NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. No. 31. Zaterdag 16 April 1910. Negen-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG DE WEEK. FEUILLETON. DE INVASIE DER DÜITSCHERS. T. ÜDvicliatea/u.. Amersfoortsüe Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestruat 77. Telephoonno. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 71/, Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend, Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. 15 April. 't Is niet meer dan billijk, dat vooral in een tijd, dewelke den mensch nu en dan tot allerlei soort van »hul- diginga drijft. de senator Van Hee- ckeren Van Keil toch niet worde ver geten Op de correspondenten van buitenlandsehe bladen in Nederland alsmede op het corps «Briefschiijvers» rust in deze een dure plicht. Voordat de echte traditïoneele komkommei-lijd (welke in de laatste jaren de meeste drukte bracht) aanbreekt, kwijte men zich van deze schuld, welke lang niet diep genoeg wordt gevoeld... Haast zou ik gaan vreezen, dat de zaak straks nog in 't vergeetboek zal raken, Aanstonds kiijgen we hel vermoedelijk laatste bedrijf van 't eerste parlemen- taiie jaar der vier, die zullen uitloo- pen op het veel bewogene van 1913. als wanneer we voor Kamer, Prov State en Gemeenteraad ten strijde zullen 'trekken. Juni '10 geeft een zwak voorproefje met de Statenver kiezingen. En waar niet verlamrnei - der, meer apothiscb-makend werkt dan het besef; «Er is toch niks aan te veranderen!", geloof ik dat alle pogingen om bij het «kiezersvolk" iets van belangstelling voor deze Stembus op te wekken, gansch of vrijwel vruch teloos zullen blijken. De blijdschap over den goed-en-wel doorleefden Mei nacht van Halley (wat trekken som mige o-zoo kordate, koelbloedige, om hun hacbje immers zier noch sikke pit gevende menscbjes nu benauwde gezichten als gij over de vurig-ge- staaite begint!)... Deze vreugde zal Bi usselsche,Scheveningsche en verdere pretmakerij ten goede komen. En wie bekommert zich dan nog om iets zoo-oninteressants als... De Provin ciale Staten Eerst gaan we, minstens tot half Juni, nog wat wettekens maken. En bakkeleien over mr. Troelstra's enquête-voorstel, dat een zittinkje be looft om de beide tribunetjes van de Tweede Kamer tot instorten te bren gen... De memorie van antwoord, door den weêr-herstelden afgevaardigde in te dienen, is op komst. Daarna einde der vrijwillige vacantie, door den Ommener gedeputeerde genomen. Eere-raad's uitspraak... Huldiging, Tableau. Apothéose. Doofpot. Vervolgens; eerste komkommers aan de maikt. Maar ik keer tot baron Van Hee- ckeren van Keil, lid van de Eerste Kamer terug. Hij is miskend. Althans, gelijk ik reeds opmerkte, door de vele ondankbaren, die prachtige en ruim- gesalarieerde »kopy« aan hem te dan ken hebben, nu toch al zoo ge- ruimen tijd. De heer Van Heeckeren was hun weldoener, redder, uitkomst. Hij gaf, geeft zijne «onthullingen» bij stukjes en beeijes; bij kleine dropjes. Een zinnetje, een woord... Halt. Stilte des grafs. Eene nota aangekondigd. Insteê daarvan: een brief. Ruim, breed veld van bespiegelingen over de vraag, zal er nog eene nota volgen, of is de missive alles?... Spanning, Diep zinnige bespiegeling. Fantastische ge ruchten. Ja, komt een blad ver zekeren, de echte, heuschelijke nota nadert... Weèr: stilte des grafs. Misschien aanstonds «hervatting der werkzaamheden», door den Senaat, waarbij de heer Van Heeckeren zal doen als iemand, die «historisch mo ment» zal doen aanlichten, om, nadat de praeses-generaal op zijn somberst-plecbtigsten toon verklaard heeft dat «van de genomen beslissin gen mededeeling zal worden gedaan... etc.