NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voer de Provincie Utrecht.
Schetsen uil ie recÉaal.
BUITENLAND.
30
Woensdag 14 April 1909.
Acht-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
FEUILLETON.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75;
Franco per post door bet gebeele Rijk 1.
Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telcpboonn». 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
liet Drievoudig Verbond.
Men schrijft aan het N v. d. D.
Prins Bülow en de Italiaanscbe
minister van buiterilandsche zaken
hebben een onderhoud gehad; een
samenkomst tusschen Keizer Wilhelm
en Koning Victor Emanuel zal dezer
dagen plaats grijpen. Daar steekt
politiek achter, dat lijdt geen twijfel!
En men kan ook wel raden, waarover
de besprekingen van de monarchen
en van de staatslieden zullen loopen
hoe staat 't met het Drievoudig Ver
bond? Hebben de jongste verwikke
lingen in het Oosten verandering ge
bracht in de verhouding van Italië tot
zijn beide bondgenooten
Italië heeft gedurende heel de
Balkan-crisis een correcte houding
aangenomen. Het had zelf belangen
in den Balkan, en die liepen met
altijd samen met die van de Donau-
monarchie. Toch heeft Italië zeker
de politiek van minister Aehrenthal
niet tegengewei kt. Evenmin heeft het
Oostenrijk bijgestaan met dezelfde
trouw als de Duitsche bondgenoot
deed, maar dat was ook niet te
verwachten.
De Balkancrisis heeft zoo komt
het ons voor Italië niet verder van
zijn bondgenooten afgebracht dan het
reeds stond, maar toch is het te be
grijpen dat men zoowel in Italië als
in Duitschland er naar verlangt, den
toestand eens te bespreken om duide
lijk vast te stellen in hoever Duitsch
land en Oostenrijk in 't vervolg bij
vet wikkelingen in de Europeesche
politiek nog op Italië als bondgenoot
zullen kunnen rekenen. De Italiaanscbe
pers is Duitschland op het oogsnblik
niet gunstig gezind: zij houdt vol, dat
de vasthoudendheid waarmee Duitsch
land Oostenrijks belangen in de Balkan-
politiek heeft verdedigd voor den ande
ren bondgenoot, Italië, nadeelig is
geweest. Of de samensprekingen van
Kanselier en minister, van Keizer en
Koning de goede verhouding zullen
herstellen? Zoo vragen do bladen.
Het Berliner Tageblatt veronder
stelt, dat in de besprekingen te Venetië
ook de vlootquaestie een groote plaats
zal innemen. Oostenrijk immers gaat
nu ook al aan het -Dreadnoughts
bouwen, ten einde in geval van een
oorlog een concentratie der Britsche
zeemacht in de Noordzee te verhin
deren. De bondgenooten zullen nu wel
eens willen weten, wat zij in zulk een
geval aan de Italiaansche vloot kunnen
hebben.
Opstand te Konstantinopel.
Men schrijft aan het Handelsblad
Uit Konstantinopel komen onrust-
baiende berichten. De troepen zijn in
opsland gekomen, zij hebben hunne
officieren gekneveld en mishandeld
en betoogingen gehouden voor de
Porte en het ministerie Is gewijzigd.
Dat in het zoogenaamd vernieuwd
Turksche rijk niet alles was, zooals
men had verwacht dat het zou worden,
dat zeer velen met den ingang van
zaken allesbehalve tevreden waren,
was voor ben, die met den toestand
eeaigszins op de hoogte zijn, reeds
lang geen geheim meer, en evenmin,
dat het vroeger of later tot een uit
barsting moest komen. De moord op
Hassan Febmi, hoofdredacteur van de
Serbesti, was een der eerste geweld
dadige uitingen van de onderlinge
tweedracht, die in het Ottomaanscho
rijk reeds kort tia de invoering van
het nieuwe régime was beginnen te
heerschen.
Deze opzienbarende moord wordt,
misschien niet ten onrechte, op reke
ning gesteld van het jong-Turksche
comité, dat door Fehmi in zijn blad
op de heftigste wjjze was bestreden
een bewijs voor die beschuldiging is
weliswaar niet te vinden, toch wordt
zij in breede kringen geloofd.
