NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. Schetsen uil de rechtzaal. BUITENLAND. Mo. 32 Woensdag 21 April 1909. Acht-en-derligste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75; Franco per post door het geheele Rijk 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Rureau; Langestraat 77. Telephoonn». 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/» Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Toestand in Turkije. Men schrijft aan het «Handelsbl" De troepen, die onder de bevelen staan van hot Comité van Eenheid en Vooruitgang, staan vlak voor Kon- stantinopel of zijn misschien op het oogenblik de stad reeds binnengerukt. Een telegram uit Londen bericht zelfs, dat zij den Sultan tot aftreden zullen dwingen. Van geen enkele zijde echter wordt dit bericht bevestigd en het klinkt dan ook niet zeer waarschijn lijk. Dat er elementen zijn, die poli tiek voordeel zouden zien in een even tueel aftreden van den Sultan en die zijn zoon met vreugde als opvolger zouden begroeten, weet men reeds lang; of zij het echter zullen wagen dien eisch te stellen, nu zoo duidelijk uit de omstandigheden gebleken is, hoe diep de vereering voor den Sultan nog geworteld is in de harten van een overgroot deel zijner onderdanen, val ten zeerste te betwijfelen. Of het dan tot een botsing zal komen tusscben de aanhangers van het comité en die van de liberale en de Scheriat-partijen anderzijds, of dus de wapenen zullen beslissen, welke partij voortaan in het land den doorslag zal geven, valt moeilijk te voorspellen, ofschoon het niet onwaarschijnlijk lijkt, dat de leiders de zaken niet tot het uiterste zullen drijven. Immers, zooals wij reeds zeiden, de Sultan beschikt nog altijd over een groote massa aanhangers die tegelijkertijd meerendeels dweepzieke volgelingen van Mohamed zijn, en het geloof, dat zij door het comité in gevaar ge bracht achten met heldenmoed zouden verdedigen. En die wetenschap zal het comité wel weerhouden de wape nen te laten beslissen. Bovendien hebben Sultan en regeering zich bij de jongste gebeurtenissen voorzichtig op den achtergrond gehouden, en dit wettigt de hoop, dat het comité hot niet zal wagen tegen den Sultan al te kras op te treden. De Padisjah zoowel als het ministerie willen blijkbaar den schijn blijven bewaren, dat zij onschuldig zijn aan den militairen opstand, die tegen het Comité van Eenheid en Vooruitgang was gericht en het doen voorkomen, alsof zij, toeu zij aan de muiters strafieloosheid verzekerden, slechts hadden gebukt voor het brutale ge weid. Enverbey en de zijnen zullen vermoedelijk zeer goed begrijpen, hoe de vork eigenlijk in den steel zit, maar hun staatkundig inzicht zal hen wel weerhouden om de zaken op de spits te drijven door op den Sultan de verantwoordelijkheid te schuiven voor gebeurtenissen aan welke hij vreemd heet te zijn. De Jong Turken zullen in hun eigen belang, den schijn moeten bewaren, dat hun het toeval eenige parten heef; gespeeld, maar dat zij desondanks meester van den toestand blijven en daarom zullen zij wel trachten te veel bloedvergieten te vermijden. Aldus de Temps. Intusschen schijnt het, dat genoemd blad den invloed, waarover de Sultan nog beschikt, wel eenigszins heeft overschat. Uit Konstantinopel wordt namelijk bericht, dat men daar vertelt dat de Sjeik ul Islam bezig is een [etwa op te stellen, waarbij de Sultan onttroond wordt en zelfs, heet het, dat Abdoel reeds op de vlucht is ge gaan. Deze geruchten mogen nu over dreven zijn, dat zij in omloop