NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. BINNENLAND. J. P. METZGER Jr., Tuinarchitect. Aanleg van Buitenplaatsen, Parken, enz. No. 94 Woensdag 23 November 1910 Negen-en-dertigste Jaargang. VERSCHIJNT WOHNSHAfi EN ZATERHAfi PARASIETEN. Van af heden tot 6 Dec. worden de nog li voorhanden zijnde PARIJZER Ifl ODEL H OEDElV tegen veelverm inderden prijs uitverkocht. 1 J. tV. All DEII RRLVKE. 48 Langestraat. Steniaweg ZEIST. FEUILLETON. DE INVASIE DER DUITSCHERS. Amersfaortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonderf stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephoonno. 69. AD VERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De natuur is het beeld van eeuwige werkzaamheid, van altijddurende ver andering en omzetting, van verwisse ling en wijziging der stof. Niets gaat verloren. Het dierlijk leven gaat ten onder, maai wat van het dierlijke overblijft zien wij in een anderen vorm verrijzen. Een spreeuw, die zijn hóóg stee leeftijd bereikt beeft, valt neer en sterft; het kadaver strekt andere vogels tot voedsel of wel de dood graverkevers komen, leggen hun eieren in de verterende massa en na eenigen tijd vliegt wat van de spieeuw overbleef de lucht in of kruipt over den grond in den vorm van insecten. Was er nog meer overgebleven, dan er tot voe ling van de insecten in hun eerste stadium noodig was, de planten voeden zich er mee; eeri zaadkoriel, daar toevallig neergewaaid, onikietni er in en straks staat een bloem te bloeien op de plek, waar de rloode spreeuw is neergevallen en dankt baar levenskracht aan bet levenlooze lichaam van den vogel Misschien groeit er iets, dat tot voedsel van den mensch kan dienen en het spreeuwen-kadaver woidt langs een vrij langen weg om gezet in een stukje rnenschelijke le venskracht. Dat is mooi. Mooi omdat er niets verloren gaat, mooi ook, omdat hel 't beeld is van die eeuwige wei kzaam- beid die wij boven aanduidden. Maar er zijn wezens, organismen, die hun deel in de voortdurende wijziging der stof wat gemakkelijk opnemen.... al is op den keper beschouwd al die wei k- zaamheid egoïsme, zucht tot zelfbe houd streven om in stand te blijven ten koste van andere levende wezens, dieren of planten. Maar toch de groote massa werkt voor den kost, mensch dier en plant. Enkelen maar nemen 't wal gemak kelijk op. Wel voeden zij zich en ne men dat voedsel tot zich, maar een belangrijk deel van de werkzaamheden laten ze aan anderen over; zij hemen op, wat anderen voor hen bereid heb ben zij voeden zich met het gereed gemaakte en laten den arbeid om de gemakkelijk op te nemen stof gereed te maken aan anderen over. Dat zijn de parasieten, de klaploopers, de tafel schuimers. Zij eten, nemen voedsel op, wei ken met en... groeien als kool. letterlijk of figuurlijk. Er zijn dierlijke en plantaardige parasieten, laat ons de laatste in hoofd zaak als voorbeeld nemen. Zoo'n plant ontkiemt. Of het de wijsheid van de moederplant is ge weest of het toeval, vertegenwoordigd door den wind of door een vogel, het zaadje is op een goed plaatsje neer gekomen, d.i. daar waar een andere plant zal ontstaan die voor de uil ons zaadje opkomende plant kan zorgen. Ons zaadje ontkiemt dan. krijgt wor tels. haalt wat voedsel U't den grond, maar niet veel't heeft den lijd. Straks groeit in de onmiddolijke nabijheid een andere plantdaar hecht het luie ding zich aan vast en neemt zijn deel van hetgeen deze uit den grond haalt. Als de luiaard den slag beet heeft, laat hij zijn eigen wortels buiten werking, zij sterven af en de boos doener laat den ander werken, hard werken zelfs, met weinig succes voor de plant zelf, met des te meer voordeel voor den klaplooper, die de tafel als 't ware gedekt vindt, het maal beieid, en die slechts heeft op te nemen, wat een ander met veel inspanning gereed maakte. En, zooals wij zeiden, onze parasiet groeit en heeft een levenije van vroolijke Frans, hij ziat er uit stekend uit en kijkt rond of hij het grootste gelijk van de wereld heeft. De menschenmaatschappij is niet vrij van parasieten, al komen zij er niet voor, natuurlijk niet, in den boven aangegeven vorm. Gij denkt misschien aan de gewone bekende soort klaploopers, die min of meer teren op den zak van een ander, of aan woekeraars, die zich vetmesten met het zweet van hun slachtoffers, of aan uitbuiters, die de werkkracht en de genialiteit exploi teeren ten eigen bate. Er zijn anderen, die men