NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht Scleta uit ie rectaal. BUITENLAND. No. AO. Woensdag 19 Mei 1909 Acht-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. FEUILLETON. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75; Franco per post door het geheele Rijk 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langegtraat 77. Telephoonno. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'l, Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Russische gevangenissen. Een Zwitser in Rusland gevangen genomen en later gevlucht, deelt thans in een boek, «Prisons Russes", iets mede over het leven ïn Russische en Siberische gevangenissen. Hij heet Maurice Gehri, en was leeraar in het Fransch aan een Russisch gymnasium te Shitomir, een provinciestadje in Zuidwestelijk Rusland. Daar geraakte hij in de vrijheidsbeweging,die leeraren en leerlingen gelijkelijk had aange grepen. Hij werd gearresteerd en zonder iets ten zijnen laste te hebben, zonder vonnis of rechtsspraak, op administratief bevel naar Siberië ver bannen. Gruwelijk was de toestand, dien hij op zijn reis naar het eenzame, woeste Jakoetengebied, een afstand van 9877 werst, opmerkte; gruwelijker nog het geen hij ondervond bg dien toebt in een vierde-klasse- of beestenwagen, met een vijf kilo zwaren ijzeren ket ting aan zijn beenen, steeds gedwon gen saam te reizen met allerlei ge spuis, en de ondragelijke lucht der Russische soldaten van bet eskorte te genieten, een lucht die aan slin kende zuurkool, ranzig vet en onge- wasschen beren hermnert. De steppen- gevangenissen, waarin de nachten werden doorgebracht, zijn vuil, onbe woonbaar, in hooge mate walgelijk; wie daarin gedwongen is door te brengen, mag blij zijn, zoo hij er zonder besmettelijke ziekte afkomt. Daarbij komt dat de gevangenen bijna geen bagage mogen medenemen, zoo dat zij zonder linnengoed of onont beerlijke toiletbeboeften waren. Tus- schen de zolen van zijn laarzen had Gehri een valschen pas, die het revo- lutionnaire comité hem had bezorgd voor bet geval hij mocht kunnen vluchten, en eenig baar geld. De ka meraden hadden daarvoor gezorgd. Twee andere voorwerpen, die hij bij zich hadeen brillenhuis en een I exemplaar van Kani's «Kritik der reinen Vernunft", wekten den afschuw op van den officier, die met het fouilleeren van de gevangenen belast was. «Wat is dat?" riep de man met goed voorgewende verbazing, toen het brillenhuis gevonden werd. «Een bril." «Hier daarmede. Brillen zijn in Siberië niet toegestaan." Gehri betoogde bijziende te zijn, en een bril noodig te hebben. «Heb je een bewijs van den geneesheer «Neen." »Dan blijft de bril hier." Toen ontdekte de officier het deeltje van den Reclam-uitgave, dat in den zak van Gehri's jas stak «En wat is dat?" «Krant's «Kritik der reinen Ver nunft." »Een revolutionnair boek, en nog wel in het Duitsch 1 Sergeant, is er onder de manschappen ook een Estlander of Let, die Duitsch kent?" «Jawel, commandant." Een jonge soldaat komt uit het gelid en begint in het boek te bladeren. De officier wordt ongeduldig en snauwt «Nu, spoedig, wat is dat?" «Heel goed kan ik bet ni6t lezen," is bet antwoord»ik versta er maar enkele woorden van: «God,ziel,God..." «Zoo, dan is het zeker het leven van een dei heiligen «Jawel, commandant." «Hier, gevangenedat boek mag je houden. Neem het voor mgn part mee naar Kamschatka I" En de officier drukte zijn officieelen tjap in den band van het deeltje. Gehri slaagde er in, uit Siberië te vluchten, en over Wladiwostok naar Japan te komen. Daar vond hij hulp en steun en zoo kon bij naar Europa vertrekken, waar hij thans in zijn vaderland onderwijzer is te Morges in Waadtland. Zoo ruim als in Rusland is zijn traktement er niet; maar hij) geniet de heerlijke Zwitsersche vrij heid, en loopt geen gevaar voor een gesproken woord of een gelezen boek naar het yerre Azië te worden ver bannen, geklonken aan een vijf kilo zwaren ketting, in gezelschap van slecht-riekende Russische soldaten of bannelingen... Da toestand in Turkije. Men schrijft aan het Handelsblad. De gevangeneming van Prins Boer- han-Eddin, den lievelingszoon van den afgezetten Sultan Abdoel Hamid heeft in vele kringen diepen indruk gemaakt. Algemeen was men van meening, dat die slechts kon plaats hebben op zeer ernstige bewijzen tegen hem. De krijgs raad besloot echter, hem niet voor de Rechtbank te brengen, doch hem naar Monastir te vervoeren, waar hij onder toezicht zal worden