BINNENLAND. De Pink Pillen BUITENLAND. Plaatselijk Nieuws. 't Is niet «liberaal" deze waarheid te willen verkrachten. Van de jongste parlementaire week valt nog aan te stippen dat in de vacature op het presidiaal bureau der Kamer werd voorzien door de benoe ming, tot commies-griffier, van den 31-jarigen ambtenaar ter provinciale griffie te Arnhem, mr. dr. W. G. A. van Sonsbeeck. Nogmaals moet ik 't herhalenin steeds sterker mate wordt alles be- heerscht, nu, door de spanning, waar- meè het »groote nieuws uit Den Haag" wordt verbeid. Binnen- en buitenland- scbe persbroeders doen 't onmogelijke om »kopy" te leveren »van het Noord- einde", zonder dat zij iets anders kun nen beweren dan dat H. M. eene voortreffelijke gezondheid geniet en nog dagelijks wandelingen in de paleis tuin maakt. Waar zij dan schetsen aan vastknoopen over den vermaarden kastanjeboom in het Noordeinde, etc. Zij, die in kalmte overwegen, hoe minister Heemskerk den 22 December aan de Tweede Kamer mededeelde, dat de zwangerschap der Koningin »de tweede helft van den duur ervan" was ingetreden, zullen toch moeten erken nen, dat er gelukkig op 20, 22, zelfs 25 of 27 April geenerlei reden is om zich ongerust te maken over 't nog niet vervuld-zijn der blijde ver wachting! De opgewektheid waarmeê prins Hendrik's 33ste verjaardag werd ge vierd viel samen met de gerecht vaardigde ingenomenheid over de pientere, kranige wijze, waarop minister Van Swinderen 't tot dusver met Venezuela heeft klaargespeeld, met de dr. Paul's hoe keurig ook gekleed en hoe «beminnelijk" van vormen, blijft oppassen de boodschap, maar we hebben nu een minister van Buitenlandsche Zaken, om wien te foppen men toch wel extra-vroeg uit de veêren dient te rijzen Mr. ANTONIO. RECLAME. Zuiveren het Bloed (g$ Het is goed te weten dat de Pink Pillen het bloed zuive ren. Het is goed zich dat te herinneren vooral nu, in de lente, waarin het bloed van iedereen meer of min lichtelyk in, gisting is, in dit tydperk waarin, meer dan in welk ander jaafgetyde ook, zich uitslag, roode vlekken, puis ten en zweren vertoonen. Prjjs f 1.75 de doos, f 9.per 6 doozen. Verkrijgbaar bij Snabilié, Hoofd-dépothouder voor Nederland, 7 Groote Markt te Rotterdam, voor Amersfoort en omstreken bij de firma's A. van de Weg, J. van de Hooff, Langestraat 107, en P. de Zwart Langestraat 129 en verder bij verschillende apothekers en goede drogisten. De toestand in Turkije. Men schrijft aan het »N. v. d. Dag." De Sultan zal niet afgezet worden, ubch vrijwillig afstand doen. Hij blijft aan, geeft in vele opzichten toe aan de Joog-Turken, in andere niet. Woensdagavond,schijnt 't,isde overeen stemming tusschen den Sultan en de Jong-Turken tot stand gekomen, en wel op den volgenden grondslag: den eisch tot afzetting van den Sultan laten de Jong-Turken vallen; het grootste deel van het garnizoen uit Constantinopel wordt naar elders over geplaatst en vervangen door troepen uit Saloniki, wier trouw aan de Jong- Turken boven verdenking staat; de troepen uit Saloniki zullen de stad niet binnenmarcheeren; alle troepen leggen opnieuw een eed af; de regeering neemt op zich er voor te zorgen, dat heel het garnizoen van Constantinopel zich onderwerpt. Ziedaar de basis waarop de over eenstemming tusschen den Sultan en de Jong-Turken zou zijn tot stand gekomen. Een belangrijk purit zal men missen: blijft Te wfik Pasja groot vizier, of gaat Hilmi-Pasja dezen post weer bekleeden? Nu er over gezwegen wordt, is het wel 't waarschijnlijkst dat de toestand blijft zooals hij is, dat Tewfik minister blijft en de