NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. BENJAMIN Woensdag 10 Maart 1909 Acht-en-derttgste jaargang* VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Gemeenteraad. FEU 11, E ETö IN IKaxiin. Mich.aëliG. IMO. 20 Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75; Franco per post door bet geheele Rijk 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLaugestraat 77. Telephoonno. 09. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'l, Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Gisterenmiddag vergaderde de Raad der Gemeente onder praesidium van den burgemeester Jhr. J. W. A. Birchman Wuytiers Wethouder Visser en bet raadslid Salomons waren mei kennisgeving afwezig. lie notulen der vergadering van den 23en Februari weiden, zooals deze door den secretaris waren ontworpen, ongewijzigd goedgekeurd De voorzitter deelde daarop mede, dat de navolgende stukken waien ingekomen Besluit van de Gedeputeerde Stalen van Utrecht van 23 Februari 1909, 3e afd. no. 4ll houdende beslissing in zake eene reclame betreffende in komstenbelasting, dienst 1908 (Voor kennisgeving aangenomen). Verslag van Burgemeester en Wet houders opgemaakt overeenkomstig art. 52 van de Woningwet. Verslag over de gasfabriek over 1908 van de commissie tot bijstand in 't beheer van de gasfabriek. Verslag over den reinigingsdienst over 4908 van de commissie tot bij stand in 't beheer van den reinigings dienst. Verslag over Birkhoven van de com missie tot bijstand in 't beheer van Birkhoven. Van de gezondheidscommissie het verslag over 1908. Verslag over 1908 van het O. K. Seminarie van de O. B. Klerezie. (Zul len worden gedrukt en rondgezonden aan de leden). Een schrijven van de Kamer van Koophandel betreff nde uitbreiding van den telefoondienst. (Voor kennis geving aangenomen). Een verzoek van A. J. Krieger om voorloopig vergunning voor den lijd van twee jaren tot het leggen van spoorstaven in den nieuwen wegnaar SoestdijkBaarn. (In banden van Burgemeester en Wethouders om ad vies). Eene dankbetuiging van C. J Belt man voor zijne benoeming tot Ge meentearchitect. (Voor kennisgeving aangenomen). Eene kennisgeving van J. Stellens betreffende de benoeming van een gerneentearclntect. (Ter inzage voor de leden ter secretarie. Eene dankbetuiging van den lsten en 2en gemeenteopzichter voor de bun verleende gratificatie (Voor kennis geving aangenomen). Een adres van J. H. Donath be tredende de vrijwillige biandweer. (Ter secretarie ter inzage voor de leden Alvorens tot de behandeling dei- agenda over te gaan vraagt en vei- kiijgt de beer lorrissen het woord. Zonder op het onderzoek van Burge meester en Wethouders daaromtrent vooruit te loopen, wenscht de heer Jorissen den heer Gerritsen de vraag te stellen wat bij met zijne in de vorige raadsvergadering gedane op merking betreffende bet in 't St. Elisabeths gast- en ziekenhuis voor gevallene bedoelt; of het zijne meening is dat op de Kath. moeder die hare kinderen, in dat ziekenhuis opgenomen, Katholiek wensebte te laten worden, pressie is uitgeoefend. De beer Gerritsen verklaarde zich niet geneigd nu reeds, waar deze zaak bij Burgemeester en Wethouders in onderzoek is, die vraag te beantwoorden hetgeen den heer Jorrissen de op merking ontlokte dat de heer Gerritsen zijne positie in dezen daardoor niet in helderder licht stelt. De voorzitter sluit hierna de discussiën over dit onderwerp en deelde voorts mede dat alsnog was ingekomen een motie van den heer van Kalken luidende als volgt: De raad van de gemeente Amers foort, overtuigd van de wenschelijk- heid dat onderwijzeressen bij het aan gaan van een huwelijk ontslag vragen, noodigt B. en W. uit, rekening te houden met dezen wensch. (Te behandelen in de navolgenden vergadeiing na ingewonnen advies van Burgemeester en Wethouders.) Daarop kwam aan de orde bet eerste punt der agenda: Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende de water leiding. Nu beide afdeelingen van den Raad eenstemmig als hare meening hebben te kennen gegeven, dat het in het belang der gemeente is, een advies van een deskundige te doen inwinnen betreffende de oprichting en exploi tatie eener drinkwaterleiding door de gemeente en zij bet in verband daar mede raadzaam achten bet voorstel van Burgemeester en Wethouders, dato 21 November 1908 aan te houden, tot dat bedoeld advies is ingewonnen, stellen Burgemeester en Wethouders den Raad voor bun college op te dra gen een onderzoek te doen instellen inzake de oprichting en exploitatie eener gemeentelijke diinkwaterleiding en in afwachting van de resultaten van dat onderzoek de behandeling van liuu voorstel dato 21 November 1908 te verdagen. Z. d. en z. b. st. vereenigde de Raad zich met het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Een voorste] van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der be- grootmg, dienst 1909, in verband met bun voorstel betiellende de water leiding, werd eveneens z. d. en z. h. st. aangenomen. Het amendement van den heer Oosterveen, strekkende om in het voor stel van Burgemeester en Wethouders tot verhui ing van een terrein op het Vildersboseh aan het circus Charles gedurende 3 dagen voor een bedrag van f300.op te nemen dat daar onder geen Zondag begrepen zij, waar over in de vorige vergadering de stem men staakten, weid met 9 tegen 6 stemmen verworpen. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders daarna met 13 tegen 2 stemmen aangenomen. Aan de onderwijzer J. Hilke, werd wegons ziekte van 1 Maart tot 1 Mei verlof verleend en Burgemeester en Wethouders gemachtigd om in de tijdelijke vacature te voorzien. Het verlof aan de onderwijzeres AkkermanBakker werd verlengd tot 1 Mei met dezelfde machtiging aan Burgemeester en Wethouders. Daarop kwam aan de orde een Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende tegemoet koming aan personen, te voren dienst doende bij de schutterij. Ter toelichting van hun voorstel deelden Burgemeester en Wethouders liet navolgende mede Bij uw besluit van 28 Augustus 190(5, bijl. 3u0 werd aan eenige per sonen, die te voren dienst gedaan hadden bij de schutterij, eene jaar- lijksche tegemoetkoming gegeven, naar aanleiding hunner diensten bij de schutterij, oa onder bepaling evenwel dat die uitkeering verminderd zoude worden met hetgeen belanghebbenden eventueel van het Rijk zouden genieten ter zake van hunne diensten bij de schutterij. Da meening van den destijds aan het bewind zijnden Minister van Bin nenlandsche Zaken, die niet voornemens was een wetsontwerp in te dienen, waarbij dit onderwerp van Rijkswege geregeld werd, naar aanleiding waar van door U tot eene regeling besloten werd, is door den legenwoordigen Minister van Binnenlandsche Zaken niet gedeeld. Aan 4 van de 5 personen, die eene uitkeering van de Gemeente genieten, is thans ook eene uitkeering vau Rijkswege toegekend. De vijfde persoon is sedert overleden. Deze Rijksuit- keering is evenwel vermindert met de jaarlijksche gratificatie, die de Gemeente uitkeert. Volgens uw besluit van 28 Augus tus 1906 zou evenwel van de gemeen telijke uitkeering afgetrokken moeten wurden betgeen belanghebbenden van het Rijk ontvangen. Een voorbeeld moge dit verduide lijken. J. Busquet zou van het Rijk, indien bij geen gemeentelijke toelage ontving, f92.73' krygen. Aangezien de jaar lijksche gratificatie van de Gemeente f70.94' bedraagt, beeft hij in 1908 van hot Rijk ontvangen f92.73' 70 94' f21.79. Volgens uw besluit van 28 Augustus 1906 zou evenwel f21.79 (de Rijksuitkeering) afgetrok ken moeten worden van het bedrag f70 94', hetgeen belanghebbende van de Gemeente zou krijgen. Dat deze bepalingen voor de belanghebbenden nadeelig en onbillijk zijn, behoeft geen nader betoog. Het komt ons college voor, dat, nu het Rijk dezeaangelegenheidbeschouwd heeft als te zijn van Rijksbelang, er voor de Gemeente geen enkele reden kan beslaan, het besluit van 28 Augus tus 1906 te handhaven. Alvorens even wel een besluit tot intrekking bij U uit te lokken, hebben wij ons, met het oog op de belangen der betrokken personen, te dier zake gewend tot den Minister van Binnenlandsche Zaken. Volgens verkregen inlichtingen bestaat er bij den Minister geen be zwaar tegen intrekking van het Raads besluit, voorzoover die intrekking als gevolg zal hebben, dat vauwege de Gemeente vanaf I Januau 1909 geen schadeloosstelling meer zal worden uitgekeerd. Op grond hiervan hebben wij de eer U voor te stellen, het Raadsbe sluit van 28 Augustus 1906 met ingang van 1' Januari 1909 in te trekken. Voor belanghebbenden zal het op grond van het bovenstaande, evenwel billijk zijn te bepalen, dat de toelage over 1908 uitgekeerd zal worden zonder aftrek van de Rijks-bijdrage. Z. d. en z. h. st. wordt dat voorstel door den Raad aangenomen. Een voorstel van Burgemeester en Wethouders om op een adres van J. van Keulen, aannemer van het herstellen der Kaaimuren aan de Zuid- 6) Hfi had een levensdoel, een klein grappig levens doel, dat hij aan geen levende ziel vertelde vóór jaren later aan Jelle, de jongste van de tweelingen. Eens zou hfi een zeepbel blazen, die zoo klaar en licht en sterk was dat ze niet barstte, maar hoog in de lucht zweefde, net als de zon om de aarde, in der eeuwigheid. Die gedachte was in den Harz bij hem opgeko men en had hem sedert nooit verlaten. Hij wou wel dat hij honderd jaren kon leven om dat doel te bereiken. Het moest bereikt kunnen worden. De glasblazers uit Bohemen die van boven het