NIEUWS Nieuws- en Advertentieblad voor da Provincie Utrecht. FEUILLETON. BENJAMIN Na tx 1 Zaterdag 22 Mei 1909 Acht-en-dertigite janrgaug, VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. DE WEEK. Van den Bond voor Staatspensionneeriog IHZarlxi lv£ic3aaëlls. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75; Franco per post door het geheele Rijk 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langeetraat 77. Telephoonno.69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. 20 Mei. Op Woensdag den 18dtin Mei 1909, in het vrij late avonduur, is zij »zacht en kalm", met »een glimlach op de lippen" overleden. De Tweede Kamer van den jare 1905, wier levensvatbaar heid niet krachtiger kón zijn dan een yiertal jaren. En wier levensdraad, vol gens de onverbiddelijke bepaling der Grondwet, thans moest worden door gesneden. Enkelen van de honderd rbeschreven vaderen" zullen, met Heer Gijsbrecht van Amstel, kunnen uit roepen «Wij gaan en komen nimmer weder!..." Van sommigen weet men dat met zekerheid. De heer Hugo van Gijn, uit Dordrecht, die twintig jaren lang door de oude veste werd afgevaardigd naar het Haagscbe Binnenhofwiens popu lariteit te Dordt telkens sterker bleek dan in elk ander geval, misschien de «politiekerijhad teweeggebracht, hij gaat vrijwillig. Verlangt naar het «otium cum signitute". Een man van nuchter-gezond verstand, een zeer ge achte, zeer bruikbare figuur in de Kamer; liberaal in «merg en nieren", wien echter het politiek geharrewar nooit bijster aantrok, en die misschien behoort tot de menschen, die zich (zooals de heer C. K. Elout, candidaat te Enschedé) liefst liberaal-toutcourt noemen. Zonder afzonderlijke »aan hangsels" van Uriie, Vrijzinnig- Democratei ij, blanco-lief hebberij, »vi ij erij" en wat dies meer zij. De «Benjamin» der Kamer, de heer K. Reyne, beeft zijn hart aan de jour nalistiek geschonken, wordt opvolger van prof. Kips, als hoofdredacteur van het »Utr. Prov. en Sted. Dagblad», 's Heeren Rryne's kans om in Sep tember a.s. de Kamer als lid terug te zien (althans na de sluitingsmiddag) was toch meer dan twijfelachtig. Wel licht huldigt deze jeugdige, knappe, maar niet juist handige ex-parlemen- tariër het woord van wijze berusting des verstandigen Franschmans: Que und on n'a pas ce qu'on aime II faut aimer ce qu'on al- We zullen omtrent andere »wrak- staande» zeteltjes nu maar geen voor spellingen en bespiegelingen geven. De Kamer van 1905 is morsdood. Zy ruste in vrede!... Eikend mag worden, dat zij hare laatste levensuren met ijver, met vlijt, nuttiglijk heeft besteed. De heer De Savornin Lobman was zoo verstandig om nadat de dis cussie over zijn voorstel tot herziening van het Reglement van Orde was heropend de (reeds door de Kamer, gelijk men weet, aangenomen) be paling dat de zitlingen voortaan te 1 in plaats van te 11 uur zouden aanvangen, in te trekken. Daardoor redde hij zijn nu in veilige haven gebracht voorstel. Men ziet: ik nam de zaak niet te pistimistiscb op toen ik voorspelde: dit votum is levensgevaarlijk voor de goede zaak. Het »paard van Troye" is uit de bedreigde veste verwijderd. De kranige veteraan kan de voldoening smaken, dat hij eene betere werkmethode voor de toekomst heeft weten te verzekeren. Hem allereerst; ook der Tweede Kamer zij daarvoor oprechte geluk- wensch gebracht Van den anderen aibeid, door dit Parlement gedurende haar laatste levensweek volbracht, stippen we nog aan, dat de nieuwe achterstands- ontwerpen, zij 't na vrij levendig debat, er door gingen. Dat