geïnterneerd het gerucht, dat hij op vrije voeten zou zijn gesteld wordt, in verband hiermede tegengesproken. De naar Londen gevluchte Izzet- pasja heeft in den omtrek van Damas cus een Arabisch comité gevormd, dat veel aanhangers vond en daar onlusten te voorschijn riep. Zij trok ken naar Mahmoezet-oel-Azis, be gingen daar allerlei wreedheden, eri drongen bg den patriarch van Antiochie er op aan, dal bij zich bij bet Arabisch comité zou aansluiten deed hij dit niet, dan zouden zij de Arabische christenen vermoorden. Volgensberichten van Dschavid-pasja weigeren de Albaneezen, op aanstoken van bun afgevaardigden Dsjelal-bey en Hassanbey den naam van Sultan Mehemed te noemen in de gebeden in de moskeeën. De oelema's hebben aan de stamhoofden gezegd, dat zij niet weten, aan wien de belastingen moeten worden betaald. De Servische pers maakt melding van hevige gisting in Albanië en Oud- Servië: volgens de bladen te Belgrado is een algemeene opstand der Alba neezen to wachten, die slechts met groote moeite zal te dempen zijn. De ontevredenheid wordt aange^ wakkeid door een ernstige bongerS' nood in het vilayet Kossowo. De auto riteiten te Konstantinopel hebben besloten een zeer gevaarlijke maatregel te nemenzij willen de Albaneezen ontwapenen. Dat kon wel eens tot de uitbarsting leiden. AI deze berichten doen zien, dat de Jong Turken nog niet er in geslaagd zijn het land tot rust te brengen, al hebben zij Konstantinopel genomen en den Sultan afgezet. Een nationaal Veemgerecht in ServlB. Uit Belgrado wordt aan de Voss. Zlg. gemeld, dat in de Zuid-Slavische Club voor eenige dagen een bijeen komst van terroristische nationalisten plaats had, onder wie zich drie actieve officieren bevonden. De bijeenkomst besloot een veemgericht in te stellen, dat vonnis vellen zal over verraders van de Servische zaak. Het doodvonnis werd geveld over een aantal politieke personen, die volgens de nationalisten deelgenomen hebben aan het verraad te Agram en Cettinje. Onder deze ter dood veroordeelden behoorenVorst Nikita van Montenegro, Janko Voe- kowitsj te Cettinje en George Nastitsj te Serajewo; de laatste is de schrijver der bekende brochures over den dynamietaanslag te Cettinje. Verder werden twee ambtenaren te Argram in Kroatië ter dood veroordeeld. Vorst Nikita en Janko Voekowitsj worden beschuldigd door hunne mede- deelingen de aandacht der Oosten- rijkscb-Hongaarsche autoriteiten ge vestigd te hebben op de plannen der Groot-Servische organisatieNastitsj die organisatie te hebben verraden. Ook uit Montenegro wordt gemeld, dat een wijdvertakte samenzwering is ontdekt; tal van personen zijn gevan gen genomeneen der gevangenen deed een poging tot zelfmoord in den kerker. Beide verhalen zullen wel met elkaar in verband staan. Tot het Servische veemgericht kan men v oorloopig terecht zeggen: «Les gens que vous tues, se portent assez bien.» De eerste verkiezingen. In China hebben omstreeks het begin van de vorige maand de eerste verkiezingen plaats gehad en wel voor den landdag in de provincie Kiangsoe. Verschillende Chineesche bladen kunnen hunne teleurstelling over de uitkomsten dier verkiezingen niet ver bergen en een daarvan komt ronduit met zijne raeening voor den dag, dat het Chineesche volk nog niet rijp is voor zelfbestuur. «In China behoort eerst door alge meen volksonderwijs het volkskarakter veredeld en gevormd te worden," schreef het. Gelijk bekend is dan ook een der eerste voorwaarden, door de regeering gesteld voor invoering eener grondwet in China, deze dat in 1916 5Ü°/o van de bevolking moet kunnen lezen en scbrijven. Hoever men daar nu nog van ver wijderd is, blijkt wel uit het feit, dat in de provincie Sjantoeng, waar de bevolking tot het meest verlichte deel der natie behoort, op het oogenblik nog slechts 2 per mille van die bevol king ter scbole gaat. De oprichting van scholen is geheel aan het initiatief vau deze overgelaten, en waar de wil onder de bevolking daartoe ontbreekt, staat de regeering daar machteloos tegenover. Kenmerkend voor de toestanden in China is om op de verkiezingen voor den landdag in Kiangsoe terug te komen, dat vele kiesgerechtigden zich onthielden, omdat ze uit vrees voor hun geld niet wilden dat men weten zou, dat ze over een vermogen van meer dan 5000 dollars beschikten. Anderen bleven tehuis, omdat naar ze meenden, de provinciale landdagen toch niets zouden kunnen uitrichten. Wal Woe Poe en Christendom. Het Wai Woe Poe, ministerie van buitenlandsche zaken te Peking, heeft Een vierduitjsi... Zij en Manus. Dien Maandagochtend, geen twee minuten nadat ze binnen was, op extra dag in drukken schoonmaak tijd, voelde zij, dat er iets niet gewoon, niet in den haak was. De huishoudster had haar gepasseerd met 'n gezicht... 