Na dien moord nu hadden er
te Konstantinopel, betoogiogen plaats
en daarbij bleek, hoe breed de
kloof was geworden tusschen de
jong-Turksche partij en die der libe
ralen. Dit groot verschil van inzicht
vindt, behalve in persoonlijke quaesties,
zijn oorzaak in de veruiteenloopande
opvattingen van beide partijen over
de hervorming van hetstaatsbestuur.
Het jong-Turksche comité staat ab
solute eenheid des rijks voor, terwijl
de liberalen geneigdheid betoonen
om aan de verschillende deelen een
zekere zelfstandigheid toe te kennen.
Daardoor kwamen zij in het gevlei,
niet alleen van Grieken en Armeniërs,
maar ook van de Mohamedaansche
volken van niet-Turkschen oorsprong,
zooals bijv. de Arabieren. In het parle
ment konden de liberalen, daar zij
verreweg de minderheid vormen,
slechts weinig gewicht in de schaal
leggen, maar in hun pers werd een
verwoede strijd gevoerd, die niet zelden
ontaarde in matelooze lasteringen en
onwaardige scheldpartijen.
Met de liberalen verklaarden zich
tegen de regeerende partij de tegen
standers van het nieuwe régime, die
zich recruteerden onder de velen, die
met leede oogen moesten aanzien, dat
de oud-Turksche opvattingen door de
Westerscbe langzamerhand werden
verdrongen en die zich daarom aan
eensloten in het Islamitisch comité,
dat zich ten doel stelt de oud-Turksche
overleveringen en opvattingen onge
schonden te handhaven.
En bij de genoemde elementen
voegden zich nu nog de ontevredenen,
die door- den nieuwen koers in hunne
belangen benadeeld waren of vreesden
benadeeld te zullen worden. Turkije
lijdt nl. aan een aanzienlijk teveel
aan ambtenaren. Ieder rechtgeaard
Tuik heeft nl. de eerzucht zijn zoon
staatsambtenaar te zien worden en
daardoor heeft zich, terwijl voor handel
en nijverheid geen krachten genoeg
te vinden zijn, een talrijk ambtenaars-
proletariaat ontwikkeld, dat veel te
laag gesalarieerd wordt, zijn onbe
duidende salarissen bovendien nog
hoogst onregelmatig ontvangt en
daarom door ambtsmisbruik tracbt
binnen te halen, wat de staat te min
geeft.
Nu is men doende om een be
grooting samen te stellen naar West-
Europeesch model; op die begrooting
moet worden bezuinigd, allerlei on
nutte en overtollige, zij het dan ook
slecht betaalde, baantjes worden daar
om afgeschaft en het gevolg is, dat
een geheel leger van ontevredenen
en teleurgeslelden het aantal vijanden
van de regeerende paitij komt ver
sterken.
Al die tweedracht nu belemmeitde
ontwikkeling van het Turksche rijk
dat, zooals idealisten dachten, zonder
eeriigen overgang do evenknie van de
Westerscbe mogendheden zou worden
Dat zijn de groeistuipen van het
jonge Turksche rijkhet zal ze wel
te boven komen, maar wordt er in
allen gevalle voorloopig door verzwakt,
Merkwaardig is het, dat evenals bij
de eerste revolutie, die trouwens van
buitengewoon vreedzamen aard was,
ook thans weder militairen de hoofdrol
schijnen te spelen. Dit is een veeg
teeken, want daaruit blijkt, dat de
discipline in het Turksche leger vrijwat
te wenschen overlaat, iets wat de
autoriteiten zeer goed inzagen, want
zij hadden reeds maatregelen genomen
om die discipline te versterken, voor
namelijk door aan militairen alle be
moeienis met politieke aangelegen heden
te verbieden.
De maatregel heeft echter blijk
baar nog geen effect gehad, want al
wordt uit Parijs bericht, dat de am
bassade aldaar niets heeft vernomen
omtrent troebelen te Konstantinopel,
het bericht, dat het mimsterie-Hilmi
ontslag heeft genomen en dus voor
den aandrang van buiten is geweken,
is op zichzelf al welsprekend genoeg.