de oppositie van vrijzinnig- en sociaal-democratische zijde niet kon verhoeden, dat aan de scholen M. O. in de tropen subsidie zal worden verleend, dat het enquête- voorstel naar de werkzaamheden van de departements ambtenaren... »van de baan" ging. Dr. Kuyper en mr. De Savornin Lohman streden hier nu eens zij-aan-zijbetoogden, dat deze quaestie door de Kamer van straks, niet door deze zieltogende, moet worden aangevat. De heer Helsdingen mopperde er tegen; wilde de zaak nü uitgevochten. De Kamer was blij er van af te zijn... Schoof 't zaakje haastiglijk van zich af... En den ochtend-erop oogden tal van Haagscbe «ambtenaren," de blauwe wolkjes hunner cigaretten in kunstige kringetjes blazend, met spotoogje van innige bevrediging naar het onweèrswolkje, dat gedreigd had... En nu zoo leukjes- kalm afdreef... Een knappe jongen, die 't in het eerste jaar terug ziet...! Aangenomen is nog het ontwerp, dat de lokaliteiten etc. der Kamer ruimer zal maken door aantrekking van perceelen, aan de firma Siemens en Halske thans nog toebeboorend. 't Is waarachtig geen »luxe." Beter zou zijnuitvoering der vóór c.c. vijftig jaar aangenomen wet tot stichting van een behoorlijk Paleis dor Volksvertegenwoordiging Ik vrees dat 't nu «lapwerk" wordt en voors hand blijft. Enfin, de beer De Stuers, die tegen het voorstel wat pruttelde, begreep dat 't hier een strijd tegen windmolens gold. We krijgen in elk geval verbetering, 't Is «iets," en ook de pers moge daarvan de gunstige gevolgen ervaren. Aangenomen is nog, het ontwerp be tredende pensionneering van weduwen en weezen van militairen beneden den rang van officier. De pogingen om aan dat voorstel «terugwerkende kracht" te geven, zijn afgestuit op een onvermurwbaar anopossumus" van de zijde der groene tafel. Toen bracht de heer Van Bylandt alleszins verdiende hulde aan praeses Roëll voor zijn leiding, voor zijn onovertroffen stiptheid en toewijding aan het zware ambt, door hem be kleed... Toen werden handen geschudwee moedige oogwenken geworpen naar ontruimende groene-bankjes. Toen viel het gordijn... Mr. ANTONIO. aan het Nederlandsche Volk. Wederom staat gij voor een ernstige taak. Gij zult hebben te kiezen nieuwe leden voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Daardoor zult gij hebben uit te maken, in welke richting gij in de eerstkomende vier jaren het land geregeerd wilt zien, en welke wetten gij in 's lands belang tot stand wenscht te zien komen. Wij willen geen invloed uitoefenen op uwe politieke zienswijze, wij wen- scben die te eerbiedigen. Éen zaak is er echter, die allen aangaat, een dringend noodige zaak waarover in elke politieke partij de meeningen verschillen namelijk op welke wijze, langs wettelijk en weg voorzien zal kunnen worden in den nood der arme ouden onder ons. Dat er een wettelijke voorziening tegen deouderdomsellendetnoef komen, daarover zijn alle partijen het gelukkig eens. Niet echter over de vraag, welk stelsel het meest verkieselijk is. Io hoofdzaak hebt gij uit te maken, wal gij 't doelmatigst acht, nl. 1. Staatspensioen voor ouden van dagen, zoowel vrouwen als mannen, zonder premiebetaling (in de lijn der Eugelsche en Deensche wetten), óf 2. Dwangverzekering voor loontrek- kenden premiebetaling door patroons, loontrekkenden en den Staat (in de lijn der Duitsche wel). Slaalspensionneering zonder pre miebetaling voor oude mannen en vrouwen die hot noodig hebben be staat sinds 1891 in Denemarken, sinds 1896 in verschillende Staten van Australië (thans in geheel Australië) en