BINNENLAND.
De Pink Pillen
BUITENLAND.
Plaatselijk Nieuws.
't Is niet «liberaal" deze waarheid
te willen verkrachten.
Van de jongste parlementaire week
valt nog aan te stippen dat in de
vacature op het presidiaal bureau der
Kamer werd voorzien door de benoe
ming, tot commies-griffier, van den
31-jarigen ambtenaar ter provinciale
griffie te Arnhem, mr. dr. W. G. A.
van Sonsbeeck.
Nogmaals moet ik 't herhalenin
steeds sterker mate wordt alles be-
heerscht, nu, door de spanning, waar-
meè het »groote nieuws uit Den Haag"
wordt verbeid. Binnen- en buitenland-
scbe persbroeders doen 't onmogelijke
om »kopy" te leveren »van het Noord-
einde", zonder dat zij iets anders kun
nen beweren dan dat H. M. eene
voortreffelijke gezondheid geniet en
nog dagelijks wandelingen in de paleis
tuin maakt. Waar zij dan schetsen
aan vastknoopen over den vermaarden
kastanjeboom in het Noordeinde, etc.
Zij, die in kalmte overwegen, hoe
minister Heemskerk den 22 December
aan de Tweede Kamer mededeelde, dat
de zwangerschap der Koningin »de
tweede helft van den duur ervan" was
ingetreden, zullen toch moeten erken
nen, dat er gelukkig op 20, 22,
zelfs 25 of 27 April geenerlei reden
is om zich ongerust te maken over
't nog niet vervuld-zijn der blijde ver
wachting!
De opgewektheid waarmeê prins
Hendrik's 33ste verjaardag werd ge
vierd viel samen met de gerecht
vaardigde ingenomenheid over de
pientere, kranige wijze, waarop
minister Van Swinderen 't tot dusver
met Venezuela heeft klaargespeeld,
met de dr. Paul's hoe keurig ook
gekleed en hoe «beminnelijk" van
vormen, blijft oppassen de boodschap,
maar we hebben nu een minister van
Buitenlandsche Zaken, om wien te
foppen men toch wel extra-vroeg uit
de veêren dient te rijzen
Mr. ANTONIO.
RECLAME.
Zuiveren het Bloed (g$
Het is goed te weten dat de
Pink Pillen het bloed zuive
ren. Het is goed zich dat te
herinneren vooral nu, in de
lente, waarin het bloed van
iedereen meer of min lichtelyk
in, gisting is, in dit tydperk
waarin, meer dan in welk
ander jaafgetyde ook, zich
uitslag, roode vlekken, puis
ten en zweren vertoonen.
Prjjs f 1.75 de doos, f 9.per 6 doozen.
Verkrijgbaar bij Snabilié, Hoofd-dépothouder
voor Nederland, 7 Groote Markt te Rotterdam,
voor Amersfoort en omstreken bij de firma's
A. van de Weg, J. van de Hooff, Langestraat
107, en P. de Zwart Langestraat 129 en verder
bij verschillende apothekers en goede drogisten.
De toestand in Turkije.
Men schrijft aan het »N. v. d. Dag."
De Sultan zal niet afgezet worden,
ubch vrijwillig afstand doen. Hij blijft
aan, geeft in vele opzichten toe aan
de Joog-Turken, in andere niet.
Woensdagavond,schijnt 't,isde overeen
stemming tusschen den Sultan en de
Jong-Turken tot stand gekomen, en
wel op den volgenden grondslag: den
eisch tot afzetting van den Sultan
laten de Jong-Turken vallen; het
grootste deel van het garnizoen uit
Constantinopel wordt naar elders over
geplaatst en vervangen door troepen
uit Saloniki, wier trouw aan de Jong-
Turken boven verdenking staat; de
troepen uit Saloniki zullen de stad
niet binnenmarcheeren; alle troepen
leggen opnieuw een eed af; de
regeering neemt op zich er voor te
zorgen, dat heel het garnizoen van
Constantinopel zich onderwerpt.
Ziedaar de basis waarop de over
eenstemming tusschen den Sultan en
de Jong-Turken zou zijn tot stand
gekomen. Een belangrijk purit zal
men missen: blijft Te wfik Pasja groot
vizier, of gaat Hilmi-Pasja dezen post
weer bekleeden? Nu er over gezwegen
wordt, is het wel 't waarschijnlijkst
dat de toestand blijft zooals hij is,
dat Tewfik minister blijft en de Jong-
Turken in dit opzicht hun zin niet
krijgen.