En mag men het bericht gelooven,
dat de stokoude, maar sluwe en
handige Kiamil pasja opnieuw de
teugels van het bewind in handen
zal nemen, dan is daarmede tevens
uitgemaakt, dat de reactie, zij het
dan ook een vrij gematigde, weder
de overhand heeft gekregen.
Men is aan het Turksche Hof, door
nood gedrongen, aan het bezuinigen
want de civiele lijst van don Sultan
is aanmerkelijk verminderd. In de
eerste plaats bezuinigde men in het
keukendepartement en daar was in
dit opzicht heel wat te doen.
In de paleiskeukens waren 240 koks
en 560 koksjongens en in die keukens,
verdeeld in 3 categorieën, werden
eiken dag, 's middags en 's avonds,
3400 «tablas'' gereed gemaakt, elke
van 10 verschillende gerechten. De
«tablas", groote houten bladen, wer
den door bijzondere bedienden, nrivas",
300 in getal handig op bet
hoofd naar de vertrekken van den
Sultan, den harem, de paleisbeambten
en ook naar de woningen van ambte
naren en beambten buiien het paleis
gedragen, en daar de spijzen zóó over
vloedig waren, dat de bedeelden ze
niet op konden, werd er een uitge
breide handel in gedreven.
Thans is dat echter veranderd. Hat
keukenpersoneel is tot op de helft
verminderd en er zijn nu twee groote
eetzalen ingericht: een voor de be
ambten en een voor de bedienden van
het paleis, die daar op bepaalde uren
samenkomen om de maaltijden te ge
bruiken voorts is het aantal gerechten
van 10 verminderd tot 5.
Zoo hoopt men minstens f600,000
per jaar uit te winnen.
Castro.
Uit Fort de France wordt geseind
Castro bleef zoo stokstijf bij zijn
verklaring, dat bij niet in staat was
de reis te ondernemen, dat de gou
verneur Fourneau een medisch onder
zoek door drie doktoren gelastte,
die uitmaakten, dat de reis zijn leven
niet in gevaar zou brengen Castro
bleef desniettegenstaande weigeren
te vertrekken. Er werd toen bevolen,
dat hij met geweld zou worden
weggebracht. De verschijning van
Antipathie!
Van 'n held.
De eigenaar van een sinds vele jaren
welbeklante, ondanks z'n bescheiden
voorkomen en afmetingen uit lucratief
oogpunt lang niet te versmaden sigaren
magazijn «De Tabaksplant," was ver
buiten de grenzen van de buurt, waar
hij woonde, bekend als een zeer vriende
lijk en hulpvaardig mensch. Meneer
Deelman leefde, mocht men zeggen,
mee met z'n stamklanten, hun lief
en hun leed. Als een van de kinderen,
tot het gezin van zoo'n habitué be-
hoorend, de mazeltjes had, of door
een ander ziektetje aan huis of bed
gehouden was, dan wist meneer Deel
man precies te zeggen, den «hoeveel-
sten dag" 't nu al was gevorderd...
Keek hij papa, die z'n gebruikelijk
quantum haalde, aan met een gezicht,
waarop te lezen stond, zeer duidelijk
en zonder dat er een woord werd
gesproken
«Nou?... Mag-ie op?... Of: «Mag ze
d'r uit van-middag?"
En kreeg meneer Deelman gerust
stellende tijding, zoo kon men zijn
vergenoegdheid direct merken aan z'n
dribbelen naar het welbekende «stam-
kïstjaaan de wijze waarop hij
sigaartjes in vloeizakje stopte, puntje
afknipte, lucifer aanstreek... En dan
den stamklant aanzag met een oog
van »Wat heb ik u voorspeld?... Hèb
ik 't geraden?..."
Wie meneer Deelman dan een echt
en groot plezier woü verschaften, die
zei»Ik geloof dat als u gestudeerd
hadt..."
