nieuwe
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
Liefdadigheid.
BUITENLAND.
No. ÏOO
Woensdag 14 December 1910.
Negen-en-dertigste Jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
FEUILLETON.
DE INVASIE DER DÜITSCHERS.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door bet geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever O. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 1?. Telephoouno. «9.
AD VERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer Tl, Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
sDe armen hebt ge altijd bij u
Als wij deze positieve uitspraak aan
vaarden plaatsen wij ons op het stand
punt, dat er standen zijn verordineerd
in de maatschappij en dat die standen
zullen blijven bestaan. Wij geven er
mede te kennen, dat wij de strijdleuze
«Gelijkheid van allen" verwei pen als'
in tegenspraak met de nuchtere wer
kelijkheid. In de gansche schepping
wordt nergens gelijkheid aangetrollen.
Er heerscht in de natuur een etnde-
looze verscheidenheid, zelfs geen twee
bladeren van denzelfden boom zijn
volkomen aan elkaar gelijk. Evenmin
zal men twee menschen aantreffen,
die volkomen gelijk zijn tiet mogen
dan tweelingen zijn of niet. Het is
niet de kwestie dat iedereen dezelfde
plaats zal bskomeri maar weldal te
der kome op zijn plaats," d t. de voot
hem aangewezen en bestemde plaats,
waar hij zich het gemakkelijkst be
weegt.
Armen en tijken, ze zijn er.en elk
heeft zijrt plichten te vei vullen en kan
zijn (echten doen gelden. Dat kan en
moet hij doen met zedelijden ernst.
Maar daaraan is in onze dagen nu
juist zoo groote behoefte; dat artikel
is schaarsch voorhanden. Bij de lagere
standen dient arbeid met spaarzaam
heid gepaard te gaan, opdat het gezin
in ongunstige lijden bewaard worde
voor gebrek. Nu kan rneri niet bewe
ren, dat overal de tering naar dene
ring wordt gezet. Aan de deconomische
opvoeding dei lagere klassen ontbreekt
nog al een en ander. Een andere
factor, waardoor het pauperisme in
de hand wordt gewerkt, ligt in de
vele onberaden huwelijken opjeudigen
leeftijd terwijl het alcoholismede rijen
der bedeelders voortdurend aanvult
en vergroot. Bij de hoogere van aardsche
goederen welvoorziene klassen is zede
lijke ernst eveneens noodzakelijk, opdat
zij leeren beseffen dat hunne verant
woordelijkheid jegens den naaste een
onafwijsbare plicht is: dat zij zich
hebben teheschouwen als rentmeesters,
die rekenschap hebben af te leggen
van hun rentmeesterschap.
Armen en tijken vormen een tegen
stelling. De gansche historie van het
menscüeltjk geslacht in gewijde liteia-
tuur aller godsdiensten getuigen er
van, dat ze vroeger evenzeer beston
den de standen en dat uit barmhar
tigheid en naastenliefde de weldadig
heid vooitvloeide om m den stoflehj-
ken nood der minder met wereldscbe
goederen gezegende schepselen ie voor
zien.
liet feit, dat er armen zijn en dat
armoede geleden wordt, staat onotri-
stootelijk vast. En wanneer de winter
zich in volle strengheid openbaart en
de verdiensten ophouden te vloeien,
wordt ue weldadigheidszin wakker
geschud en een beroep gedaan op de
beurzen der burgerij. Een koude, natte
zomer heeft veler verwachtingen teleur
gesteld en weinig gelegenheid gegeven
tot besparen. Dan komt het gebrek
van alle kanten tegengt ijnzen en kun
nen particuliere en gemeentelijke atm-
bestuien aan alle aanvragen om onder
stand ter nauwernood voldoen. Nu
moet blijken of met juistheid gegeven
wordt; want ook het stillen van
armoede en het steunen van behoefte
ts een kunst, die met geleerd, maar
gevoeld kan en ervaren moet worden.
Hoe moet men de weldadigheid
betrachten? Er zijn menschen, die
elke aanvrage van onderstand inwil
ligen, die geven, omdat het bun eene
behoefte is te geven, doch die zich
nooit rekenschap vragen, of bnnne
gaven wel goed besteed zijn en die
voor halve onwetendheid vaak verkeerd
geven. Geef zoo doelmatig mogelijk.