Jong- Turken in dit opzicht hun zin niet krijgen. Hoe het toch komen zou, dat ter wijl de Jong-Turksche legerscharen Constantinopel ingesloten houden en hot hun een hand omdraaien kosten zou de stad te nemen en binnen te trekken, dat juist op dat oogen- blik er een overeenkomst tot stand komt die in 't geheel niet in alle op zichten naar den zin der Jong-Turken kan zijn? Ter verklaring daarvan leest men tal van veronderstellingen. Zoo, dat de berichten over den opmarsch der Jong-Turkschen troepen over dreven geweest zijn en dat het leger korps van Adrianopel hun niet bijge vallen, maar den Sultan trouw ge bleven is, zoodat zij niet zoo volstrekt zeker van de overwinning zijn, als zij 't laten voorkomen. Dit kan natuurlijk de reden zijn, maar 't is toch zonder ling, dat de Jong-Turken aan de over winning zouden twijfelen, juist op bet oogenblik, dat zij door de bezetting van Eskisjehir, een hoogst gewichtig strategisch punt, zoowel den weg naar de hoofdstad voor eventueele reaction- naire hulptroepen uil bet binnenland hadden afgesneden, als aan hun tegen standers onmogelijk gemaakt om te vluchten. Een andere veronderstelling omtrent den minder gunstigen loop dien de zaken voor de Jong-Turken genomen hebben, is dat de Sultan door handige en diplomatieke besprekingen met de Jong-Turksche leiders de overeenkomst ten zijnen gunste heeft doen uitvallen. Volgens die meening zou de Sultan er den nadruk op gelegd hebben, dat hij geen oogenblik de grondwet heeft willen afschaffen, maar enkel heeft toegegeven aan den drang der mui tende troepen, die de afzetting van Hilroi Pasja als groot-vizier eu van Achmed Riza als voorzitter der Kamer eischten. Misschien ook is de geest onder de Jong-Tursche troepen minder strijd lustig geworden, toen zij vernamen dat de Sultan inderdaad geen open lijken aanslag op de grondwet gepleegd heeft, zooals men bun had verteld Zoo scbijneo op 't oogenblik de zaken voor het Jong-Turksche comité niet meer zoo glansrijk te staan als eenige dagen te vorenmaar niets zegt dat het morgen of over een paar dagen weer niet anders zal zijn; want aan afwisseling is men in de Balkan- verwikkelingen gewend geraaktTrou wens, wij vinden in de buitenlandsche bladen tal van telegrammen volgens welke de Jong-Turken ook thans nog de machtigste zijn. In een bericht uit Weenen lezen wij, dat de Jong- Turken in zulk een mate de macht in handen hebben, dat bun de provi and uit bet bestookte Constantinopel zelf wordt aangevoerd. Misschien ech ter zijn berichten als deze te gunstig voor de Jong-Turken gekleurd want het schijnt wel dat er door hen cen suur op de telegraaf word uitgeoefend. Generaal von der Goltz, de Duitsche officier die door zijn langdurig ver blijf in Turkije een goeden kijk op den toestand aldaar gekregen heeft, richt zich in een woord van ver maning" tot de JongeTurken. Hij zegt dat hoewel 't niet gemakkelijk is zich uit de verte een juist oordeel te vormen, bet toch niet twijfelachtig schijnt of de revolutie is het gevolg van den strijd tusschen de twee partijende Joog-Tuiken en de zoogenaamde liberale unie. Deze beide partijen zijn voorstanders van de grondwet, maar nu ziet men gebeuren dat, door hun onderlingen strijd de vijanden der grondwet vrij spel krijgen. Past op, roept v. d. Goltz uit, de vijanden van het nieuwe stelsel staan altijd gereed om een poging te wagen het oude, rotte régime weer in te voeren Voorts somt generaal v. d. Goltz de goede werken op die de Jong- Turken voor bet land gedaan hebben en bij komt tot de slotsom, dat er dit genoeg zijn om een verplichting