niet zoo algemeen als parasieten, als klaploo pers beschouwt. Daar is een vereeniging, een groote bond; alle leden betalen hun jaar- lijksche contributie en het bestuur besteedt de totaalsom zoodanig als 't meest in het belang der leden is Dat alles gaat heel goed. Maar nu zijn er nog eenige duizenden, laat bet maar bonderden zijn, die wel van de voordeelen profiteeren, maar zich niet aansluiten en dus niet con- tribueeren. Zijn zij anders dan onze bovenbeschreven parasieten? Een voor beeld Wij weten niet hoeveel fietsen er in ons land in gebruik zijn; wij weten ook niet precies hoeveel leden de Neder landscho Wielrijdersbond heeft Een groot gedeelte van de fietsende Nederlanders profiteeren van de \oordeelen die de Wielrijdersbond ftplevert; zij vinden een rijwielpad, dat de Dorid heeft weten te veroveren; zij genieten kosteloos van alle of de meeste faciliteiten die het Bondsbe- stuur aan de leden heeft bezorgd en betalen niets. Eigenlijk wel wat parasietiscb. Zoo gaat het met velerlei De vakvereenigingen weten gunstige voorwaarden te bedingen, betere toe standen te bewerken, waarvan ook honderden de lusten genieten, zonder iets van de lasten te dragen. En zelfs op geestelijk gebied doet bet verschijnsel zich voor. Of is degene die het geestelijk voedsel, in welken vorm ook, ontvangt, zonder zelf iets lot eigen volmaking bij te dragen, niet ook in zeker opzicht een parasiet. Wanoeer wij goed in de wereld rond kijken, zullen wij overal en op elk gebied parasieten ontdekken. Het verval onzer rechtspraak. Aan eenige beschouwingen van het door geheel Nederland. Levering der verschillende gewassen tegen BILLIJKE PRIJZEN. «Vaderland» ontleenen wij bet vol gende Stelselmatig is onze magistratuur van bel volk vervreemd gehouden. Men beeft ze saamgesteld altoos uit hetzelfde kringetje der maatschappij, men beeft in groote meerderheid hen benoemd, die ria hun studietijd slechts in 't gareel der rechlsbedeehng hadden geloopen en van de wereld niet veel meer afwisten dan wat men op een griffie ervan ontwaart, men heeft door slechte bezoldiging de keuze nog beperkt. Zoo zijn de rechters buiten het volk geplaatst, hebben zij als voeling er mee verbroken. En de meenigte zag op als tegen steenen beelden tegen die deftige, in glinster- zwart gehulde mannen, die ijzig koel op wat daar onder ben in de recht zaal aan misdaad, ondeugd en ellende woelde, neerkeken. Een gewichtig punt is: de even eenvoudige als onmenschkundige psy chologie, welkein derechtzaal beetscht. De rechters kennen den beklaagde niet, als deze voor hen staat, zij moeten afgaan op den indruk van enkele oogenbhkken om de straf vast te stellen. Hoe zou zulks anders dan als automatisch naar vast tarief ge schieden? Een beklaagde, op van zenuwen, lacht zonder het zelf te wetenhij toont niet het minste berouw! Hij zit, lam geslagen van ontroering, bewegingloos in zijn bank hg blijft, onder dit alles, gevoelloos! Hij liegt, en wie, sebuldig of onschul dig, zal zich er niet toe laten ver leiden als 't om zijn eer en zijn wel zijn gaat? Hij is een doortrapte boos wicht Men behoeft slechts kennis te nemen van de w ijze waarop somwijlen voorbedacbtte raad bij moord, opzet om te dooden bij doodslag in de von nissen wordt geconsti ueerd, om zich een denkbeeld te vormen van de kinderlijke zielkunde van velen onzer rechters. En als zij zoo de roerselen die elk gemoed bewegen, classeeren ot negeeren, hoe zullen zij zich dan indenken in den gedachtengang van menschen, die niet tot hun stand, niet tot bun cóterie bebooren niet hun ontwikkelings- en beschavingspeil hebben bereikt? Een ander gewichtig punt is de wijze waarop de taak der verdediging door vele presidenten wordt bemoei lijkt. Hoevele Rechtbanken en Hoven 30) DOOK .A.. T- 3D-u.clAa.tea,ia.. „Daar er te Utecht nog een neef van papa moet wonen", vervolgde Johan na een oogenblik, dacht ik, mijnbeer Rudolfs, dat U zijn adres wel zoudt weten, en nam ik de vrij heid mij in de eerste plaats aan uwe woning te vervoegen. Zoo als U moge lijk bekend is, ben ik nooit in Utrecht geweest, en heb over bet geheel wei nig gereisd, daar mijnbeer Harten niet van heen en weer trekken houdt. Weinig had ik gedacht nog eens op deze wijze hier te zullen komen. Uw onverwachte komst behoeft geen verontschuldiging mijnheer; de vriend van mijnbeer Harten beeft bet volste recht op onze gastvrijheid boven dien is uw familiebetrekking tot mijn