Dit sluit in: het onderzoek van de
noodzakelijkheid van steun liet doen
beantwoorden der bestede gaven aan
het doel: leniging van werkelijke
armoede.
Het gebeurt meermalen dat als roijaal
bekend staande menschenvrienden
het slachtoffer worden hunner teedere
goedhartigheid.
Bij het beoefenen der weldadigheid
moet men eenige zelfbeheersching in
acht te nemen om zelf niet gedupeerd
te worden.
Vele moeilijkheden doen zich voor.
Stel eens, dat de drankzucht der ouders
de oorzaak zijn van armoede in het
gezin. Moet men dan den steun ont
zeggen en de Kinderen doen boeten
voor de ondeugden van vader en
moeder. Eeri lastig geval
Niet zij die het luidst roepen om
hulp hebben die het hardst noodig.
Maar er is stille armoede die in stilte
geleden wordt, in stilte gedragen.
Doch juist, doordat ze met voor het
voetlicht treedt, is het zoo moeielijk
haar te ontdekken: En zij moet juist
ontdekt worden, wanneer zij verdient
gelenigd te woiden, zij, de eerlijke
armoede in de allereerste plaats; zij
moet geholpen worden op de meest
kiesche wijze. Houden de liefdadig-
heiilscomite's op die stille armoede de
aandacht vooral gevestigd Of is de
verscheidenheid van corrulé's dikwijls
daarvoor een beletsel' Zou daarom
samenwerking tusschen de instellingen
van weldadigheid geen aanbeveling
verdienen
Op Madeira bieidt de cholera zich
nog voortdurend uit.
Volgens een schrijven uit Funchal
aan de Daily Mail zou de besmetting
naar het eiland zijn overgebracht door
Russische en Italiaansche passagiers
van een schip, bestemd voor Zuid-
Amerika. Deze passagiers kochten n.l.
aan de haven allerlei fi uit en gaven
den koopman in ruil eenige oude
kleederen. Deze kleederen werden uit-
gewasschen en daarna door den fruit
koopman aan zijn aanstaande ten ge
schenke gegeven. Het meisje werd,
nadat zij de kleederen korten tijd had
gediagen, ziek en overleed volgens
den geneesheer aan gastro enteritis.
Er volgden nog een aantal sterf
gevallen. allen vQlgens de officieele
opgaven aan de bovengenoemde ziekte.
Maar de regeering te Lissabon ver-
tiouwde de zaak met en zond een
bekwaam geneeskundige naar Fun
chal. Deze verklaarde na onderzoek
onomwonden, dat de ziekte, die op het
eiland tieerschte, cholera astiatica
was. Toen geschiedde natuurlijk wat
de autoriteiten van liet eiland hadden
gevreesd, de vreemdelingen bleven
weg en daarmede was de hoofdbron
van inkomsten der bewoners verstopt.
Hotels en andeie inrichtingen ten
behoeve van de vreemdelingen moesten
gesloten worden bij geoi ek aan gasten
en de vele anderen, die van bel vreem
delingenverkeer leven, verdienden niets
meer, zoodat bittere ellende bij hen
haar intrede deed.
De ziekte is tot dusverre beperkt
gebleven tot de arm6re klassen, wier
onzindelijkheid alle beschrijving te
boven gaat, eri die bovendien weige
ren de bevelen der geneeskundige
autoriteiten op te volgen.
Maar, mag men den berichtgever
van de Daily Mail gelooven, dan
heeft ook de regeermg van het eiland
het nemen zelfs van de meest elemen
taire voorzorgsmaatregelen verzuimd
en daardoor het voortwoekeren van
de ziekte in de hand gewerkt.
Men verwacht dat liet de New-
Yoiksche politie nu weldra gelukt
zal zijn, het hoofd der Bende van de
Zwarte Hand in hechtenis te nemen.
Het moet een koopman zijn, die niet
te New-Yoik woont, die nooit per
soonlijk deelneemt aan de aanslagen
en misdrijven der bende, maar ze
allgen ontwerpt en bestuurt.
