NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FRÖKEN SEVERINE. No. 19. Zaterdag 5 Maart 1910. IVegen-en-dertigste jaargang» VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG DE WEEK. FEUILLETON. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephoonno. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer Tl, Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. 4 Maart Er zijn, uit de parlementaire «faits et gestes» van de afgeloopen week, enkele dingen van zeer bij zonderen, van opmerkelijken, van curieusen aard aan te stippen... De rol, door den heer Schaper ge speeld bij het debat over de ïnter- pellatie-Marchant met betrekking tot de maatregelen, door de H. IJ. S. M. genomen ten aanzien van bet pensioen fonds voor haar personeel. Ik heb den beer Schaper gedurende eenige jaren in en buiten de Kamer geobserveerd. Hij is veranderd. Scher per, venijniger geworden. Blijkbaar batig, dat men hem, onder de vrienden en vriendinnen op het congres zou gaan rangschikken bij de «handjes- gevers». Toch kan ik mij niet voor stellen, dat de heer Schaper zelf, bij eerlijk eenzaam napeinzen en over denken echt tevredeu zal zijn over zijne houding in deze! Waar is dat hij er van minister Regoüt van langs heeft gekregen, dal de spaandertjes er bij vlogen!... De tegen w ooi dige minister van Waterstaat is, evenals de leeuw van wijlen den Schoolmeester: ...iemand, Die bang is voor niemand.. Soms maakt 't den indruk, of de forsche, blonde man aan de groene tafel met de stevige handen en stevige trekken, de pientere rekenaar, koop man, accountant, »business-man«. ingenieur, doctor-jurist... nog wat meer... of hij er plezier in heelt stiijd uit te lokken. Wanneer tnr. Regoüt bet zwaar gebouwde lichaam over de groene tafel heenbuigt en met zoo'n eigen aardig soort van uitdagend-lacbje langzaam-pratend Zeker, komt u maar los!... Ik durf u heusch aan!... Dan fonkelt er toorn in deoogender soci's. Kan de heer Schaper z'n ner veus-bewegelijke handen niet stil houden. Woelt de heer Duys door zijn krullebol. Wordt het stil-spot- tende lachje op Helsdingen's scherp- geteekend baardgezicht intenser... Aldus was 't Dinsdag, toen de heer Regoüt, verklarend dat hij zich eene regeling dacht, welke Staat, 11. IJ S. M. èn personeel... zeker, dat ook! zou bevredigen... Er aan toevoegde: »Wat dit laatste betreft, 't spijt me wel voor den heer Schaper!...* De rollen waren omgekeerd. De Spoorweg-maatschappij, die op eigen houtje haar personeel vóór de keuze had gesteld om öf in plaats van '2 zeven pCt. in het pensioenfonds te storten voorlaan of zich terug te trek ken, zij had ervaren dat, met of zonder vrijbiljet op de treinen, de minister van Waterstaat niet met zich laat spelen. Het fonds zou natuurlijk verloopen... Toen Z.Exc. de tanden het zien, kroop de H. IJ. S. M. in haar schulp. Zij haastte zich te melden, dat er, zoo noodig, een nieuw fonds zou komen, waarbij dan de contante waarde der pensioenen van het ge heele personeel door haar zou worden gestort. Heel aardig, zei de minis ter, maar ik ben nog altijd niet overtuigd, dat, in het uur van naasting, de belangen van den Staat zullen zijn beveiligd, neen, waarde vrienden, ik ben nog niet verzoend met uw «coup d'état»! De maatregel moet geschorst. Stel, zet de heer Regoüt, dat de maatschappij 7 pCt. geeft en het personeel hetzelfde, dan krijgt men zekerheid op den grondslag van 14 pCt. Tegenover loonsverhooging kon dan toch wel staan, dunkt me, eene bijdrage van 4 a 5 pCt. van het