komen en geloof vinden, teekent wel den toestand. Mochten deze geruchten echter waar heid bevatten en zjjn de dagen van den Sultan als zoodanig geteld, dan is niemand in staat om met eenige zekerheid te voorspellen, hoe de toe stand zich zal ontwikkelen. Blijft hij echter aan de regeering en wijkt hij niet, hetzij vrijwillig, hetzij gedwongen, zoodat er enkel strijd blijft bestaan tusschen de twee partijen, dan is er veel kans, dat het niet tot ernstige botsingen zal komen. Mocht het nl. werkelijk ernst wor den, dan zouden de Muzelmannen tegenover Muzelmannen staan en bet zal de vraag zijn, of het nationaliteits- en het geloofsbewustzijn dan niet zou den gaan spreken en waarschuwen tegen het vergieten van broederbloed De geschiedenis der Ottomanen meldt weliswaar op iedere bladzijde van slachtingen, en een menschenleven had in Turkije nooit buitengewoon hooge waarde, maar wanneer die slachtingen plaats hadden, dan waren de slacht offers beurtelings Bulgaren, Grieken, Armeniërs en Syriërs, ongeloovigen dus. Thans echter zouden Mohame- danen tegenover hunne geloofsbroe ders staan. Want men verlieze niet uit het oog, dat ondanks al de liberale bepalingen, die gemaakt en afgekon digd zijn, nadat de nieuwe koers is ingeslagen, de toestand in zooverre ongewijzigd is gebleven, dat bet nog uitsluitend Muzelmanneu zijn, die de wapens dragen en deze zouden zij dan tegen elkander moeten keeren. Nu is het weliswaar mogelijk, dat de opgezweepte politieke hartstocht op een gegeven oogenblik sterker wordt dan het gevoel dat de beide partijen ondanks alle verschillen tot één ras, één geloof behooren, maar, zooals ge zegd, er bestaat reden om aan te nemen, dat het zoover niet zal komen. Bovendien zullen de leiders aan weerszijden wel inzien, dat een burger oorlog, met welken uitslag ook gevoerd, voor Turkije hoogst noodlottig zou zijn, want er zijn staten, die steeds gereed zijn ons den «zieken man« een deel van hetgeen hij nog bezit te ontrukken, wanneer hij maar zoo ziek werd, dat hij zich zulks ongestraft moest laten welgevallen. En ernstige binnenland- sche onlusten, zouden hem werkelijk gevaarlijk ziek maken en dan zoude de met moeite ingehouden hebzucht van zijn buren vrij spel hebben. Een ernstig gevaar levert de huidige toestand op voor de niet Turksche nationaliteiten. Als Turkije in moeilijke omstandigheden komt, steekt steeds het fanatisme den kop omhoog en is de niet-geloovige het kind van de rekening. In Armenië zijn deslacbtingen reeds begonnen, in andere deelen van het rijk zijn ze te wachten. De mogend- beden hebben dan ook ingezien, dat er gevaar dreigt en daarom reeds schepen gezonden naar de Turksche wateren om hunne onderdanen te beschermen en zij zullen zeker niet schromen nog doortastender maat regelen te nemen, wanneer het gevaar grooter mocht worden. Bij de aanstaande verkiezingen voor den nieuwen Finschen Landdag zijn niet minder dan 140 vrouwen candi- daat gesteld. In den vorigen Landdag hadden 25 vrouwelijke leden zitting maar men verwacht algemeen dat er dit jaar veel meer zullen zijn. Er is echter nog altijd een krachtige oppositie legen het vrouwelijke element in den Landdag, vooral onder de oud-Finsche partij die voornemens is, een wetsvoorstel in te dienen tot beperking van het kiesrecht der vrouwen, die, naar de oud-Finnen beweren, zich niet behoorlijk aan bare politieke plichten weten te houden. Toen een paar dagen geleden de eigenaar van een buis te Messina dat door de aardbeving verwoest was, bij de puinhoopen aan