Hoe het toch komen zou, dat ter
wijl de Jong-Turksche legerscharen
Constantinopel ingesloten houden en
hot hun een hand omdraaien kosten
zou de stad te nemen en binnen te
trekken, dat juist op dat oogen-
blik er een overeenkomst tot stand
komt die in 't geheel niet in alle op
zichten naar den zin der Jong-Turken
kan zijn? Ter verklaring daarvan leest
men tal van veronderstellingen. Zoo,
dat de berichten over den opmarsch
der Jong-Turkschen troepen over
dreven geweest zijn en dat het leger
korps van Adrianopel hun niet bijge
vallen, maar den Sultan trouw ge
bleven is, zoodat zij niet zoo volstrekt
zeker van de overwinning zijn, als zij
't laten voorkomen. Dit kan natuurlijk
de reden zijn, maar 't is toch zonder
ling, dat de Jong-Turken aan de over
winning zouden twijfelen, juist op bet
oogenblik, dat zij door de bezetting
van Eskisjehir, een hoogst gewichtig
strategisch punt, zoowel den weg naar
de hoofdstad voor eventueele reaction-
naire hulptroepen uil bet binnenland
hadden afgesneden, als aan hun tegen
standers onmogelijk gemaakt om te
vluchten.
Een andere veronderstelling omtrent
den minder gunstigen loop dien de
zaken voor de Jong-Turken genomen
hebben, is dat de Sultan door handige
en diplomatieke besprekingen met de
Jong-Turksche leiders de overeenkomst
ten zijnen gunste heeft doen uitvallen.
Volgens die meening zou de Sultan
er den nadruk op gelegd hebben, dat
hij geen oogenblik de grondwet heeft
willen afschaffen, maar enkel heeft
toegegeven aan den drang der mui
tende troepen, die de afzetting van
Hilroi Pasja als groot-vizier eu van
Achmed Riza als voorzitter der Kamer
eischten.
Misschien ook is de geest onder
de Jong-Tursche troepen minder strijd
lustig geworden, toen zij vernamen
dat de Sultan inderdaad geen open
lijken aanslag op de grondwet gepleegd
heeft, zooals men bun had verteld
Zoo scbijneo op 't oogenblik de
zaken voor het Jong-Turksche comité
niet meer zoo glansrijk te staan als
eenige dagen te vorenmaar niets
zegt dat het morgen of over een paar
dagen weer niet anders zal zijn; want
aan afwisseling is men in de Balkan-
verwikkelingen gewend geraaktTrou
wens, wij vinden in de buitenlandsche
bladen tal van telegrammen volgens
welke de Jong-Turken ook thans nog
de machtigste zijn. In een bericht
uit Weenen lezen wij, dat de Jong-
Turken in zulk een mate de macht
in handen hebben, dat bun de provi
and uit bet bestookte Constantinopel
zelf wordt aangevoerd. Misschien ech
ter zijn berichten als deze te gunstig
voor de Jong-Turken gekleurd want
het schijnt wel dat er door hen cen
suur op de telegraaf word uitgeoefend.
Generaal von der Goltz, de Duitsche
officier die door zijn langdurig ver
blijf in Turkije een goeden kijk op
den toestand aldaar gekregen heeft,
richt zich in een woord van ver
maning" tot de JongeTurken. Hij zegt
dat hoewel 't niet gemakkelijk is zich
uit de verte een juist oordeel te vormen,
bet toch niet twijfelachtig schijnt of
de revolutie is het gevolg van den
strijd tusschen de twee partijende
Joog-Tuiken en de zoogenaamde
liberale unie. Deze beide partijen zijn
voorstanders van de grondwet, maar
nu ziet men gebeuren dat, door hun
onderlingen strijd de vijanden der
grondwet vrij spel krijgen. Past op,
roept v. d. Goltz uit, de vijanden van
het nieuwe stelsel staan altijd gereed
om een poging te wagen het oude,
rotte régime weer in te voeren
Voorts somt generaal v. d. Goltz
de goede werken op die de Jong-
Turken voor bet land gedaan hebben
en bij komt tot de slotsom, dat er
dit genoeg zijn om een verplichting
tot groote dankbaarheid te voorschijn
te roepen. Slechts in de voortzetting
van den weg, door de Jong-Turken
ingeslagen, zoo meent hij, ligt de
mogelijkheid van de redding des rijks.