tot groote dankbaarheid te voorschijn te roepen. Slechts in de voortzetting van den weg, door de Jong-Turken ingeslagen, zoo meent hij, ligt de mogelijkheid van de redding des rijks. De gewezen stedelijke commandant van Moskou, generaal Reinbott, die zich wegens omvangrijke, in de mil- lioenen loopende, vei duisteringen in hechtenis bevindt, heeft nogmaals een poging gedaan om zich schoon te wasschen. Hij heeft nl. een schrijven gericht aan den Tsaar, waarin hij verzekeit, dat alie gelden, die door zijn handen zijn gegaan, feitelijk uit sluitend ten bate van het land zijn aangewend. De buitengewone toestand, zegt hij, had buitengewone middelen noodig gemaakt. Er treft hem geen ander verwijt, dan dat bij te grooten dienstijver heeft betoond. En ten slotte verzocht hij den Tsaar om een audiëntie. Deze wordt echter gewei gerd. Naar wij vernemen heeft de Internationale Correspondentie Bond Kosmos gevestigd te Amsterdam dit jaar als plaats harer Algemeene Ver gadering Amersfoort gekozen. Deze in 1898opgerichte vereeniging heeft het ideale doel beschaafde lieden uit verschillende deelen der aarde tot elkander te brengen. In de eerste plaats tracht zij dit doel te bereiken door hare leden correspondentiever bindingen te verschaffen in alle deelen der aarde, met alle volkeren en rassen, in alle levende en doode talen. Elk lid heeft het recht een ander lid aan te schrijven, hem een raad, eene in lichting te verzoeken, hem een voorstel te doen tot een geregelde correspon dentie, tot een ideaal, letterkundig of praktisch doel; godsdienst en politiek zijn hiervan uitgesloten. Opzijn beurt stelt hij zich op gelijke wijze ter beschikking zijner medeleden. De ver eeniging berust dus op het beginsel der wederkeerigheid. Zij stelt dus hare leden in gelegenheid hunne denkbeelden te toetsen aan die van anderen, zij kunDen zich op een prak tische wijze oefenen in de vreemde talen, hunne verzamelingen uitbreiden. Daarenboven stellen zich de meeste leden ter beschikking van een ander lid dat hunne woonplaats bezoekt, hetzij tot het geven van mondelinge inlichting of om den bezoeker te geleiden. De Vereeniging telt bare led<m, dames en heeren, zoowel in Japan als in Abessynië, op Ysland zoowel als in Nieuw-Zeelaridaan de kusten der Zwarte Zee en van de Noordzee wordt even belang stellend het tweemaan- delijksch tijdschrift verwacht, dat, naast eene opgave van nieuwe leden adresveranderingen enz. meestal por tretten brengt van leden, die zich op eenige wijze tegenover de Vereeniging verdienstelijk hebben gemaakt. In de 1 Januari verschijnende hoofdlijst een boek van plm. 200 bladzijden zijn alle leden alphabetisch volgens land en plaats gerangschikt. De contributie is zeer laag gqsteld f3.jaarlijks, terwijl de Secretaiis, postbus 485 Amsterdam, gaarne nadere inlichtingen verstrekt. Het bestuur bestaat uit de Heeren J. F. Verster, Voorzitter Amsterdam, A. L. Nagel, Onder-Voorzitter Amster dam, J. A. Galet, le secretaris Amster dam, Th. Stapelveld Jr. 2de Secretaris Bordeaux, G V. van der Schooreri Penningmeester Arnhem, Prof Dr. Herm. Smout Ledeberg-Genl, Justus van Maurik Jz. Amsterdam, J. Vinken- borg Jr. Arnhem, Mr. Dr. G. L. van Ousten Slingeland Arnhem. Het plan is de Tweede Kamer tot de helft der volgende maand bijeen te laten blijven Op de aanbeveling van de be noeming van een onderwijzer aan de 0. L. School aan de Koningstraat (vac. A. M. van den Broek) komen voor: 1. R. W. Kuiper te Diever, 2. C. van Dalfseu te Zwolle, 3. G. ten broeke te Oosterhuizen, VDe aanbeveling voor de benoe ming van een Klokkenist