NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. m BUITENLAND. No. 83 Zaterdag 15 October 1910. Negen-en-dertigste Jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG DE WEEK. FEUILLETON. DE INVASIE DER DUITSCHERS. J". IDucliatea/u.. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Af7,onder lijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLansestraat 77. Telephoonno. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. 14 October. Onder de presidenten, aan wie de leiding van ons Lagerhuis achtereen volgens werd toevertrouwd, is graaf Van Bijlandt zepr stellig niet een van de krachtigstenzeker niet een van de slreng-gi immige soort. Een gleieh- raan hield de teugels zeer strak, maar verstond toch op wonderbare wijze de kunst van het lastig-balsturig grillig paardje, genaamd Parlement, aan zich toe doen hechten. Dat was eerst een -voerman, die het klappen van de zvvepp verstond... En zijn steikste, meest gevreesde wapen was een bij zondere soort van scherts, verwant aan fijne ironio.soms schei p. maar nooit kwetsend. Zelfs de kiibbigste, lastigste parlementair was daar bang voor President Röell was stijver, stugger, in onplooibaren ernst blijvend. De geringste zonde, tegen het R. v. O. gepleegd, w as onder zijn bestier gansch ondenkbaar. Hei .paaidje« voelde den teugel des ministers, di aafde gehooi- zaam voort. respecteerde den leider, zonder nu juist warme sympathie voor hem te gevoelen... Velschillende piae- sides heb ik op het kleine fauteuiltje onder den groenen «hemel» zien plaatsnemen. De laktiek. welke zij gebruikten wisselden met de personen Maar... wat ik niet mogelijk had ge acht is door mij beleefd, gehoord, aanschouwt in het zittinkje, dat de Tweede Kamer Dinsdag, van half vier tot c.r. halfvijf ure hield Toen genetaal Eland had gewezen op de wenschelijkheid, dat ieder lid een exemplaar van het bekende in deze dagen veelbesprokene rapport kust verdediging zou ontvangen, nam presi dent Van Bijlandt het woord Zei hij: «Och. dari kunnen we net- zoo-goed publiceeren En bij schakelde aan die verzuchting vast zijn zaclit- weemoedige vermaning aan de beeren om toch gedachtig te zijn aan bun plicht om geheime mededeelingen, welke hun krachtens het ambt van Volksvertegenw oordiger ter oore korne, asjeblieft stil te houden; niet in de pers te progageeren.. Graaf Van Bijlandt is een gemoedelijk, zachtzinnig dooi en door humaan man. De nestor van ons hogerhuis, de beer Lieftinck, heeft daar nog pas immers zulk een hartelijk" toastje aan gewijd Maar slagvaardig heid, koel, kalm, zeltbedwang om zijne gedachten, indrukken te ordenen, te .verwerken» voordat hij geat spieken: dat juist is dezen voorzitter vreemd. Menschen als hij gebeurt 't vaak, dat ze gelijk de .enfants terribles« »hun neus voorbij praten, met alle eerbied gezegd. En in zulke gevallen kunnen zij. de zachlmoedigen, zonder 't zeiven te welen of te willen, feller, scherper, krenkender woorden zeggen dari ook de grimmigste van allen zou aandurven Een gleicbrnan zou in zoo'n om- star.digbeid een ironisch woordje hebben gevonden, waarop het »A bon entendeur etc.» van toepassing ware... Wien de schoen past, trekke dien aan!... Dari waien er, in de zaal der Kamer, oolijke knipoogjes van »Snap-je herr.gewisseld... Fijne glimlachjes die puik begrepen werden. De heer Van Bylandt is noch schei p noch geestig. En daardoor sprak hij nu, met eeilijke doch naïeve rond- boistigheio, eenvoudig uit wat hem naar de lippen drong... Vaderlijk-be- stialïende vermaning. op toon van verdrietige verontwaardiging, zooals men een geliefden, doch ietwat on- deugenden zoon op z'n plicht wijst.. Dat was wel een zeer-bittere pil, die het machtige Parlement dien namiddag van 11 October 1910 te slikken kreeg De patiënt trok het gezicht van iemand, die z'n best doet om het leelijke kostje te verduwen zonder dat rnen bemerkt, hoe onple zierig hij 't vindt... maar voor het nageslacht zullen de .Handelingen» van October '10 een allerinteressantste bijdrage vormen voor de .parlemen taire zedendezer dagen... Trouwens, de Van Weideren Rengers der twintigste eeuw, die over de ofaits et gestes» van ons Lagerhuis der jongste vier, vijf decennia zal hebben te schrijven, krijgt stof-te over voor zeer pikante opmerkingen, waai de .note comique» zelfs niet aan ont breekt. Integendeel!... Weet-ge, we doen eigenlijk het verstandigst met de zaken maar van den vroolijken, humoristiscben kant op te vatten. Ik heb de opmerking meer gemaakt, de heer Raadhuyzen gaat blijkbaar den plechtig-deftlgen kant uit, en daardoor is de plaats van gi oothumoiïst der Kamer vacant, 't Zeggen is, dat de heer Fleskens, de Benjamin, er aanleg voor