De gewezen stedelijke commandant
van Moskou, generaal Reinbott, die
zich wegens omvangrijke, in de mil-
lioenen loopende, vei duisteringen in
hechtenis bevindt, heeft nogmaals een
poging gedaan om zich schoon te
wasschen. Hij heeft nl. een schrijven
gericht aan den Tsaar, waarin hij
verzekeit, dat alie gelden, die door
zijn handen zijn gegaan, feitelijk uit
sluitend ten bate van het land zijn
aangewend. De buitengewone toestand,
zegt hij, had buitengewone middelen
noodig gemaakt. Er treft hem geen
ander verwijt, dan dat bij te grooten
dienstijver heeft betoond. En ten
slotte verzocht hij den Tsaar om een
audiëntie. Deze wordt echter gewei
gerd.
Naar wij vernemen heeft de
Internationale Correspondentie Bond
Kosmos gevestigd te Amsterdam dit
jaar als plaats harer Algemeene Ver
gadering Amersfoort gekozen.
Deze in 1898opgerichte vereeniging
heeft het ideale doel beschaafde lieden
uit verschillende deelen der aarde tot
elkander te brengen. In de eerste
plaats tracht zij dit doel te bereiken
door hare leden correspondentiever
bindingen te verschaffen in alle deelen
der aarde, met alle volkeren en rassen,
in alle levende en doode talen. Elk
lid heeft het recht een ander lid aan
te schrijven, hem een raad, eene in
lichting te verzoeken, hem een voorstel
te doen tot een geregelde correspon
dentie, tot een ideaal, letterkundig of
praktisch doel; godsdienst en politiek
zijn hiervan uitgesloten. Opzijn beurt
stelt hij zich op gelijke wijze ter
beschikking zijner medeleden. De ver
eeniging berust dus op het beginsel
der wederkeerigheid. Zij stelt dus
hare leden in gelegenheid hunne
denkbeelden te toetsen aan die van
anderen, zij kunDen zich op een prak
tische wijze oefenen in de vreemde
talen, hunne verzamelingen uitbreiden.
Daarenboven stellen zich de meeste
leden ter beschikking van een ander
lid dat hunne woonplaats bezoekt,
hetzij tot het geven van mondelinge
inlichting of om den bezoeker te
geleiden.
De Vereeniging telt bare led<m,
dames en heeren, zoowel in Japan als
in Abessynië, op Ysland zoowel als
in Nieuw-Zeelaridaan de kusten der
Zwarte Zee en van de Noordzee wordt
even belang stellend het tweemaan-
delijksch tijdschrift verwacht, dat,
naast eene opgave van nieuwe leden
adresveranderingen enz. meestal por
tretten brengt van leden, die zich op
eenige wijze tegenover de Vereeniging
verdienstelijk hebben gemaakt. In de
1 Januari verschijnende hoofdlijst
een boek van plm. 200 bladzijden
zijn alle leden alphabetisch volgens
land en plaats gerangschikt.
De contributie is zeer laag gqsteld
f3.jaarlijks, terwijl de Secretaiis,
postbus 485 Amsterdam, gaarne nadere
inlichtingen verstrekt.
Het bestuur bestaat uit de Heeren
J. F. Verster, Voorzitter Amsterdam,
A. L. Nagel, Onder-Voorzitter Amster
dam, J. A. Galet, le secretaris Amster
dam, Th. Stapelveld Jr. 2de Secretaris
Bordeaux, G V. van der Schooreri
Penningmeester Arnhem, Prof Dr.
Herm. Smout Ledeberg-Genl, Justus
van Maurik Jz. Amsterdam, J. Vinken-
borg Jr. Arnhem, Mr. Dr. G. L. van
Ousten Slingeland Arnhem.
Het plan is de Tweede Kamer
tot de helft der volgende maand
bijeen te laten blijven
Op de aanbeveling van de be
noeming van een onderwijzer aan de
0. L. School aan de Koningstraat
(vac. A. M. van den Broek) komen
voor: 1. R. W. Kuiper te Diever,
2. C. van Dalfseu te Zwolle, 3. G.
ten broeke te Oosterhuizen,
VDe aanbeveling voor de benoe
ming van een Klokkenist bestaat uit
1. S. A. van Kalveen te Amersfoort
2. J. W. Meijll te Nijkerk.
De uitslag der trekking van
de verloting ten behoeve van de ver
eeniging «Centraal Israëlietisch Krank
zinnigengesticht in Nederland" gehou
den te Amsterdam op 22 April j.l,
ten overstaan van den notaris H. Wert-
beim ligt voor belangstellenden bij den
uitgever dezer ter inzage.