het werk was, vond hij daaronder nog een hondje dat sinds de aardbeving, dus honderd dagen lang ongeveer, daar begraven was geweest. Men begrijpt niet waar van het beestje heeft geleefd. Moelei Hafid, de Sultan van Marokko, heeft onlangs de volgende ietwat boos aardige grap uitgehaald. Hij noodigde een paar honderd leden van gods dienstige sekten uit, om in zijn paleis te komen en daar hun barbaarsche godsdienstige dansen uit te voeren. Alzoo geschiedde en Hafid was er opgetogen over. Aan het slot maakte hij den dansers veel complimenten en bood hun aan, hetzij terstond zich als soldaat te laten inschrijven, betzij zonder dralen in de gevangenis te gaan. Men begrijpt dat bet eerste gekozen werd. Gelukkig is het in Marokko voor een soldaat niet zoo heel lastig om te deserteeren, zoodat de bedrogen Mooren wel weer spoedig vrij van dienst zullen zijn. Gedenkteeken dr. Mezger. Te Domburg is thans eene commissie van uitvoering gevormd voor de stich ting van een huldeblijk aan de nage dachtenis van dr. Metzger. De burge meester, de heer L. J.van Voorthuijsen, is tot eere-voorzitter van het comité benoemd. Een merkwaardig samengesteld orkest heeft laatst in Amerika een concert gegeven. Het orkest bestond namelijk uitsluitend uit opgeslotenen in het tuchthuis te Sing-Sing. Twee- en-twintig tuchthuisboeven, gekleed in de leelijke gevangenisdracht, voerden voor een publiek van medegevangenen en genoodigden muziek uit van Bach, Beethoven en Wagner. De dirigent was een man, die op een bank een groote som gelde verduisterd had, een eerste viool was driemaal gehuwd geweest zonder zich te laten scheiden, een tweede viool was een inbreker, de beide Huilen leden der bende van de Zwarte Hand en de paukenist had een trein aangehouden en de passagiers half dood geslagen. Het bericht meldt niet, of het con cert erg mooi was. Castro. Volgens een brief uit Caracas van 18 Maart aan de Temps had Gomez besloten om Castro, wanneer deze naar Venezuela mocht terugkeeren, in hechtenis te nemen en terecht te doen staan wegens moord op gene raal Paredes, dien h(j zonder een rechterlijk vonnis had laten fusijleeren. Sukkel. „Grappig"?.., «Neen, Mien" zei hij, en 't was of hij in tranen zou uitbarstenbij keek verwezen, wanhopig, als naar hulp zoekend rond... «Neen, dat kun je toch niet meenen! Dat kan je toch geen ernst zijn?" Zijn resoluut vrouwtje met harde trekkenvastberaden, snel-energiek in al baar doen, ging voort met haar bezigheid. Ze was de tafel in het pronkvertrek aan 't boenen en ze zag rood van 't werkenpufte nu en dan even uit... 't PloetereD, nu al van half acht af, maakte haar wat prik kelbaar. De lichtblonde haren spron gen verward om haar hoofd. Haar wangen gloeiden. Ze was bezig met terpentijn 'n vlek uit de tafel te krijgen en vertikte 't nu om kamp te geven voordat 't ding er finaal uit was. Mien hield niet van half-werk. En moeder kon dan snauwen en grommen, dat ze zoo het huis uit zou geloopen zijn. Ze hield vol... Had, toen Hendrik, d'r vrijer, daar-zooeven met de jobstijding gekomen was van dat de baas hem gedaan bad gegeven. Niet vanwege onbekwaamheid of zoo, maar enkel en alleen door overgroote slapte van werk... Had toen voortge zet haar gewrijf op die vlek van 't tafelblad, alsof 't haar eigenlijk niet schelen kon. ...Zoo!" had ze alleen maar gezegd, »dat's prachtig! Dat's fijn hoor!... Een mooie boodschap. Heb-je soms nóg wat?" Hendrik was heel bedremmeld. Draaide z'n pet in de vingers rond. Beefde van angst... Want, hij hield veel van Mien, en