Meneer Deelman's wangen werden
dan purper en z'n oogjes glinsterden
en tintelden... Hij verschoof z'n zijden
pet eens, glimlachte met grenzelooze
bescheidenheid, en antwoordde:
«Ik ben maar een simpel winkeliertje,
hoor! Een burgermannetje. Niks an
ders I..."
«Nou-nouzei stamklant, denkend
aan z'n loopende driemaands-nota, «ik
houd vol..."
«O ontboezemde de ander,
en «gepaste gevoelens van eigen
waarde" gaven hem plots de houding
van een, die zich niet kleiner wil
waardeered dan hij is«ooo! Toen
ik jong was, heeft mijn oom, de
apotheker, menigmaal gezegd... En
't zou er ook wel van gekomen zijn...
Als niet... Och!" onderbrak hij zich
zelf met tikje-weemoed afschuddend
bevlieging van hoogmoedweer wordend
't «simpele winkeliertje"... En nederig-
buigend overhandigde hij de sigaren.
Toonend hoezeer diezelfde schrandere,
voor geleerde in de wieg gelegde
Deelman ook zijn maatschappelijke
positie begreep... Hij was een braaf,
gemoedelijk man. Lag er iemand in
de buurt ernstig ziek, dan was bij
echt gedrukt. Lachte, ja, om
de moppen, die getapt werden in z'n
winkel. Dat bracht 't vak mee... Je
kunt de menschen niet wegjagen door
stugge bokkigheid en zuurpruimerij.
Maar de wijze van z'n lachen toonde,
voor wie hem kenden, genoeg wat
er in Deelman omging... Dan rede
neerde, bespiegelde hjj over het geval.
Was 't bgna nooit eens met de opinie
van den behandelenden arts
Perste de lippen samen, trok de
mondhoeken naar beneden, en schudde
langzaam, doch zeer nadrukkelijk
tevens, het kogelronde hoofd.
«Nee nee nee néé!" decre
teerde hij dan «geen sprake van I...
't Zit 'm héél ergens anders I... Op die
manier loopt 't mis... mis... wat ik u
zeg!"
De sigaren gleden in zoo'n geval
uiterst langzaam in het zakje. Meneer
Deelman zag ze, somberpeinzend, na...
met gelaatsexpressie van ervaren
medicus, die, door gebrekkige diagnose
van een minbegaafden collega, men-
schenleven bedreigd ziet.
Ook in quaestiën van wet en recht
was hij bij sommigen een autoriteit.
Als 't rustig en momenteel leêg was
in den winkel, kwam men zijn advies
inwinnen. Meneer Deelman deed dan
weer anders. Voelde zich heelemaa)
zakenmensch. Fluisterde zwaarwichtig,
met hoog-opgetrokken wenkbrauwen
En verstond op frappant-geniale wijze
de kunst om... als er plotseling iemand
in den winkel kwam terwijl hij de rol
ran juridisch-adviseur vervulde, net te
doen of men over koetjes en kalfjes
keuvelde... Zoo plotseling, op slag,
met een ongedwongenheid, die de
meestgeroutineerde tooneelspeier hem
niet zou gebeterd hebben, bracht hij
het a-propos van die ingewikkelde
historie over naderend procesje...
op... op
«Tjka!" riep bij, bij voorbeeld, bij
zonder hard en levendig uit, «tjaa!...
Die Serviërs, dat zijn lare guiten!...
Ik ben 't met u eens, die koning Peter
knijpt nog 's stilletjes uit, als-ie de
noodige centjes in veiligheid heeft ge
bracht!..."
Of ook wel:
«Beroerd weêr; ongezond, koortsig,
om thuis te blijven als je er niet uit
mbi
En dat alles zoo gewoon, zoo na
tuurlijk, dat geen mensch 'tin zijn
gedachten zou hebben gekregen, dat
diezelfde Deelman 'n minuut tevoren
in het vertrouwen was genomen over
zaakje, waar je, om 't te snappen, om
den drommel niet de eerste-de-beste
voor moest wezen!...
Indien 't waar was, dat op den
bodem van zijn ziel kiemen van zelf
verheffing en -bewondering werden