bestaat uit 1. S. A. van Kalveen te Amersfoort 2. J. W. Meijll te Nijkerk. De uitslag der trekking van de verloting ten behoeve van de ver eeniging «Centraal Israëlietisch Krank zinnigengesticht in Nederland" gehou den te Amsterdam op 22 April j.l, ten overstaan van den notaris H. Wert- beim ligt voor belangstellenden bij den uitgever dezer ter inzage. H. V. C. I ontvangt morgen op haar terrein achter Rusioord haar stadgenoote Quick II. In de plaats van den heer J. H. C Kuylaars is benoemd tot adjunct-com mies, de beer J. C. ten Bruggencate, thans klerk ter Secretarie, alhier. Kapitein-paardenarts A Frede- rikse van de Rijschool hier en kapitein- paardenarst L. J. van Rhijn van het le regiment huzaren worden op 1 Mei a.s. overgeplaatst, respectievelijk naar het le reg. veldartillerie te Utrecht en het 2e reg. huzaien te Venlo, ter- vijl alhier in garnizoen komen kapitein paardenarts F. Lameris uit Zutphen en kapitein-paardenarts H. D. Goossen uit Venlo. j De heer D. J. Bezaan behaalde j te Utrecht de akte L. O. Het eindexamen aan de Koninklijke Militaire Academie zal op 9 Juni aan vangen. Het toelatingsexamen tot den Hoofdcursus zal dit jaar plaats hebben op 8, 9 en 10 Juli. Inlichtingen van B. en W. op de vragen, gedaan door den heer D. Gerrit sen in de Raadsvergadering van 23 Febr. j.l. omtrent het Ziekenhuis. Amersfoort, 15 April 1909. In uwe vergadering van 23 Februari deed de heer Gerritsen de vraag, of het waar was, dat twee kinderen, die voor rekening van de Gemeente in het St. Elisabeths-gast of ziekenhuis verpleegd werden, tijdens die verpleging Roomsch- Kathoiiek geworden zijn, en verzocht dienaangaande een onderzoek door ons College. Aangezien wij vernomen hadden, dat de godsdienstonderwijzer K. Teeling in 't bijzonder met deze aangelegenheid op de hoogte was, verzochten wy hem inlich tingen, die blijkens de hierbij overgelegde missive (Bijl. A.) welwillend verstrekt werden. Daarna hoorden wij in onze ver gadering respectievelijk de moeder van de twee kinderen en de Eerwaarde Overste van het St. Elisabeths gast- of ziekenhuis. De extracten uit de notulen onzer ver gaderingen gaan hierbij als bijlagen B. en C. Wij vertrouwen hiermede aan het ver zoek om inlichtingen voldaan te hebben. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort. De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, J. G. STENFERT KROESE. Aan het College van Burgemeester en Wethouders van Amersfoort. Edel Achtbare Heeren, Naar aanleiding van uw verzoek wil ik gaarne het volgende onder uw aandacht brengen betreffende het onderzoek naai den overgang tot de Roomsch Katholieke kerk van Lucia Sips, weduwe van David Kraan en twee harer kinderen. Genoemde vrouw werd volgens hare verklaring in Maart 1894 als lidmate der Ned. Hervormde kerk bevestigd door wijlen ds. Immink, na vooraf tot de be lijdenis des geloofs te zijn voorbereid door wijlen den heer H. Limpers. Johanna Kraan, geb. 14 Augustus, werd in de Ned. Hervormde kerk gedoopt Sep tember 1898. Adriana Kraan, geb. 8 Augustus, werd in de Ned. Hervormde kerk gedoopt den SI Augustus 1902. Toen mij, kort na het ontslag van beide genoemde kinderen uit het St. Elisabeth's gast- of ziekenhuis, verteld werd, dat zij Roomsch geworden waren, kwam mij dit verhaal ongeloofelijk voor en ben ik direct op onderzoek uitgegaan. Ik begaf mij daar toe naar de moeder zelve, meenende, dat die mij het best kon inlichten. Ik zal zooveel mogelijk weergeven, wat zy my vertelde. Op mfin vraag of de kinderen, wanneer ze weer ter school gingen, ook de school- catechisatie