NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. EEN VLUCHT. mo. 101. Zaterdag 18 December 1909. Acht-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WrtfiNSflAfi EN ZATERDAfi DE WEEK. IfcuCicïisiëlis. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75; Franco per post door het geheele Rijk 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephoonoo. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/. Cent. AdvertentiSn viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Den Haag, 17 December. We «zwemmen» nu in Binnenland- sche Zaken en het Beloofde Land komt in zicbt. Maar wanhopiger dan ooit te voren is de nonchalante verkwisting, waarmee het Parlement. het splin ternieuwe van Juni 1909 met den armen nationalen tijd heeft omge sprongen, nu reeds van begin No vember af!... Het ongeluk is en blijft, dat bet aanvoeren van allerlei secun daire belangen in «de stukken» niets bevat. De minister kan antwoorden zooveel als hij wil, toch wordt er nog een kwartiertje dikwijls, of meer, aan besteed. De bede des voorzitters om toch in beknopten vorm te zeggen wat men wil betoogen, zij baat nooit of te nimmer!... Bij het spoorwegdebat van Water staat trad prof. Treub op den voor grond. De minister Regoüt en deze vrijz.-democratische hoogleeraar zijn ware contrasten. Mr. Regoüt: levendig, sanguinisch, vroolijk exuberant van doeneen echte Limburgscbe «Lebe- mann» met ex-blonden schedel en kleurige wangenautoritair aangelegde, stevige natuur; die jarenlang patroon in grootbedrijt was; zich om den dood niet laat «gezeggen». Overigens, de gezellige gemoedelijkheid zelve. Prof. Treubkoud schrander, sceptisch, be rekenend; man van het koel intellect. Lange, schrale figuur met stekerige oogen. Mensch van harde logica, voor wien dingen als «sentiment» over bodigheden lijken... De heer Treub was allervriendelijkst voor minister Regoüt. Bracht hulde aan diens kennis kunde, ervaring, nog meer. Noemde hem nu juist «the right man on the right placet om... Waar de dividenden der beide groote spoorwegmaatschappijen tot 3 pCt. zijn geslonken en art. 29 van de contracten ('t opzeggen der overeen komsten van 1840) dus in zicht kan komen om... de naasting voor te be reiden. Wat zijn uwe plannen? vroeg de heer Treub al lei hoffelijkst. De mi nister heeft gelijk was te ver wachten een diepgaand principieele gedachtenwisseling over de spoorweg- politiek ontweken. Aan het eind dpr avondzitting van Maandag die tot 35 minuten over middernacht duurde, was mr. Regoüt nog even friscb en vaardig alsof het ochtendklokje tien wees!... Opgewassen tegen een halven «nuit blanche»... Hij noemde prof Treub's bezorgdheid lichtelijk over dreven. Heeft de zekerheid bekomen, dat de S.S. den opzeggingstermijn van twee jaren zal toestaan. De H. IJ. S. M. valt nog niet eens in de termen... Overigens verzekert de oud-spoorweg- commissaris, thans hoofd van Water staat, dat die maatschappijen niet zoo kwaad zijn als ze er uitzien!... Ook de quaestie der groepsvertegen- woordiging liet Z. Exc. vrijwel rusten. De vakvereeniging (vuurroode «Neder- landscbe» incluis) zal hij erkennen. Of fhad prof. Treub nog gevraagd) de ex-stakers van 1903 nu eindelijk «schoone lei» zullen krijgen?.. Toen de minister aan dat punt gekomen was: maakte hij eene beleefde buiging voor den beer Van Nispen, den tijde- lijken praeses, en... ging zitten. Zeker, deze bewindsman is autoritair van aanleg. Men weet, en ervaart 't ook bij 't hem hooren verdedigen van zijne Begrooting, dat er een buitengewoon krachtig en bekwaam man aan 't hoofd der zaken staat. Maar zijne verklaring (in ver band met hetontslag der Baineveldsche conducteurs) dat een ambtenaar of beambte ook buiten dienst zijne politieke gevoelens heeft te voileeren" ze klinkt, in onze dagen, wel kras en uitdagend. 