De politie heeft nieuwe aanwijzingen
gevonden door het ontdekken van een
hol der Zwarte Bende, waar zij een
achtjarigen knaap bevrijdde die door
de bende was gestolen en voor wien
onder de ergste bedreigingen een los
prijs van 3000 dollars werd geeischt.
Daar nam zij negen leden der bende
zeven mannen eri twee vrouwen
gevangen.
Een paar rechercheurs drongen, ver
momd, het verdachte huis binnen,
met een neefje van den gestolen
knaap. Zij hoorden in een gang op
de eerste verdieping een kind schree-
wen en jammeren en de kleine jongen
herkende daarin terstond de stem van
zijn neefje.
De rechercheurs gingen op dat ge
schrei af en tilden hun kleinen met
gezel op, om door een raampje te
kijken van hethok waaruit'tgeschreeuvv
kwam. De knaap herkende zijn neefje.
De stevig gegrendelde deur werd open
gebroken en de gestolen knaap, die
doodsbenauwd was en er allei treurigst
uitzag, weid meegenomen.
Er werd ook nog een ander ge
stolen kind een 4-jarig meisje bevrijd.
De politie heeft de gestolen kinde
ren nog niet aan hunne ouders terug
gegeven, uit vrees dat hunne ouders,
beangst door de bedreigingen der
geduchte Zwarte Bende, hen niet
naar waarheid laten getuigen.
Er loopen geruchten van ambte
naren der geheime politie, die in stilte
medeplichtig zouden zijn aan dief
stallen en dynamietaanslagen der
benden.
Mishandelingen van minderen, voor
al recruten, door meerderen, schijnen
In den laatsten tijd in het Duitsche
leger en op de vloot aan de orde van
den dag te zijn. Althans dien indruk
krijgt men, wanneer rnen afgaat op
het groote aantal onderoilicieren, en
ook wel officieren, dat voor den krijgs
raad verschijnt ter zake van zulke
mishandelingen. Helaas worden der
gelijke misdadigers altijd zeer clement
behandeld. Want de tucht moet bo
ven alles gaan I Alsof de tucht niet
eer werd benadeeld dan hooggehou
den door een te zwak gestrafte over
treding van een meerdere jegens zijn
mindere.
Nu heeft evenwel de krijgsraad te
Kiel een geval ie berechten gehad
35) DOOK
-A.. J". 3D-u.clh.a,tea,-u..
Nieuwsgierig en belangstellend laat
Helena de dienstbode naar het doel
van den aanstaanden tocht te infor-
meeren en verneemt, dat het een
hoogst gevaarvolle onderneming geldt
gedurende den nacht. Een groot aantal
inwoners van Muiden, brandende van
verlangen, den dood. hunner stadge-
nooten, vrienden en bloedverwanten
te wreken, wenschen aan den tocht
deel te nemen, terwijl de bevelhebber
al het mogelijke beproefd om een aan
tal vrouwen, die zich bij de mannen
aangesloten hebben, van hun voor
nemen af te brengen om mee uit te
trekken. Op het oogenblik, dat kapitein
Korf aan het einde van zijn betoog
is, treedt er een gespierde visschers-
vrouw tegenover hem, en, terwijl zij
met de linkerhand naar de kade wijst,
geeft zij hem kort doch welsprekend
ten antwoordDaar, mijnheer de offi
cier, hebben zjj mijn Willem, mijn
eenigen jongen, doodgeschoten, en
nu mijn man hem gaat wreken, zoudt
gij nu willen, dat ik hier bleef, om
ook hem niet meer terug te zien?!"
«Kenau Hasselaar trok ook wel mee,
zoo goed als het mansvolk," riep een
ander uit den hoop, «waarom zouden
wij het dan ook niet doen, al hebben
wij niet zoo'n gekken naam als dat
schepsel."
«Helena, intusschen naderbij ge
komen, had een en ander van het
gesprek opgevangen; na eenige inlich
tingen te hebben gevraagd keerde zij
in gedachten verdiept weder huis
waarts.
De avond daalt, en hult de kleine
veste in haar geheimzinnigen sluier.
Met gelijkmatige doffe slagen kondigt
de torenklok het negende uur aan.