zouden bezoeken, antwoordde zij, eerst aarzelend, daarna meer vrijmoe dig: „dat zij met de kinderen was over gegaan tot de Roomsche kerk, zoodat de kinderen wel niet meer in de Beekstraat ter school zouden komen." Op mijn vraag, hoe zij daartoe gekomen was, luidde het antwoord: „dat zij door de Eerwaarde Moeder in het Ziekenhuis ont boden was, dat zij daar door den inwonen- den geestelijke was onderhouden over haar Protestant-worden en gezegd was gewor den, dat zij goed deed, weer tot de Roomsch Katholieke kerk terug te keeren en hare kinderen eene Roomsche opvoeding te geven. Eerst maakte zij daartegen wel bezwaar, omdat zij ondersteuning genoot van de Diaconie der Ned. Herv. gemeente, en zij dan die ondersteuning zou verliezen. Haar werd echter door de Eerwaarde Moeder verzekerd, dat zij van haar over gang geen schade zou hebben. „En toch heb ik toegegeven, omdat ik toch maar weer liever Roomsch was, daar mijn ge- heele familie tot die kerk behoort." Toen ik haar vroeg hoe men in het Ziekenhuis wist, dat zij vroeger tot de Roomsch Katholieke kerk behoord had, antwoordde zij„dat weet ik niet; maar ik denk, dat zij dit van mijn man, die in het Ziekenhuis verpleegd en gestorven is, gehoord hebben." Maar uwe beide kinderen dan, willen die ook wel tot de Roomsch Katholieke kerk behooren? O, ja mijnheer; want toen ik Zondag avond naar de Groote kerk wilde gaan, toen zeiden ze, „moeder, gaat U nog daarheenwij zijn toch immers Roomsch Dit was enkele dagen na hun thuiskomst uit het Ziekenhuis. Op mijn vraag of zij vroeger, vóór dat de kinderen naar het Ziekenhuis gingen, wel eens met hen over de Roomsche kerk gesproken had, antwoordde ze ont kennend. En toen ik haar nog eens vroeg of haar overgang dan reeds vast besloten was, antwoordde zij direct bevestigend. Door een der buren, C. Meerbeek, Bis- schopsweg 20, werd mij ongevraagd ver zekerd, dat de kinderen reeds hun Roomsch gebed kenden, een rozenkrans bezaten en bfi de Zusters ter „leering" gingen. Door ds. De Meijere, Ev. Luthersch pre dikant alhier, waar de weduwe Kraan sedert geruimen tijd werkzaam is, en de dienstbode Neeltje Manten is mij ver zekerd, dat deze vrouw nooit te voren van eenige Roomsche neigingen had blyk ge geven en als hun gevoelen uitspraken, dat zij niet tot de Roomsch Katholieke kerk zou zijn overgegaan, zoo hare kinderen niet in het Ziekenhuis waren verplêegd geworden. Dit laatste is door de vrouw zelve aan Neeltje Manten gezegd. Ik kan dit als waarheid aannemen, daar de vrouw zeer geregeld de avondgods dienstoefeningen in de St. Joriskerk be zocht, wat zij zeker niet zou gedaan hebben als zy eenig plan had gehad, van kerk genootschap te veranderen; daar dit toch plaats heeft als men reeds te voren met zijn vroegere kerk gebroken heeft. En waar nu de vrouw nooit te voren eenige neigingen tot overgang hadnooit te voren met hare kinderen over den Roomschen eeredienst had gesproken en deze kinderen toch van „Roomsch zyn" spraken, blijkt 'twel dat op de vrouw invloed is uitgeoefend en ook de kinderen zijn bewerkt geworden. Tot persoonlijke toelichting is gaarne bereid van uwe EdelAchthare heeren de dw. dn. K. TEELING, Godsdienstonderwijzer by de Ned. Hervormde gemeente. Extract uit de notulen van de ver gadering van Burgemeester en Wet houders van Amersfoort van den 30 Maart 1909. Tegenwoordig de heerenjhr. J. W. A. Barchman Wuytiers, burgemeester; M. L. Celosse, wethouder, en mr. dr. J. G. Sten- fert Kroese, secretaris. Afwezig wegens ziekte de wethouder E. L. Visser. In de vergadering wordt, daartoe ver zocht, binnengelaten