'tKan best zijn dat die conducteurs'ter naar gemaakt hadden... Het beginsel, door mr. Regoüt met zooveel nadruk gpposeerd, is stellig aan bedenking onderhevig, ook van gansch-andere zijde dan die der soci's, men beeft zich in de toekomst, op nog menig botsinkje tusschen den beer Regoüt en den. Troelstra-fractie voor te beieiden De methode, van socialis tische zijde stelselmatig aangewakkerd, om zijn grieven, klachten, eischen, al-maar opgedreven op driesten toon te doen gelden er, in de Kamer, een sociaal-democratisch lid voor spannend, die methode blijkt den heer Regoüt slechts te prikkelen tot heviger verzet. Ik bedank ervoor (roept hij uit) om mij te stellen tusschen de zelfstandigheid van den directeur- generaal en al die vragers, eischers, schreeuwers. Ik schud ze mij, met krachtigen stoot, van het lijf. En de treurige waarheid is, dat men veel te zwak, te toegevend is tegenover zoo menigen «aangedikten" eiscb. Wat dan weer het droevig gevolg heeft, dat als de natuurlijke reactie zich gaat openbaren sommige •goeden" met de «kwaden" moeten lijden! De opdrijving van loonen, met de schrikbarende uitbreiding van de ambtenarij (verknocht aan sociale wetten-uitvoering en staats- of ge meentelijke exploitaite) vormt een be denkelijk verschijnsel. Dr. Hubrecbt vroeg, in een van z'n heldere, altijd belangrijke speech Dinsdag j.l.Hoe komt 't dat de voordeelige saldi bij telegrafie en tele fonie versmelten als sneeuw voor de zon?... Dat ik ze een «Adieu voor altijdvrees te moeten toeroepen, gelijk Wintgens 't eenmaal de Indische baten deed?... Ligt 't aan uwe te lage tarieven of aan uwe lief hebberij om kantoortjes op te richten, die niet of weinig rendeeren, wijl er zoowat niets omgaat? De ontvangsten (bij de telegrafie) stijgen toch met f308 0001... Eu als ik 4908 met 1907 vergelijk, dan zie ik eene daling in winst met., f 637.000. Eene commercieele boek houding moet toonen, waar hier de fout schuilt. Best I, antwoordt mr. Regoüt. Zoo'n boekhouding zult ge hebben. Maar vergeet intussehen met, dat de loonen met f 257.000 zijn gestegen. Gij vraagt waar de dubbies heen- stroomen?... Eb bien voila. De strakke, stijf en stroef, afge meten-deftig sprekende vrij-liberaal uit Tiel, mr. Tydeman, was Dinsdag in eene jolige stemming Over de telefonie sprekend, zei bij guitig- erotisch: »On revient toujuurs ses premiers amours". En daarna pleitte dezelfde afgevaardigde, in den regel niet bepaald sentimenteel tegenover ambtenaarsklachten, verzachting van diensttijd voor de telefoon-juffrouwen die door te harde inspanning «uit haar humeur geraken", 't Is en blijft met de telefonie tobben en sukkelen. Moge minister Regoüt de reus blijken, die (de quaestie der concessionarissen inbegrepen) deze zaak in betere rich ting brengt!... Dat over zijne Begrooting geen stemming werd gevraagd, was (ge geven de houding des ministers, spe ciaal tegenover de fractie-Troelstra I) wèl opmerkelijk I)... Erkend mag worden, dat van de president der Kamer stuwkracht uit gaat. De benoeming eener Commissie van Voorbereiding voor het ontwerp op de gemeente-financiën (om te bereiken dat de beide Kamers deze zaak in den komenden zomer be handelen) is een goede gedachte. Als dn heeren maar gelieven meè ie werken I Over het «incidentje", dat Dinsdag tusschen Kamer en pers plaats had, maar een enkel woord: 't Beduidde «minder dan niets". En de beer Drucker is wel gauw in z'n wiek geschoten, om dadelijk kribbig te worden over een doodonschuldig, wat te luid ge zegd woord, dat Z. H. E. G. en H. Gel. op zijn reJe kon toepassen... Over d6 houding onzer journalisten op hunne