een stem tegen (die van den heer Salomons) aangenomen. Rapport en voorstel van Burge meester en Wethouders betreffende een adres van de vereeniging Joan van Olden barneveld luidende De behandeling van het adres der vereeniging Joan van Oldenbarneveld hebben wij aangehouden, totdat een voor dracht kon worden ingediend betreffende den aanleg van het kruispunt van den Arnhemsehen weg, Leusdensche weg en Bergstraat. Uit ons voorstel van 18 Februari 1909 afdeeling 1 no 258 blijkt, dat met den aanleg van het nieuwe plein rekening is gehouden met de wenschen der vereeniging ten opzichte van de eventueele plaatsing van een gedenk- teeken of standbeeld, ter eere van Van Oldenbarneveld. Voorzooveel dit ge deelte betreft kan het adres derhalve worden ingewilligd. Tegen het eerste deel van het ver zoek, te weten het nieuwe plein den naam te geven van „Joan van Olden- barneveldplein" bestaat bij ons college bezwaar. Wij vreezen onaangename ver warring door de reeds bestaande Joan van Oldenbarneveldlaan en Oldenbarne- veldstraat. De nagedachtenis van onzen beroemden stadgenoot kan naar onze meening door de plaatsing van het gedenkteeken en de benaming van een laan en straat vol doende in eere gehouden worden. Wij stellen ons voor na eenigen tijd een voorstel betreffende de benaming van het plein bij u in te dienen en hebben de eer u in overweging te geven 1 afwijzend te beschikken op het adres, Toorzooveel dit betreft de be naming van het nieuwe plein; 2 aan de vereeniging te kennen te geven, dat in het aan te leggen plantsoen gelegenheid zal bestaan te zijner tijd een gedenkteeken ter eere van Van Oldenbarneveld te plaatsen. Een voorstel van den heer Van Esveld het le punt aan te houden, totdat over de benaming zal worden beslist, werd met 12 tegen 4 stemmen verworpen. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders werd daarop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Voorstel van Burgemeester en Wet houders tot verhuring van het Vilders bosch gedurende 3 dagen aan het circus „Charles" voor f300. De heer Oosterveen wenscht in dit voorstel te zien opgenomen dat er geen Zondag onder deze 3 dagen valt, welk voorstel door den heer Kroes wordt ondersteund. Bij stemming over dit voor stel staken de stemmen (8 tegen 8) zoodat dit punt tot een volgende vergadering wordt aangehouden. Voorstel van Burgemeester en Wet houders betreffende de afbraak van een der schuren op het zoogenaamde Vilders bosch en weder opbouwen ten dienste van den Gemcentereinigingsdienst. Dit voorstel luidt: Het voorstel van 17 September 1908, afd. I, no. 1280, betreffende verkoop en afbraak van eenige schuren, staande op het z.g. Vildersbosch, namen wij in uwe vergadering van 29 September 1908 voorloopig terug, omdat we vernomen haddca, dat de Commissie tot bijstand in het beheer van den Reinigingsdienst meende, dat een der schuren zonder groote kosten ten dienste van de reiniging ingericht kon worden. De Commissie schrijft ons, dat de grootste der aanwezige schuren zeer goed gebruikt kan worden voor het sorteeren en bewaren van blik- afval en dergelijke producten, die, mits droog bewaard, een zekere handelswaarde hebben. Meermalen komen dan ook aanbiedingen voor den aankoop van dergelijke producten voor. Door de voorgenomen verplaatsing is het mogelijk, tevens op goedkoope wijze te voorzien in een sedert eenigen tijd gevoelde behoefte, t. w. een kleinen ziekenstal voor paarden op het terrein van de reiniging. In het bijzonder in geval van besmettelijke ziekte is het van veel belang, eene gelegenheid te hebben, de patiënten van de overige paarden te scheiden. De materialen van een gedeelte der genoemde schuur kunnen zeer geschikt voor dit doel gebruikt worden. Met het oog op de zeer dringende behoefte aan werk hebben wij de schuur reeds doen afbreken en verplaatsen, in de veronderstelling dat deze handelwijze, ondernomen in het belang der werk zoekenden, door u zou worden goed gekeurd. De totale kosten van de verplaatsing en wederopbouwing der schuur met het bouwen van den ziekenstal worden ge raamd op f970.terwijl het bouwen van een geheel nieuwe schuur en zieken stal geraamd worden op f 2500. Wij hebben mitsdien de eer u voor te stellen, uwe goedkeuring te verleenen aan onze handelwijze. Te zijner tijd zal u een voorstel be reiken betreffende de thans nog aan wezige gebouwtjes. Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Voorstel van Burgemeester en Wet houders betreffende de Vrijwillige Brand weer, luidende als volgt: Ten vervolge op onze nota, d.d. 12 November 1908, afd. I, no. 1543, waar bij inlichtingen werden verstrekt betref fende do Vrijwillige Brandweer, hebben wij de eer het volgende onder uw aandacht te brengen. Lettende op de zeer goede diensten, die gedurende 25 jaren door de thans ont bonden vereeniging aan de Gemeente bewezen zijn, achten wij het bestaan van eene dergelijke vereeniging wel in 't belang der Gemeente. Dat die diensten ook door uwe vergadering op prijs gesteld 2ijn, moge blijken uit uw besluit van 3 September 1907 no. 306, waarbij aan de vereeniging ter gelegenheid van haar 25-jarig bestaan een buitengewone sub sidie van f300.werd toegekend. De ondervinding van den laatsten tijd heeft evenwel de wenschelijkbeid aangetoond, den band tusschen de Gemeente en eene dergelijke vereeniging eenigszins nauwer te maken. Ten einde dit te bereiken, zouden de volgende bepalingen in aan merking kunnen komen 1". de Statuten en alle reglementen zijn aan de goedkeuring van Burgemeester en Wethouders onderworpen: 2». de rekening en verantwoording is aan de goedkeuring van Burgemeester en Wethouders onderworpenzij worden aan dit college jaarlijks met alle bijlagen ingezonden 3°. de benoeming van commandeurs geschiedt door Burgemeester en Wet houders, na ontvangst van eene aanbe veling van ten minste 3 personen voor iedere vacature. In aanmerking nemende, dat jaarlijks van gemeentewege subsidie gegeven en materieel beschikbaar gesteld wordt en voorts lettende op de overweging, dat de zorg voor eene behoorlijke brand- blussching op het Gemeentebestuur rust, achten wij het vaststellen van de boven genoemde bepalingen geenszins in strijd met het karakter van een vrijwillige brandweer-vereeniging. Ten aanzien van de vraagaan welke Tan de twee opgerichte vereenigingen do subsidie en de beschikking over het materieel gegeven moet worden, meent de meerderheid van ons college zich van advieB te moeten onthouden en, nu het eene keuze tusschen twee vereeni gingen van gevestigde burgers geldt, in deze den Gemeenteraad te moeten laten beslissen, met bereidverklaring, zoo ge- wenscht, in eene vergadering met gesloten deuren haar standpunt nader toe te lichten. De Voorzitter van ons college, die in dit geval de minderheid uitmaakt, meent, dat het Gemeentebelang vordert, den band aan te knoopen met de vereeniging aan het hoofd van welke de heer G. van Dors6en staat. Volgens opgave, door de Besturen der vereenigingen verstrekt, zijn 24 leden van de thans ontbonden vereeniging tot die van den heer Van Dorssen toegetreden, terwijl zich 11 leden van de vroegere vereeniging ver bonden hebben bij de tweede nieuwe vereeniging. Tot de eerstgenoemde ver eeniging zijn dus verreweg het grootste aantal leden toegetreden, die practisch reeds werkzaam zijn geweest, terwijl zij bovendien, wegens hun lidmaatschap van de oude vereeniging, zich jegens de Ge meente verdienstelijk hebben gemaakt. Dat deze verdiensten ook door uwe vergadering zjjn op prijs gesteld, blijkt uit het toekennen der reeds genoemde buitengewone subsidie van f300.Op deze gronden meent de minderheid te moeten adviseeren, onder de aangege ven voorwaarden een jaarlijksche subsidie ad