'n gezicht... 't Mandje met sleutels dragend op een bepaald aparte manier. En toen ze in de keuken kwam, was Bet óók al uit d'r gewone plooi. Die zei haar nauwelijks goeien dag. Bleef poetsen, wrijven. Ze hadden, samen, toch niks-gehadgeen ruzie, geen nijdige woorden. Bet gaf haar Zaterdagavond nog die lekkere kluifjes mee... En hoe ze buiten kwam, stond hij daar... Stomdronken. Idiotig- grijnslachend... Ze had de straatdeur dichtgesmeten, maar de kleine Griet, dat nest; die astrante, brutale babbelkous, had 't best gezien... Zou er direct over gekletst hebben in de keuken... Dat voelde zg. Hij, d'r man, wou, dien Zaterdag avond, maar niet doorloopen. Boven, op de eerste verdieping zag ze de gordijnen bewegen. De freule kwam voor... Ze zag duidelijk het licht uit de huiskamer... En het smalle, spitse hoofdje van de freule. Hij, Manus, was begonnen te zingen, want-ie had 't in de gaten, hoe bang zijn Riek was. Hij had dien Zaterdag-avond met de kameraden in de herberg zitten overleggen, hoe hij nu, op de slimste manier, centen van d'r los zou krijgen. De een gaf dit, de ander dat tot raad. Maar de langere, magere Kees Veen bleek 't pienterst. »Ja," zei-ie, «wees nou slim. Je zegt zelf: ze is als-de-dood zoo bang voor herrie. Nou, jongen... Je gaat zingen. «Het kindje van den slkger «Dat wordt zoo mkgerl" En zoo-door... Je zult zien: dan schuift ze af!... Zoo zeker als een..." Manus werd zöb opgewonden ever het prachtidee, dat-ie direct een rondje bestelde. En hij ging tegen acht uur weer naar het werkhuis van z'n Riek. Begon toen zij de stoeptrappen gauw-gauw aftippelde... O, hij zag dadelijk dat ze bleek als een doek werd vanwege z'n presentie: «Zeg, Riek, meid heb-je spie Toen ze wou doorloopen «Nee, liefie, zöb zijn we niet ge trouwd, hoor! Eerst lood! Eèrder ga ik niet meel..." En of ze soebatte, smeekte, aan hield, hem aankeek met oogen van doodsangst, Manus vertikte 't. «Eerst spiel" Zij gaf twee kwartjes. En direct-erop had. hij met schorre, scheurende, rauwe kraakstem geschreeuwd »'t Kindje van den slager" etc..." Mat bevende banden gaf zij 'm een gulden. Denkend aan kleinen Jan, die in z'n bedje lag te smachten naar een eitje... Bij wien buurvrouw Dekkers precies tot halfnagen bleef oppassen... Geen vijf minuten langer, want de ziel moest zelve weg... Aan 't werk, op Zaterdagavond. En buurvrouw moest nog haar kwartje, voor «de moeite", hebben - Toen zag oude-Riek de gordijnen vöör het raam van de freule d'r kamer, bewegen... Lichtschijnsel... Ze merkten Manus... «Neen, schat van m'n hart," zei de dronkelap, «nóg eon pop... Nbg 'n heele pop..." «Wees toch stil 1" beet arme, oude Riek hem toe... «Maar hij voelde: Ze kon niet tegen hem opwas in z'n macht heelemaal. En hij begon weer, nu nóg wat barder dan tevoren: »'t Kindje van den slager Snikkend stopte Riek hem den gul den in de klamme hand. Zéér-scherp teekende zich, nu, de figuur van de freule achter het venster af Waggelend zwikbeenend, vergenoegd- grinnekend ging de kerel weg. Ze had nog drie kwartjes over. Dóór moest ze eitjes, en al 't andere voor koopen. Buurvrouw van betalen. Schreiend liep ze naar huis. Dacht: de freule heeft alles gemerkt... Smeekte buurvrouw, 't kwartje nog te mogen houden. En 't lukte... Ze kocht geen olie voor het lampje in d'r kamer. Voerde kleinen Jan z'n eitjes At zelve niks, heelemaal niks, kon geen brok door d'r keel krijgen. Kroop maar gauw bg het kind, den arm be schermend om hem heen slaande Ze had de straatdeur gegrendeld, want Manus wist ze kwam van nacht toch niet thuis. Maar je kunt niet weten... En in haar slaap drukte bleek, bedroefd,afgetobt hongermenscbje haar kind instinctmatig nog vaster tegeo zich aan... Bhng voor den vader, die komen kón... Dien Maandag-ochtend werd 't zoo als ze gevoeld bad, dat gebeuren zou. Ze had haar werkschorl voorgedaan Riek en wou naar boven stoffen om te beginnen aan «de zaal", die nu aan de beurt kwam... Toen zag ze de huishoudster vóór zich. Met streng, stug, stiak gezicht. Fluisterend... «Ze moest even bij de freule-zelve komen". Riek voelde den gron d niet onder zich.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 1