Nog trilt de laatste slag door de gure
avondlucht, toen de poort van het
Slot werd geopend en een lange rij
gewapenden zwijgend naar buiten
treedt. Langzaam voortgaande langs
de kade der Yecht bereiken zij einde
lijk de schepen wier bemanning hen
wacht. De optocht en het inschepen
duren een geruimen poos. Yele hon
derden strijders, uit alle hoeken dei-
stad, volgen de eersten. Ten laatste
ook de vrouwen, die kapitein Korf op
haar herhaalde bede eindelijk toege
staan had zich bij de onderneming aan
te sluiten om de gekwetsten te ver
plegen. Aan houding en kleedij herkent
men onder hen de dochter van den
kolonel.
Toen allen waren ingescheept, nam
de bevelhebber der vloot afscheid van
de officieren der vesting, die hem met
een hartelijken handdruk een gunstig
slagen wenschen, en weinige oogen-
blikken later verlaten de vaartuigen
achtereenvolgens de kade en drijven
naar zee.
Daar buiten waait een frische bries.
De kommandant wisselt seinen met
den monitor die op eenigen afstand
kruist. Alle maatregelen z;jn genomen, I
men is op alles voorbereid, moedig
gaat het thans oostwaarts, de zeilen
in top. Naarmate de afstand grooter
wordt tusschen de verlaten vesting
en de vloot hoort men duidelijker het
dreunen van 't geschutsvuur vóór
Naarden. Kapitein Korf tuurt in de
duisternis naar de belegerde stad en
een geheimzinnige glimlach krult zijne
lippenzich vervolgens tot Daan, van
Rodenburg en eenige andere wendende,
die om hem heen staan, zegt hij kalm
«Mijne vrienden, het oogenblik is thans
gekomen waarop ik u zonder gevaar
het doel van onzen tocht mededeelen
kan. Luister wat wij zullen pogen te
volbrengen. In de nabijheid van Blari-
cum heeft de vijand het rijkste en
beste belegeringspark dat er ooit ge
weest is. Hij heeft daar een voorraad
van meer dan honderdduizend ponden
buskruit, een ontzaglijke hoeveelheid
projectielen, geschut, barakken en
gereedschap, kortom al wat hij in
dezen veldtocht noodig denkt te heb
ben. Naar de zijde van Naarden is het
park belangrijk verstrekt, doch ten
oosten leunt het tegen den dijk, die
de kade vormt van de onderwater
zetting aan den linker Eemoever, die
zij zeiven hebben gesteld om zich aan
die zijde voor een aanval te vrijwaren.
Daar het echter in de laatste maan
den sterk geregend heeft, heeft hun
inundatie een veel te hoog peil bereikt,
terwijl zij de middelen schijnen te
missen om het water af te tappen of
dit uit achteloosheid verzuimen.
In de nabijheid van die kom moeten
wij ontschepen wij breDgen vervolgens
al onze roeibooten aldaar te water,
vullen deze gedeeltelijk met brand
stoffen en vernielingswerktuigen en
laten die vloot met haar bemanning
aan de zorg van Vlis den scheeps
timmerman, over, die reeds van de
noodige instructiën voorzien is. Ter
wijl Vlis met zijne lieden bet park
in den rug aanvalt, grijpt gij den
vijand van deze zijde aan, doch, als
ge uw leven niet gaarne nutteloos
verliest, dit druk ik U bizonder op
het hart, blijft dan in afwachting van
het teeken tot den aanval, op een
paar duizend passen van het park
verwijderd."
«En dat teeken, Kapitein
«Dat zult ge vernemen als het
oogenblik daar is.»
«En zij, die niet in uw nabijheid
zijn
«Ook zij. Mijn bevel zal luider
klinken, dan de noodschrei yan graaf
Roland; en nu [mijn vrienden, reikt
mij de hand, want wellicht is deze
dag de laatste van ons levenbereid
U voor op een ontzettenden kamp,
wij moeten thans in vollen ernst
overwinnen of sterven."
Na dit afscheid trok de kapitein
zich terug cd verdiepte zich oogen-
scbijnlijk in het beschouwen der sterren
toen hij onverwachts een hand op zijn
schouder voelde leggen en ter zij