f 200.en het materieel beschikbaar te stellen aan de vereeniging, wiey Voorzitter thans de heer Van Dorssen is! De heer Plomp zegt dat alle geschillen in den boezem der Vrijwillige Brandweer ontstaan zeker niet raken den wensch om de Gemeente van dienst te zijn. De lust daartoe schijnt integendeel nog aan gewakkerd, want nu bieden reeds twee vereenigingen bare goede diensten aan. In beiden zijn leden der voormalige ver eeniging die als zoodanig de Gemeente reeds menigen dienst hebben bewezen. Teneinde nu geen wrok te kwecken bij een der beide vereenigingen, wat een noodzakelijk gevolg zou zijn van het aan nemen van het voorstel van Burgemeester en "Wethouders, doet hij het navolgende voorstel De Raad der gemeente Amersfoort, Gezien, in zake de vrijwillige brand weer, de nota van Burgemeester en Wethouders der gemeente dt. 12 Novem ber 1908, Afd. I No. 1543, cn het voorstel van gemeld college, gedaan bij missive dt. 28 Januari 1909, afd. I No. 162; Gelet op de overgelegde stukken Overwegende dat de, in de vrijwillige brandweer ontstane geschilpunten vreemd zijn, aan het doel der vereeniging, mede ingezetenen in geval van brand ter hulpe te komen, dat het derhalve niet onmogelijk voor komt, dat die geschillen in der minne worden geregeld, dat het wenschelijk voorkomt, daar toe, onverminderd hetgeen door Burge meester en Wethouders in die richting is gedaan, nogmaals een poging aan te wenden, zulks ter voorkoming, dat de keuze van een der twee vereenigingen, waarin de vrijwillige brandweer zulks heeft gesplitst zal leiden tot versnippe ring van krachten en tot de gevolg trekking, voor den Raad verwerpelijk als geenszins gelegen in zijne bedoeling, dat de niet gekozen vereeniging als ter zijde gesteld zal worden beschouwd, dat het instellen van eene dergelijke poging tevens strekken kan tot bevor dering van goede verstandhouding tus schen het betrokken deel van de inge zetenen A. houdt de beslissing op het voor stel van Burgemeester en Wethouders in zake het verstrekken van subsidie en het in gebruik geven van materieel aan, B. noodigen Burgemeester cn Wet houders uit: 1". ter kennis der voorloopige be sturen van de vereenigingen ontstaan uit de vrijwillige brandweer, te brengen, dat de Raad dezer gemeente, waardee- rende de diensten door de vrijwillige brandweer gepresteerd, het aangenaam zal zijn, wanneer ter zijde stellende alle persoonlijke inzichten en grieven, met het oog op het doel van de vereenigin gen, en ter bevordering van de eens gezindheid tusschen ingezetenen, de zooeven gemelde voorloopige besturen pogingen zouden in het werk stellen, de vereenigingen te doen ineensmelten tot een geheel, 2'. die besturen te verzoeken van hunne pogingen, hetzij gezamenlijk, hetzij afzonderlijk aan bet college van Burgemeester en Wethouders verslag te doen. De voorzitter zegt als minderheid in het college van Burgemeester en Wet houders zich volkomen met het voor stel te kunnen vercenigen en deelt mede dat het door het Dagel. Bestuur wordt overgenomen. Het wordt daarop z. h. st. aangenomen. Voorstel van Burgemeester en Wet houders tot het in gebruik geven van een lokaal in het voormalig echutterij- magazijn aan de vereeniging toe be- strjjding van de tuberculose te Amersfoort. Tot toelichting daarvan zeggen Bur gemeester en Wethouders: Bij uw besluit van 27 October 1908, no. 345, werd aan de adresseerendo ver eeniging, met het oog op het groote nut, dat zij in de Gemeente kan ver spreiden, eene jaarljjksche subsidie van f 250.toegekend. Op dezelfde gronden, die tot het toekennen der subsidie geleid hebben, zijn wij van oordeel, dat het wenschelijk is, aan adressante tijdelijk het gebruik van een lokaal gratis af te staan. Wij herinneren U, dat indertijd ook aan de Vereeniging „Het Groene Kruis", voor dat deze in het bezit van een eigen wijkgebouw was, behalve de