kolenhok bliezen bellen van gesmolten zand ze waren bros, maar ze hielden toch. Ze barstten niet, maar vliegen konden ze niet niet eens dansen. Ze waren net zoo dood als de steenen der aarde. Martin probeerde zijn mond en zijn keelgat op duizend verschillende manieren misschien kwam het daar op aan. Of misschien lag het aan het mengsel. Hij deed zand in 't zeepwater, kalk salpeter, magnesium en zwavel dingen die af schuwelijk smaakten en een uur in den wind stonken maar 't gaf niets. Ulrika, die niets van het doel wist, duldde zijn kluchtige voorliefde voor 't bellen blazen gedwee. Want er waren er wel anderen, die snoven en pruimden en dat was vrij wat erger. Behalve dit zwak, had Martin nog een andere kleine onschul dige slechte gewoonte. Hij kon nooit kalm in bed blijven van's avonds tot 's morgens. Als hij rustig en wel te bed lag en voelde dat de nacht buiten langs de ruiten zweefde, kwam het hem plotseling in 't binnenste van zijn ziel voor, dat hij in een enge gevangenis zat. Dan begon zijn hart met zware, harde slagen te bonzen, zoodat hij het zelf kon hooren en hij moest denken aan een schijndoode, die tegen het deksel van de kist klopte in den stillen nacht, diep, diep onder den grond. Hij moest op, hij moest uit, moest den nacht zien en den hemel boven het hoofd voelen. Dan stond hij op en gleed langs Ulrika. Hij ging bf eerst naar den zolder naar den Harz, waar de Baumannshöhle griezelig echt was in den maneschijn öf hij lichtte de Mink van de keukendeur en ging den tuin in met een kroes zeepwater. Hij zag het groene kruid groeien, hoorde hoe het door de aarde brak, de windsels verscheurde en opschoot in de stille bloembedden, hooger en hooger en hooger. Hij liep van 't eene bed naar 't andere, knielde neer op de vochtige aarde en luisterde; pakte voor zichtig de bloemen en kuste ze in de hartjes; of hij blies zijn stille, geluidlooze zeepbel over de geurende rozenof hij sloop naar 't erf van den houthandelaar en klom op de hooge houtstapels en staarde uit over den zilverig-witten fiord naar de paling-vuren. Maar soms viel 't hem ook plotseling in, dat hij des nachts iets nuttigs moest doen. Dan begon hij brandhout te zagen dat het krijschte door den stillen nacht en hij vijf dagen er na nog kramp in de armen had. Hfi wiedde het kleine woeke rende onkruid weg uit de bedden. Hij plukte vlier af en stak de pruimen met een kleine puntige pin. Soms ook ging hij heelemaal naar de bleek en besprenkelde 't witte goed, wien het dan ook mocht toebehooren. Op de bleek was hfi' immers geboren heele maal tegen alle gewoonte en gebruik in Weile in in een middaguurtje toen de zon zijn moeder zaliger overvallen had en ze in slaap sukkelde, in plaats van naar huis, naar 't eten, te gaan met d'r meisjes- Beneden lag de fjord, en boven haar het bosch. Oeen mensch was buiten. Ze ontwaakte pas door dat. Martin ter wereld kwam. Zoo werd hij geboren midden in de zon, en midden in de zon opende hij voor 't eerst zijne oogen. Vandaar kwam natuurlijk, meende hij zelf, zijn zonnig humeur en zfin onbegrijpelijk geringe behoefte aan slaap. De mooiste, zachtste bleekwei. Daarbuiten voelde hij zfin moeder zoo nabij en dacht met zoo'n innigen vrede er aan, dat hfi ook eens zou sterven. En eens zou die heele heerlijke, ronde aarde zich oplossen en door het wereldruim druppelen als de tranen van den Heiligen Laurentius neerdruppe len en vergaan. Maar dat zou wel lang na zijn tfid zfin. Hfi wou graag in een kist met een glazen kijkgaatje liggen en de kist moest boven den grond staan, er niet in neergelaten worden. „Lieve, heerlijke nacht," zei hij„lieve heer lijke nacht!" en als hfi wegging van de bleek, keerde hfi zich nog eens om en knikte ten afscheid. St. Hans-avond stak hfi zfine witte pfi'p in den mond, goot een flesch vol met zeepwater en wan delde naar den Monniksberg, om de vuren te zien branden. Hfi hoorde de teertonnen sissen in het zwarte water, hij zag de reusachtige schaduwen van de menschen over de heuvels dansen. Hfi hoorde gelach weerklinken, terwijl de vuren aangroeiden en uitdoofden. De klokken klepperden op St. Nico- laastoren en van de negen kleine kerkjes aan den fiord het was alsof de roode, vlammende vuren zelf meeklepperden. Midden in al 't rumoer werd het stil alle menschen luisterden, nu niets dan klokgelui, veel stemmige, zingende, trillende klokketonen. De golfjes dansten over 't water, als voortgedreven door 't wiegende roepen van de klokken door de groote bosschen zweefde een lang zingend gesuis, net als wanneer een zwerin trekvogels naar 't Zuiden gaat. Was dat het water dat nu klepte of waren het de kleine klepperende glazen klokjes in den hemel Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 1