heeft. Wat dan in de extra-woelige werkweken, die nu komende zijn, zal moeten blijken... Maar anders: wie lust heeft tot schertsen, vindt nu rijkdom van stof!... De griffie van bet Parlement is ge huisvest in een lokaliteit, waar een stuk of wat heeren aan kleine schrijf tafels zitten te werken. Op tafeltjes staan schiijfmachines... Op andere tafelijes liggen stukken, boeken foli anten, doozen, men heeft moeite om zich een doortocht te banen in den chaos... Er is een .va-et-vienta van allerlei menschen, boden en ande ren, die wat komen vragen, halen of brengen... In die ruimte zijn ergens te vinden de vijf exemplaren van het fameuse geheime rapport, waarvan de heer Van Bylandt dacht dat-bij aldien men 't in honderd exemplaren rond deelde, het mysterie ervan weldra even »geheim« zou zijn voor Jan Publiek als... 't geheim dat dames op theekrans of heeren in soos-bitteruur elkaar in het oor fluisteren onder eed en eerevvoord, dat geen sterveling op aarde er tittel of jota van te weten mag komen Dal van wanneer we zóóver zijn... Maar ik zie het tijdstip nog niet aan lichten, zelfs wanneer de brave amb tenaar van Oorlog, die in de bladen thans beweert het vaderland voor een prikje ongenaakbaar te kunnen maken.. Misschien voor een stuk-of-wat lapjes van duizend instiè van millioenen Ik zie het tijdstip nog niet aan lichten, dat het ontwerp-kustverdedi- ging in openbare zitting aan de orde komt... Maar: 't kan dan een vroolijke boel worden I... Beraadslaging over dingen, waarover men niet praten mag!... Nauwelijks heeft een der geachte-afgevaardigden tien woorden gezegd, of president heft waarschu wend het hamertje op: »Pas op, me neer, ge zijt loslippig I mondje dicht.. En broeder Humoer staat op wacht, met dreigend-schitterende oogen; borst vooruit; handen in broekzakken... Vleezig hoofd op romp geschroefd... Paladijn der geheimzinnigheid... O, onmisbare humorist, waar blijft ge om ons in deze zonderlinge dagen van geheimzinnig heid op te vroolijken, het gemoed te verkwikken, te verlichten. Ouderwetsche bruchure schrijvers zouden nu boekskens hebben geschre ven, met den titel; «Wachter, wat is er van den nacht?... Met geestig- guitige toespeling op den nachtarbeid der bakkers waar wij dan de volgende week over zullen praten vele uren van dag eq van avond Baron Van Dedems en zijn coalitie genoot generaal Van Vlijmen willen in November in elke geval voor Kerst, over de Kustverdediging sectien-houden. Tenzij de kamer, zich van rust en slaap onthoudend op ze'n minst twintig uren per etmaal «door jakkert," zou de heer Troelstra zeg gen, zie ik, met alle bescheiden heid opgemerkt' niet in hoe men van daardenrijstebiijbergbudget-1911 genaamd kan kommen. Ook al houdt dr. Roessing zich verre van alleSuri- naamsche of andere biïbolligheden, dan nog zul de «Kerst-limiet moeten over schreden worden. Slechts de redder humorist kan hier onheilen verhoede!... Wanneer men denkt van wat er. o. a., om maar iets te noemen- in verband met de Kerstening-nieuwig, heden van toewan besaar Idenburg, Voor broeder Malefijt in het zout ligt... dan de orkanen, die zullen op steken zoodra hoofd VIII aan de orde komt... Generaal Eland's denkbeeld om oorlog voorop te schuiven in de begroottingsdebatten is voortreffelijk maar dan zullen de poppekens in volle rondedans gaan zwieren, want de kamer is vol strijdlustige onver bruikte kracht en zij heeft den tijd in ruime volle mate voor zich... Men vergete 't toch niet!... Als, zei ik, men van al dezer dingen denkt, zoo heeft men extra dosis goed-humeur noodig om met gelaten blijmoedigheid de spanne tijds ons scheidend van Kerstmis 1910 in te gaan... Doet de persman, wien dit «Turksch bad" van tiental weken wacht, ver standig met zich te verkwikken en de zenuwen te sterken in overschoone dagen zonnigen herfst, welke den meester den grooten kunstenaar, die ons heeft verlaten, die Willem Maris zoo lief waren... Mr. ANTONIO. De spoorwegstaking in Frankrijk. Wij deelden reeds mede, dat de Fransche regeering de huidige spoor wegstaking niet beschouwt als een meer of minder wettig middel ter verkrijging van lotsverbetering, rnaar als een zuiver revolutionnaire daad. In een onderhoud met eenige journa listen heeft minister-president dit on omwonden verklaard. »Wij hebben hier zoo zeide hij, «niet te doen met een staking in den wettelijken zin van het woord. De omstandigheden, waaronder de staking werd voorbereid en de strafbare daden, die het gevolg er van zijn, toonen dat zij is een misdadig ondernemen, 35) DOOK Na zich op eeD behoorlijken afstand verwijderd te hebben, betrok men een bivak en hield den volgenden dag rust. Tegen den avond begaf men zich