jaarlijksche subsidie ook het gebruik van een lokaal van het voormalige Schut terij-magazijn is toegestaan. Op grond hiervan hebben wij de eer U voor te stellen aan de vereeniging voornoemd tot wederopzeggings toe, gratis in gebruik af te staan een door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen locaal van het voormalig schut terij magazijn ter bewaring der verple- gings artikels van de vereeniging. Z. d. en z. h. st. aangenomen. Voorstel van Burgemeester en Wet houders tot het vaststellen van de huurwaarde van eenige ambtswoningen, in verband met den pensioengrondslag, luidende als volgt: De vaststelling van de huurwaarde der woning van den boschbaas op Birk- hoven hebben wij aangehouden totdat uwe vergadering eene beslissing had genomen in zake den aanleg van deu gedeeltelijk nieuwen verkeersweg naar SoestdijkBaarn. Nu het vaststaat, dat genoemde woning aan den nieuwen weg zal komen te liggen, achten wij, mede in verband met de zeer belangrijke verbouwing, die de woning ondergaan heeft, eene jaar lijksche huurwaarde van f 100.juist. De Commissie tot bijstand in het beheer van Birkhoven vereenigt zich met deze zienswijze. Het is gebleken, dat voor de woning van den lsten Gemeente-opzichter in de Koestraat geen huurwaarde is vastgesteld. Wij hebben de eer U voor te stellen, deze op f180.en die van den bosch baas op Birkhoven op f 100te bepalen. Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Voorstel van Burgemeester en Wet houders tot vaststelling van het verslag in zake kindervoeding en kleeding. Dit ontwerp-verslag, opgemaakt uit de door de Commissie voor Kindervoeding verstrekte gegevens, luidt als volgt: De Gemeenteraad van Amersfoort. Gevolg gevende aan het voorschrift van art. 11 van het Koninklijk besluit van 19 November 1900 (Staatsblad no. 202) heeft de eer uw college te berich ten, dat onder volgnummer 152 der Gemeente-begrooting voor het jaar 1908 voor subsidiën aan vereenigingen of commissiën, die zich het verstrekken van voeding en kleeding ter bevordering van schoolbezoek ten doel stellen, een bedrag van f 450.is toegestaan. Bij Raadsbesluit van 28 Januari 1908, no. 27, werd het geheele uitgetrokken bedrag van f 450.aan de Commissie voor Kindervoeding als subsidie toege staan onder de volgende voorwaarden lo. dat aan den Raad aan het einde van het jaar (uiterlijk 31 December) rekening zal worden gedaan van de wijze waarop het geld, waarover de Commissie ten behoeve van het ver strekken van voeding en kleeding aan schoolgaande kinderen beschikt, is be steed 2°. dat de Commissie binnen één maand na den dag van uitreiking een schriftelijke verklaring inlevert, waarbij zij zich verbindt, niet af te wijken, van de regeling, genoemd in de artikelen 6, 7 en 8 van bovenvermeld Koninklijk besluit 3o. dat de subsidie niet wordt uitbe taald, voordat de sub 2 genoemde ver klaring is ingeleverd. De Commissie heeft eene verklaring dd. 10 Januari 1908 ingezonden, dat zij de voorwaarden aanneemt en dat door haar wordt gehandeld over eenkomstig het bepaalde in art. 35, 2e alinea der Leerplichtwet zoomede in art. 6, art. 7 en art. 8 van het Koninklijk besluit van 19 November 1900 (Staatsblad no. 202) en dat zij kleeding en voedsel verstrekt aan die schoolkinderen van wie geacht kan worden, dat het onderwijs zonder die voeding en kleeding minder resultaat zou hebben dan thans het geval is. De Commissie heeft bij missive dd. 9 December 1908 rekeningen verantwoor ding gedaan aan den Raad van de wijze waarop het geld ten behoeve der voeding en kleeding van schoolkinderen toegestaan, is beschikt. Gedurende 72 dagen werd aan 8982 kinderen spijs verstrekt. Yoor klompen werd uitgegeven f170; voor kleding stukken f317.74. De totale uitgaven bedroegen f 1155.40s. Zonder discussie en zonder hoofdelijke

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 2