H. V. C. I ontvangt morgen op
haar terrein achter Rusioord haar
stadgenoote Quick II.
In de plaats van den heer J. H. C
Kuylaars is benoemd tot adjunct-com
mies, de beer J. C. ten Bruggencate,
thans klerk ter Secretarie, alhier.
Kapitein-paardenarts A Frede-
rikse van de Rijschool hier en kapitein-
paardenarst L. J. van Rhijn van het
le regiment huzaren worden op 1
Mei a.s. overgeplaatst, respectievelijk
naar het le reg. veldartillerie te Utrecht
en het 2e reg. huzaien te Venlo, ter-
vijl alhier in garnizoen komen kapitein
paardenarts F. Lameris uit Zutphen
en kapitein-paardenarts H. D. Goossen
uit Venlo.
j De heer D. J. Bezaan behaalde
j te Utrecht de akte L. O.
Het eindexamen aan de Koninklijke
Militaire Academie zal op 9 Juni aan
vangen.
Het toelatingsexamen tot den
Hoofdcursus zal dit jaar plaats hebben
op 8, 9 en 10 Juli.
Inlichtingen van B. en W. op de
vragen, gedaan door den heer D. Gerrit
sen in de Raadsvergadering van 23 Febr.
j.l. omtrent het Ziekenhuis.
Amersfoort, 15 April 1909.
In uwe vergadering van 23 Februari
deed de heer Gerritsen de vraag, of het
waar was, dat twee kinderen, die voor
rekening van de Gemeente in het St.
Elisabeths-gast of ziekenhuis verpleegd
werden, tijdens die verpleging Roomsch-
Kathoiiek geworden zijn, en verzocht
dienaangaande een onderzoek door ons
College.
Aangezien wij vernomen hadden, dat
de godsdienstonderwijzer K. Teeling in
't bijzonder met deze aangelegenheid op
de hoogte was, verzochten wy hem inlich
tingen, die blijkens de hierbij overgelegde
missive (Bijl. A.) welwillend verstrekt
werden. Daarna hoorden wij in onze ver
gadering respectievelijk de moeder van
de twee kinderen en de Eerwaarde Overste
van het St. Elisabeths gast- of ziekenhuis.
De extracten uit de notulen onzer ver
gaderingen gaan hierbij als bijlagen B.
en C.
Wij vertrouwen hiermede aan het ver
zoek om inlichtingen voldaan te hebben.
Burgemeester en Wethouders
van Amersfoort.
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
Aan het College van Burgemeester
en Wethouders van Amersfoort.
Edel Achtbare Heeren,
Naar aanleiding van uw verzoek wil ik
gaarne het volgende onder uw aandacht
brengen betreffende het onderzoek naai
den overgang tot de Roomsch Katholieke
kerk van Lucia Sips, weduwe van David
Kraan en twee harer kinderen.
Genoemde vrouw werd volgens hare
verklaring in Maart 1894 als lidmate der
Ned. Hervormde kerk bevestigd door
wijlen ds. Immink, na vooraf tot de be
lijdenis des geloofs te zijn voorbereid door
wijlen den heer H. Limpers.
Johanna Kraan, geb. 14 Augustus, werd
in de Ned. Hervormde kerk gedoopt Sep
tember 1898.
Adriana Kraan, geb. 8 Augustus, werd
in de Ned. Hervormde kerk gedoopt den
SI Augustus 1902.
Toen mij, kort na het ontslag van beide
genoemde kinderen uit het St. Elisabeth's
gast- of ziekenhuis, verteld werd, dat zij
Roomsch geworden waren, kwam mij dit
verhaal ongeloofelijk voor en ben ik direct
op onderzoek uitgegaan. Ik begaf mij daar
toe naar de moeder zelve, meenende, dat
die mij het best kon inlichten. Ik zal
zooveel mogelijk weergeven, wat zy my
vertelde.
Op mfin vraag of de kinderen, wanneer
ze weer ter school gingen, ook de school-
catechisatie zouden bezoeken, antwoordde
zij, eerst aarzelend, daarna meer vrijmoe
dig: „dat zij met de kinderen was over
gegaan tot de Roomsche kerk, zoodat de
kinderen wel niet meer in de Beekstraat
ter school zouden komen."