had voorzien dat er wat volgen zou. Zag al, dat zij rooder en rooder werd. De inspan ning en die jobstijding prikkelden baar nu allebei... Een poosje was 't stil in de kamer. Hoorde men slechts het piepen en kraken, knarsen van 't meubel, waar Mien d'r stevige knuisten op liet gaan. En het wringend geschuif van de lap over 't mahoniehout... Zachtjes, nederig, smeekerig, was hij bij haar komen staan. Had ge vraagd of-ie haar ook helpen kon... Hij zou dat wel eventjes voor haar doen... Dan kon ze wat uitrusten. Zij gaf niet eens antwoord en hij had niet de courage om de lap aan te vatten. Toen hij haar arm even aanraakte, duwde Mien hem snibbig- kortaf, nijdig-driftig terug... Zei, na een poosje: «Dus... je hebt nou niks... Voor het oogenblik... En niks in 't uitzicht ook?" Hij bromde iets. Van:dat hij direct zoeken zou. Makkelijk is het niet in den tegenwoordigen tijd. Maar 't zou toch al raar moeten loopen als hij, Hendrik, die toch waarachtig zijn loon waard was... Dat had Robbers, de meesterknecht, nog gezegd toen ie gedaan kreeg... «Hein, jongen" zei Robbers «als ik wat voor je doen kan I... 't Is lam genoeg. En wie tegenwoordig buiten werk raakt. .<r Hendrik was geen diplomaat. Gluur de telkens naar Mien d'r gezicht, hoe zij 't zaakje opnam. Ze boende en wreef gestadig door. Rood, inge spannen; met stijgenden wrevel... En T kwam er in eens uit. Zóó ruw en wreedzóó koud en beslist, dat Hendrik duizelde van schrik. Zóó had hij 't niet verwacht... Nu ja, dat Mien uit d'r humeur zou z\jn, natuurlijk. Maar hij kon 't toch niet helpen... Hij had toch z'n best gedaan... Om dan, zoo maar pardoes, eruit te flappen«dan mot 't maar uit zijn tusscben ons. Om gebrek te lijden, daar trouw ik niet voor. En samen te loopen totdat je oud bent, ik zie er niks in Al-maar poetsend, boenend, alsof 't de gewoonste zaak van de wereld gold! «Neen, hoorlu bekijkend de ietwat-verdoezelde vlek op de tafel «neen, 'k mot er niks van hebben Als Hendrik de kunst had verstaan om menschen te doorschouwen, dan zou hij beseft hebben dat Mien, de resolute en weinig gevoelige zóó sprak om te maken, dat hij er spoed achter zette... Ze wou bem niet zoo gauw laten glippen. Was blij genoeg geweest, dat een jongen met behoorlijk weekgeld haar wou nemen. wist best dat ze jaloersch op haar waren: zoo'n brave, tamme, makke lijke vent als die Hendrik de Haan Vind ze maar eens!... Dien windt-ge om je hand als je eenmaal getrouwd bent. Die zegt »dank-je wel« als bij van z'n loon een paar kwartjes op zak krijgt... Mien snakte er naar om bij moeder weg te komen. Maar was veel te slim om 't te toonen... Had Hendrik, best voor zijn ambacht maar overigens een echte sukkel in de verbeelding gelaten, dat ze ei genlijk geen trok had om te trouwen... Had, du al, bereikt dat hjj in alles blindelings d'r zin deed. Zoodat moe der, die in d'r hart het land had aan Mien, er al eenshalf-spottende, halfstekelige aanmerking op had ge maakt... Wat Mien, natuurlijk, woest van nijdigheid maakte. Maar 't hin derde niet. «Trek-je er maar niets van aan 1" zei Hendrik haar toen, toen ze samen opwandelden «je moeder meent 't zoo kwaad niet 1 En nu, ineens, dat ellendige van Hendrik z'n buiten werk raken. Ze zag al het kwaadaardig glinsteren van moeder d'r oogenWant die gunde haar het gelukje niet. Was, na een ellendig huwelijksleven met drankzuchtigen en kijfzieken kerel, echt jaloersch op haar dochter. En de vriendinnetjes, die haar zouden be-

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 1