«, naar Ruurlo te tuf-tuflen, pein zend over de vraag, of hij «na het recès« iets zal «onthullen»... Ziet-ge, zoo-een moet geschuldigd worden. Dergelijke mannen-van-Staat zorgen ervoor, dat het bedrijf van dagblad-correspondent loonend wordt, men vergete niet de schier-vaderlijke bezorgheid des senato's voor ons, persmannen, doordien hij, zich blijk baar niet aan eenig «interview" wenscht te geven. Dan was de aardig heid er op-eens af!... Ik weet wel, zoo'n «vraaggesprek" kan ook de noodige «speelruimte" laten.Toch een zijdje-of-wat kopy leveren... «En, baron'' aldus de persmus kiet. met potloodje, dat trilt tus- schen de van nerveuse emotie bib berende vingers «En, baron, nu de brief... Van Zijne Majest..." Senator wendt zich verschrikt om. Legt vinger tegen lippen. Haalt de wenkbrouwen op en de mondhoeken strak-neêr. »Sst! Geen woord asjeblieft!'' »M...maar.." stamelt reporterlje. Senator sluit de oogen. Snuift wel een minuut-lang lucht door z'n forsche neusgaten op. Kijkt reporter vervol gens aan met scbranderen glimlach... «Begrepen?''... fluistert hij. Persmus kiet doet of-ie het geheim doorgrond heeft... Strijkt zich even over't voor hoofd, door de haren. «Ab-zoo!. Oool... Ja ja-ja!" mom pelt hij. Baron knikt onstuimig. Rekt diep- bekommerd gezicht van onder lood zwaar pak van zorg en staatsgeheim gekromd, gebogen man. Stapt met driftige schreden door het vortrek. Reikt, verstrooid, teruggezonken in zijn bepeinzen van zoo-ernstige dingen, reporter vluchtig-genadig'eene hand... Wenkt hem nog eens: maar discreet, hoor! Héél voorzichtig en discreet!.. Reporter zit te piekeren, gebogen over blanco-papier. Hij pent, pent.. De rechterhand eens persmans schrijft altijd... Tot zijne veibazing ziet hij twee, drie, vier pagina's volgekrabbeld voor zich liggen. Hij leest het abra cadabra over... Vooruit! Naar de zetterij. Of: naar het telegraaf-kan- toor... Zeker, zulke «intervieuws" worden dag aan dag «geboren", zij't gelukkig nog niet Patria. Von Bülow wist op magistraal-onovertrofleii wijze êen persmuskiet te leeren, boe men kolommen-vraaggesprek kan leveren zonder iets te zeggen... Wij, in braaf Hollandje, zijn nog niet gewend aan zulke vruchten van Arnerikaanschen bodem. Maar de wijze waarop uit de puzzle, genaamd zaaken Van Heeckeren, «stol", en daarmee 't ook voor persman zoo-onmisbare «slijk" was te putten, 't verdient waardeering. En niet zonder zekeren angst vraag ik me af, waar we materie zullen moeten opscharrelen, bijeen zamelen, die de menschen zoo lang en zoo puik interesseert, wanneer de senator hetzij 't onherroepelijke-laatste woord over «den brief" dan zal hebben losgelaten, of bijaldien Juni- storm ons openbare leven van zulk een kleinood voor naar kopy-honge- renden macht berooveo Want men moet ons publiek dan toch maar kennen om te beseffen, hoè duikersch-lastig 't is om voor iets ter wereld de menschen «wakker te trom melen». Van dingen als eene vorste lijke schenking-Drucker rep ik niet eens. De middenslag-Amsterdammer komt slechts in het Rijksmuseum als er, met lente- of zomer-seizoen, nicht jes komen zeuren om erheen gebracht te worden. Dan loopt hij, of een Nederlander uit andere streken des lands, rond temidden der kunst schatten met een gelegenheids-gezicht, waar je «kassian" mee krijgt... «Heer lijk-mooi, hè? Goddelijk schoon Neen, Fiep, kijk eens... Kijk dat eens!" En de arme kerel zou 't kunnen uitjubelen van zaligheid als hij weèr goed-en-wel