Op mijn vraag, hoe zij daartoe gekomen
was, luidde het antwoord: „dat zij door
de Eerwaarde Moeder in het Ziekenhuis ont
boden was, dat zij daar door den inwonen-
den geestelijke was onderhouden over haar
Protestant-worden en gezegd was gewor
den, dat zij goed deed, weer tot de Roomsch
Katholieke kerk terug te keeren en hare
kinderen eene Roomsche opvoeding te
geven.
Eerst maakte zij daartegen wel bezwaar,
omdat zij ondersteuning genoot van de
Diaconie der Ned. Herv. gemeente, en zij
dan die ondersteuning zou verliezen.
Haar werd echter door de Eerwaarde
Moeder verzekerd, dat zij van haar over
gang geen schade zou hebben. „En toch
heb ik toegegeven, omdat ik toch maar
weer liever Roomsch was, daar mijn ge-
heele familie tot die kerk behoort."
Toen ik haar vroeg hoe men in het
Ziekenhuis wist, dat zij vroeger tot de
Roomsch Katholieke kerk behoord had,
antwoordde zij„dat weet ik niet; maar
ik denk, dat zij dit van mijn man, die
in het Ziekenhuis verpleegd en gestorven
is, gehoord hebben."
Maar uwe beide kinderen dan, willen
die ook wel tot de Roomsch Katholieke
kerk behooren?
O, ja mijnheer; want toen ik Zondag
avond naar de Groote kerk wilde gaan,
toen zeiden ze, „moeder, gaat U nog
daarheenwij zijn toch immers Roomsch
Dit was enkele dagen na hun thuiskomst
uit het Ziekenhuis.
Op mijn vraag of zij vroeger, vóór dat
de kinderen naar het Ziekenhuis gingen,
wel eens met hen over de Roomsche
kerk gesproken had, antwoordde ze ont
kennend. En toen ik haar nog eens vroeg
of haar overgang dan reeds vast besloten
was, antwoordde zij direct bevestigend.
Door een der buren, C. Meerbeek, Bis-
schopsweg 20, werd mij ongevraagd ver
zekerd, dat de kinderen reeds hun Roomsch
gebed kenden, een rozenkrans bezaten en
bfi de Zusters ter „leering" gingen.
Door ds. De Meijere, Ev. Luthersch pre
dikant alhier, waar de weduwe Kraan
sedert geruimen tijd werkzaam is, en de
dienstbode Neeltje Manten is mij ver
zekerd, dat deze vrouw nooit te voren van
eenige Roomsche neigingen had blyk ge
geven en als hun gevoelen uitspraken,
dat zij niet tot de Roomsch Katholieke
kerk zou zijn overgegaan, zoo hare kinderen
niet in het Ziekenhuis waren verplêegd
geworden. Dit laatste is door de vrouw
zelve aan Neeltje Manten gezegd.
Ik kan dit als waarheid aannemen, daar
de vrouw zeer geregeld de avondgods
dienstoefeningen in de St. Joriskerk be
zocht, wat zij zeker niet zou gedaan hebben
als zy eenig plan had gehad, van kerk
genootschap te veranderen; daar dit toch
plaats heeft als men reeds te voren met
zijn vroegere kerk gebroken heeft.
En waar nu de vrouw nooit te voren
eenige neigingen tot overgang hadnooit
te voren met hare kinderen over den
Roomschen eeredienst had gesproken en
deze kinderen toch van „Roomsch zyn"
spraken, blijkt 'twel dat op de vrouw
invloed is uitgeoefend en ook de kinderen
zijn bewerkt geworden.
Tot persoonlijke toelichting is gaarne
bereid
van uwe EdelAchthare heeren
de dw. dn.
K. TEELING,
Godsdienstonderwijzer by de
Ned. Hervormde gemeente.
Extract uit de notulen van de ver
gadering van Burgemeester en Wet
houders van Amersfoort van den 30
Maart 1909.
Tegenwoordig de heerenjhr. J. W. A.
Barchman Wuytiers, burgemeester; M. L.
Celosse, wethouder, en mr. dr. J. G. Sten-
fert Kroese, secretaris. Afwezig wegens
ziekte de wethouder E. L. Visser.