tribune, in de Kamer valt gelukkig niet te klagen. En dan, waren de arme, nijvere «muskieten" die daar dag en avond (of: begin nacht) zitten te luisteren, te pennen: te overpeinzen wat ze zullen «over zichten" er eens niet. zorgden de bladen niet voor het onderhouden der reputatie van de «patres cons criptie" bij bet kiezersvolk, wat zou er van al dezen blinden ijver onzer vroede vaderen op 't Binnen hof worden?... De overgroote meer derheid van ben heeft aan H. M. de Pers haar «hoogedelgestrengheid" te danken. Koketteert met H. M. de «be vriende Pers" gelijk eene bedaagde schoone met den eenigen man, die haar nog redden kan uit den oud jufier-staat... Komt, meneeren, het «schotje" is ai lang weg. Brengt zou ik zoo zeggen uwe «faits et gestes" van achter de schermen wat meer in overeenstemming met die van als ge voor het «geachte publiek" paraisseertl... Men begrijpe mij goed. Ik verdedig geen seconde het versto ren der orde, ook in de geringste mate; evenmin valt er m. i, iets aan te merken op president Van Bylandt's zacht lichtelijk-vermanend woord tot de Pers... Ik vind slechts de lichtge raaktheid van den ijselijk vooruit- stieverigen professor Drucker zoo eigenaardig... En dit is dan ook de eenige aanleiding om van de zaak te reppen... «Over «Financiën" slechts een enkel woord. Minister Kolkman heeft de Staatsloterij een «onschuldig vermaak" genoemd. Hij vindt dat er te weinig lootjes zijn en als de 10 pCt voor de collecteurs van de baan zijn, dan krijgen de menschen weèr een ruimer kansje... Toen bij dat alles zei, was er zekere strakheid, zekere glinstering van toorn in de oogen der Duymaer's, Van Vliet's, Van Voort's... Tjonge... als ik er aan denk, hoe straks mr. Vanldsingaden wasch echt Rechtschen premier bestreed op een hieronder te noemen punt... En dan deze katholieke ontboezeming over iets, dat den Calvinistiscben broeder-bondgenoot toch na aan 't harte gaat. Tjonge, dan is 't net-of ik zeker «cement" hoorde kraken... 8) „Maar de krullen moeten d'r op blijven, dat ik niet als een geplukte vink in de kist zal liggen!" Elsebet kwam netjes onder den grond, maar de tanden behield Jappe als een aandenken. lederen dag ging bij naar haar graf toe. Vroeger hield hij ook wel van 't kerkhof, maar nu was 't net als een huiskamer voor hem. Eigenlijk waren er twee kerkhoven vlak naast elkaar, een voor de Joden en een voor de Christenen Jappe hield van allebei. Er kwamen daar nooit brieven of couranten, maar alles wat hij dien dag gehoord en gelezen had, dat nam Jappe er mee naar toe. Stil liep hij langs de graven, nam zijn hoed af voor de bekende lijksteenen en voor de menschen die er liepen te gieten; keek 't lijkenhuisje eens in, stond even bij de gezellige pomp, waar de menschen samenkwamen voor een praatje, als ze water haalden en ging dan eindelijk naar Elsebet's groene bank. Daar ging hij zitten en begon haar toe te fluisteren zóó zacht, dat de gonzende muggen het niet konden hoorenover het eten, de kleeren, en de nieuwtjes maar nooit over het hofje, hoewel Elsebet daar wel het liefst over had willen hooren. En totdat de doodgraver hem er uit luidde met z\jn groote bel, zat hij te fluisteren en te praten met zijn oude zuster. Het was in dien winter, toen de sneeuw wel op hol geleek en niet meer te stuiten scheen, toen het dagen en weken aaneen sneeuwde, zoodat de menschen op het laatst geloofden dat er daar boven iets in de war was De strengste winter dien men zich heugen kon. Dien winter zat er een klein blond meiske in arrest. Zij schreide als de wachter den sleutel in 't slot stak. Zfi deed maar niets als schreien, en als zij schreide viel heur haar los over haar gezicht, zoodat zij net een hoopje korenaren