achter z'n biertje, ergens, zit... Zeker, er zijn ook wel anderen. Maar ze vormen, met elkaar, goed- geteld, wei-gesorteerd, geschift, na strenge taxatie, zoo'n armzalig-klein kuddeken En overigens... Het duikelen van een stevigen, kranigen wethouder als de Amsterdamsche heer Delprat?. Verduiveld jammer!, zegt er een Maar als ge over de quaestie wilt »voortboomen«, dan moet-ie gauw opkomend geeuwtje achter handpalm verbergen... Degruwelmoord teDeurne, dejongsteboevenstreken van Hollanscbe apachen, afdreigers, e. t. g.?... Een enkele brave ziel siddert ervan, wordt «koudt en «eng» De meesten zijn er al aan gewend. Flauwe, dagelijksche kost... Wie iemand voor eenige jaren zou voorspeld hebben, dat er een tijd zou aanbreken, waarin de voetganger, voortschreidend op het asphalt onzer straten; van alle kanten bedreigd door bliksemsnel-voortschietende, ijlende raderen en wielen... Waarin die voet ganger zich de laatste piekjes, smalle paden en kronkelbanen zou versperd zien door op rolschaatsen voortzwie- rende jongelingen en maagden... Men ziet, ik blijf uiterst-hoffelijk van woor denkeuze... Dus: en maagden... Wel, deze profeet zou gehouden zijn voor droomer uit «betooverde wereld». En als diezelfde ziener zou voorspeld hebben, dat de gemeente-besturen; anders hunne spieders afzendend op elk karpetje, dat een paar minuten te vroeg of te laat wordt uitgeklopt; op iederen snoodaard, die 't onderneemt een onnoozel glaasje bier te schenken zonder «verlof»... Op honderd andere nietige, pietlusiige dingsigheden, uit vloeisels van modern-legislatief talent- Wie zulk een wereldje-op-z'n-kop zou geteekend hebben, 's mans arts zou hem... pols-betastend en mee- warig-hoofdschuddend... Het meest onwaarschijnlijk-lijkende wordt werkelijkheid. En de menschen, met merkwaardig-plooizaam aan- passings-vermogen, «wennen zich" aan alles. Verwonderen zich over niets meer. Toch moet persman-up to date al maar nieuwe «prikkels" verzinnen... Daarin schuilt het aartslastige. Eu daarom zijn uitvinders van iets wat echt en lang «trekt", zoo kostbaar... zoo zeldzaam... Moeten wij ze in eere houden... Als een brokje stralend radium... Mr. ANTONIO. 5) DOOK Maar geen nood, 't loopt met een sisser af en nu naar de biljart, want 't wordt langzamerhand tijd, dat we aan het nastuk denken op 'tpunt van «niet te laat komen" ben ik een despoot c'est le devoir du vaillant troubadour, zoo als je weet. H. Daags na het gesprek met zijn vriend had Edmond in een schrijven, afscheid genomen van zijn geliefde. »U gelukkig te maken, staat niet in macht zoo luidde het slot van zijnen brief, "vergeef mij Bertha, de smart, die ik U aandoe, door eerst thans tot besef te komen; vergeef mij, dat ik een korten tijd mij in staat gewaand heb U eenmaal de mijne te kunnen noemen. Thans zie ik duidelijk in dat dit slechts zou kunnen geschieden ten koste van uw geluk, dat dit onmoge lijk is. Nooit zal ik vergeten, de schoonste oogenblikben van mijn leven aan TJ verschuldigd te zijn. Vergun mij U van nu af te beschouwen, als een dierbare vriendin, voor wier geluk ik gaarne mijn leven geven wil." Sedert was er een maand verstreken. In een druk gesprek gewikkeld, vinden wij de beide vrienden op Ed monds kamer tegenover el kander zitten. »Het moet toch zoo wezen," zegt Daan. 