sinds 1909 in Engeland. Voor eene soortgelijke regeling vindt men in alle politieke partijen vele aanhangers, en de Bond voor Staatspensionneering, tellende pl.m. 30000 leden (waarbij nog een 70-tal bonden en vereenigingen met pl m. 25000 leden zijn aangesloten), boewei zijn beginsel «Staatspensioen voor iedereen" als het einddoel blijvende handhaven, wenchl mede te werken aan een verbeterde regeling in dien geest, waarbij dan de kosten door middel van belasting naar draag kracht moeten gevonden worden. Wij wekken U op daaraan mede te werken met al de kracht die in U is, en U te verweeren tegen een stelsel van dwangverzekering in den geest der Duitsche wet. Waarom? Omdat wanneer er een dwang verzekering voor loontrekkenden komt iedereen die een of meer menschen in loondienst heeft (ook de buismoeder voor haar dienstmeisje, het schoen makertje voor zijn werkjongen, de boer voor zijn knechts en meiden, de fabrikant voor zijn arbeiders) voor al die menschen premie zal moeten betalen. Al de loontrekkenden, of ze met hun loon kunnen rondkomen of niet, zullen toch moeten betalen, ook al weten ze als 't ware vooruit, daar menig vak toch 't gevaar meebrengt van niet oud worden, dat zij nooit den pensioengerechtigden leeftijd zullen bereiken. Of de werkgever of werkgeefster ook al moeite heeft om het hoofd boven water te houden, als het bedrijf of hel huishouden die nieuwe premie belasting niet dragen kantoch zullen ze dan moeten betalen; en zij zelf, als zij oud en soms ook arm geworden ijn, hebben geen aanspraak op pen sioen, worden uitgesloten, daar zij nooit loontrekkend zijn geweest. Daar zijn in de tegenwoordige Tweede Kamer sympathieke woorden gesproken, die ons boop geven, dat ook in ons land eerlang wat gedaan zal worden in de richting die wij voorstaan. Welnu, kiezers! zorgt er voor dat thans, meer dan ooit, mannen geko zen worden, van wie men zeker weet, 19) Als ze maar dorst ze wist dat het zou gaan. Maar zij bloosde over zichzelf. Ze vermeed het zooveel mogelijk met BenDy alleen te zijn. Als zijn kleine vingertjes haar aanraakten, kwam die zoete, smartelijke gedachte weer en deed haar blozen. Het was net alsof zijn oogen binnen in haar konden zien en haar om iets vroegen. Wan neer hy de flesch wegsloeg en schreeuwde, hield ze haar handen voor de ooren en voerde haar hevigsten tweestrijd. Toen gaf zy zich gewonnen. Op een oogenblik dat ze zich heelemaal alleen thuis dacht, knoopte ze haar lijf los met trillende vingers. Ze bad een nederig gebedje, vóór zij zich over de wieg boog. Benny greep toe met byde handjes. Zijne lippen beroerden haar met een warme, gulzige graagte. Maar zy gilde 't plotseling uit. Wat had zij gedaan. Nu het gebeurd was wist zij, ja, zij had altijd geweten, dat het een onmogelijkheid was, een zonde. ,v??'c'e z'c'1 d'eP vernederd, schaamtevol, be zoedeld. Was dit even slecht als - - 7 Klotilde kwam uit de keuken aangestormd en hoewel Jane met haar bevende handen haar lijf weer dicht beproefde te knoopen, vermoedde ze toch wat Jane had willen doen. Maar ze streek haar zacht, heel zacht over het haar: „Arme kleine Jane, arme kleine Jane;" en terwijl Jane zich snikkend tegen haar aanvlijde, fluisterde ze: „Je bent niet de eenige, die dat zoo heeft gehad, op die manier I" Tusschen Klotilde en Jane was er van dat oogen blik af een geheim, dat haar sterker verbond dan de tweelingband. En nooit daarna waren ze weer kwade vrienden over iets. Bij zijn doop kreeg Benny den naam: Morten Martin Benjamin Splüd, maar Benny