de weduweD. Kraan— Sips. Desgevraagd, verklaart zij het vol gende: Op advies van dr. Jorissen zijn hare twee kinderen indertijd in het Zieken huis opgenomen. Nadat die kinderen in het Ziekenhuis waren opgenomen, heeft zij uit zich zelf gevraagd aan de Eer waarde Moeder, of zij weer R. K. kon worden. Na den dood van haar man heeft zij, toen de kinderen in het Zieken huis waren, aan haar zuster te Breda geschreven over haar R. K. worden, omdat haar geheele familie R. K. was en zij het voor de kinderen ook beter vond, dat die R. K. werden. Na den dood van haar man is zij nog wel naar de Protestansche kerk geweest, maar dit was om zich eens te verzetten omdat ze altijd alleen was. Voordat de kinderen in het Ziekenhuis waren, heeft ze er al over gesproken met haar zuster. Toen zij er met den pastoor over ge sproken had, vond zij goed, dat haar kinderen naar de kapel in het Ziekenhuis gingen; zy heeft dit uitdrukkelijk ver zocht, omdat zij geen rust of vrede had, indien zy niet R. K. werden. Nadat de burgemeester er haar op gel wezen had, dat deze verklaring niet gehee- overeenstemde met hetgeen zij aan den heer Teeling zou hebben verklaard, deelde vrouw Kraan het volgende mede: Toen zij hare kinderen bezocht in het Ziekenhuis, zeiden de zusters tegen haar, dat de Eerwaarde Moeder naar haar ge vraagd had. Toen is zij naar de Eerwaarde Moeder gegaan, die haar vroeg, of ze weer R. K. wilde worden. Zy heeft daarop dadelijk toegestemd. Daarna heeft zy ge sproken met geestelijken in het Zieken huis, aan wien zij gezegd heeft, dat zy R. K. wilde worden. Ten slotte verklaart zij, dat zij ook al waren de kinderen niet ziek geworden, zy toch R. K. had willen worden, omdat zij nimmer vrede gehad heeft met den Protestantschen godsdienst en hare geheele familie Roomsch is. Voorts deelde zij nog mede, dat op haar verzoek aan haar kinderen in het Ziekenhuis een rozenkrans is gegeven. De weduwe Kraan verlaat daarop de vergadering. Extract uit de notulen van de ver gadering van Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, van den 8. April 1909. Tegenwoordig de heer jhr. J. W. A. Barchman Wuytiers, burgemeester; M. L. Celosse, wethouder; en de secretaris mr. dr. J. G. Stenfert Kroese. Afwezig wegens ziekte de wethouder E. L. Visser. In de vergadering wordt, daartoe uitge- noodigd, toegelaten de Eerwaarde Moeder van het St. Elisabeths Gast- of Zieken huis, vergezeld van een Zuster. Daartoe uitgenoodigd, verklaart zij het volgende Toen de kinderen van vrouw Kraan in het Ziekenhuis opgenoinen waren, heeft ze, met andere gegevens moeten opgeven den godsdienst van de kinderen. Zij heeft toen geheel uit zich zelf, zon der eenige ondervraging of uitnoodiging, gezegd, dat ze graag weer R.-K. wilde worden, omdat ze dit vroeger geweest was en hare geheele familie R.-K. was. Later heeft ze, tijdens het bezoek aan de kinderen, er meermalen over gesproken, en verzocht den kinderen een rozenkrans te geven en hun de kapel te laten zien. Toen ze er uit zich zelf meermalen over gesproken had en Moeder Overste merkte, dat het ernst was, heeft zij vrouw Kraan naar den pastoor verwezen en het aan den directeur van het Ziekenhuis mede gedeeld, die daarna de kinderen, zoodra hunne gezondheid dit toeliet, zoo snel mogelijk ontsloeg. Desgevraagd verklaarde de Moeder Over ste nadrukkelijk, dat er van hare zijde niet in het minst invloed is uitgeoefend op het weder R.-K. worden van vrouw Kraan en de kinderen. Daarna verlaten de Moeder Overste en de Zuster de vergadering.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 2