In de vergadering wordt, daartoe ver
zocht, binnengelaten de weduweD. Kraan—
Sips. Desgevraagd, verklaart zij het vol
gende: Op advies van dr. Jorissen zijn
hare twee kinderen indertijd in het Zieken
huis opgenomen. Nadat die kinderen in
het Ziekenhuis waren opgenomen, heeft
zij uit zich zelf gevraagd aan de Eer
waarde Moeder, of zij weer R. K. kon
worden. Na den dood van haar man
heeft zij, toen de kinderen in het Zieken
huis waren, aan haar zuster te Breda
geschreven over haar R. K. worden, omdat
haar geheele familie R. K. was en zij het
voor de kinderen ook beter vond, dat die
R. K. werden. Na den dood van haar
man is zij nog wel naar de Protestansche
kerk geweest, maar dit was om zich eens
te verzetten omdat ze altijd alleen was.
Voordat de kinderen in het Ziekenhuis
waren, heeft ze er al over gesproken met
haar zuster.
Toen zij er met den pastoor over ge
sproken had, vond zij goed, dat haar
kinderen naar de kapel in het Ziekenhuis
gingen; zy heeft dit uitdrukkelijk ver
zocht, omdat zij geen rust of vrede had,
indien zy niet R. K. werden.
Nadat de burgemeester er haar op gel
wezen had, dat deze verklaring niet gehee-
overeenstemde met hetgeen zij aan den
heer Teeling zou hebben verklaard, deelde
vrouw Kraan het volgende mede:
Toen zij hare kinderen bezocht in het
Ziekenhuis, zeiden de zusters tegen haar,
dat de Eerwaarde Moeder naar haar ge
vraagd had. Toen is zij naar de Eerwaarde
Moeder gegaan, die haar vroeg, of ze weer
R. K. wilde worden. Zy heeft daarop
dadelijk toegestemd. Daarna heeft zy ge
sproken met geestelijken in het Zieken
huis, aan wien zij gezegd heeft, dat zy
R. K. wilde worden.
Ten slotte verklaart zij, dat zij ook al
waren de kinderen niet ziek geworden,
zy toch R. K. had willen worden, omdat
zij nimmer vrede gehad heeft met den
Protestantschen godsdienst en hare geheele
familie Roomsch is. Voorts deelde zij nog
mede, dat op haar verzoek aan haar
kinderen in het Ziekenhuis een rozenkrans
is gegeven.
De weduwe Kraan verlaat daarop de
vergadering.
Extract uit de notulen van de ver
gadering van Burgemeester en Wethouders
van Amersfoort, van den 8. April 1909.
Tegenwoordig de heer jhr. J. W. A.
Barchman Wuytiers, burgemeester; M.
L. Celosse, wethouder; en de secretaris
mr. dr. J. G. Stenfert Kroese.
Afwezig wegens ziekte de wethouder
E. L. Visser.
In de vergadering wordt, daartoe uitge-
noodigd, toegelaten de Eerwaarde Moeder
van het St. Elisabeths Gast- of Zieken
huis, vergezeld van een Zuster.
Daartoe uitgenoodigd, verklaart zij het
volgende
Toen de kinderen van vrouw Kraan in
het Ziekenhuis opgenoinen waren, heeft
ze, met andere gegevens moeten opgeven
den godsdienst van de kinderen.
Zij heeft toen geheel uit zich zelf, zon
der eenige ondervraging of uitnoodiging,
gezegd, dat ze graag weer R.-K. wilde
worden, omdat ze dit vroeger geweest
was en hare geheele familie R.-K. was.
Later heeft ze, tijdens het bezoek aan de
kinderen, er meermalen over gesproken,
en verzocht den kinderen een rozenkrans
te geven en hun de kapel te laten zien.
Toen ze er uit zich zelf meermalen over
gesproken had en Moeder Overste merkte,
dat het ernst was, heeft zij vrouw Kraan
naar den pastoor verwezen en het aan
den directeur van het Ziekenhuis mede
gedeeld, die daarna de kinderen, zoodra
hunne gezondheid dit toeliet, zoo snel
mogelijk ontsloeg.
Desgevraagd verklaarde de Moeder Over
ste nadrukkelijk, dat er van hare zijde
niet in het minst invloed is uitgeoefend
op het weder R.-K. worden van vrouw
Kraan en de kinderen.
Daarna verlaten de Moeder Overste en
de Zuster de vergadering.