personeel. Kranig, krachtig, flink, dus zulk eene houding van den be windsman? Maar op den heer schaper werkt het beeld van een »kapitalisti schen" minister, nog wel antwoordend op den naam Regoütnog wel oud com missaris van de spoorwegmaatschappij, als een roode lap op de gemoeds stemming van de stier... Wat,be langen van den staat! Wat, 4 a 5pCt. bijdragen voor pensioen. ïnplaats van niets!?.. Hoe heb ik 't nu? Gij minister, laat door de maatschappijen vrijelijk met u sollen, spelen. Doch nu spartelt gij tegen?... De heer Schaper ontpopte zich eensklaps als verdediger van de H. IJ S M Mira- bile dictil... Spelt de Halley-komeet dan toch 't eind der dagen?... Mogen zij niet «speculeeren op den Staat?" riep de heer Schaper uit. Och wat, ze zijn ook geen engelen I Net-zoo-min als wij een van allen I als gij, meneer de minister! Hier tikte graaf Van Bylandt's ha mer. Dat mocht de heer Schaper niet zeggen: dat mr. Regoüt »geen engel» is... 't Was goed bedoeld door den riobelen en vriendelijken voorzitter van ons Lagerhuis. Doch handig en ge lukkig gekozen was zij niet, de presi diale interruptie Die woorden van »het spijt me voor u, meneer Schaper!» van mr. Regoüt, in verband met de behartiging der belangen van het spoorwegpersoneel, waren hierom zóó vlijmscherp, wijl, immers, 't slechts is »la vérité qui touche»!.. Ik sla u lekkertjes het wapen uit de hand om mij. volgens uwe partijgenootelijke taktiek, zwart te maken I...» O, zij was wel zeerecht, de sidde rende woede, waarmee de man uit Appingedam protesteerde tegen de «insinuatie». Hij had intusschen zijn verdiende loon. En nooit heeft men het socia listische aapje zóó duidelijk uit de mouw zien komen als hier!... Plukt slechts den Staat. Alsof niet ons aller belang, beurs, door den Staat te be waken, te beschermen valt!... Neen, 't was op dien len Maart een »dies ater« voor het prestige van den heer Schaper èn voor dat van de taktiek zijner partijgenooten in het oog van ieder serieus en onpartijdig- oordeelend menschl... De groote beteekenis van bet de batje is de aankondiging, door den minister, dat art. 63 der spoorweg- overeenkomsten zal gewijzigd, de bron van alle verwarring, onzekerheid (bij eventueele naasting) dus gezuiverd. Den scherpzinnigen beer Patijn den kranig-gezaghebbenden financier, den Pierson Redivivus en van jong- liberalen huize komt de eer toe, den minister te hebben ontlokt de verklaring, dat deze wijziging onont beerlijk is tot het voorbereiden eener gezonder verhouding in de toekomst. De toeloop naar de K. Milit. Aca demie zal worden verhaast en het stervensproces der Alkmaarsche Cadet tenschool daarmee... Het ontwerpje dat daartoe strekt en Woensdag j.l. werd goedgekeurd, is (generaal Cool erkende 't gaarne) slechts een eerste stap. De radicale reorganisatie van ons militair onderwijs zal volgen. «Surprise" althans voor sommi gen, zoo niet velen, om in den stijl der Kamer-rapporteurs te blijven, was mr. Tydeman's aandrang om het leger toch te «verburgerlijken", Weg met den «snorrebaardHet vak officier is er net-zoo-een, precies-zoo- een als «ontvanger der belastingen, advocaat, deurwaarder," etcetera. Ge broken met allerlei «oude, dierbare traditiën IWeg met onnoodigen ballast van allerlei aard. Jongelui met einddiploma A.