was en bleef de naam, waar hy mee genoemd werd en waar hij naar luisterde. De eerste vijf kwartaal waakten ze dag en nacht bij hem, of hij sliep of niet. Dat was haar plicht, zoolang hij met geen enkel woord of teeken kon vertellen wat hem scheelde. Hfj kon ziek worden, uit de wieg vallen, zijn tong inslikken. In Weile had een verhaal de ronde ge daan van een rat, die een slapend kind, een jongetje, den neus had afgebeten. Gedachtig aan dat verhaal, ging Jelle iederen dag naar den zolder en bonsde op alle balken en joeg sissend uit alle hoeken en gaten ratten op. Twee muizenvallen hielden mee de wacht, terwijl Benny sliep, een op den zolder en een in de keuken onder den gootsteen. Zy rekenden den nacht van negen 's avonds gewone bedt yd tot zeven 's morgens. Dat was dus twee en eep half uur waken voor ieder. Maar er waakten er altijd twee tegelyk, Tie en Klotilde, Jane met Jelle en omgekeerd, want de eene mocht eens indommelen. Dat was wel gebeurd, waar het zoo iets oneindig kostbaars gold als in den tuin van Gethsemané. Maar een alleen mocht er maar by hem zitten, zoodat ze niet in de verleiding konden komen samen te gaan babbelen. Verrukkelijk was het, om in de stille vriendelijke nachten by hem te zitten waken en naar zyn kleine engelachtige ademtochtjes te luisteren. Ais hy maar een vinger verroerde, werd de wieg aan den gang gemaakt, heel voorzichtigjes, terwyl een bevend kraakstemmetje voor hem neuriede, tot hy weer vast in slaap was. Maar als hy begon te schreeuwen, kwamen de andere zusters uit haar bedden gevlogen als op geschrikte uilen. Iederen dag werd hij op de weegschaal gelegd en ze konden met eigen oogen zien hoe hij 's nachts gegroeid was. Terwyl hy sliep was de klok met wollen lappen omwonden. 's Morgens en 's middags werd een kleine bruine kinderwagen met blauwe gordijntjes naar buiten gebracht. Daar lag Benny in. Langzaam werd hy naar buiten gereden naar Westerbro en 't Frederiks- bergpark, waar witte zwanen ronddreven op de groote, zwarte vijvers en waar keurig nette men schen rondwandelden. Op de werkdagen duwden Tie, Klotilde en Jelle hem, maar 's Zondags was het Jane's beurt, den heelen dag. De anderen mochten dan hoogstens mee, als ze beloofden op een behoorlijken afstand te zullen blyven en niet tot haar te spreken. Want dien eenen dag van de zeven werkdagen wilde ze den menschen dan toch eens toonen wie er het meest moeder was over Benny. Als er een van de doodshemdenklanten voorby ging, groette ze blij herkennend, zoodat ze stil hielden. En maar al te graag sloeg ze dan de gor dijntjes weg en vertoonde Benny. Deze voldoening had zij tenminste, dat ze alle maal zeiden dat Benny op haar leek. Maar toen hy grooter werd ging de gelijkenis over. 's Morgens, als hij de oogen opsloeg, stonden ze alle vier om hem heen, vol blijde verwachting en met ingehouden adem. Jane waschte zijn klein rood bewegelijk tongetje met het mondsponsje en keek hem in zyn keeltje naar witte stippen want er stierven iederen dag kinderen, volgens de courant. De drie die geen aankleebeurt hadden, moesten de kamer uit, maar als ze 't hem leveren konden keken ze door 't sleutelgat. De vierde, de gelukkige, sloot de deur af. Ze tilde hem uit bed, trok het hemdje over zyn hoofd eu kon hem ongestoord kussen, van top tot teen, over het geheele teere lichaampje, op de oogen, de handjes, de voetjes. Voor het bed stond de wree.de kuip met gezond koud water, waar hy volgens het boek volstrekt in moest. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 1