't Is ongeloofelijk," zucht de andere. «De zaak wordt natuurlijk van alle kanten bezien en besproken. Ieder heeft zijn eigen opvattingdeze denkt er zus en de andere zóó over, maar niet een, die haar niet beklaagt." "Men gelooft dus, dat het tegen haar wil zou zijn?" "Daar kun je staat op maken. Welk meisje van twintig jaar, die er zoo lief en bevallig uitziet als zij, geeft haar hand aan een man als die notaris, indien zij niet door de een of andere noodzakelijkhied daartoe gedwongen wordt. Bovendien, hoe het bekend werd raad geen sterveling, maar thans weet een ieder te vertellen, dat gij heiden in het geheim geëngageerd zijt geweest, en gij op aanraden van uw voogd, die betrekking afgebroken hebt, door welke teleurstelling het arme kind acht dagen lang zoodanig van streek is geweest, dat zij in dien tijd hare kamer niet verlaten heeft. Om kort te gaan, men beschouwt haar min of meer als een martelares en beschuldigt haar vader, het meisje aan dien schatrijken notaris te willen verkoopen." "'t Is mij zeer onaangenaam," ant woordde Edmond ter neer geslagen, dat mijne vroegere verhouding tot haar ruchtbaar is geworden, maar het doet mij nog oneindig meer leed, dat zij, door mijn toedoen zooveel lijdt. Ik ben een ellendeling, ik had haar nooit moeten afschrijven, zij zou er zich wel in geschikt hebben, al had het noodlot dan ook gewild, dat wij nog eenige jaren moesten wachten. Geen vermogenochliefde vraagt naar geen bruidschat. "Hol maar toe, ga je gang maar, zoo aanstonds zal je gezond verstand je het tegendeel weer doen gelooven." "Praat me niet van gezond verstand daar zijn we ver mee gekomen, dat zie je nu. Wie weet! binnen een paar maanden is zij de vrouw van die geld wolf, die haar meesleept naar de Velu we, daar woont "dat heer" waar zij een plantenleven zal kunnen leidenmijn beste, lieve Bertha. Oals ik dat had kunnen voorzien!" »Kom, kom, wind je niet noodeloos op, wij kunnen aan de zaak toch niet» veranderenmen kan haar immers niet dwingenslechts met haar eigen eigen goedvinden en volle toestemming zal dat huwelijk gesloten worden, voor opgesteld dat het waar is, wat men vertelt. Wij zullen wèl doen, vooreerst niet meer over deze zaak te spreken en ons oordeel op te schorten tot Het te laat is, niet waar? Inderdaad, een prachtige redeneering, een uitermate verstandige raad, die ik echter zoo vrij zal zij ditmaal niet op te volgen," riep Edmond heftig, "Ik weet wat mij thans te doen staat dit kan ik je intusschen wel verzekeren, dat het voorgenomen huwelijk met dien notaris niet zal worden voltrokken al zou ik het, ik weet niet op welke manier ook, moeten beletten." »'t Zal zoo'n vaart niet loopen," antwoordde Daan meesmuilende, want hij verwachtte niet bizonders van Edmonds schermen met groote woor den: hij vermoedde niet, dat deze voortsproten uit den drang des harten, ja, geloofde zelfs een oogenblik, dat zijn vriend opzettelijk daarmee praalde, zoo weinig begreep hij de kracht van een innige, alles beheerschenden liefde, j Wie weet of er bovendien binnen een paar weken niet heel wat anders, dan aan het sluiten van huwelijken zal moeten worden gedacht," vervolgde Daan na een oogenblik. Ditmaal hen ik het, die de toekomst duister inzie. Gij herinnert U ons gesprek over het geschrijf in de Duitsche bladen welnu, thans heb ik een artikel gelezen, dat in hooge mate mijne aandacht trok let op, nog een paar dagen, dan zullen wij op dat punt belangrijk nieuws hooren. Maar 't wordt tijd, dat ik heenga; zet nu alle muizenissen op zij, en kom morgen aan den trein van zes uur twintig, als je er lust in hebt, dan denk ik terug te komen. Adieu!" Toen Daan vertrokken was, bleef Edmond geruimen tijd in gepeins ver zonken uit het venster naar de wolken staren. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1910 | | pagina 1