-gymnasium zelfs voor de cavalerie en infanterie toegelaten zonder aanvullings-examen voor de wis- en scheikunde. Dat alles werd verkondigd, op den koel-afgemeten toon, hem eigen, met de toonlooze, koude stem en het roer- looze gelaat, door den aanvoerder van de oud-liberalen. En de houterige generaal Cool, de man van de witte stoppelharen, de linksche (in letterlijken zin!) buiginkjes, de minister Cool, dien men versleet voor oer-conservatief zonder gave om een enkel behoorlijk speechje te houden, die zich ontpopte als een pienter rede naartje voor-de-vuist-weg, met frisch- moderne ideeën hij bleek 't in bijna alle opzichten met mr. Tyde- man eens te wezen. In trouwe, «les idees marchentb Slechts de breedborslige, pompeuse kapitein Van Twist was niet bijster in zijn schik. Hij vond dat zijn ge liefde Hoofdcursus leelijk «in het ge drang» komt. eischte zelfs (zóó ge wichtig sprekend; op den toon van Staatsman, die verklaring aflegt, van dewelke het lot eens minister afhangt, dat Rechtsche en Linksche collega's 't uitproesten)... Eischte, dat de mi nister zou verklaren, hoe, in af wachting eener «principieele beslis sing», de Hoofdcursus ongerept zal blijven. Dat beloofde generaal Cool, en ge lijk een pauw kan dus Duymaer de oud-hoofdcursi: aan onder zijne vrien den collega's rondstappen.Hè, als ze Duymaertje eens niet op 't Binnenhof hadden!... Toch voegde gen. Cool er, op den allerhoflelijksten toon, Z.Exc. eigen aan toe, dat hij toch heusch den hoofdcursus niet op een lijn, in wetenschappelijken zin gesproken, kon stellen met Breda!... En arme Duymaer, had, op dat moment, niet eens 'n ratjetoe-motie binnen z'n bereik!... De pogingen der b.h. Tydeman c.s. om de jongelui van diploma A voor de K. M. A. rijp te vei klaren, zijn mislukt. Minister Cool is «tot veel bereid», zou de heer Vliegen, het ex-proefkonijntje, zeggen doch hij weet ook voel bij stuit te houden. De A's zullen aanvullingsexamens moeten doen. Het ontwerp, houdende maatregelen in liet belang van ontslagen gevange nen beoogt, gelijk men weet, om van Staatswege te doen subsidieeren ver- eenigingen, die zich het groote belang der reclasseering van deze ongelukkigen aantrekken en tevens aan te wijzen personen, aan wie zorgen moeten be steed na hun straftijd, in allerlei vormonderricht, werktuigen, klee ding, enz. 7) DOOE IKZaxin. ZxzLicliaëlis. Zoo zat zij daar alleeD, eenzaam en alleen. Haar oogen stakeD, al die kleuren vloeiden ineen, de lucht was zoo blauw en de hemel zoo eindeloos, eindeloos hoog. Zij moest er aan denken, dat men- schen stierven, begraven werden en weer opstonden. Eéns zou zij haar moeder Daarboven ontmoeten en zou haar uit millioenen herkennen. Zij j eischte niets van den Schepper, maar diep binnen in haar beefde het als eene zachte zucht. Wanneer ik uit mijn graf herrijs, laat het dan zijn met een nieuw lichaam en een nieuwe ziel voor mijn moeder I Er werd aan de keukendeur geklopt, een arme vrouw schoof naar binnen. -Is u is u Severine Jungert? Heer in den hemel, ziet u er zoo uit?" Fröken Severine begreep al gauw dat het haar tante was. Dien langen weg was zij gekomen, want ze moesten haar helpen. Anders kwam haar jongen in 't tuchthuis, het geld moest zij hebben, drie hon derd kronen. Fröken Severine's schat was tot zeven en dertig kronen aangegroeid. Maar drie honderd I En toch, het geld moest gevonden worden en kon het zijn nog meer. Liefst zooveel, dat de jongen naar Amerika kon vertrekken. In den grond van zijn hart was hij zoo goedig en zoo lief. Fröken Severine rekende alles stil zwijgend uit, vijfhonderd it zes per cent. Dertig kronen in 't jaar. Dertig kronen in 't jaar. Daarop ging zij naar den notaris en de zaak werd gemakkelijk geregeld; met zes percent en haar handteekening