scheen. Zij was aangeklaagd van zoo iets vreeseljjks, dat men het nauwelijks gelooven en onmogelijk verder vertellen kon. Daar zat ze dus en schreide en veegde haar oogen af met heur haar en schreide opnieuw. Hoe dikwijls men haar ook in't verhoor nam, zij schreide maar en zei: „Want ik heb het heusch niet gedaan want ik heb het heuscb niet gedaan!" De anderen dachten dat ze loog en een echt on beschaamd wezen was. Haar had Jappe in zijn hart gesloten en daar zat ze net zoo onwrikbaar als een angel in een hongerige visch. Hij kon er haar niet uit krijgen, zonder zjjn hart open te scheuren. Zes heeie lange weken had hij haar eiken Zater dagavond gezien, eerst op de ronde samen met Klein en later, na de tweede grog, alleen. Zóóals ze hem in de oogen bad gekeken! Dat was om van genot te sterven, of misschien eerder van verdriet. Want terwijl andere menschen in hun warme kamers zaten en appelen poften en boeken lazen of batalje speelden, terwijl ze hun pijp rookten of volksliederen zongen, zat zij opgesloten in een vochtige cel, zonder één enkel vriendelijk woord om nog niet eens te spreken van de vreeselijke misdaad, waarvan zij beschuldigd werd. Jappe woonde een van de verhooren bij. Ja, heur haar lichtte als een kleine vuurwerk-zon, maar haar zachte oogen waren van al het schreien zoo rood als konijnenoogen. De stad lag in een zee van sneeuw. Schoor- steenen sneeuwden toe. Treinen sneeuwden in- De slager kreeg zijn vleesch niet van buiten, de melk boer bleef weg. Voor de vroedvrouw moest door zes kerels een weg gebaand worden met de spade. Het was Zaterdag. In geen twee weken was Jappe op het kerkhof geweest. Maar 't Stadhuis als Jörgen nu zat te wachten. Het werd avond. Hij nam zijn schop, zijn dikke wanten en zijn wollen bouffante om den hals en kwam goed en wel bij zijn vriend aan. „Ben je nu heelemaal niet wijs geworden, of is 't je in je kop geslagen, om in dat weer te komen?" zei Jórgen. Er was geen sprake van dien avond, dat hij naar huis kon gaan; maar Jappe had wei eens meer bij erge gietbuien op 't stadhuis geslapen. „Ze moest toch liever bekennen, dat schepsel, in plaats van ons in 't gezicht te zitten draaien en liegen. Zij is 't brutaalste wezen waar 'k ooit mee uit te staan heb gehad. Lag 't aan mij, ik zoo d'r op slaan dat is 't eenigste wat helpt bij die soort. Denk maar eens aan die mamsel, die d'r pleegmoeder vermoord had. Zfi had negen maanden gezeten. Er waren voor den duivel bewijzen genoeg, maar de rechter had een geweten zoo fijn als vliegenvleugels en glas van Venetië. Als hij haar op de praatjes naar de galg had moeten rijden, was hij van zijn verstand gegaan, die stakkerd. Maar toen zei Jensen, de dikke Jensen, je weet wel: Mag ik haar nou in alle stilte een pak ransel geven, dat zal haar wel tot andere gedachten brengen 't was wel bniten zijn instructies; maar hij nam de vrijheid en toen kwam de bekentenis in de netste orde. Ja, ja, 't is 't eenigste dat indruk maakt!'' Jappe steunde alsof 't hem zelf gold: „Waar geloof je dat ze haar toe veroordeelen kunnen?" „Nu, zfi komt er wel af met 't tuchthuis; in den goeien ouden tijd zou 't een slagje met den bijl geweest zijn!" Zij kregen de grog binnen en stopten de pijpen, maar „Kom, kerel, laat je kop niet hangen, giet nou eens wat hartversterkends in je glaasje zoo, prosit!" Zij dronken. Geen geluid werd gehoord, behalve wanneer de wind de sneeuw tegen de ruiten dreef, Maar voor Jappe klonk het als het geluid van boeien en bijlen. In den tabakswalm zag hü een eenzaam sneeuwveld, waarop de beul stond, den bijl opge heven. Achter het kleine knielende meisje stond een ongeverfde kist te wachten. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 1