weder op marsch in de richting van het station Barneveld, om te onder zoeken of de weg reeds weder hersteld was, en wat men met de goederen gedaan had, welke ontspoorden trein waren gelost. i De kapitein had weder een nieuw plan. Het was zijn doel, het station en alle daar aanwezige goederen te verbranden. De noodige maatregelen waren reeds door hem genomen. Hoe sneller men handelde, des te meer kans van slagen zou men hebben, meende hij men moest den vijand verrassen, verbluffen, radeloos maken, a-Is dit mogelijk was. Ieder vrijschut ter had een voorwerp van licht ont vlambare stof bij zich. Toen men in de nabijheid van het station was gekomen, bleek het echter, dat dit door een sterke militaire macht was omgeven, terwijl een groot aantal van hen, druk bezig was, den spoor weg weder in orde te brengen, welke thans door een linie van schildwach ten werd bewaakt, die op eenigen af stand van elkander geplaatst waren. Onverrichter zake moest de kapitein dus weder met zijne vrijschaar terug- keeren; dit deed hij echter niet zon der een kleine wraakneming, door namelijk een vooruitgeschoven post van twee man op te lichten en mee naar het bivak te nemen. Daar aangekomen, werden er als naar gewoonte, in een kring rondom het leger, posten uitgezet, hetwelk thans te meer noodzakelijk was, daar het verdwijnen der beide schildwach ten, wel aanleiding zou geven, tot het doorzoeken van den omtrek. Wel is waar, was men op een grooten af stand van het punt, waar de beide soldaten opgelicht waren, doch men kon achtervolgd zijn, de meeste waak zaamheid werd den uitgezetten posten derhalve aanbevolen. Toen de kapitein zich overtuigd had, dat de veiligheid van het bivak was verzekerd, verzocht hij zijn onderbe velhebbers zich bij hem te voegen en liet vervolgens een der gevangenen voorkomen. Na hem een oogenhlik met een vorschend oog te hebben op genomen, voor zoover dit in de sche mering mogelijk was, welke maan en sterren tusschen de takken eer sparre- boomen op het gelaat van den vreem deling wierpen, vroeg de kapitein waar hij thuis behoorde, van welk corps hij was, en voorts eenige onbeduidende dingen meer, vragen, die slechts moes ten dienen om den man zijn gemak te zetten en tot spreken te verleiden. Toen hij dacht, dat dit doel bereikt was, liet de bevelhebber hem vertel len, wat men in het vijandelijk leger van 't ontsporen der der treinen dacht hij verwachte een nauwkeurig bericht van dezen gevangenen, daar de man bij Dadere kennismaking, een ontwik keld mensch bleek te zijn. «Men vermoedt,» antwoordde de gevangene, «dat eenige bewoners van de dorpen in den omtrek hebben saam gespannen, om de spoorwegen onvei lig te maken." I »Zoo I en wat gaf grond tot dit ver moeden «Dat kan ik u niet zeggen; wel heb ik gehoord dat in de dorpen Ede en Barneveld eenige der notabelen gevangen zijn genomen, en dat deze gefusilleerd zullen worden, indien men niet binnen drie dagen de schuldigen uitlevert.» «Duizend bommenhoort ge dat mijne heeren Is het mogelijk klaar der aan te toonen, dat bij deze heeren filosofen brutaal geweld boven recht gaat doch geen nood, ik zal begin nen met hen te late weten, wie de schuldigen zijn schuldigen I de duivel is schuldig, maar niet hij, die eeD vijand uit zijn land wil jagen. Wij zullen eens zien, of men die een voudige dorpelingen, die van den prins geen kwaad weten, zoo maar zonder vorm van proces doodschieten zal breng dien man weg,» vervolgde de kapitein norsch, tot een der vrijschut ters, wijs hem en zijn makker te mid den der onzen een plaats aan, en zich tegen Spitskerk dat hij met zijn leven borg blijft voor deze beiden; als zij het mochten beproeven te ontvluchten, geef ik hem verlof hun een kogel na te zenden.» i »Zeèr goed kapiten,» antwoordde de zoöloog, aan wien dit bevel werd opgedragen. »Ik zal overwegen wat ons in dezen te doen staat heerenhernam de aanvoerder, morgen vroeg deel ik u mijn besluit mee, gaat u thans ter ruste leggen, doch gij van Rodenburg, zorgt dat Grijpskerk tegen den morgen door een ander afgelost wordt, opdat hij nog eenige rust kan nemen voor wij weder vertrekken." Edmond nam de noodige maatrege len, opdat ook aan deze order zou worden voldaan, en weinigen oogen- blikken later genoten allen, met uit zondering van Spitskerk en de schild wachten, een verkwikkenden slaap. Het pnrper van den dageraad begon zich reeds te vertoonen, toen een der schildwachten in de verte eenige rui ters meende te bespeurende takken der hoornen belemmerden hem echter i te zeer het uitzicht, zoodat hij, om zeker te wezen van zijne zaak, naar den rand van het bosch ging. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1910 | | pagina 1