heer Ramer, dien gij zoo even bedoel- det, niet nader dan tot ons, en zie ik dus volstrekt geen reden, waarom gij u eer tot dezen zoudt gewend hebben." ..Papa is zijn jeugd vergeten Johan", viel mevrouw Rudolfs in, "hij zal thans niet meer willen weten, dat hij op uwen leeftijd ook liever de woning van een celibatair als meneer Ramer verkoos, dan die van een talrijke ambte naarsfamilie." De heer Rudolfs rimpelde het voor hoofd; hij had den wenk begrepen. Met kracht had zijne echtgenoot zich tegen het plan verzet, den notaris, ten opzichte van het voorgenomen huwelijk, ter wille te zijnnimmer zou zij eenige toenadering tusschen Johan en Bertha in de hand werken, al moest zij daardoor ook den schijn op zich laden ongastvrij te zijn. Tot hare geruststelling bemerkte mevrouw weldra, dat de schroomval lige jonkman geen aanleg had om veroveringen te maken, veeleer was zijn droevig voorkomen instaat, het medelijden der meisjes op te wekken. Edoch, haat en medelijden leggen menigmaal den grond tot een innige genegenheid, dit zag Bertha's moeder over het hoofd. Men kwam overeen, dat'papa den volgenden dag neef van Koppen naar den architect zou geleiden, door wien hij zeker met welwillendheid zou wor den ontvangen. Johan moest nu nog eens verhalen van het ontsporen der treinen en wat daar het gevolg van geweest was, doch de verteller was zoo weinig enthusiast, dat mevrouw en hare dochters, die gaarne iets meer van de onverschrok ken vrijschutters hadden gehoord, onbevredigd het gesprek op een ander onderwrfp brachten. Over het geheel toonde Johan zich een goede sul van een jongen, een weing week en stemmig, en dus geen ideaal voor een vrouw, die niet gaarne de gewone orde der dingen omgekeerd ziet. De voorstelling bij neef Ramer en de voorloopige inkwartiering van Jo han, liepen tot genoegen van allen af, zoodat mevrouw op dat punt geen reden tot ongerustheid meer meende te hebben. Johan zou nu en dan te dineeren worden genoodigd en in ge zelschap van neef Ramer van tijd tot tijd eens een avond komen passeeren, daarbi) wensehte men het te laten. De tijding van hetgevanggenDemen der notabelen, door Johan bevestigd, vond thans algemeen geloof, doch men verwachtte natuurlijk, dat de vijand deze leden weder op vrije voeten zou stellen, zoodra hem bekend was, wie de eigenlijke daders waren en dit kon, dacht men, niet lang verborgen blijven. Waartoe die huiszoeking geleid had, die oorzaak was geweest van Joban's vlucht, en wat zij te weeg bad ge bracht, wist men niet. De berichten der volgende dagen zouden hierom trent eenig licht verspreiden. HOOFDSTUK X. De vrijschutters die onder Edmonds aanvoering den notaris zouden trach ten te bevrijden, waren twintig man in aantal, behalve Vos, bet factotum I van de vrijschaar, die thans op een aanmerkelijken afstand voor den troep uit marcheerde, om het terrein te verkennen. ti't Kon ongeveer middernacht zijn, toen men het bosch verliet. Zonder stoornis waren zij tot op een vierde uurs van Barneveld genaderd, toen van Rodenburg zijne kameraden order gaf hunne wapenen gereed te houden en bun aanmaande zich stipt naar zijne aanwijzing te gedragen. Daarop nam Edmond Vos ter zijde en sprak geruimen tijd met hem. Toen het factotum zich verwijderende de vrij schaar voorbijging, kon men duidelijk op zijn gelaat lezen: ..Weest gerust! Vos zal er het zijne toe doen... 't Was thans drie uur in den mor gen. De bewoners van Barneveld waren meerendeels Dog in diepe rust, toen een afdeeling fusiliers aan de achter zijde van het kasteel van Schafifelaar verscheen en voor de deur stil hield van het vertrek, waar de notaris op gesloten was. Den vorigen avond had men den heer Harten het vonnis van den krijgs raad bekend gemaakt: bij het aan breken van den dag zou de veroor deelde gefusileerd worden. De reden waarop men zijne schuld grondde was deze: De notaris had sedert zijn vertrek uit Utrecht herhaalde malen nage dacht over het plan, om Bertha aan Johan te verbinden, doch telkeDS was hem daarbij bet bezoek van dien on- besuisden van Rodenburg te binnen geschoten, die dol verliefd scheen op het mooie kind. Nu was Harten men- scbenkenner genoeg, om te voorzien, dat deze zich niet kalm zou neerleg gen bij een huwelijksplan, dat hem van zijne bruid beroofde en Johan was tegen dien halven wildeman niet opgewassen. Daarbij kwam, dat de no-

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1910 | | pagina 1