nam hij gaarne genoegen. Vader Jun gert zou immers veel nalaten. Dien dag voelde Fröken Severiue voor 't eerst welk een geluk rijkdom was. Zoo verliep de tijd. In 't geheim was 't gebeurd, in 't geheim moest het ook steeds ver borgen blijven. Tot nu toe had zij altijd thuis hestellingen afgewacht, nu waagde zij zich af en toe op visites bij deze of gene en kreeg zoo bestellingen. "Zij is zeker erg gierig, de onnoo- zele ziel," zeiden de menschen: r/ zij zeurt om werk en Vader Jungert is toch rijk genoeg. Eu zooals de kleeren aan haar lijf hangen! En haar oogen zijn beelemaal rood beloopen." Trouw betaalde zij haar renten en iedere Kerstmis kwam er een brief van den jongen, die nu dertig jaar was, en alles ging uitstekend. Hij bedankte nooit voor iets, dat was de afspraak. Eröken Severine kreeg slechte oogen. "Pas op je oogen," zeiden alle men schen, maar zij paste niet op. Bij haar vetkaars zat zij tot laat in den nacht te borduren. Na een poos werd het nacht voor 't eene oog; eerst toen ging zij naar een dokter. a Wees voorzichtig; niet naaien en niet lezen bij lamplicht." Vader Jungert klaagde steen en been over de doktersrekening en stond er tusschen haar heelemaal het bor duren te verbieden, of haar toe te staan alleen de noodige "geschenken" te maken. Bij het laatste bleef het. Maar nauwelijks was hij de deur uit of zij had de naald in de hand. Als hij ter ruste was gegaan, luisterde zij angstig naar zijne ademhaling. Zoodra hij sliep begon zij aan haar werk. De renten moest zij betalen. Op een van de jaarlijksche feesten wilde 't ongeluk dat de vrouw van den tolbeambte, niets vermoedende, over een handwerk, dat Fröken Seve rine pas afgeleverd had, begon te praten en het uitbundig roemde. Vader Jungert keek in de richting van Fröken Severine, die ineen kromp van schrik. Toen de gasten weg waren, ging hij naar haar toe »Zoo! je naait dus toch nog voor je geld?" Zij boog in wanhoop het hoofd. "Verbeeld je je misschien dat ik m'n geld op de straat vind? Wie zal mij verzorgen, wanneer jij als een mol zoo blind je eigen lepel niet meer kunt hanteeren en niet meer rond loopeD zonder een kindermeid achter je aan? Wil je me asjeblieft eens vertellen of 't is om je op te sieren dat je geld bij elkaar schraapt, want dan wou ik je maar zeggen dat jouw slag het best doet niet als een paaschos rond te loopen. Nu weet je 1 wat ik er van denk, of ben je cr misschien ook nog doofstom bij In de keukenlade lagen twee tafel kleedjes; er was geen haast bijmaar eens moesten ze toch af of terug gegeven zooals ze waren. Fröken Severine verkeerde in groo- ten angst. Zij voelde hoe haar gezicht haar begon te begeven, hoe groote tranen van haar oogleden neerdropen en zij durfde niet tegen het bevel van Vader Jungert in te handelen, maar de renten, de renten? Op zekeren morgen toen zij opstond, was het net alsof er een twee en een halve cent voor haar oog hing. Onbe wegelijk hing die er, zij moest er als 't ware om heen, of onder door gluren om iets te zien. Zij wilde naar den hemel opzien, maar de ronde munt hing er steeds voor, ondoordringbaar. En binnen in haar oog kriebelde het voortdurend. Toen werd zij bang en liep naar haars Vaders deur, om zijn hulp in te roepen; maar zij was den drempel nog niet over vóór het donkerder en donkerder werd en met een voorgevoel dat alle licht haar verlaten zou, liep zij tastende den tuin in, om de bloe men nog eens voor 't laatst te zien. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1910 | | pagina 1